Genealogie van Willem Jan van der Ameijden

I Willem Jan van der Ameijden. Willem trouwde met Kathalijn NN.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Kathalijn: .
5-7-1469


Kinderen van Willem en Kathalijn:

1 Jan Willems van der Ameijden. Volgt II-a.
2 Roelof Willems van der Ameijden. Volgt II-b.


II-a Jan Willems van der Ameijden, zoon van Willem Jan van der Ameijden en Kathalijn NN. Jan is overleden vóór 12-02-1466 in Oirschot. Jan trouwde met Beel (Bellen) Brouwers.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Beel: .
11-12-1464 Verkoop stuk beemd (RA Oirschot Inv 237 t/m 239 folio P79v)-
---------------------------------------
Verschenen is JAN WILLEMS VAN DER AMEIJDEN en hij verkoopt met schepenbrieven van Oirschot nu aan PETER JANS VAN ESP die een stuk beemd genoemd de Cluse (Cluijse), gelegen in Oirschot onder Ameijden, belend door: Heer JAN ROELOFS priester, LISBETH ROLOFS, PETER SANNA, CLAES GOESSENS, de gemeenschappelijke straat. Hij had dat verkregen bij de boedeldeling van het bezit bij de dood van zijn vader WILLEM en diens moeder KATHALIJN. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve 1 Bosch mud rogge in Den Bosch ook te leveren en behalve de grondchijns, getuigen ELLAER, ONSTADEN en SNEPSCHUET.

Verschenen is PETER JANS VAN ESP en heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN WILLEMS VAN DER AMEIJDEN die 43 en een halve peter te gaan betalen van elk 18 en aan half stuiver, de ene helft ervan per a.s. Maria Lichtmisdag samen met de rente van 19 lopen rogge en per Maria Lichtmisdag over 2 jaar de andere helft samen met 9 en een halve lopen. Er kan geen bezwaar worden gemaakt tegen de betaling, actum als boven

12-2-1466 Verkoop bezit, aanspraken (RA Oirschot Inv 122a akte 022, 023 folio P129r(5r)
----------------------------------------------
Verschenen is BEEL SBROUWERS met haar voogd hierin en ze verkoopt nu aan DIRCK VAN DE LOO die haar aanspraken en huisraad etc. die ze thans bezit en haar was nagelaten na de dood van haar man JAN WILLEMS VAN DER AMEIJDEN, waar zich dat bezit ook bevondt in Oirschot etc. BEEL zal de huisraad aan hem overhandigen en ze belooft als verkoopster alle lasten hierin van haar kant af te handelen, getuigen RUTGER GOESSENS, HENRICK VAN BERSE en RUTGER BELAERTS

Verschenen is DIRCK VAN DE LOO en heeft beloofd aan BELLEN BROUWERS die 17 en een halve peter te gaan betalen per a.s. Sint Jansdag, elke peter gerekend tegen 18 en een halve stuiver en daarnaast nog een half mud rogge, Oirschotse maat, datum en getuigen als boven

Verschenen is genoemde PETER en heeft aan JAN beloofd, dat voor het geval er enige problemen ontstaan over het door PETER beloofde geld etc. dat hij dan aan JAN de brieven zal overhandigen van de transactie, zodat JAN daarmee zijn vordering kan verhalen, maar JAN zal daarna die brieven weer onbeschadigd terug moeten geven aan deze PETER, actum als boven


II-b Roelof Willems van der Ameijden, zoon van Willem Jan van der Ameijden en Kathalijn NN. Roelof is overleden vóór 1498. Roelof:
(1) trouwde omstreeks 1460 met Heijlwich Marcelis Spikincx.
Notitie bij het huwelijk van Roelof en Heijlwich: .
Dit huwelijk wordt vermeld in het RA Oirschot Inv 124 folio 145

In de akte van 4-4-1492 wordt hij vermeld als ROELOF natuurlijke zoon WILLEM JANSSEN VAN DER AMEIJDEN (zie bij 2e huwelijk)

Zij is een dochter van Marcelis Spikincx en Naam Onbekend. (2) trouwde omstreeks 1465 met Aleijt Peter Leijten.
Notitie bij het huwelijk van Roelof en Aleijt: .
4-4-1492 Verkoop land (RA Oirschot Inv 125b akte 134 folio P299v)
----------------------------
ANTONIS, PETER en AERT, broers en kinderen van ROLOF WILLEM VAN DER AMEIJDEN en verder PETER AERT SWEVERS als man van GEERTRUIDEN dochter van genoemde ROLOF, die ook nog handelen voor JAN en WILLEM hun broers, verkopen samen aan ELISABETH dochter van WOUTER MERTENS, een pacht van 2 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, welke pacht HENRICK PEPERKOREN eerder had beloofd aan ROLOF natuurlijke zoon van WILLEM JANSSEN VAN DER AMEIJDEN, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd het Hasengeloekt gelegen in herdgang Aerle, belend door: WILLEM HEIJMANS, HENRICK VAN BEECK, de straat, GIELIS CRIJNS. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen ook namens hun broers JAN en WILLEM, getuigen ESP en BERNTS

ca 6-5-1498 Erfdeling RA Oirschot Inv 126b akte 128 t/m 131 folio 24r, 24v (Inv 125 folio 299v e.v.)
--------------------------
Verschenen zijn PETER en AERT gebroeders en wettige kinderen van ROELOF WILLEMS VAN DER MEIJDEN (AMEIJDEN) die deze ROELOF had verwekt bij ALEIJT PETER LEIJTEN en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van hun ouders hebben geerfd.

Bij deze deling krijgt PETER een huis, tuin etc. groot ca 12 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: AERT DE METSER, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een beemd genoemd de Lippenbeemd, gelegen in herdgang de Notel, belend door: het Sonderen daar, de kinderen van AERT AELBRECHTS, MERTEN METSERS, DIRCK MOERMANS. Uit het huis etc. moet jaarlijks 6 lopen rogge worden betaald en 13 en een halve stuiver als grondchijns. Uit de beemd moet PETER verder jaarlijks anderhalf mud rogge betalen, maat van Oirschot.

Genoemde AERT krijgt een pacht van 13 en een halve lopen rogge per jaar in Beerse te ontvangen van HEIJLWICH de vrouw van PETER LEIJTEN en van heer kinderen. Nog krijgt hij een pacht van 7 lopen rogge te ontvangen van JAN LEBBENS en van de kinderen van DIELIS DE HOPPENBROUWER.

Als er in ddeze deling enige lasten meer op iemands bezit drukken dan zullen ze die samen betalen (geen datum en getuigen vermeld)

akte 129:
------------
Verschenen is genoemde PETER en belooft voortaan aan AERDEN zijn broer jaarlijks anderhalf mud rogge te betalen uit zijn erfdeel, maat van Oirschot en nog anderhalf lopen rogge. Maar AERT krijgt die pacht van anderhalf mud rogge en anderhalf lopen niet eerder dan per a.s. Maria Lichtmisdag over 3 jaar. PETER als schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht (geen dautm en getuigen vermeld)

akte 130:
------------
Nog is AERT verschenen en beloofd aan zijn broer PETER dat die de anderhalf mud rogge en anderhalf lopen rogge, altijd kan aflossen met niet minder dan minimaal steeds een half mud rogge, elke mud tegen 28 peters gerekend en elke peter tegen 18 stuivers en als hij wil lossen, moet hij een half jaar vooraf opzeggen, datum 6 mei 1498 getuigen VLIERDEN en HOPPENBROUWERS

akte 131:
-----------
Verschenen is genoemde AERT uit de vorige akte en verhuurt aan zijn broer PETER die voor een periode van 4 jaar zijn erfdeel en wel voor een pacht van 2 mud en 1 vierdevat rogge per jaar en de grondchijns te betalen. De pacht die PETER eerder voor schepenen had beloofd in deze delng, voor die 4 jaar zullen ze ook samen betalen en na die 4 jaar PETER alleen. En de pacht die erop wordt geheven zal PETER alleen betalen en komt niet voor rekening van AERT. Verder beloven ze elkaar dat ze samen ......(volstrekt onleesbaar en onbegrijpelijk verhaald, Jan Toirkens)

Aleijt is overleden vóór 1498.

Kind van Roelof en Heijlwich:

1 Antonis Roelof Willems van der Ameijden. Volgt III-a.

Kinderen van Roelof en Aleijt:

1 Aert Roelof Willems van der Ameijden.
Notitie bij Aert: .
18-2-1497 Verkoop bezit (RA Oirschot Inv 126b akte 053 folio 8v)
-------------------------------
AERT ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) verkoopt aan zijn broer PETER ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) al zijn bezit, roerend en onroerend, waar dat bezit zich ook bevindt, samen met alle vervallen en nog te vervallen vorderingen (er staat schulden, maar bedoeld is verm. vorderingen in dit verband, J. Toirkens). De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen GERART en SCHOET

2 Geertruiden Rolof Willems van der Ameijden. Geertruiden trouwde vóór 04-04-1492 met Peter Aerts Zwevers (Swevers).
Notitie bij het huwelijk van Geertruiden en Peter: .
2-3-1485 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 124b akte 078 folio 445v)
-------------------------------
GERARDT WILLEM ELIASSEN alias STIJNEN belooft aan GEERTRUID dochter van ROLOF VAN DER MEIJEN alias de METSERS (??) die voortaan een pacht van anderhalf mud rogge te gaan betalen op onderpand van een huis, tuin etc. (het huis was in de voorstaande akte vermeld t.w.:
huis, tuin, etc. gelegen in Oirschot herdgang Aerle, belend door: het erf van AERT VAN LAERVEN en anderen, GIELIS CRIJNS en meer anderen, de straat daar, PETER MERCKS, ALEIJT CONINCKS, verkocht door HENRICKS JANSSEN VAN MEDUWEN aan genoemde GERARDT). Nog op onderpand van een stuk land genoemd dat Rot, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, belend door: COVEGOND natuurlijke dochter van STIJNEN BACKS (?) VAN BERZE, GOIJAERT BRANTS, het erf dat eerder van JAN VAN DORMALEN was, getuigen HAEST en HUIJSKENS

De pacht mag hij na 2 jaar aflossen, maar niet eerder en moet dan 1 jaar vooraf opzeggen tegen betaling van 39 peters van elk 18 stuivers, actum als boven

29-3-1505 Betalingsbeloftes (RA Oirschot Inv 127ak akte 118 t/m 1220 folio 21v, 22r)
--------------------------------
JAN DANIELS belooft aan PETER AERT (Z)WEVERS die per a.s. Maria Lichtmisdag 14 peters te betalen en een half mud rogge, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, getuigen GIELIS, GOIJAERT en AELBRECHT

GERARD WILLEM ELIAS (VAN WIJNTELRE) heeft beloofd om voortaan aan PETER AERT (Z)WEVERS die een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Aerle, belend door: HENRICK VAN BEST, verder aan de gemeenschappelijke straat, actum als boven

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 14 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, mits er Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als boven

GOIJAERT WILLEM AELBRECHTS heeft beloofd om aan PETER AERT (Z)WEVERS die voortaan jaarlijks een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Noijtenbeemd gelegen in herdgang Naastenbest, belend door: JAN MATHIJSSEN, verder rondom in de gemeijnte daar genoemd de Melcrothse stege. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen GIELIS, GOIJAERT en AELBRECHT

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 14 peters, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als boven

Hij is een zoon van Aert Gielis Zwevers (Swevers) en Mechteld Henricks van den Spijker. Peter is overleden vóór 06-05-1528. Hij trouwde voorheen omstreeks 1475 met Heijlwich Gielis van de Vorste Lille.
3 Jan Rolof Willems van der Ameijden.
4 Willem Rolof Willems van der Ameijden.
5 Peter Roelofs Willems van der Ameijden. Volgt III-b.


III-a Antonis Roelof Willems van der Ameijden, zoon van Roelof Willems van der Ameijden en Heijlwich Marcelis Spikincx. Antonis is overleden vóór 10-07-1539.
Notitie bij overlijden van Antonis: .
Op 10-7-1539 wordt zijn zoon PETER vermeld als zoon wijlen ANTONIS ROLOFS VAN DER AMEIJDEN

Antonis trouwde met Laureijske Peter Beckers.
Notitie bij het huwelijk van Antonis en Laureijske: .
8-1-1465 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 115, 116 folio P108v)
-------------------------------
Verschenen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE en heeft beloofd om voortaan aan ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN die een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van zijn erfdeel in een huis, tuin en grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: MAES DANIELS CROMMEN, diens zusters en broers, DANIEL LAENEN, de gemeenschappelijke straat. THOMAS belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht, getuigen HEERBEECK en VOS

Verschenen is ANTONIS uit de vorige akte en heeft beloofd dat THOMAS de rogpacht van een half mud per jaar altijd mag aflossen tegen betaling van 13 en een halve Peter, elke Peter gerekend tegen 18 stuivers, samen ook met de achterstallige termijnen, datum en getuigen als boven

17-6-1492 Uitwinning lijfpacht (RA Oirschot Inv 125b akte 324 folio P338r)
------------------------------------
THONIS RUELENS VAN DER AMEIJDEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrieven van Oirschot inzake een pacht van 8 lopen rogge per jaar die 1 jaar onbetaald is gebleven, welke pacht MATHIJS GIJBEN MATHIJSSEN eerder aan genoemde THONIS had beloofd, steeds te betalen op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen onder Boterwijk, belend door: ANSEM LUIJTEN, de straat, LUIJTGAERDEN TSWETTERS. Als genoemde ANTONIS komt te overlijden, dan versterft de pacht weer op genoemde MATHIJS (dit is dus een lijfpacht). De brief daarover is d.d. 28 oktober 1445. GEEFKEN (GEVART JANSSEN VAN GELDROP?) heeft de uitwinning verzorgd en de koop is gegund aan PETER THONIS RUELENS (VAN DER AMEIJDEN). Het bzit is ook in Den Bosch gepubliceerd geweest volgens een certificaat van CLAES PELS, getuigen ESP en MEIJEN

1-2-1508 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 128a akte 058 folio 9r)
------------------------------
PETER LOIJEN PETERS en WOUTER PETERS als voogd over LOIJCH GERARD LOIJCHS verkopen aan ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN pacht van 1 mud rogge per jaar, welke pacht JAN PETER LOIJCHS aan zijn broer LODEWIJK PETER LOIJCHS had beloofd, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: de straat, PETER AGNESEN, getuigen ADRIAEN en JAN GOOSSENS

2-5-1518 Betalingsbelofte pacht aan zoon (RA Oirschot Inv 129a akte 181 folio 29v)
--------------------------------------------------
ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN belooft aan CORNELIS SMEETS ten behoeve van PETER ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN (zijn zoon dus) die voortaan een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: HEIJN HEIJLIGEN, Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, de gemeijnte, getuigen BELAERTS en GOOSSENS
in marge: RUTGER BECKERS nam de brief in het jaar 1522

Zij is een dochter van Peter Beckers.
Kinderen van Antonis en Laureijske:

1 Margriet Antonis Roelofs van der Ameijden. Margriet trouwde met Rutger Janssen Doormalen.
Notitie bij het huwelijk van Margriet en Rutger: .
26-2-1521 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129a akte 249, 250 folio P211r)
--------------------------------
RUTGER JANSSEN VAN DORMALEN als man van MARGRIET wettige dochter van ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd aan JAN GOIJAERT PERSOONS die voortaan een jaarlijks rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot 11 lopenzaad gelegen in herdgang de Notel, belend door: de gemeijnte, Meester AERT VERMEIJEN, HENRICK HEIJLIGEN, getuigen BELAERTS en DIRCK CORSTENS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 16 gulden, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als bovn
(met instemming partijen doorgehaald, aktes zijn beiden doorgestreept)

2 Cornelis Antonis Roelofs van der Ameijden. Cornelis is overleden vóór 12-06-1504 in Oirschot.
Notitie bij Cornelis: .
14-6-1505 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 127a akte 217 t/m 220 folio 43r t/m 44v)
------------------------------------
Schepenen van Oirschot verklaren hierbij plechtig dat voor hen zijn verschenen ANTONIS ROEFLOFS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf handelend en voor zijn wettige zoon PETER met zijn 4 familieleden en vrienden als partij ter ener zijde en DIRCK ADRIAENS VAN DEN DOREN als misdadiger en verantwoordelijk voor de dood van CORNELIS zoon ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN ter andere zijde.
Beiden partijen hebben zich overgegeven aan de bemiddeling door arbiters en beloven de uitspraak na te komen. Voor genoemde ANTONIS met zijn zoon PETER en zijn vrienden namens het slachtoffer treden op Heer HENRICK VAN ESCH priester, DANIEL VAN VLIERDEN, DANIEL VAN DER AMEIJDEN en HENRICK BELAERTS onze collega-schepen. Voor DIRCK als misdadiger treden op Heer WILLEM VAN PETERSHEM priester, JAN VAN VLIERDEN, JAN VAN OS en DIRCK GOESSEN NEVEN. De uitspraak is als volgt:

DIRCK zal voor het zieleheil van het slachtoffer 350 zielmissen moeten laten doen, die men kloostergewinnen noemt en daarbij nog 3 dertigsten en daar later goed bewijs van moeten overleggen en wel binnen een termijn van 17 weken. Verder moet DIRCK een z.g. voetval doen te weten op een Zondag of op een Heiligendag, zoals de meerderheid van de arbiters nog zullen aangeven. DIRCK moet daar in linnen kleren verschijnen, barrevoets en bloothoofds vanuit de toren van de Sint Peterskerk de kerk ingaan met in elke hand 1 wassen kaars van 1 pond gewicht en 1 kaars offeren op het altaar van de H. Kruis en daar zijn gebeden doen, de andere kaars te brengen naar het zielmissenaltaar en moet daar op zijn knieen de mis uithoren. Daarna moet hij de kaars weer in zijn hand nemen en hem naar het altaar laten brengen door de pastoor of degene die de mis doet, die hem naar het H. Sacrament zal leiden en moet daar op zijn knieen voor de ziel van het slachtoffer bidden.
Verder moet DIRCK 2 bedevaarten houden, de éne naar de Sint Petrus en Pauluskerk te Rome, de andere naar het H., Bloed van Wilsenaken danwel andere goede werken doen, zoals hierna nog zal worden vastgesteld.
Verder moet DIRCK voor 1 jaar uit Oirschot blijven, tenzij hij met zijn broers en zusters moet afdelen (de boedel van zijn ouders verdelen bij overlijden) om geld daaruit te maken. Hij zal er dan alleen mogen komen als gast voor 1 of 2 nachten, zo vaak als nodig is, maar zonder list of bedrog. Hij moet dan wel uit herdgang Straten blijven. Als dat jaar voorbij is, mag DIRCK op weg naar de kerk van Oirschot richting Straten niet voorbij het huis van ANTONIS komen, zijnde de vader van het slachtoffer, zolang ANTONIS leeft. Maar mag wel op straat wandelen naar de kerk toe en verder waar hij wil. Verder moet DIRCK uit alle herbergen blijven waar vader ANTONIS of één van zijn kinderen al aanwezig is, maar als hij er zelf er het eerste is, mag hij blijven, ten zij hem wordt meegedeeld dat de familie van het slachtoffer er is, dan moet hij vertrekken en hij mag dan wel zijn bier uitdrinken. Verder moet DIRCK aan de familie 70 zoenguldens betalen, elk van 10 stuivers en wel binnen 1 jaar en daarvoor borgen laten beloven.
Omdat de arbiters het recht hebben om de bedevaarten te veranderen, hebben ze bepaald dat DIRCK daarvoor wordt ontlast, maar moet daarvoor voortaan 1 mud rogge per jaar gaan betalen aan de kerk van Oirschot en wel permanent en moet die pacht op goede onderpanden beloven. Verder moet DIRCK een ijzeren kruis laten maken, rood opgeverd van 9 voet lang en 5 of 6 voet breed, al naar gelang de hoogte van het kruis. Dat kruis moet in een grote steen worden geplaatst of in een gat daarbij het graf van de dode of nabij het "pijleken" van het graf. Verder moet hij een "tafelken" laten maken groot 2 voet in het vierkant en daar moet in gegraveerd staan een kruis en daaronder O.L. Vrouw en Sint Jan en nog het lichaam van CORNELIS op zijn knieen en daaronder komt dan te staan "hier ligt begraven CORNELIUS ANTONIUS VAN DER AMEIJDEN, steenmetselaar, die stierf op Sint Odulphusdag in het jaar 1504" en dat alles moet worden gedaan tussen nu en a.s. Pasen. Verder moet hij op zijn kosten 6 jaar lang op alle Maandagen op het H. Kruisaltaar in de Sint Peterskerk een requiemmis voor de overledene laten opdragen, maar als die Maandag op een hoogtijdag valt, mag de priester ook voor een andere intentie opdragen.

Met deze uitspraak verklaren partijen zich over en weer met elkaar verzoend. Als er onduidelijkheden in de uitspraak zijn, behouden de arbiters zich het recht voor om daar later uitleg over te geven.
DIRCK ADRIAENS VAN DEN DOREN en zijn broer GOIJAERT voor hem, wensen hiervan een schepenbrief te ontvangen, getuigen ADRIAEN, BELAERTS en MEIJDEN (de akte is door Heer HENRICK VAN ESCH priester geschreven)

ADRIAEN VAN DEN DOREN, GOIJAERT ADRIAENS VAN DEN DOREN, AERT GIELIS CREMERS en JAN DE BROUWER hebben beloofd om de 70 zoenguldens uit de vorige akte te zullen betalen, in termijnen van 17 weken volgens de zoenovereenkomst en wel binnen 1 jaar. Het geld te brengen op Sint Barbara-altaar aan diegen die ANTONIS VAN DER MEIJDEN dat wenst te doen (geen datum en getuigen vermeld)

Genoemde DIRCK en GOIJAERT uit de vorige akte beloven JAN DE BROUWER te zullen vrijwaren voor diens borgstelling, geen datum en getuigen vermeld)

DIRCK ADRIAENS VAN DEN DOREN draagt aan ADRIAEN VAN DEN DOREN en GOIJAERT VAN DEN DOREN, zijn kindsdeel over in de erfenis van zijn moeder, of dat hij nog zal ervan van zijn vader, tot aan de tijd toe dat DIRCK alles zal hebben voldaan wat ADRIAEN, GOIJAERT en DIRCK hier vandaag samen hebben beloofd in de vorige akte. Indien DIRCK zou komen te overlijden, dan mogen ADRIAEN en GOIJAERT diens kindsdeel verkopen om met het geld daaruit het beloofde zoengeld etc. te betalen. Als er daarvan wat overschiet dan mogen zijn kinderen dat hebben. Voor het geval hij overlijdt stelt hij als voogden en uitvoerders van zijn nalatenschap aan ADRIAEN VAN DEN DOREN en diens broer GOIJAERT en nog JAN DE BROUWER, actum als boven getugien ADRIAEN, BELAERTS en Meester AERT VAN DER AMEIJDEN

3 Heijlwich Antonis van der Ameijden. Heijlwich is overleden vóór 29-11-1536. Heijlwich trouwde vóór 19-02-1533 met Joesten Jan Wellens.
Notitie bij het huwelijk van Heijlwich en Joesten: .
19-2-1533 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131c akte 091 folio 26v, 27)
---------------------------------
RUTGER JANSSEN VAN DORMALEN heeft beloofd om voortaan aan HEIJLWIG dochter van ANTONIS ROELOFS VAN DER MEIJEN (AMEIJDEN) die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen verwekt bij haar man JOESTEN JAN WELLENS daarvan het erfrecht die een jaarlijkse rente van 15 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een bunder broekbeemd, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk in het Wippenhout aldaar, belend door: JAN VAN DER HOBBELEN, WOUTER PETER GIELIS, de Jonker van Houfalise. RUTGER belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Genoemde HEIJLWICH en haar zoon CORNELIS staan aflossing van de rente altijd toe op Maria Lichtmisdag tegen betalen van 13 en een halve Karolusguldens, getuigen BELARTen SCHOET

29-11-1536 Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 132b akte 302 t/m 305 folio 108, 108v)
------------------------------------
JAN, JACOP en ANTONIS broers en hun zuster MARIE alle wettige kinderen van wijlen JOEST JAN WELLENS, waarbij MARIE is vergezeld door JAN MERCKS als haar voogd, verkopen hierbij hun 4/5e erfdelen en rechten in een rente van 15 stuivers per jaar, welke RUTGER JANSSEN VAN DOORMALEN eerder had beloofd aan hun moeder HEIJLWICH ANTONIS ROLOFS (VAN DER AMEIJDEN), die daarvan het vruchtgebruik kreeg en haar wettige kinderen daarvan het erfrecht. De rente vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van 1 bunder broekland gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk in het Wippenhout daar, belend door: JAN VAN DER HOBBELEN, de kinderen van WOUTER PETER GIELIS, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 19 februari 1533. Ze verkopen hun delen van de rente nu aan hun broer CORNELIS zoon JOEST JAN WELLENS en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen behalve, wat betreft de aflossing van de rente, getuigen ESCH, SCOET en CORT

akte 303:
------------
CORNELIS en ANTONIS broers en wettige kinderen van JOEST JAN WELLENS verkopen hierbij hun 2/5e deel van alle roerende en onroerende bezit, van welke aard dan ook, en waar dan ook gevonden zullen worden dat ze van hun vader JOEST en hun moeder HEIJLWICH hebben geerfd. Ze verkopen dat bezit nu aan JAN, JACOP en MARIE, wettige kinderen van wijlen genoemde JOEST, zijnde hun broers en zuster en ze beloven alle lasten daarin van hun kant af te handelen, maar JAN, JACOP en MARIE moeten daarbij wel alle schulden voldoen die zijn ontstaan na de dood van hun moeder, datum en getuigen als boven

akte 304:
-----------
JAN, JACOP en MARIE uit de vorige akte hebben als schuldenaars beloofd om aan hun broer CORNELIS die 8 gouden Karolusguldens te zullen betalen per a.s. Sint Jansdag. Daarvoor verbinden ze hun persoon en bezit, datum en getuigen als boven

akte 305:
-----------
JAN, AJCOP en MARIE uit de vorige akte hebben als schuldenaars beloofd om aan hun broer ANTONIS die 23 gouden Karolusguldens te zullen betalen per a.s. Sint Jansdag over 1 jaar. Daarvoor verbinden ze hun persoon en bezit, datum en getuigen als boven

4 Willem Antonis Roelofs van der Ameijden. Volgt IV-a.
5 Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden, geboren omstreeks 1479. Volgt IV-b.


III-b Peter Roelofs Willems van der Ameijden, zoon van Roelof Willems van der Ameijden en Aleijt Peter Leijten. Peter is overleden vóór 04-02-1546. Peter:
(1) trouwde met Kathalijn Jan Dielissen.
Notitie bij het huwelijk van Peter en Kathalijn: .
20-6-1518 Aflossing pacht (RA Oirschot Inv 129a akte 295 folio 49v)
--------------------------------
ALEIJT DICTUS (BENEDICTUS) LOEIJEN verklaart dat PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN aan haar een pacht van een half mud rogge heeft afgelost, welke pacht PETER eerder aan ALEIJT had beloofd, waarvan zij het vruchtgebruik van kreeg en de H. Geest van Orischot het erfrecht, getuigen ADRIAEN en GOOSSENS

20-1-1523 Verkoop huis (RA Oirschot (Inv 129b akte 023 t/m 026 folio P299v, P300r)
-----------------------------
JAN PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, verder ALEIJT en LIJNTKEN wettige kinderen van genoemde PETER ROELOFS, met AERNT ROELOFS VAN DER AMEIJDEN hun voogd, verkopen aan JAN JANS VAN VELDHOVEN een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeijnte, AERT CEELEN, AERT DE METSER. Nog verkopen ze hem een stuk beemd, genoemd de Lippenbeemd, gelegen in herdgang de Notel aan het Sonderen daar, belend door: AERT IN HEERBEEK, LIJN AELBRECHTS en haar kinderen, WILLEM SNEIJERS, de gemeijnte. Maar van de helft van dit bezit houdt hun vader PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN zolang hij leeft nog wel het vruchtgebruik, getuigen CREMER en BERZE

Genoemde JAN JANS VAN VELDHOVEN belooft aan ALEIJT en LIJNTKEN wettige kinderen van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, ieder van hen de helft van een jaarlijkse rente van 28 stuivers te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van het bezit uit de vorige akte. De rentes zijn vrij van lasten en andere heffingen uit het bezit, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 22 en een halve gulden, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, actum als boven

JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN beloot aan JAN, ALEIJT en LIJNTKEN kinderen van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 33 Rijnsguldens en 15 stuivers te betalen op vervaldag binnen 1 jaar na de dood van genoemde PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN zonder rente, danwel 1 jaar later, samen met de rente tegen de penning zestien, actum als boven

31-5-1523 Machtiging (RA Oirschot Inv 129b akte 179 folio P323r)
--------------------------
AERT ROELOFS VAN DER AMEIJDEN als voogd over de 2 dochters van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, geeft hierbij machtiging aan JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN om voor hem namens de genoemde kinderen alle vorderingen te innen etc. getuigen AERT ROEFS en PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN van hiervoor, verder HOPPENBROUWERS als notaris


30-8-1541 Afstand vruchtgebruik huis etc (RA Oirschot Inv 134b akte 336 t/m 339 folio 106r t/m 107r)
--------------------------------------------------
PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN weduwnaar van KATALIJN dochter van wijlen JAN DIELISSEN doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, grond etc. groot in totaal 11 of 12 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeijnte, de kinderen van WILLEM HENRICK AELBRECHTS, JAN GEVAERTS. Ook doet hij afstand van zijn vruchtgebruik inzake een beemd genoemd de Lippenbeemd, gelegen in herdgang de Notel, belend door: OIJKEN weduwe en kinderen van AELBRECHT AERTSEN, DIRCK DANIELS, RUTGER VERHOVEN, de gemeijnte genoemd ´t Zonderen, ten behoeve van zijn wettige kinderen JAN en KATALIJN verwekt bij genoemde KATALIJN en wel voor wat betreft de 2/3e delen daarvan en verder ten behoeve van THOMAS en KATALIJN, wettige kinderen van wijlen JANS VAN VELTHOVEN verwekt bij wijlen ELISABETH dochter van genoemde PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN wat betreft 1/3e deel, getuigen PETER en WIJCK

(in marge staat nog geschreven dat ROLOF GIJSBRECHT CORTEN de helft weer verkoop aan PETER zelf, omdat hij chronologis beter was
heb ik deze akte onderaan gezet), deze genoemde ROLOF (ookwel ROELOF genoemd) was getrouwd met PETER´S dochter KATALIJN ! Deze ROLOF (of ROELOF werd ook wel van Haeren genoemd (zie akte 27-1-1553)

JAN PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf handelend en voor zover het hem belangt en verder als voogd over THOMAS en KATALIJN wettige kinderen van JANS VAN VELTHOVEN verwekt bij deze JAN en wijlen diens vrouw ELISABETH wettige dochter van genoemde PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, wat betreft 2/3e delen en wat betreft al hun aanspraken daarin, verkoopt hierbij het huis, tuin etc. zoals is vermeld in de voorgaande akte en ook nog de hiervoor genoemde Lippenbeemd. Dit bezit wordt nu verkocht aan ROLOF wettige zoon GIJSBRECHT DIE CORT en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, datum en getigen als boven

ROLOF GIJSBRECHT DIE CORT heeft beloofd om aan JAN PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN als voogd en ten behoeve van THOMAS en KATALIJN wettige kinderen van wijlen JANS VAN VELTHOVEN, die een jaarlijkse rente van 35 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van het huis, tuin, grond etc. uit de voorgaande akte en ook op onderpand van de hiervoor vermelde Lippenbeemd, actum als boven

JAN PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN als voogd etc. uit de voorgaande akte staat aflossing van deze rente altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 28 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

ROLOF GIJSBRECHT CORTEN heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN PETER ROLOFS VAN DER AMEIJDEN als voogd over en ten behoeve van THOMAS en KATALIJN wettige kinderen van JANS VAN VELTHOVEN, die een bedrag van 27 gulden te zullen gaan betalen, na de dood van PETER THOMAS VAN DER AMEIJDEN en niet eerder, actum als boven

Dan het gedeelte wat in de marge op folio 106r staat:
ROLOF GIJSBRECHT CORTEN verkoopt hierbij de helft van het huis, grond etc. zoals is vermeld in deze brief en zoals dat nu wordt bewoond door PETER ROELOFS, nu aan deze PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN en PETER mag dat gebruiken zolang hij leeft tegen betaling van de helft van de lasten die erop drukken, 1 september 1541, getuigen PETER en WIJCK

PETER ROELOFS is overleden voor 4-2-1546, want dan verkoopt zijn kleinzoon THOMAS JAN VAN VELDHOVEN aan ROELOF GIJSBRECHTS VAN HAREN zijn kindsdeel (zie bij JAN JANS VAN VELDHOVEN getrouwd met ELISABETH PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN)

Kathalijn is overleden vóór 20-01-1523 in Oirschot.
(2) trouwde vóór 30-06-1532 met Marie Gerit Claes Wijntermans.
Notitie bij het huwelijk van Peter en Marie: .
Vermoedelijk is PETER ROELOF WILLEMS nog een keer getrouwd geweest met deze MARIE

30-6-1532 Testament (RA Oirschot Inv 131b akte 233 folio 71r)
--------------------------
PETER RUELENS en zijn wettige vrouw MARIE dochter van GERIT CLAES WIJNTERMANS hebben met wederzijdse instemming, aan elkaar als langstlevende al hun bezit vermaakt, hetzij roerende bezit of inventaris, gevogelte etc. van welke aard dan ook en waar zich dat ook bevindt. De langstlevende mag dat bezit verkopen of belasten zoals die wil en ze doen hierbij over en weer afstand van aanspraken ten behoeve van de ander. Ze beloven elkaar deze belofte altijd na te zullen komen, getuigen HOPPENBROUWER en WILLEM

Maar als het huwelijk klopt, dan kunnen ze elkaar alleen de goederen aan elkaar vermaken wat tijdens hun huwelijk in hun bezit is gekomen, al het andere bezit gaat dan naar de kinderen uit het eerste huwelijk, Georgina


Kinderen van Peter en Kathalijn:

1 Elisabeth Peter Roelofs van der Ameijden. Elisabeth trouwde omstreeks 1522 met Jan Janssen van Veldhoven.
Notitie bij het huwelijk van Elisabeth en Jan: .
Uit dit huwelijk 2 kinderen t.w. KATALIJN en THOMAS JANSZ VAN VELDHOVEN . Op 29-8-1541 staan in het protocol aktes vermeld op folio 105r en 105v betreffende de verkoop van 1/3e derde deel van een huis door hun grootvader PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN. Dat 1/3e deel verkopen zij aan ROLOF zoon wettige zoon van GIJSBRECHT DE CORT enz. (zie voor volledige aktes bij hun genoemde grootvader)

2-1-1525 Aflossing en betalingsbelofte rente (RA Oirschot Inv 129b akte 001 t/m 004 folio 1r)
-----------------------------------------------------
GOMMER WOUTER GERARDT als man van ALEIJT dochter van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat JAN JANS VAN VELDHOVEN aan hem de helft van een jaarlijks rente van 28 stuivers heeft afgelost, die deze eerder aan ALEIJT had beloofd gehad. Ook dat JAN aan hem het 1/3e deel van een bedrag van 33 Rijnguldens en 7 stuivers heeft betaald, welk bedrag JAN ook had beloofd aan ALEIJT te betalen binnen een jaar na de dood van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, getuige VELDE en NATAEL VOS

JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN heeft beloofd om aan GOMMAER WOUTER GERARDS die per a.s. Vastenavond over 1 jaar een bedrag van 6 Rijnsguldens te gaan betalen, zonder rente, actum als boven (akte is doorgestreept)

JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN belooft voortaan aan CORNELIS GERARD VAN PEELT die een rente van 1 Rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeijnte, AERT CEELEN, AERT DE METSER, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 17 Rijnsguldens mits er een half jaar vooraf is opgezegd, actum als boven (akte is evenals de voorgaande doorgestreept)

4-2-1546 Verkoop kindsdeel (RA Oirschot Inv 135b akte 092, 093 folio 17r)
---------------------------------
Voor ons is verschenen THOMAES JANSSEN VAN VELDHOVEN en verkoopt nu aan ROELOF GIJSBRECHTS CORTTENZOON (zijn aangetrouwde oom) zijn kindsdeel dat hij van zijn grootvader heeft geerfd, danwel van zijn vader JAN en van zijn moeder (ELISABETH) waar dat bezit ook is gelegen en van welke aard dan ook. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HUIJSKEN en WOUTER THOMASSEN

Voor ons is verschenen genoemde ROELOF uit de vorige akte en heeft beloofd om aan JAN PETER RUELENS (VAN DER AMEIJDEN, is hij dan de voogd van THOMAS JANSSEN VAN VELDHOVEN?) die een jaarlijks rente van 25 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM HENRICK AELBRECHTS, de gemeenschappelijke straat, geen datum en getuigen vermeld

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, tegen betaling van 20 gulden en de achterstallige termijnen, mits er met Kerstmis daaraan voorafgaand is opgezegd, actum als boven, geen getuigen vermeld

Wat opvalt is dat KATHALIJN de dochter van JAN JANSEN VAN VELDHOVEN niet in deze akte wordt vermeld, terwijl JAN PETER RUELENS VAN DER AMEIJDEN ook haar voogd is en wat blijkt uit onderstaande akte!

9-2-1552 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 137a akte 090 folio 24r)
-----------------------------
LAUWEREIJS HUBEN als man van CATHARIJNEN dochter van wijlen JAN VAN VELDHOVEN verkoopt hierbij een jaarljkse rente van 25 stuivers welke rente ROELOF GIJSBERT CORTEN eerder had beloofd aan JAN PETER RUELENS (VAN DER AMEIJDEN) ten behoeve van genoemde KATHARIJNEN dochter van JAN VAN VELDHOVEN. De rente vervalt elk jaar op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot, herdgang de Kerkhof belend door: WILLEM HENRICK AELBRECHTS, de gemeenschappelijke straat en meer anderen, conform een brief d.d. 4-2-1546. De rente wordt nu verkocht aan JAN RUTGERS VAN DORMALEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HOPPENBROUWERS en VEN

5-2-1525 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129b akte 051, 052 folio 6v)
-------------------------------
JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN heeft beloofd aan CORNELIS GERARTS VAN PELT die een jaarlijkse rente van anderhalve rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof belend door: de gemeinte, Aert Ceelen, Aert de Metser, getuigen LAECK en VOS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 25 Rijnsguldens, mits er een half jaar vooraf wordt opgezegd, actum als boven

4-11-1563 Verkoop kindsdelen en aanspraken (RA Oirschot Inv 139a akte 257 folio 367r, 367v)
-------------------------------------------------------
THOMAS zoon JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN en LAUWEREIJNS HUIBRECHTS als man van CATHARIJNEN wettige kinderen van genoemde JAN JANS VAN VELDHOVEN verwekt bij LISBETTEN dochter van PETER ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) verkopen hierbij hun kindsdelen en aanspraken in het bezit dat ze hebben geerfd bij de dood van genoemde JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN verwekt bij wijlen AGNEESEN ....zie *.... Ze verkopen dat bezit nu aan DIRCK AERT STOCKELMANS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen METSER en SCHOET

Genoemde DIRCK AERT STOCKELMANS heeft als schuldenaar beloofd om aan THOMASSEN zoo van wijlen JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN en aan genoemde LAUWEREIJNS HUIBRECHTSSOEN die een bedrag van 70 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, waarvoor hij een schuldbrief als onderpand stelt van 80 gulden, welk laatste bedrag AERT WILLEMS deze DICK AERT STOCKELMANS had beloofd d.d. 6 februari 1563, actum als boven

* de Heer Jan Toirkens geeft als opmerking op: de naam van hun grootmoeder was hun blijkbaar niet bekend, maar dat is niet goed, genoemde AGNEESEN was de eerste vrouw van JAN JANSSEN VAN VELDHOVEN en dat was AGNEESEN dochter CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN!!

Jan is overleden vóór 29-08-1541. Hij is weduwnaar van Agnesen Claes Thomasdr van Oudenhoven (Audenhoven) (±1461-vóór 1519).
2 Jan Peter Roelofs van der Ameijden. Volgt IV-c.
3 Aleijt Peters Roelofs van der Ameijden. Aleijt is overleden vóór 30-08-1541 in Oirschot.
Notitie bij overlijden van Aleijt: .
zij moet overleden zijn voor 30-8-1541, want zij wordt niet meer in de akte van de verkoop van een huis gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof (zie bij ouders)

4 Catharijn Peter Roelofs (Ruelens) van der Ameijden. Catharijn is overleden vóór 18-01-1580 in Oirschot. Catharijn trouwde met Roelof Gijsbrechts de Cort (Cortten).
Notitie bij het huwelijk van Catharijn en Roelof: .
Er is iets vreemd aan de hand met ROELOF GIJSBRECHTS DE CORT.
In de akte van 27-1-1553 wordt hij in het eerste deel van de akte ROELOF VAN HAEREN genoemd in het tweede gedeelte ROELOF DIE CORT
en zou hij al overleden moeten zijn. Maar dan is hij in de akte van 12-1-1564 weer springlevend want dan wordt hij weer vermeld als ROELOF GHIJSBRECHT CORTTEN of de seccretaris heeft hierbij een fout gemaakt, wat veel voorkwam in die dagen. KATHARIJN wordt hier met een voogd vermeld. Ik heb zijn overlijden dan ook maar vermeld voor 27-1-1553, want tussen de laatste datum en 12-1-1564 komt er geen akte meer in het protocol voor waar ROELOF dan zelf handelt. Wanneer CATHARIJN zelf overleden is, is mij ook niet bekend, ik heb nergens meer een akte van een erf/boedeldeling kunnen vinden. Maar zij is in ieder geval overleden na 29-3-1574 en voor 18-10-1580 (zie aktes hieronder)
Ook in de akte van 12-9-1564 staat een fout vermeld er staat n.l. JAN zoon wijlen ROELOF DIE CORT mede als gemachtigde vanwege JAN zoon wijlen ROELOF DIE CORT dat kan natuurlijk niet, dus heb ik ook deze machtigingakte hieronder vermeld.

19-6-1531 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131a akte 194 folio 51r)
--------------------------------
JAN PETER RUELENS (VAN DER AMEIJDEN) als voogd van het minderjarig kind van wijlen JAN VAN VELTHOVEN, ook daarvoor gemachtigd middels het testament van deze JAN VAN VELTHOVEN, zoals ons schepenen is gebleken, heeft beloofd om aan KATALIJN PETER RUELENS (VAN DER AMEIJDEN) die een jaarrente van 13 en een halve stuiver te gaan betalen, op onderpand van een akker, groot 4 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeenschappelijke straat, WILLEM ANTONISSEN, verder het erf van het mnderjarige kind, getuigen MEIJEN en AERT HENRICKS

De rente van is altijd aflosbaar op Sint Jansdag tegen betaling van 10 en een halve gulden, actum als boven

1-3-1532 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131b akte 115 folo 31v)
------------------------------
JAN GOIJAERT ROESTENBORGS heeft beloofd om voortaan aan KATALIJN dochter van PETER RUELENS die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar natuurlijke zoon GERARD die ze heeft verwekt bij genoemde JAN ROESTENBORGA, die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend met Pasen en voor de eerste keer per a.s. Pasen over 1 jaar, op onderpand van zijn 6e deel in de helft van een huis, tuin etc., groot in totaal ca 1 mudzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, belend door: DIRCK MOERMANS, de gemeenschappelijke straat, WILLEM HAPPEN zoals hij zei. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden. Verder is het zo, dat als genoemde GERARD komt te overlijden zonder wettig nageslacht dat de rente dan weer versterft op genoemde JAN danwel diens erfgenamen, getuigen alle schepenen

De rente is altijd aflosbaar met Maria Lichtmisdag (moet Pasen zijn) tegen betaling van 20 gouden Karolusguldens, datum als boven getuigen alle schepenen
(in marge: doorgehaald en niet gepasseerd (heeft de vader zich bedacht? Jan Toirkens) of is GERARD overleden, Georgina

27-1-1553 Verkoop aandeel aanspraken erfenis (RA Oirschot Inv 137b akte 043, 044 folio 8v, 9r)
---------------------------------------------------------
CATHELIJN dochter van wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN weduwe van ROELOF VAN HAEREN met GIJSBRECHTEN VAN DEN HEUVEL (haar schoonzoon) als haar hierbij gekozen voogd, verkoopt hierbij haar aandeel en aanspraken die haar en haar kinderen verstorven zijn bij de dood van Heer JAN DIE CORT. Ze verkoopt deze aanspraken nu aan PETER GIJSBERT CORTTENZOON, getuigen LAUWER en JAN GEERITS

PETER zoon GIJSBERT DIE CORT heeft beloofd om aan CATHALIJN dochter van PETERS VAN DER AMEIJDEN weduwe van ROELOF DIE CORT en haar kinderen te zullen vrijwaren inzake alle aanspraken of last die zij of haar kinderen zou kunnen ondervinden vanwege het bezit en het testament van wijlen Heer JAN DIE CORT, actum als boven

9-6-1560 Aaankoop rente (RA Oirschot Inv 138c akte 223 folio 56r, 56v)
-------------------------------
JAN zoon wijlen RUTGERS VAN DOORMALEN verkoopt een rente van 25 stuivers per jaar die hij heeft verkregen van JAN PETER ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN?) en welke rente ROEF GHIJSBRECHT SCORTEN eerder had beloofd aan genoemde JAN PETER ROELOFS. De rente vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM HENRICK AELBRECHTS, conform een schepenbrief van 4 februari van het jaar 1546. Deze rente wordt nu verkocht aan GIJSBRECHT VAN DEN HEUVEL ten behoeve van PETERKEN en ALEIJT gezusters en kinderen van ROEF GHIJSBRECHT SCORTTEN verwekt bij CATHELIJN dochter van PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. De koper kan de eerste termin van deze rente ontvangen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen SCOET en NICLAES

De belofte van de rente door ROELOF GIJSBRECHT DE CORT is vermeld bij ELISABETH PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN (zie aldaar)

7-11-1563 Machtiging (RA Oirschot Inv 139c akte 314 folio 394v)
---------------------------
JAN ROEF CORTTENZOON heeft hierbij machtiging gegeven aan HENRICK JAN MOLENPAS en aan GIJSBRECHT WILLEMS VAN DEN HOEVEL om namens hem al zijn zaken te mogen behartigen, zijn bezit te verkopen, dit wettelijk over te dragen etc., getuigen SCHOET en LAUWER

12-1-1564 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 139d akte 011, 012 folio 4v,5r,5v)
--------------------------------
KATHARIJN dochter van PETER ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) met RUTGER JANSSEN als haar voogd, verder HENRICK JAN MOLENPAS als man van LISBETTEN (ROELOFS DE CORT), nog ROELOFS GIJSBRECHT CORTTEN (*) voor zich zelf, nog GIJSBRECHT WILLEM VAN DEN HOVEL en genoemde HENRICK (MOLENPAS) ook als gemachtigden voor JAN ROELOF CORTTEN zoals blijkt uit een schepenbrief van Oirschot d.d. 7 november 1563, verder HENRICKS DIRCKS VAN HOUT als man van PETERKEN dochter van genoemde ROELOF CORTTEN die voor zichzelf optreedt en ook namens ALIJT dochter genoemde ROEF CORTTEN en voor genoemde KATHARIJN (VAN DER AMEIJDEN) beloven hierbij om aan PETER JANSSEN VAN DER VLOET een jaarljkse pacht van 13 lopen rogge te gaan betalen, Oirschotse maat en in Oirschot te leveren, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oiirschot herdgang de Kerkhof aan het Moleneinde daar, belend door: AGNESE weduwe van PETER WILLEMS, GHIJSBRECHT JAN JOIRDENS, DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, de gemeijnte. Om eventuele ruzie hierover te vermijden, wordt verklaard dat dit mudde rogge op het huis is opgenomen om daarmee een andere pacht van 1 mudde rogge af te lossen die op het huis drukt, getuigen LAUWER en BOGAERT

Genoemde PETER uit de vorige akte heeft verklaard dat genoemde personen dit mudde rogge altijd mogen aflossen mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

in marge op folio 4: op 10 oktober 1580 heb ik deze brief doorgehaald met goedkeuring van DIRCK ANTONISSEN VAN DEN VELDE (die toen verm. de pacht in handen had)

9-6-1564 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 139d akte 217 t/m 220 folio 85v, 86r, 86v)
---------------------------------------------------
CATHARIJN weduwe van ROELOF DIE CORT met haar voogd RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een stuk beemd genoemd den Blaeckenbeemd met alle houtopstand daarvan, gelegen in Oirschot herdgang Straten, onder Ameijden aldaar, belend door: ALEIJT weduwe en kinderen van GOIJAERT AELBRECHTS, WILLEM HENRICK GOIJAERTS, de erfgenamen van THOMAS ROEFS met meer anderen, WILLEM HENRICKS alias MOIJE met meer anderen. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar wettige kinderen verwekt bij genoemde ROELOF en ten behoeve van haar kindskinderen, getuigen SCHOET en SCHOET

JAN zoon wijlen ROELOF DIE CORT als mede gemachtigde vanwege JAN zoon wijlen ROELOF DIE CORT (zie verklaring boven aan betreffende deze machtiging) zoals ons schepenen is gebleken it een procuratie die alhier is opgemaakt, verder HENRICK JAN MEULENPAS (MOLENPAS) als man van LISBETH en verder PETERKE dochter van genoemde ROELOF met WOUTER JAN VAN DEN MAERSELAER en WOUTER DIRCKS VAN HOUT als haar voogd en als voogden over DIRCK de minderjarige zoon van genoemde PETERKEN, genoemde HENRICK JAN MEULENPAS en RUTGER JANSSEN nog als aangestelde voogden over ALEIJT, zijnde allen wettige kinderen van genoemde ROELOF DIE CORT verwekt bij CATHARIJNEN dochter van wijlen PETER ROELOFS VAN DER AMEIJDEN, na een hiervoor verkregen schepenbankdecreet van Oirschot, verkopen nu een stuk beemd genoemd de Blaeckenbeemd, met recht van overpad zoals dat daar bestaat, gelegen in Oirschot herdgang Straten onder Ameijden aldar, belend door: ALEIJT weduwe en kinderen van GOIJAERT AELBRECHTS, conform de voorgaan de brief. Het perceel wordt nu verkocht aan GIJSBRECHT WILLEMS VAN DEN HOEVEL en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de dorpslasten. Om eventuele twist te vermijden wordt hierbij vastgesteld dat wijlen HENRICK DIRCK VAN HOUT als destijdse man van genoemde PETERKEN deze genoemde beemd eerder tegen het hoogste bod heeft verkocht gehad waarbij de weduwe van hem en haar voogd die daarna officieel heeft moeten overdragen, getuigen SCHOET en P.H. SCHOET

GIJSBRECHT WILLEMS VAN DEN HEUVEL heeft beloofd om aan CATHARIJN weduwe van ROELOFS DIE CORT die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar kinderen en kindskinderen daarvan het erfrecht, die voortaan een jaarlijkse rente van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van de beemd uit de voorgaande akte, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

GIJSBRECHT WILLEMS (VAN DEN HEUVEL) heeft als schuldenaar beloofd om aan de kinderen van genoemde ROELOF DIE CORT en de voogden die een bedrag van 50 gulden te zullen gaan betalen, waarvan de helft per a.s. Maria Lichtmisdag en de andere helft per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente tegen de penning zestien, actum als boven

12-9-1564 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 139d akte 260, 261 folio 101v, 102r)
---------------------------------
CATHARIJN weduwe van ROELOFS DIE CORT met RUTGER JANSSEN (VAN KERKOERLE?) als haar voogd, verder HENRICK JAN MOELENPAS als man van LISBETH, daarbij ook nog gemachtigd zoals bljkt uit een machtiging die is opgemaakt voor schepenen en die wij hebben gezien vanwege JAN ROELOFS DIE CORT, verder PETERKEN dochter van wijlen genoemde ROELOF DIE CORT met JAN JANSSEN VAN DEN MAERSELAER als haar voogd, verder WOUTER DIRCKS VAN HOUT als voogd over DIRK minderjarige zoon van wijlen HENRICK VAN HOUT verwekt bij genoemde PETERKEN, genoemde HENRICK en RUTGER JANSSEN nog als voogden over ALEIJT, zijnde allen wettige kinderen van genoemde ROELOF DIE CORT en van CATHARIJNEN, nadat ze hiervoor een schepenbankdecreet hebben verkregen, beloven nu hierbij aan GERAERDEN WILLEM DIELISSEN die voortaan een jaarlijkse rente van 1 mudde rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend per Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan het Moleneinde aldaar, belend door: AGNEESE weduwe van PETER WILLEMS VAN BREUGEL, de gemeijnte, DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, de kinderen van WILLEM HENRICKS AELBRECHTS, getuigen SCHOET en P.H. SCHOET

De pacht is altijd aflosbaar, mits er een half jaar voorafgaan aan Maria Lichtmisdag wordt opgezegd, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

27-3-1565 Boedelverdeling huwelijk PETERKEN (RA Oirschot Inv 140a akte 115 folio 86v, 87)
-------------------------------------------------------
PETERKEN weduwe van HENRICKS VAN HOUDT dochter van wijlen ROELOF DIE CORT, met haar oom en voogd JAN JANSSOEN VAN DEN MAERSELAER partij enerzijds en verder WOUTER DIRCKS VAN HOUDT met HENRICK JAN MOLENPAS als aangestelde voogden van DIRCK minderjarige zoon van genoemde HENRICK VAN HOUDT en genoemde PETERKEN als partij ter andere zijde, hebben door bemiddeling van familie en kennissen en door bemiddeling van schepenen en andere goede mannen en wel in het belang van dit kind, een boedelverdeling gemaakt tussen moeder en kind. Daarbij is bepaald dat PETERKEN afstand doet van alle roerende en onroerend bezit afkomstig van genoemde HENRICK VAN HOUDT ten behoeve dus van haar zoon DIRCK, behalve bepaalde roerende goederen die ze bij deze verdeling mag behouden. Daarvoor hebben WOUTER en HENRICK als voogden op zich genomen daarvoor het kind op te voeden zodat PETERKEN daarvoor verder gevrijwaard blijft. Genoemde PETERKEN krijgt verder wel alle bezit zowel roerende als onroerende dat ze heeft geerfd van haar overleden vader danwel nog zal erven van haar moeder, getuigen SCHOET en LAUWER die het aandroegen

26-7-1566 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 140a akte 226 t/m 230 folio 117v t/m 119v)
---------------------------------------------------
CATHARIJN weduwe van ROELOFS DIE CORT, wettige dochter van wijlen PETER RUELENS VAN DER AMEIJDEN, met RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE als haar gekozen voogd, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake het huis, tuin etc groot ca 22 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM AELBRECHTS, de gemeenschappelijk straat, AGNEES VERMEIJDEN, DANEEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN. Ook doet ze nog afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een schuur en grond groot ca 3 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: Jonker CORNELIS DIE BEVER, de gemeenschappelijke straat, JAN PETER DIELIS, JAN WILLEM BOONAERTS. Ook nog haar vruchtgebruik inzake een beemd genoemde de Lippenbeemd, gelegen in herdgang de Notel, belend door: ODA ALEN, JAN JACOPS, de erfgenamen van REMIJS VERHOEVEN, de gemeenschappelijke straat. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar 4 kinderen en CATHALIJN belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen SCHOET en SCHOET

JAN ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT, JAN HENRICK MOLENPASZOON als man van LISBETH dochter van genoemde ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT en CATHARIJNA, verder PETRONELLA (PETERKEN) dochter van genoemde ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT met haar voogd JANNEN VAN DEN MAERSELAER en verder RUTGER JANSSOEN VAN KERKOERLE als voogd over ALEIJT minderjarige dochter van genoemde ROELOF en CATHALIJN hebben na een daarover verkregen schepenbankdecreet van Oirschot een huis met grond etc. verkocht. Verder kopen ze een schuur met de grond daarbij zoals ook vermeld staat in de voorgaande brief. Nog verkopen ze een beemd genoemd de Lippenbeemd eveneens in de voorgaande brief vermeld. Dit bezit wordt nu verkocht aan JACOPPEN THOMAESSEN VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van 13 stuivers aan de Hertog, nog 1 mudde rogge per jaar, Oirschotse maat, aflosbaar tegen 50 gulden aan GERITTEN IN DE HAPERDONCK, nog 1 mudde rogge per jaar, Oirschotse maat en in Oirschot te leveren aan het gekkenhuis (zinnelooshuis staat er) in Den Bosch, nog 5 en een halve lopen rogge per jaar zelfde maat te betalen aan de kinderen van JAN HUIJSKENS, nog 5 gulden per jaar te betalen aan Heer EIJMBRECHT (HOPPENBROUWERS) kantor en priester, nog 30 stuivers per jaar te betalen aan LIJNTKEN weduwe van JAN DANIELS VAN DEN DIJCK, nog 25 stuivers per jaar te betalen aan PETERKEN en ALEIJT kinderen van genoemde ROELOF GIJSBRECHTS DIE CORT en genoemde CATHARIJNEN. De eerste termijnen voor rekening van de koper vervallen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar, actum als boven

JACOP THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan CATHARIJN uit de voorgaande akte, die optreedt namens JAN, HENRICK, PETRONELLA en ALEIJT kinderen van genoemde ROELOF DIE CORT, die een bedrag van 118 gulden en 15 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente tegen de penning zestien, actum als boven

(in marge: vandaag 3 februari 1567 heeft HENRICK MOLENPAS 56 gulden ontvangen op deze 2 schuldbrieven samen met de achterstand, zodat HENRICK nog slechts 53 gulden krijgt)

JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan CATHARIJNEN, HENRICK, PETRONELLE en ALEIJT uit de voorgaande akte die een bedrag van 118 gulden en 15 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar met een rente tegen de penning zestien, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, niet gepasseerd)

JACOP THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan CATHERIJN weduw van ROELOF DIE CORT die een jaarlijkse rente van 14 gulden en 18 stuivers en 3 oort te betalen, zolang ze leeft, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar op onderpand van het huis etc. zoals vermeld in de voorgaande akte.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 237 gulden en 10 stuivers in één keer danwel in 2 termijnen van elk 118 gulden en 15 stuivers, steeds samen met de achterstallige termijnen. Indien JACOP deze rente niet aflost tijdens het leven van genoemde CATHARIJNEN dan is hij verplicht om de rente binnen 1 jaar na haar overlijden samen met de volle achterstalligheid af te lossen, actum als boven

in marge op folio 119v:
Vandaag op 18 oktober is deze rente van 14 gulden 18 stuivers 3 oort zijnde voor het kindsdeel van SIMON MATHEEUS JANSSEN als echtgenote afgelost en doorgehaald met instemming van deze SIMON in aanwezigheid van JAN MATHEEUS JANSSEN en WILLEM JANSSEN VAN DE MAERSELAER als voogd over de minderjarige kinderen van genoemde SIMON verwekt bij wijlen ALEIJT dochter van ROEF DIE CORT, ondertekend Kerkoerle (signet notaris RUTGER JANS VAN KERKOERLE?

Vermoedelijk is CATHARIJN dan overleden voor die datum van 18 oktober 1580, op 29 maart 1574 leeft zij nog zoals vermeld in onderstaande akte, Georgina

29-3-1574 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 141b akte 090, folio 302r)
---------------------------------
HENRICK zoon JAN MOELENPAS heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN zoon wijlen FRANS VAN LIEFFELT een bedrag van 48 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 3 jaar, met daarbij elk jaar een rente van 3 gulden. Daarvoor stelt hij zijn persoon als borg en ook zijn erfdeel dat hij zal erven van CATHELIJN weduwe van ROELOF DIE CORT, getuigen SCHOET en CROM

Roelof is overleden vóór 27-01-1553 in Oirschot.


IV-a Willem Antonis Roelofs van der Ameijden, zoon van Antonis Roelof Willems van der Ameijden en Laureijske Peter Beckers. Willem is overleden omstreeks 1553. Willem:
(1) trouwde vóór 20-05-1519 met Margriet Goessen Riemslegers.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Margriet: .
MARGRIET was eerder weduwe van AERT DANIEL AERTS (bron Heer Jan Toirkens in 1518, zie ook akte d.d. 20-5-1519 )

26-7-1518 Aankoop 4 delen land (RA Oirschot Inv 129a akte 288 folio 48v)
---------------------------------------
Eerder had AERT DANIELS in zijn testament aan de fabriek van de Sint Petruskerk te Oischot de 4 delen van 7 delen van een stuk weiland of heiveld vermaakt, gelegen in herdgang de Kerkhof, ter plaatse genoemd aan het Dunne, welk perceel eerder eigendom was van HENRICK DE RIEMSLEGER. Voor ons zijn verschenen Meester AERNT VAN DER AMEIJDEN en JASPAER VAN ESCH als fabrieksmeesters van de kerk en verkopen nu aan WILLEM ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en diens vrouw MARGRIET de genoemde 4 delen van de 7 delen uit het perceel, datum de dag na Sint Jacobsdag 1518, getuigen BELAERTS en RUTGER

8-8-1518 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129a akte 298 folio 49v)
--------------------------------
Eerder is AERT DANIEL AERTS voogd geweest over WERNAER zoon van wijlen Heer JAN SNOEK kanunnik van de Sint Petruskerk te Oirschot en WERNER heeft nu zijn rechten proberen te verkrijgen voor een jaarlijkse rente van 2 pond paijment die jaarlijks werden betaald door PETER GEERLICKS te Best. Die rente had PETER GEERLICKS echter betaald en afgelost aan AERT DANIEL AERT DANIELS zoals WERNER beweert. Verschenen zijn nu deze WERNER ter ener zijde en MARGRIET (dochter van GOESSEN RIEMSLEGERS) als weduwe van AERT DANIEL AERTS met haar huidige man WILLEM ANTONIS ROEFS (VAN DER AMEIJDEN) en zal aan WERNAER daarvoor 14 peters betalen, elke peter tegen 18 stuivers, samen met de rente van 14 stuivers. WERNER geeft haar daarmee kwijting en dankt haar tevens voor de gevoerde voogdijschap van haar man tot aan vandaag de dag toe. Als men later alsnog enige brieven zal vinden inzake WERNER, dan blijven die alsnog van kracht. Hierbij is ook verschenen Heer THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET en belooft namens Meester AERT VAN DER AMEIJDEN dat hij deze afspraken zal na komen, getuigen DIRCK en GOOSSENS

in marge:
Op de avond van Sint Antoniusdag 1519 omstreeks 11 uur voormiddag (dan is het toch ´s-ochtends?) verklaart WERNER dat hij is betaald voor de genoemde 14 peters, getuigen HENRICK VAN ESCH en JAN HUIJBEN als notaris aanwezig CORNELIS SMEEDS.
Heer HENRICK VAN ESCH geeft eveneens kwijting aan genoemde WILLEM (??) voor alles betreffende deze aangelegenheid, getuigen AERT SCEPENS en AERT JOERDEN STOCKELMANS volgen het dokument.

Opm. Heer Jan Toirkens: redelijk ingewikkeld allemaal, wat hadden Meester AERT VAN DER AMEIJDEN en Heer HENRICK VAN ESCH hier mee te maken?

20-5-1519 Aankoop erfdeel (RA Oirschot Inv 129a akte 209 t/m 211 folio P123v)
---------------------------------
ANDRIES MATHIJS CORSTENS als man van HEIJLWIG dochter van DANIEL AERTS, verder PETER WOUTER SIMONS als man van HENRICK dochter van DANIEL AERTS en LAMBRECHT LAUREIJS GERITS als man van ELISABETH dochter van ROGIER VAN PETERSHEM verwekt bij MARGRIET dochter van DANIEL AERTS, voor henzelf handelend en voor MARIJ en KATARIJN, gezusters en alle wettige dochters van genoemde DANIEL AERTS, verkopen aan WILLEM ANTONIS ROELENS (VAN DER AMEIJDEN) ten behoeve van hem en ten behoeve van diens vrouw MARGRIET dochter van GOESSEN RIEMSLEGERS, het erfdeel en bezit, het zij roerend en onroerend, samen met geld, kleinoden, huisraad, vee, beien (bijen) etc. die deze personen enigenmate geerfd kunnen hebben van wijlen AERT DANIELS AERTS, getuigen JAN VAN BEECK en HENRICK GOIJAERTS

WILLEM ANTONIS ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) als man van MARGRIET dochter van GOESSEN RIEMSLEGERS eerder weduwe van AERNT DANIEL AERTS verkoopt aan ANDRIES MATHIJS CORSTENS, PETER WOUTER SIMONS, LAMBRECHT LAUREIJS GERITS, MARIE en KATARIJN dochter van DANIEL AERTS, een jaarlijkse rente van 3 peters en 12 en een halve stuiver, welke rente DANIEL en CORSTIAEN kinderen van DANIEL LANEN eerder hadden beloofd aan de kinderen van HENRICK VAN DEN DIJCK, ten behoeve van die kinderen en welke rente WILLEM JAN RIEMSLEGERS had verkocht aan AERT DANIEL AERTS op onderpand van bepaald bezit, zoals in de brieven ervan staat beschreven, actum als boven

Genoemde WILLEM uit de vorige akte belooft aan de kinderen of erfgenamen van DANIEL AERTS die een bedrag van 90 gulden te betalen, de helft per a.s. Sint Jansdag (24 juni) zonder rente en de andere helft per Maria Lichtmisdag erna samen met een rente tegen de penning zestien, actum als boven
in marge: dit bedrag is betaald en men wenst de akte doorgehaald te hebben, getuigen BEERTKEN en BEECK (akte is doorgestreept)

24-4-1521 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 129a akte 171 folio P186r)
------------------------------
ANDRIES MATHIJS CORSTEN als man van HEIJLWICH, PETER WOUTER SIMONS als man van KATALIJN DANIELS en LAMBRECHT LAUREIJS GERRITS als man van ELISABETH verkopen aan KATARIJN dochter van DANIEL JAN DANIELS een rente van 3 peters en 12 en een halve stuiver per jaar, welke rente ze hebben geerfd van WILLEM ANTONIUS ROEFS VAN DER AMEIJDEN als man van MARGRIET, dochter van GOESSEN RIEMSLEGERS, eerder weduwe van AERT DANIEL AERTS, getuigen STAYAKKER en PETER

Opm. er staat deze ze geerfd hebben van WILLEM ANTONIUS ROEFS VAN DER AMEIJDEN en van MARGRIET enz. maar dat is niet goed.
Want WILLEM ANTONIS enz. leeft immers nog, ik vermoed dat deze rente dan ook alleen van MARGRIET afkomstig is.

Het huwelijk van WILLEM en MARGRIET wordt op 27-8-1533 nog een keer vermeld in een akte van verkoop door de kerkmeesters van de fabriek van de Sint Peterskerk betreffende deze rente, want KATARIJN (KATALIJN) dochter DANIEL JAN DANIELS had deze rente in haar testament vermaakt aan de voorgenoemde fabriek enz. (RA Oirschot Inv 131c akte 264 folio 77r, 77v)

Zij is een dochter van Goessen Riemslegers en Marie NN. Margriet is overleden op 24-04-1521.
(2) trouwde omstreeks 1525 met Jenneke Thomas Joirdens.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Jenneke: .
Uit dit huwelijk 2 kinderen t.w. ANTONIS WILLEMS VAN DER AMEIJDEN en MECHTELD WILLEMS VAN DER AMEIJDEN

25-8-1520 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129c akte 018, 019 folio P142v)
---------------------------------
WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd aan JAN PETER ALAERTS ten behoeve van diens broer WOUTER PETER ALAERTS die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds op Sint Gielisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM DE RIEMSLEGER, de straat, HENRICK AUGUSTIJNS, getuigen BERZE en GERART

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Sint Gielisdag tegen betaling van 16 gulden mits er een half jaar vooraf is opgezegd, actum als boven

1-2-1523 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 129b akte 062, 063 folio P306r)
-----------------------------
MARTEN JAN WILLEMS VAN AELST verkoopt aan WILLEM ANTONIS ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) die een rente van 25 stuivers per jaar, steeds te betalen op Allerheiligendag, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdang de Kerkhof, belend door: ADRIAEN VOS, de straat, het erf van het Sint Brigida-alataar. Die 25 stuivers had JACOP LONIS VAN DEN DOEREN eerder aan zijn zuster JOEST beloofd, welke rente aflosbaar is met 20 rijnsguldens, getuigen BERSE en GERIT JAN HENRICKS

WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte verkoopt deze rente van 25 stuivers weer door aan GERIT HENRICKS VAN DE VENNE, getuigen HOPPEBROUWERS en BERSE

2-2-1523 Aankoop huis etc (RA Oirschot Inv 129b akte 069 t/m 071 folio P307r)
--------------------------------
CORNELIS CORNELIS VAN BEERWINKEL verkoopt aan WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: STEVEN VAN HERZEL, JOERDEN WILLEMS, de erfgenamen van GERIT DE CUIJPER, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn een half mud rogge aan de H. Geest van Oirschot, nog 3 lopen rogge per jaar aan MARIEKEN CORTEN, nog 14 stuivers per jaar aan de H. Geest in Den Boschm verder 1 stuiver als grondchijns aan de Hertog, anderhalve stuivers en een half oort als grondchijns, nog de grondchijns van was (verm. bijenwas) van circa een half ..., getuigen SPIJKER en CREMER

WILLEM ANTONIS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte beloofd aan CORNELIS CORNELIS BEERWINKEL die het geleende geld te betalen dat de inwoners van Oirschot samen hebben geleend, voor wat betreft het aandeel van dit huis etc. daarin, actum als boven

WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN verkoopt aan MARTEN JAN WILLEMS VAN AELST een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof belend door: de gemeijnte, WILLEM DE RIEMSLEGER, HENRICK AUGUSTIJNS MENGELEN. Nog verkoopt hij een stuk land in dezelfde herdgang gelegen, ter plaatse genoemd de Peelenbraeck, belend door: de erfgenamen van JAN VAN HEIJST, KAERLE CLEIJNAEL, HENRICK AUGUSTIJNS. Lasten hieruit zijn 7 lopen rogge aan LAMBRECHT LAUREIJSSEN, nog 1 lopen raapzaad aan de kerk van Oirschot, nog 14 stuivers aan het Kapittel van Oirschot, nog 2 stuivers voor het "Zondagsboek" van de pastoor van Oirschot, nog aan de diakonie van Oirschot 1 oude grote en 2 hoenderen, nog aan de kapel van O.L.Vrouw een rente van 2 en een halve Rijnsgulden aflosbaar met 40 Rijnsguldens, nog een rente van 2 Rijnsguldens aan Heer HENRICK VAN ESCH aflosbaar met 34 Rijnsguldens, nog 1 Rijnsgulden per jaar aan WOUTER PETER ALAERTS aflosbaar met 16 Rijnsguldens. Er moet overpad over de akker worden verleen aan diegenen die er recht op hebben, datum als boven, getuigen BERSE en GERIT JAN HENRICKS

2-11-1528 Verkoop eeuwsel (RA Oirschot Inv 130a akte 323, 324 folio 113v, 114r)
----------------------------------
WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN heeft aan PETER DIRCK BOLLEN die een eeuwsel verkocht, gelegen in herdgang de Notel, belend door: JOERDEN WILLEMS, de erfgenamen van STEVEN VAN HERZEL, het erf van de koper. Lasten hierit zijn 2 pond per jaar aan de H. Geest in Den Bosch, nog 1 pond per jaar aan de O.L. Vrouwekapel te Oirschot, nog 1 Wilhelmus tuin aan het kapittel te Oirschot, nog jaarlijks enige hoeveelheid in het boek van de Hertog, getugien AERT en LEEMAN

PETER DIRCK BOLLEN heeft beloofd om aan WILLEM ANTONIS ROLOFS uit de vorige akte die een jaarlijkse rente van 36 stuivers te gaan betalen, op onderpand van het hiervoor vermelde eeuwsel, gelegen in herdgang de Notel, en nog op onderpand ook van een huis, tuin etc. eveneens gelegen in de Notel, belend door: het hiervoor vermelde eeuwsel, de gemeenschappelijke straat, JOERDEN WILLEMS, de erfgenamen van STEVEN VAN HERZEL, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, tegen betaling van 36 gouden Karolusguldens, actum als boven
1-2-1532 Aankoop erfdeel (RA Oirschot Inv 131b akte 057 folio 15v)
--------------------------------
WILLEM JANSZ SBROUWERS verkoopt hierbij zijn erfdeel en aanspraken inzake een huis, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Hedel, dat eerder WILLEM HENRICKS WILLEMS in eigendom had en is gestorven en dat deze WILLEM had verkregen van FRANS VAN ESCH en FRANS weer van HENRICK SCOETMANS en HENRICK had laten uitwinnen in de naam van WILLEM JANS SBROUWERS, vanwege een achterstallige rogpacht van 4 lopen per jaar die 6 jaar onbetaald was gebleven, alles conform een vonnisbrief van Oirschot. Hij verkoopt zijn aanspraken nu aan WILLEM ANTONIS ROLOFS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve dan de reeds vermelde pacht van 4 lopen rogge per jaar, getuigen HOPPENBROUWER, GERART en WILLEM

26-2-1532 Verkoop huis en grond (RA Oirschot Inv 131b akte 108, 109 folio 30, 30v)
----------------------------------------
WILLEM ANTONIS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij met een schepenbrief van Den Bosch aan WILLEM WILLEM SMETSERS en aan JAN GEVARTS die samen een huis, tuin, grond etc groot ca 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van PETER AGNESEN, ELISABETH GIELIS HOPPENBROUWERS, de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt hij hen een stuk land deels weide en deels akkerland, groot ca 10 lopenzaad, genoemd de Ouden Hof, belend door: de kinderen van AERT DIE METSER, de kinderen van Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, PETER ROLANTS, DANIEL DIE METSER. WILLEM als verkoper had dat bezit via het recht van vernadering verkregen van AERT THOMAS VAN DE VEN en diens moeder IDA en AERT THOMAS VAN DEN VEN met IDA op zijn beurt had het verkregen en gekocht van AERT zoon AERT MARCELISSEN VAN DER AFTER zoals blijkt uit een schepenbrief van Den Bosch. WILLEM als verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve anderhalve stuivers als grondchijns aan de Hertog, nog 2 mud rogge per jaar aan diverse personen Oirschotse maat, nog 2 lopen gerst per jaar, nog 5 gulden per jaar aan Heer ANDRIES COREMANS priester, aflosbaar met 100 gulden, nog 2 mud rogge per jaar Bossche maat en in Den Bosch te leveren uit een pacht van 3 mud rogge aan AERDEN THONIS JANSSEN in Den Bosch. De koper zal de rentes in geld gaan betalen met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag en de rogge en de gerst alles op de tijd en aan de personen zoals in de brieven daarover en wel zodanig dat de verkoper daarvoor verder gevrijwaard blijft, getuigen HOPPENBROUWER, WILLEM en AERT

De in de vorige akte genoemde kopers JAN en WILLEM beloven aan WILLEM als verkoper die een bedrag van 17 gouden Karolusguldens te gaan betalen en wel per a.s. Oirschot kermis, datum en getuigen als boven

18-4-1533 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131c akte 168 folio 45)
---------------------------------
WILLEM ANTONIS ROLOF VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan BERNAERDEN VAN DEN WEIJER die 32 gouden Karolusguldens te gaan betalen per a.s. Sint Jansdag over 1 jaar en daarvoor verbindt WILLEM zijn persoon en bezit, getuigen BELAERT en SCOET
(dit heeft volgens mij te maken met onderstaande akte)

18-4-1533 Levering brouwinstallatie (RA Oirschot Inv 131c akte 169 folio 45v)
--------------------------------------------
BERNAERT VAN DEN WEIJER heeft als schuldenaar beloofd om aan WILLEM ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN die tussen nu en a.s. Sint Jansdag een bierbrouwinstallatie te zullen leveren, die BERNART nu van JAN VAN DEN SCOET wil kopen, danwel één van gelijke kwaliteit. Dat is eerstens een ketel met het hout en met drie "vloeten" met brouwkuipen en 9 tonnen, alles in goede staat, zodat men daar behoorlijk mee kan brouwen, verder nog een "stuik" en een loze "stuik" en "trechoer". Er als er onmin onstaat over de levering dan zullen ze daar geen gedingen voeren maar hun problemen voorleggen aan arbiters, ieder van hen zal er 2 kiezen en die moeten dan voor hen een uitspraak doen en die zullen ze nakomen, getuigen BELAERT en SCOET

13-8-1533 Verklaring (RA Oirschot Inv 131c akte 266 folio 78v t/m 80r)
-------------------------
Al degenen die deze brief zullen zien of lezen, gegroet!.
Voor de stadhouder van de schout van Kempenland en voor ons schepenen is verschenen WILLEM ANTONIS ROLOFS VAN DER AMEIJDEN en heeft door de volgende personen op zijn verzoek verklaringen laten afleggen.

Hij heeft aan de schepenen, gezworenen en raadslieden gevraagd over de gang van zaken in de schepenbank in Oirschot of het niet zo is, dat men hier al 10, 20, 30 of meer jaren lang het de gewoonte is, dat als een geldschieter of schuldeiser niet langer zijn rente of pacht krijgt betaald en als hij daar dan een schepenbank vonnis over heeft gekregen en daarna het bezit heeft doen uitwinnen, dat die uitwinnng dan daarna dient te verjaren en dat het onderpand dan opnieuw geveild wordt door de vorster in aanwezigheid van schepenen om te zien of er iemand is, die de vordering op het bezit heeft van jongere datum en daar mogelijk dan diens aanspraken in zou verliezen en dat het dan mogelijk is, dat die de mogelijkheid krijgt om ook te bieden. Maar als het gebeurt dat diegene op de koopdag niet op komt dagen of geen bod uitbrengt of zijn brieven laat zien, dan zou die geldschieter door te zwijgen daar zijn rechten in verliezen.

HENRICK BELAERTS onze collega-schepen verklaart dat hij al 42 jaar lang kennis heeft van de gebruiken van de schepenbank hier. GOESSEN SCEPENS onze collega-schepen verklaart dat al 16 jaar lang te weten, ADRIAEN VOS schout van Oirschot voor de Heer van Petershem onze collega-raadsman is er 43 jaar mee bekend, DIRCK HOPPENBROUWERS onze college-gezworene voor 36 jaar, GERARD JANSSEN VAN DER VLUETEN onze collega-gezworene voor 18 jaar en ANDRIES VAN DE LAECK voor 15 jaar, hebben allen wetenschap en kennis over de gang van zaken hierin en ze verklaren onder hun resp. eden dat het inderdaad zo is, zoals in de vraagstelling is gesteld.

Ze verklaren ook nog dat de veiling ook in Den Bosch bekend gemaakt wordt, op de pui van het raadhuis daar, omdat er soms bezit van buitenlanders wordt geveild danwel bezit van minderjarige kinderen, dat het naar hun mening een goed gebruik daarin is en noodzakelijk.

Verder verklaart HENRICK SCOETMANS vorster, onder de eed gedaan bij het aanvaarden van zijn ambt, dat het zo is, dat de uitwinnng van WILLEM JAN SBROUWERS indertijd verjaard is geweest, wat betref het huis etc. gelegen in Oirschot herdgang Hedel, waarin eerder WILLEM HENRICK WILLEMS in is gestorven en waarin genoemde WILLEM ANTONIS nu vandaag gedeeltelijk woont en gebruikt.
Hij had als vorster dat bezit in opdracht van WILLEM DE BROUWER uit laten winnen in het openbaar in aanwezigheid van schepenen na een zondagse oproep in de Sint Petruskerk te Oirschot, zoals dat gebruikelijk is.
Er was toen een koopdag bepaald en er is een openbare herberg genoemd, toen om te weten of er iemand zijn vordering op zou verliezen, en te zien of die de achterstallige vordering wilde overnemen.
Toen is deze WILLEM JANSSEN BROUWERS gekomen in het huis van ALEIJT weduwe van DIRCK CORSTIAENS (lees herberg "de Zwaan") en toen is de kaars aangestoken om de koopdag te doen beeindigen.

Verder verklaart PHILIPS VAN DEN DOEREN als vorster te Oirschot, eveneens onder ede, dat hij daarbij aanwezig was, toen de koopdag van dat huis werd gehouden en dat hij toen op verzoek van WILLEM JAN SBROUWERS zelf toen de kaars heeft aangestoken en dat hij hem toen uit het huis had zien gaan en dat deze koopdag in een openbare herberg, die van ALEIJT weduwe van CORSTIAENS VAN DE VELDE is gehouden en daar voor de deur van de herberg heeft gevraagden geroepen of er iemand het zijne op zou verliezen, en wel voordat de kaars was aangestoken omdat zulks wettelijk voorschrift is.

Als zekerheid voor deze verklaringen hebben wij hier onze schependomszegel aangehecht, getuigen 6 schepenen

27-10-1534 Verkoop en aanspraken huis (RA Oirschot Inv 132a akte 307, 308 folio 95,v 96)
-------------------------------------------------
WILLEM ANTONIUS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij zijn erfdeel en aanspraken in een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Hedel aan de Nevelhovel, waarin wijlen WILLEM HENRICK WILLEMS is gestorven en welk bezit WILLEM korte tijd in bezit heeft gehad en had verkregen van WILLEM JANS SBROUWERS en deze laatste WILLEM had het weer verkregen met een vonnisbrief door uitwinning. Hij verkoopt zijn erfdeel nu inclusief de oogstgewassen etc. aan Heer THOMAS VAN DE VEN priester en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen MEIJEN en HENRICK GIJBEN

WILLEM ANTONIS ROLOFS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij zijn rechten in de 4/7e delen van een beemd genoemd de Gemeijnen Beemd, gelegen in Oirschot aan de Hovel hier, belend door: de Laer, FRANS VAN ESCH, MICHIEL VERHOEVEN, HENRICK VAN BEERWINCKEL, verder aan de gemeijnte. Hij verkoopt die aanspraken nu aan MARTEN JAN VAN AELST en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Het bezit is niet eerder te aanvaarden dan na de dood van WILLEM zelf en WILLEM herroept hierbij al zijn eerdere testamenten die melding maken van deze beemd, maar dat betreft alleen de boomgaard op die beemd . De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen MEIJEN en GIJBEN

Zij trouwde later vóór 02-07-1555 met Willem Jans van Ham.

Kinderen van Willem en Jenneke:

1 Antonius Willem Antonis van der Ameijden.
Notitie bij Antonius: .
4-11-1550 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 136b akte 359 folio 77,77v)
------------------------------------
Er heeft een ongeval en doodslag plaatsgevonden op de persoon van LENAERDEN zoon wijlen AELBRECHT AERT AELBRECHTS die door ANTONIS WILLEMS VAN DER AMEIJDEN ter dood is gebracht. Om voor deze manslag een eeuwigdurende vrede te bewerkstelllingen zijn voor ons verschenen WILLEM JANSSEN VAN HAM woonachtig te Woensel, JOOST THOMAS JOIRDENS VAN WOLFSWINKEL die in Geffen woont en WOUTER THOMASSEN in in Zon (Son) woont en verder PETER ANTONISSEN VAN DER AMEIJDEN die samen namens de misdadiger ANTONIS WILLEMS VAN DER AMEIJDEN optreden als partij ter ener zijde en verder HENRICK en RUTGER gebroeders en wettige kinderen van wijlen genoemde AELBRECHT AERT AELBRECHTS en broers van de vermoorde LENAERT, die voor henzelf optreden en ook voor alle andere die dit zoenakkoord betreffen zou en hebben door bemiddeling van goede mannen het volgende akkoord hierover gemaakt.

Genoemde ANTONIS als misdadiger moet aan de fabriek van de Sint Peterskerk in Oirschot, 3 wassen kaarsen geven van elk 2 pond gewicht voor a.s. Maria Lichtmisdag. Als boete moet ANTONIS aan de partij van de vermoorde persoon die een bedrag van 40 zoenguldens betalen van elk 10 stuivers en wel binnen nu en 1 jaar in 3 termijnen volgens het zoenrecht hierover, om de 17 weken. Verder hebben de familie en vrienden van de vermoorde persoon verklaart, dat ze van de misdadiger voor gemaakt kosten een bedrag van 3 gulden hebben gekregen. Verder mag de misdadiger voor de komende 6 jaar niet in Oirschot komen, dan alleen als gast en mag nooit meer in de herdgang de Notel komen wonen. Verder moet ANTONIS de familie en kennissen van de dode tot en met het 3e geslacht toe, voor zover dat mogelijk is, ontwijken en mag niet in herbergen komen waar die (familieleden) zijn en voor het geval hij er wel is en hem dat wordt aangekondigd moet hij uit de herberg vertrekken.

Partijen ter beider zijde beloven dit zoenakkoord te zullen nakomen en omdat genoemde ANTONIS als misdadiger hierbij niet aanwezig is en het grootste deel van zijn genoemde vrienden buiten Oirschot wonen, heeft daarom PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN beloofd, dat voor zover ANTONIS niet aan de verplichtingen voldoet, van de genoemde waskaarsen en het geld, dat hij dan één en ander zal voldoen, waarvoor genoemde WILLEM, JOOST en WOUTER beloven deze PETER daarvoor te zullen vrijwaren, getuigen CROM en LAUWER

11-5-1552 Kwijting boetegeld (RA Oirschot Inv 137a akte 221 folio 57v)
-----------------------------------
RUTGER AELBRECHTS AERTS voor hemzelf handelend en ook voor diens oudste broer AELBRECHT AERTS, wettige broer van LEENAERT AELBRECHTS AERTS, welke LEENAERT nu is overleden, verder DIRCK AERT AELBRECHTS en LAUWEREIJS VERHOEVEN als oom van de genoemde LEENAERT, de éne van de kant van de vader en de andere zijnde een oom van moederskant, hebben samen verklaard dat ANTONIS WILLEMS VAN DER AMEIJDEN aan hen vanwege de doodslag en ongeval die deze ANTONIS heeft gepleegd op de persoon van genoemde LEENAERT, overeenkomstig de zoenbrief daarover, betaald zijn geworden. Ze geven ANTONIS daarvoor nu kwijting en ze uzllen aanspraken meer op hem stellen inzake deze doodslag, getuigen HOPPENBROUWER en EIJMKEN

2 Mechteld Willem Antonis van der Ameijden. Mechteld trouwde met Willem Joannes Dirck van Ham. Hij is een zoon van Jan Dircks van Ham en Cathelijnen (Lentkenen) Willems Smetsers (Metser).


IV-b Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden is geboren omstreeks 1479, zoon van Antonis Roelof Willems van der Ameijden en Laureijske Peter Beckers.
Notitie bij de geboorte van Peter: .
zijn leeftijd wordt vermeld in een akte van het Rechterlijk Archief van Oirschot op 9 april 1534 als tussen de 50 en 60 jaar oud zijnde (RA Oirschot Inv 132a akte 165 folio 48)

Peter is overleden vóór 19-05-1563 in Oirschot, ongeveer 84 jaar oud.
Functie:

 

 

schepen van Oirschot vanaf 1-1-1545

 

 

Peter trouwde, ongeveer 28 jaar oud, vóór 11-11-1507 met Josina (Joesten) Jan van der Heijden.
Notitie bij het huwelijk van Peter en Josina: .
13-4-1523 Garantie betaling pacht (RA Oirschot Inv 129b akte 160 folio P320r)
-----------------------------------------
Eerder heeft PETER ANTONIS ROELOFS (VAN DER AMEIJDEN) steeds een jaarlijkse pacht van 3 mud rogge betaald aan de wettige kinderen van JAN VAN DEN DOEREN op onderpand van bepaald bezit in herdgang Straten, welke pacht aflosbaar was. Die 3 mud heeft PETER nu afgelost aan GOIJAERT JANSSEN VAND EN DOEREN één van de wettige kinderen van genoemde JAN. Verschenen is hier nu deze GOIJAERT en belooft PETER, dat voor het geval er schade over de 3 mud rogge zou ontstaan en de aflossing ervan vanwege de andere kinderen van JAN VAN DEN DOEREN problemen zou geven, dat GOIJAERT daarvoor dan garant zal staan, HOPPENBROUWERS en GERIT JANSSEN

24-4-1527 Herroepen machtiging (RA Oirschot Inv 130a akte 166 folio 332)
----------------------------------------
PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat hij vroeger machtiging had gegeven aan RUTGER DEN BECKER om zijn zaken en kwesties te behartigen, zijn rentes en vorderingen te innen en dergelijke zoals in die machtiging stond vermeld, onder restrictie van bepaalde voorwaardes. Hij herroept deze machtiging nu inzake een enkel artikel, en wil dat de machtiging niet meer geldt voor hetgeen JAN BOLLEN hem schuldig is. Verder blijft de oorspronkelijke machtiging van kracht voor andere zaken. Om zijn vordering op JAN BOLLEN te verhalen en te incasseren en de procedures daarin te vervolgen voor welke rechtbank dan ook, machtigt PETER hierbij zijn broer WILLEM ANTONIS VAN DER AMEIJDEN om namens hem hierin op te treden, getuigen HENRICK en GOIJAERT

19-2-1533 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131c akte 089 folio 26r, 26v
--------------------------------
RUTGER JANSSEN VAN DORMALEN heeft beloofd aan RUTGER DE BECKER ten behoeve van PETER THONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN die voortaan een jaarlijkse rente van 3 gouden Karolusguldens te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. groot ca 10 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de kinderen van Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, HENRICK HEIJLIGEN zoals hij zei. RUTGER belooft als schuldenaar om het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen BELAERT en SCHOET

RUTGER DE BECKER staat toe dat de rente altijd in gedeeltes mag worden afgelost op Maria Lichtmisdag, per gulden rente tegen een kapitaal van 18 gouden Karolusguldens, actum als boven

20-6-1539 Aankoop land etc (RA Oirschot Inv 133b akte 290 folio 88r, 88v)
----------------------------------
HENRICK zoon wijlen AERT DIRCKS (SEIJKENS) als wettige zoon van ALEIJT dochter van JAN VAN DER LULSDONK verkoopt hierbij een akker groot ca 2 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, belend door: HENRICK CLAES VERHEIJDEN, PETER ANTONISSEN (VAN DER AMEIJDEN?) de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt hij 2 delen in anderhalve bunder beemd genoemd de Tielenbeemd, met recht van overpad waar dat gebruikelijk is, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, belend door: GIJSBRECHT DIE CORT en anderen, WILLEM PETER GIELIS en anderen. HENRICK had dat als echtgenoot geerfd en was hem in de deling met de andere erfgenamen toebedeeld met JAN VAN DER LULSDONK, conform schepenbrief van Oirschot. Hij verkoopt het bezit nu samen met alle brieven erover aan HENRICK RUTGERS BECKERS ten behoeve van PETER zoon wijlen ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve 10 stuivers 3 oort aan de kapelaans van Oirschot, nog een halve oude grote als grondchijns aan de Hertog, nog 1 gulden en 15 stuivers per jaar aan JENNEKEN weduwe van WILLEM MICHIELS, nog 25 stuivers per jaar aan DIRCK JAN DIRCKS, getuigen GOESSEN en CORT

10-7-1539 Machtiging (RA Oirschot Inv 133b akte 317 folio 96v)
--------------------------
PETER zoon wijlen ANTONIS ROLOFS VAN DER AMEIJDEN heeft hierbij machtiging verleend aan HENRICK zoon wijlen RUTGER BECKERS om namens hem al zijn rentes, pachten en vorderingen te innen, nu of in de toekomst, en dat eventueel met rechtsmiddelen te doen en speciaal ook alles daarin te doen dat hemzelf als opdrachtgever ook voor ogen gestaan zou hebben. De gemachtigde mag op zijn beurt ook weer andere gemachtigden benoemen, maar moet later wel rekening en verantwoording afleggen, getuigen GOESSEN en VELDE

4-11-1539 Kwijting betaling (RA Oirschot Inv 133b akte 420 folio 132)
---------------------------------
GOIJAERT zoon wijlen WILLEMS VAN DER VLUETEN namens ELISABETH weduwe van RUTGER CLUIJSTERMANS die hierbij echter ook zelf aanwezig is, heeft verklaard dat HENRICK RUTGER SBECKERS namens PETER zoon wijlen ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN aan hem de pacht van 4 en een halve lopen rogge heeft afgelost, uit een pacht van 32 lopen rogge per jaar, die deze PETER jaarlijks uit zijn bezit te Oirschot betaalt aan bepaalde personen die in Sint Oedenrode wonen. Deze pacht had genoemde ELISABETH verkregen van HENRICK GOIJAERT MAMMAERTS (?) als man van HENRIEKEN, conform een schepenbrief van Den Bosch. GOIJAERT geeft nu kwijting voor deze 4 en een halve lopen rogge, getuigen SCOET en VELDE

6--11-1539 Aankoop beemd (RA Oirschot Inv 133b akte 426 folio 134v)
----------------------------------
GERART zoon wijlen ELIAS VAN DE LAERSCHOT als wettige man van HEIJLWICH dochter van LOIJWICH TIMMERMANS, verkoopt hierbij een beemd groot ca 4 bunders, genoemd de Zes Bunders, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en meer anderen, WILLEM DIE DECKER, het goed van Postel, de gemeijnte daar. Hij verkoopt het bezit nu aan PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten daarin van zijn kant af te handelen, behalve 7 Helmondse ponden per jaar als chijns. Verder moet de koper overpad aan anderen verlenen die daar recht op hebben, getuigen GOESSEN en VELDE

8-11-1539 Kwijting betaling (RA Oirschot Inv 133b akte 428 folio 134v, 135)
---------------------------------
PETER zoon wijlen ANTONIS ROEFS VAN DER AMEIJDEN voor voor hemzelf handelend en als man van JOSIJNEN dochter van wijlen JANS VAN DER HEIJDEN heeft verklaard dat ALEIJT dochter van AERT DIRCKS die men ook wel AERT IN HEERBEECK noemt (en vaak ook SEIJKENS) als eigenaresse van een akker genoemd de Langenekker, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, aan hem de pacht van 5 lopen rogge per jaar heeft afgelost, die wijlen JAN VAN DER HEIJDEN steeds van genoemde AERDEN DIRCKS en diens bezit heeft geheven en genoemde PETER een aantal jaren van genoemde ALEIJT. Genoemde PETER geeft ALEIJT nu kwijting voor die 5 lopen rogge per jaar, samen ook voor alle vervallen termijnen, getuigen ESCH en GOESSEN

26-12-1548 (Kerststijl) Testament (RA Oirschot Inv 136a akte 440 folio 110v t/m 111v)
-----------------------------------------
PETER zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en diens wettige vrouw JOSINA VAN DER HEIJDEN beiden gezond van lichaam en in het bezit van hun verstandelijke vermogen zoals het scheen, hebben met wederzijdse instemming nadat ze hiervoor een bepaalde keizerlijke toestemming hadden verkregen zoals ze zeiden, hun testament opgemaakt. Ze herroepen hierbij alle eerdere testamenten van voor deze datum en bevelen hun ziel, nadat ze zijn komen te overlijden, aan bij God en willen dat hun lichaam in gewijde grond wordt begraven. Voor begane onrechtvaardigheden vermaken ze aan de fabriek van de Sint Lambrechtskerk te Luik en de 4 biddende ordes die in Oirschot zijn vertegenwoordigd die elk een stuiver eens, na hun dood t betalen. Verder bepalen ze over en weer dat de langstlevende van hen beiden het vruchtgebruik zal blijven behouden van al hun onroerende bezit, hetzij leengoederen hetzij chijnsgoederen en wat betreft de huisraad en de verdere roerende bezittingen, daarmee mag de langstlevende naar eigen keuze handelen, tenzij de langstlevende komt te hertrouwen, want in dat geval zullen de kinderen van hen beide behalve hun zoon ANTONIS met de langstlevende mogen afdelen. In het geval de langstlevende niet komt te hertrouwen moet de langstlevende wel hulp verstrekken aan de genoemde kinderen voor zover die huwen en wel na overleg hierover met de vrienden (verm familie) van deze laatstlevende. Verder verklaren de testateurs dat zij voor ANTONIS voor een bepaald funktie te Utrecht en vanwege bepaalde schulden hem al diverse keren grote sommen geld hebben gegeven uit zijn erfdeel al ruim 12 of .. jaar geleden en omdat, zoals de testateurs zeggen, hij zich heeft misdragen tegen de keizerlijke majesteit, hebben de testateurs hun zoon ANTONIS van de erfenis uitgesloten. Verder vermaken de testateurs aan WILLEM, aan KAREL en aan ELISABETH, de drie wettige kinderen van genoemde ANTONIS, ieder van hen een jaarlijkse rente van 6 gulden en van twee gulden, elk jaar te ontvangen na hun beider dood op onderpand van al hun cijnsgoederen, steeds op Maria Lichtmisdag. Verder vermaken ze voorafgaand aan de boedeldeling uit hal hun chijnsgoederen aan hun oudste zoon die t.z.t in leven zal zijn en wel na hun beider dood, een bedrag van 50 guldens eens en de andere elk 25 gulden eens en ook JENNEKEN hun dochter krijgt vooraf om bepaalde redenen een jaarlijkse rente van 3 gulden danwel een eenmalig bedrag van 50 gulden ook uit hun chijnsbezit en wel het bedrag dat zoals de testateurs zeiden zij aan hun dochter JENNEKEN hebben beloofd te betalen bij het opmaken van de huwelijkse voorwaarden met ADRIAEN HENRICK JOIRDENS ook na hun beider dood te betalen, waarbij zij met de andere kinderen gewoon zal meeparten. Verder vermaken ze al hun bezit, leengoederen en ander bezit dat ze na hun beider dood zullen achterlaten aan de kinderen van hen beiden, behalve dus genoemde ANTONIS, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Deze kinderen zullen dat bezit niet mogen belasten of verkopen, niet eerder dan nadat ze 26 jaar oud zullen zijn danwel dat zij de in nood komen te verkeren. Indien een van de 3 kinderen van hun zoon ANTONIS of een van hen komt te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben, dan zal dat erfdeel en de rente daarvan versterven op de familie en erfgenamen waarvan die rente afkomstig is. De testaeurs hebben verklaard dat dit hun testament is en willen het als zodanig hebben uitgevoerd, ook zal zou het hier of daar in tegenspraak zijn met de geldende rechtsbepalingen. Ze behouden zich het recht voor om het later te mogen wijzigen, getuigen SCOET en SCOET

8-7-1556 Testament (RA Oirschot Inv 138a folio 57 t/m 59)
-------------------------
PETER zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en JOZIJNA dochter van wijlen JANS VAN DER HEIJDEN verwekt bij ALEIJT dochter van ARIENS VAN DOORN, wettige echtgenoten hebben hun testament opgemaakt. Ze herroepen alle eerdere testamenten of legaten voor schepenen of andere beëdigde personen opgemaakt en wensen dat dit hun huidige testament wordt. Ze bevelen hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de Almachtige God en diens moeder Maria en willen dat hun lichaam in de Sint Peterskerk te Oirschot wordt begraven. Vanwege begane zonden en onrechtvaardigheden vermaken ze aan de Sint Lambrechtskerk te Luijk een stuiver eens en aan de fabriek van de Sint Peterskerk 13 peters eenmalig van 18 stuivers elk, die na hun beider overlijden betaald moeten worden. Verder zullen alle legaten komen te vervallen die JAN VAN DER HEIJDEN of diens vrouw ALEIJT eerder aan de kerk hadden vermaakt in zoverre er al legaten zijn. De testateurs vermaken elkaar als langstlevende alle roerende bezittingen om daarmee naar keuze van de langstlevende daarvan voor de helft van het vruchtgebruik te genieten en voor de andere helft haar of zijn eigen wil mee te doen. Verder vermaken zij elkaar als langstlevende op grond van een keizerlijk octrooi, afgegeven op 1 maart 1515 zoals ons voldoende is gebleken, de helft van hun vaste bezittingen te weten de hoeve te Straten, zijnde een leen- of mangoed, en daarnaast nog een beemd genoemd de Soerdonck, nog twee onafgemaakte beemden die aan elkaar zijn gelegen genoemd de Vloetbeemden. Verder een heiveld genoemd De Kievitse Hoeve, gelegen in herdgang Spoordonck, om daaruit jaarlijks zoveel nodige turf te steken en halen als ze nodig hebben als brbandstof maar niet voor meer dan dat. De langstlevende mag deze goederen bezitten voor wat betreft het vruchtgebruik. Alle andere vaste bezittingen vermaken zij na het overlijden van de eerst overledene zijnde de andere helft daarvan aan hun wettige kinderen, waarbij de dode partij met de levende moet delen, te weten aan: JOB, ROELAND (secretaris van Oirschot) CORNELIS, GUILLIAM (WILLEM), KAERLE en PHILIPS en aan de kinderen van hun dochter JENNEKEN, die in de plaats van hun moeder komen. Dit bezit zal dan door deze kinderen in der minne worden verdeeld, zoals dat hoort waarbij ieder evenveel krijgt. Het bezit waarop deze kinderen volgens dit testament recht hebben, zal na het overlijden van deze kinderen versterven op hun wettige kinderen of de kinderen bij een of meer vrouwen zijn verwekt. Omdat geconstateerd is dat hun oudste zoon ANTONIS eerder tegen zijn landheer of prins in opstand is gekomen en nu een balling is in dit land en daarbij in aanmerking genomen dat hij veel geld heeft gekost en al veel geld van zijn erfdeel heeft gekregen, vermaken zij deze ANTONIS of diens erfgenamen één oude grote eens en wensen zij dat ANTONIS uit hun erfenis wordt geweerd waarbij ze dat erfdeel van ANTONIS aan de andere kinderen vermaken. Maar omdat er is geconstateerd dat ANTONIS enkele wettige kinderen heeft verkregen bij JENNEKEN dochter van GOOSSEN VAN AMMEROIJEN die onderhouden moeten worden, willen ze dat JOB, ROELAND, CORNELIS, GUILLIAM, KAERL en PHILIPS en de kinderen van genoemde JENNEKEN na het overlijden van de eerstoverledene, de kinderen van deze ANTONIS te weten: WILLEM, KAERL en LIJSKEN ieder van hen een jaarlijkse rente van 5 gulden zullen betalen, aflosbaar met 240 gulden. Als deze WILLEM, KAERL en JENNEKEN zouden komen te overlijden zonder wettige geboorte achter te laten, dan zullen die rentes vervallen aan de kinderen en kindskinderen van de testateurs, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Ook zullen de goederen van JENNEKEN op deze zelfde kinderen versterven als JENNEKEN geen wettige kinderen nalaat. De testateurs willen dat na het overlijden van de langstlevende de hoeve in herdgang Straten die een leengoed is, en alle andere bezit dat door de langstlevende wordt gebruikt op grond van het genoemde octrooi samen toekomt aan JOB, ROELAND, CORNELIS, GUILLIAM, KAERL en PHILIPS die ieder daarvan evenveel krijgen en minnelijk verdeeld zal moeten worden, zoals de andere helft van dat bezit verdeeld zal zijn, waarbij de kinderen van genoemde JENNEKEN in de plaats van hun moeder komen. Eveneens moet uit dat bezit dus de genoemde rente worden betaald aan de kinderen van genoemde ANTONIS, waarbij deze kinderen van de verdere nalatenschap worden uitgesloten. De kinderen van deze ANTONIS of van JENNEKEN zullen het bezit dat de testateurs zullen nalaten, niet mogen verkopen of belasten tenzij dat deze 30 jaar oud zullen zijn, danwel dat zulks gebeurt met goedkeuring van hun voogden, ooms, vrienden of kennissen van beide zijde. Verder willen ze dat hun zoon JOB of de oudste op dat moment vanwege het recht van het leengoed, een pond was zal krijgen en de daarop volgende oudste een bedrag van 3 gulden eens. De testateurs wensen dat dit hun testament zal zijn en willen het als zodanig uitgevoerd hebben, ook al zouder er sommige rechtsgronden ontbreken of met dit testament in tegenspraak zijn. De testateurs behouden zich het recht voor om dit testament later te wijzigen, getuigen VEN en VLUETEN.

10-6-1557 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 138a akte 303 folio 63v, 64)
-------------------------------
BARTHOLOMEUS en DANIEL, broers en wettige kinderen van wijlen HENRICK RUGERT BECKERS voor henzelf en ook optredend voor HENRICK, RUTGER en DINGEN hun broers en zuster, en nog voor hun moeder JUTTA dochter van DANIEL OOMEN weduwe van genoemde HENRICK RUTGER BECKER, verkopen een jaarlijkse rente van 3 gulden met alle vervallen termijnen daarvan, welke rente DANIEL HENRICK DANIELS eerder had beloofd aan WILLEM GOIJAERTS ROESTENBERCHS, steeds vervallen op Maria Lichtmisdag op onderpand van het 2/6 deel van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: WILLEM HAPPEN. Ook nog op onderpand van 2/6 delen van een beemd genoemd Scoutet, welke rente genoemde HENRICK heeft verkregen van WILLEM GOIJEAERT ROESTENBERCH zoals blijkt uit twee schepenbrieven van Oirschot. Ze verkopen de rente nu aan PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen SCHOET en SCHOET.

1562 Vermelding bij rente (RA Oirschot Inv 139b akte 019 folio 7v)
-------------------------------
GOESSEN GHIJSBRECHTS VAN RIELE als fabriekmeester van de Oirschotse kerk,verkoopt hierbij een jaarlijkse rente van 6 gulden die eerder door PETER zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN was beloofd aan Jonker LODEWIJK VAN DER LINDEN en wel ten behoeve van de fabriek van Oisterwijk, steeds vervallend op Maria Terhemelopneming op onderpand van een akker groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: Heer JAN VAN DER HAGEN, JOIRDENS VAN DEN VELDE, BEATRICKS dochter van wijlen MATHIJS VAN OUDENHOVEN, de gemeenschappelijke straat. Ook nog op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: DANIEL VAN DE AMEIJDEN en meer anderen. Ook nog op onderpand van een akker groot ca 7 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: GIJSBECHT WEL TE VREEDEN, CORNELIS DIE MOLDER met meer anderen, conform een schepenbrief van Den Bosch in het jaar 1559. Hij verkoopt deze rente nu aan WOUTER COLF ten behoeve van de tafel van de H. Geest van genoemde kerk om daaruit een jaarlijkse rente van 6 gulden af te lossen, aan de fabriekmeesters van Oisterwijck die deze fabrieksmeerster aldaar aan de tafel van de H. Geest hadden beloofd, volgens een schepenbrief van Oisterwijk d.d.14 maart 1518 (geen datum en getuigen vermeld)

28-6-1568 Verkoop 4e deel bunder beemd (RA Oirschot Inv 140b akte 204 folio 324, 324v)
--------------------------------------------------
ROELAND VAN DER AMEIJDEN namens hemzelf en optredend voor zijn andere mede-erfgenamen van wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt het 4e deel van een bunder beemd, genoemd het Wippenhout, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: de sluis bij de rivier de Aa, het erf van de koper. Hij verkoopt het perceel nu aan JAN HENRICKS VAN DR LUSDONK en de verkoper in zijn hoedanigheid belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen LEEUW en DANCKAERT

12-6-1573 Kwijting rogpacht (RA Oirschot Inv 141b akte 054 folio 230v, 231)
----------------------------------
JOB en ROELAND broers voor henzelf en genoemde JOB ook optredend voor hun broer GUILLIAM kinderen van PETER ANTHONISSEN VAN DER AMEIJDEN verwekt bij JOZIJNA dochter van JAN VAN DER HEIJDEN, verder WILLEM en KAERL, broers voor henzelf en ook optredend voor LIJKSKEN hun zusters, kinderen van wijlen ANTONIS zoon van genoemde wijlen PETER VAN DER AMEIJDEN en JOZIJNA, hebben verklaard dat ANTONIS zoon wijlen DIELIS PETER DIELIS aan hen een pacht van 20 lopen rogge per jaar heeft afgelost, Oirschotse maat, welke pacht zij hebben geheven op het bezit dat nu toebehoort aan genoemde ANTONIS DIELIS PETER DIELIS en eerder aan JAN DE CORT zoals blijkt uit een boedelverdeling tussen HENRICK en JAN, kinderen van WILLEMS VAN DER HEIJDEN d.d. 6 november 1471. Zij zullen vanwege deze rogpacht van 20 lopen rogge per jaar geen aanspraken meer stellen, ook al zou er een brief van deze pacht bestaan waarvan zij verder geen weet hebben en geven daar nu kwijting voor, getuigen VLUETEN en CORT.

30-4-1576 Erfdeling (RA Oirschot Inv 141c akte 164 folio 451, 451v, 452)
------------------------
JOB en ROELANT broers en kinderen van wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij JOSINA dochter van JAN VAN DER HEIJDEN, genoemde JOB optredend voor zichzelf een ook als gemachtigde voor GUILLIAM zijn broer, zoals blijkt uit een autentieke akte gepasseerd voor een notaris in de stad London in Engeland d.d. 30 juli 1575, zoals ons voldoende is gebleken, verder WILLEM en KAERL, broers en kinderen van wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN zoon van genoemde PETER VAN DER AMEIJDEN en JOSIJNA, verder Heer AERT HOPPENBROUWERS al gemachtigde voor hun zuster ELISABETH dochter van genoemde ANTONIS VAN DER AMEIJDEN hebben een boedelverdeling gemaakt vanwege het overlijden van hun ouders PETER en JOSIJNA.

Bij deze verdeling krijgen JOB en GUILLIAM samen een huis met schuur, schaapskooi en gronden en nog een akker genoemd den Hageakker, groot ca 9 lopenzaad en nog een driesje dat erbij hoort. Verder krijgen ze een akker genoemd de Tiendeloze akker, groot ca 4 lopenzaad. Nog een akker genoemd de Dommelsakker, groot ca 21 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: de gemeenschappelijke straat, JAN BARTHOLOMEUSSEN en meer anderen, de Heren VAN FRENTZ. Verder krijgen ze een weiland genoemd de Breempt, groot ca 14 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: DANIEL SCHEPENS. Verder krijgen ze een beemd genoemd de Soeperdonck, gelegen in herdgang Spoordonck, belend door: WILLEM GERITS VAN BILSEN, de gemeijnte. Verder krijgen ze een heiveld genoemd de Kievitshoeve, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns worden betaald en nog andere jaarrentes, verder nog 6 lopen rogge per jaar aan het Gasthuis te Oirschot.

Bij deze verdeling krijgen ROELAND voor één helft en de kinderen van genoemde ANTHONIS voor de andere helft samen een huis met tuin etc. groot in totaal ca 2 mudzaad zoals de pachter dat nu gebruikt. Verder krijgen ze een beemd genoemd de Zes bunders. Verder krijgen ze een eeuwsel genoemd de Maercolf. Verder krijgen ze de Voorste Beemd met het Tangsken. Nog een beemd genoemd den Tielenbeemd, nog een beemd genoemd de Vloetbeemden met een daarbij gelegen akkertje, verder nog de Moesten. Alle percelen zijn gelegen te Oirschot herdgang Spoordonck. Verder krijgen ze een akker groot ca 3 lopenzaad, nog een akker van 2 lopenzaad, nog een huisje met ca 3 lopenzaad land, gelegen in herdgang de Kerkhof. Verder krijgen ze een rente van 3 gulden per jaar te ontvangen van WILLEM DIRCKS VAN BEERZE, nog 3 gulden per jaar te ontvangen van de kinderen van RUTGER VAN DOORMALEN. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de grondchijns voor de diverse percelen en de lasten die erop drukken worden betaald, ook nog 9 pond paijment per jaar ook wel genoemd Helmondse ponden, nog 6 Karolus guldens per jaar aan de H. Geest te Oisterwijk, nog 3 lopen per jaar aan de H. Geest te Oirschot.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen blijven doen, getuigen VLEUTEN en BRAUWER.

hiervoor vermeld.

21-5-1614 Machtiging (RA Oirschot Inv 148a akte 138 folio 419v, 420)
--------------------------
HENRICK SERVAESSEN als man van EMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN en GERARD zoon wijlen BARTELMEEUS HASSELMANS verwekt bij wijlen deze BARTELMEEUS HASSELSMANS, de eerste man van vermeld EMKEN die verklaart 26 jaar oud te zijn, machtigen hierbij ANNEKEN VAN ATTEVOORT weduwe van genoemde JOB VAN DER AMEIJDEN hun respectievelijke moeder en grootmoeder met verder nog GERARD JANSSEN als man van LUCRETIA dochter van wijlen genoemde JOB VAN DER AMEIJDEN en van vermelde ANNEKEN die allen in de stad Amsterdam wonen, welke ANNEKEN hierbij niet aanwezig is, maar GERARD die wel aanwezig is en deze opdracht als zodanig accepteert. De gemachtigden krijgen opdracht en machtiging om alle grond van de hofstede te verkopen die hier in Oirschot ligt en waarop ze recht hebben in herdgang Straten. De koper moet daarvan een transportakte krijgen en de gemachtigd moet verder alles doen wat in het belang van de zaak is, getuigen CROM en VERACHTER die het aandroegen

21-7-1614 Verkoop hoeve en grond (RA Oirschot Inv 148a akte 187 t/m 190 folio 436v t/m 439)
-------------------------------------------
JASPER zoon wijlen JOBS VAN DER AMEIJDEN en GERART JANSSEN op grond van een machtiging afgegeven door TANNEKEN VAN ATTEVOORT weduwe van JOB VAN DER AMEIJDEN daarbij geassisteerd door haar zwager (=schoonzoon) ABRAHAM VAN DAELE welke machtiging is afgegeven voor burgemeester en bestuur van de stad Amsterdam d.d. 15 juli 1614, ondertekend door J. VAN DER DOES en welke akte is verzegeld en ons schepenen is gebleken waarbij deze TANNEKEN, JASPER en GERARD JANSSEN als man van LUCRATIA, dochter van JOB VAN DER AMEIJDEN voor henzelf optreden en ook namens genoemde ABRAHAM VAN DAELE en zijn wettige kinderen verwekt bij wijlen SUZANNA ook dochter van genoemde JOB en TANNEKEN, en verder nog HENRICK zoon wijlen SERVAES AERTS als man van EMERENSKEN dochter van genoemde JON en TANNEKEN, samen als zodanig vooréén helft en verder ARTUS VAN DEN BOGAERDE die optreedt voor GERARD DE MAILES als man van MARIA en nog voor SUZANE en HESTER, gezusters en allen dochters van wijlen GUILLIAUME zoon van PETER VAN DER AMEIJDEN zoals ons schepenen voldoende is gebleken uit 2 verschillende aktes, beiden van perkament, de ene gepasseerd voor notaris en getuigen in de stad Londen in Engeland d.d.18 mei 1613 en ondertekend door JOES EMANS en de andere opgemaakt in de stad Antwerpen d.d. 23 april 1614 ondertekend door J. KESSLET zijnde beiden gezegelde aktes en als zodanig ook voor één helft, verkopen hierbij een hoeve en een stuk land gelegen in Oirschot herdgang Straten, voor het grootste deel leengoed zijnde, en dat tegenwoordig wordt bewerkt door HENRICK ALEBERT HENRICKS en zoals dat bezit door deze WILLEM en JOB voor de helft is geërfd van wijlen PETER ANTONIS ROEFS VAN DER AMEIJDEN en diens vrouw JOSINA dochter van wijlen JANS VAN DER HEIJDEN. Het vermelde bezit wordt nu verkocht, met uitzondering van een stuk land genoemd de Kievitshoeve te Spoordonck, aan GASPEREN zoon van wijlen JOHANS VAN ESCH en de verkopers in hun hoedanigheid beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge Oirschotse maat aan het Sint Jorisgastuis te Oirschot, nog 2 stuivers per jaar als gebuurchijns, nog 4 stuivers 2 oort per jaar als grondchijns aan de baanderheer van Duffel, als Heer van Oirschot, waarvan de eerste vervaldag voor rekening komt van de koper per eerste vervaldag aanstaande, verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen en ook de wegen etc. onderhouden die van oudsher over deze hofstede lopen en ook de leenrechten moeten worden voldaan. De koper zal de tuin per aanstaande half maart kunnen aanvaarden, het huis met de schaapskooi en de schuur, turfschop en de weide genoemd de Brempt met Pinksteren, het land met de kanten daarvan en de groes bij het huis in de oogsttijd stoppelbloot in het jaar 1615 aanstaande, de Soepderdonckbeemd is direkt te aanvaarden zodra HENRICK AELBRECHTS als pachter van de genoemde hoeve zal hebben gemaaid. Voorwaarde is dat de koper de huur zal ontvangen die afgesproken is met de pachter en voor het jaar 1614 tot aan 1615, getuigen VERHOEVEN, CROM en VERACHTER als schepenen te Oirschot en HENRICK MARTENS (BUCINCKS) en HIERONIMUS VAN KELST als leenmannen.

GASPER zoon van wijlen JAN VAN ESCH heeft als schuldenaar beloofd om aan de genoemde verkopers uit de voorgaande akte die een bedrag van 3400 gulden te zullen gaan betalen, Oirschotse koers, waarvan 1/3e deel meteen, nog 1/3e deel over 3 maanden en het laatste 1/3e deel binnen de eerstkomende 6 maanden steeds zonder rente. Indien en voor zover de schuldenaar die bedragen dan niet voldoet, zal over de onbetaalde bedragen rente moeten worden betaald tegen de penning zestien. Afspraak is dat GASPER van dat geld aan de weduwe en kinderen van GUILLIAUME de helft van de 2 laatste termijnen zal betalen in Amsterdam en aan genoemde ARTUS VAN DEN BOGAERDE in Antwerpen de andere helft van deze 2 laatste termijnen, datum en getuigen als boven

Genoemde verkopers uit de voorgaande akte, verkopen hierbij een stuk land, deels groes en deel land, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: JAN ELIAS DIRCKS, de gemeijnte aldaar, MICHIEL JAN WILLEMS, zoals de verkopers dat ook hebben geerfd zoals in de voorgaande akte aangegeven. Ze verkopen dat perceel nu aan JOSINA dochter van ROELANT PETERS VAN DER AMEIJDEN weduwe van wijlen EVERAERT HENRICK IN´T EECKERSCHOT en zij kan dat bezit direkte aanvaarden. Genoemde verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van 1 stuiver min 1 moorken aan de Baanderheeft van Duffel, als Heer van Oirschot en behalve de dorpslasten. De koopster moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, 23 juli 1614 getuigen CROM en VERACHTER.

De koopsom in de vorige akte bedraagt 100 gulden gangbaar geld zoals partijen verklaren en de verkopers verklaren dat geld tehebben ontvangen, datum en getuigen als boven

Zij is een dochter van Jan Willems van der Heijden en Aleijt Ariens van Dooren. Josina is overleden vóór 03-04-1576 in Oirschot.

Kinderen van Peter en Josina:

1 Jenneken Peter Antonis van der Ameijden. Jenneken is overleden. Jenneken trouwde met Adriaen Henrick Joirdens Hoppenbrouwers.
2 Cornelis Peters van der Ameijden.
3 Philips Peters van der Ameijden.
4 Caerle (Kearel) Peters Anthonis Roelofs van der Ameijden. Caerle is overleden op 29-09-1557 in Oirschot.
Notitie bij Caerle: .
16-7-1545 Aankoop erfdeel (RA Inv 135a jaar 1544 ! akte 145 folio 11v)
---------------------------------
ANTONIS FRANCKEN als man van SOPHIE verkoopt nu aan KAREL PETERS VAN DER AMEIJDEN zijn erfdeel en aanspraken waarop hij recht heeft inzake een stuk land deels heide en deels weiland, in totaal ca 1 bunder groot zijnde, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: WOUTER INT PANDGAT, FRANS VAN ESCH, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen PETER JAN HAECKS en PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN

29-9-1557 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 419 folio 92v, 93, 93v)
------------------------------------
Er is een meningsverschil ontstaan tussen de vrienden en familie van wijlen KAERL zoon PETER VAN DER AMEIJDEN partij enerzijds en de vrienden en familie van HENRICK zoon wijlen ANTONIS DE CORT misdadiger partij ter andere zijde, vanwege de doodslag die genoemde HENRICK op KAEREL heeft gepleegd. Partijen hebben de hulp ingeroepen van arbiters te weten NATAEL VOS, PETER JANS SCROMMEN, WOUTER THOMAS VAN DEN VENNE namens de overledene en JAN LUCAS VAN DE SCHOOT, JAN SIMONS SCORTTENZOON en GIJSBRECHT WILLEMS VAN DE HEUVEL namens de genoemde misdadiger, die daarvoor zijn aangezocht.
Na deze bemiddeling hebben de arbiters het volgende bepaald: de vrienden van de overledene zullen de misdadiger diens daar uit liefde Gods vergeven, maar deze mag zijn leven lang niet meer in de herdgang de Kerkhof, Spoordonck of Straten wonen, maar mag er alleen als gast verblijven en moet zijn woonplaats aan de andere kant van de Sint Odulphuskapel of de Sint Odulphuskerk kiezen. Verder zal HENRICK als misdadiger de familie van het slachtoffer volgens oud gebruik moeten ontwijken op wegen, in herbergen, op bruilooften en andere vergaderingen. De dader moet kaarsen plaatsen van elk 3 pond gewicht, de ene voor het H. Sacrament, de andere voor het H. Kruis in de Sint Peterskerk te Oirschot. Verder moet hij alle kerkrechten betalen, de uitvaart en de andere kosten die gemaakt zijn. Verder moet hij een zerk leggen op de plaats van de begrafenis van de overledene en daarvoor een Ingelot (=Angelot) betalen. Daarnaast moet de dader vanwege het zieleheil van de overledene een jaarlijkse pacht betalen van 1 mud rogge, Oirschotse maat en daarvoor voldoende onderpanden als zekerheid stellen om daarmee steeds op 10 oktober tot nagedachtenis van de overledene gebakken brood daarvan uit te delen voor de armen en voor de eerste keer dient dit per 10 oktober a.s. over 1 jaar te gebeuren. De H. Geestmeesters zullen daarvan het beheer voeren, maar dit mudde rogge is aflosbaar tegen betaling van 45 gulden behoudens dat deze H. Geestmeesters met de opbrengst daarvan dit weer opnieuw voor datzelfde doel zullen beleggen in voldoende sterke onderpanden. Indin zulks niet gebeurt mogen de erfgenamen van de overledene daarover zelf het beheer hebben en tot zich nemen. Nadat deze uitspraak is gebeurd hebben PETER ANTONIS VAN DER AMEIJDEN, vader van de overledene en met hem JOB en ROELAND broers en kinderen van genoemde PETER VAN DER AMEIJDEN die ook nog optreden voor hun andere broers en familie van de overledene de misdadiger diens daad vergeven en hebben beloofd deze uitspraak na te zullen komen.
Daarna is verschenen HENRICK JAN GERITS (half)broer van de misdadiger en deze heeft beloofd de uitspraak namens de misdadiger na te zullen komen, getuigen J. SCHOET en CORT

5 Antonis Peters van der Ameijden. Volgt V-a.
6 Roeland Peters van der Ameijden. Volgt V-b.
7 Job Peters van der Ameijden. Volgt V-c.
8 Willem Peters (Guilliam) van der Ameijden. Volgt V-d.


IV-c Jan Peter Roelofs van der Ameijden, zoon van Peter Roelofs Willems van der Ameijden en Kathalijn Jan Dielissen. Jan trouwde vóór 13-07-1523 met Lisbeth Jan Bijekens.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Lisbeth: .
13-7-1523 Verkoop erfdeel (RA Oirschot Inv 129b akte 165, 166 folio P320v)
--------------------------------
JAN PETER ROEFS als man van LISBETH dochter van wijlen JAN BIJEKENS verkoopt aan JOEST BIJEKENS en aan PAUWELS AERT SKOKS zijn erfdeel van het roerend en onroerend bezit dat hij en zijn vrouw hebben geerfd na de dood van genoemde JAN BIJEKENS en diens vrouw LISBETH, getuigen HOPPEN BROUWERS, BERSE en GERARD

Genoemde JOEST en PAUWELS uit de vorige akte beloven de schuld te betalen die JAN PETER ROEFS moet betalen vanwege het perceel dat die heeft geerfd van JAN BIJEKENS en diens vrouw, tot aan een bedrag van 20 Rijnsguldens. Als de schuld minder is, dan zullen ze aan JAN PETER ROEFS het restant van die 20 rijnsguldens binnen 1 jaar betalen en als de schuld meer is komt dat voor rekening van JAN, geen datum en getuigen vermeld
(in marge: doorgehaald)


V-a Antonis Peters van der Ameijden, zoon van Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden en Josina (Joesten) Jan van der Heijden. Antonis is overleden vóór 07-06-1582. Antonis trouwde met Jenneken Goossens Ammelroijen (Ammeroijen).
Notitie bij het huwelijk van Antonis en Jenneken: .
ANTONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN is in opstand gekomen tegen zijn landheer of prins en was balling wat we in het testament van zijn ouders d.d. 8-7-1556 kunnen lezen waarin hij wordt onterfd vanwege dit feit en zijn wettige kinderen voor hem in de plaats kwamen, dit gebeurde rond 1561 want dan treedt zijn broer ROELAND af als secretaris wat verm. met deze kwestie te maken had en hij werd op

21-5-1582 Verkoop aanspraken, erfdeel (RA Oirschot Inv 142c akte 142 folio 389r, 389v)
------------------------------------------------
WILLEM en KAERL broers en kinderen van wijlen ANTONIS PETERSSN VAN DER AMEIJDEN voor henzelf en ook optredend voor hun zuster ELISABETH, verkopen hun aanspraken en erfdelen in een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot aan de Heuvel herdgang de Kerkhof. Deze aanspraken verkopen ze nu aan hun oom ROELAND VAN DER AMEIJDEN. Ook verkopen ze hun erfdelen van een beemd genoemd de Tielenbeemd, gelegen in herdgang Spoordonck en partijen geven elkaar over en weer kwijting inzake verder aanspraken en kwesties die ze onderling hadden inzake de nalatenschap van wijlen deze PETER (ANTHONISZ) VAN DER AMEIJDEN en diens vrouw JOSIJNEN VAN DER HEIJDEN en ook inzake een obligatie die wijlen genoemde ANTONIS (PETERS) VAN DER AMEIJDEN toen hij nog leefde aan diens vader had gegeven in mindering op diens kindsdeel. Genoemde ROELAND VAN DER AMEIJDEN verklaart voor deze obligatie te zijn voldaan. Omdat ROELAND VAN DER AMEIJDEN vanwege de gevangenschap van KAERLE ANTONIS VAN DER AMEIJDEN toen die in Den Bosch gevangen zat, aan de vrouw van AERDEN HENRICKS een bedrag van 50 gulden had beloofd, is hierbij afgesproken dat ROELAND deze 50 gulden voor zijn rekening zal nemen en betaling en wel zodanig dat genoemde KAERLE en diens bezit daarvoor verder gevrijwaard zal blijven, geen getuigen vemeld


Kinderen van Antonis en Jenneken:

1 Elisabeth (Lijsken) Antonis Peters van der Ameijden.
2 Willem Antonis Peters van der Ameijden. Volgt VI-a.
3 Caerle Antonis Peters van der Ameijden. Volgt VI-b.


V-b Roeland Peters van der Ameijden, zoon van Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden en Josina (Joesten) Jan van der Heijden. Roeland is overleden in 1584 in Oirschot.
Beroep:

 

 

met tussenpozen secretaris vanaf 1551 en tot 9-1-1561 te Oirschot

 

 

Roeland trouwde omstreeks 1540 met Tanneken (Anna) Nn.
Notitie bij het huwelijk van Roeland en Tanneken: .
ROELAND VAN DER AMEIJDEN fungeert tot 9-1-1561 als secretaris van Oirschot, daarna treedt RUGTER JANS VAN KERKOERLE op in die funkte. De reden van de wisseling van de wacht is onbekend, mogelijk dat een aantal zaken aanleiding waren voor ROELAND om als secretaris af te treden en wel:
1. een broer van hem werd recentelijk vermoord t.w. CAERLE PETERS VAN DER AMEIJDEN
2. een andere broer van hem werd uit Brabant verbannen omdat hij zich tegen de Koning had gekeerd, het kan een reden zijn geweest dat de Oirschotse overheden twijfels hadden over de gezindheid dienaangaande ROELAND zelf in relatie tot de Heer van Oirschot c.q. de Hertog van Brabant die broer was ANTONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN
3. Het kan ook zijn dat er vanwege een bestuurswijziging, lees mogelijk de invloed van de Heer van Oirschot c.q. de Raad van Brabant hem verzocht het veld te ruimen. Op 9 januari werden namelijk nieuwe schepenen benoemd. ROELAND zelf schrijft zijn laatste akte in het protocol in op 7 januari 1561 Het blijft voorals nog gissen omtrent de werkelijke reden dat ROELAND door een ander werd opgevolgd, mogelijk trad hij op als secretaris voor het kapittel van Oirschot (bron J. Toirkens)

In het protocol 1576 kunnen we nog een notitie lezen wat ROELAND als secretaris zou moeten uitvoeren:

"ROELANT ik soude wel begeren dat gij mij een certificatie of van gelijke en in melioir forma als boven wout doen passeren voor schepenen en doen segelen en mij dan senden met dese boede (bode) want ik daarna wachte. Ik heb mijn moeder doe tekenen het bovenste tot verificatie en sal na seder dage in persoon doen als sij aan de kerst koompt maar en kan tselfde voor dit passe niet doen want te seer spoeden sou"
(wie dit betreft staat er helaas niet bij vermeld)

3-3-1570 Aankoop akker (RA Oirschot Inv 141a akte 070, 071 folio 17v)
-----------------------------
ANTONIS zoon wijlen BARTHOLOMEUS VAN ESCH en zijn vrouw CATHELIJN dochter van wijlen PETER THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN, verkoopt een akker groot 2 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belend door: het erf van de koper, HENRICK EMBRECHT SCEPENS, genoemde ANTONIS zelf. Het perceel wordt nu verkocht aan ROELANDEN VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 14 lopen rogge, maat van Den Bosch en aldaar ook te leveren aan de erfgenamen van LAMBRECHT VAN DEN BROEK, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen CORT en HENRICK JAN GEERITS

Genoemde ROELAND heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde ANTONIS een bedrag van 24 gulden te zullen betalen, waarvan de helft meteen en de andere helft per a.s. Maria Lichtmisdag, datum en getuigen als boven

14-3-1579 Aankoop i.v.m recht van vernadering (RA Oirschot Inv 142a akte 039, 040 folio 101, 101v)
------------------------
AERT zoon wijlen DIELIS PETER DIELIS SNELLAERTS verkoopt een stuk hooiveld (eerder vermeld als heiveld) groot tussen de 5 tot 6 lopenzaad, gelegen in een heiveld genoemd de Kievitshoeve gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, welk perceel AERT heeft verkregen (gekocht) van JOBBEN zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN die voor zichzelf optreedt en ook vanwege diens broer GUILLIAM (die toen in Londen woonde) belend door: het erf dat ervan is afgedeeld, JAN WILLEM DIELIS, het Godshuis van Postel, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 4 januari jongstleden. Het perceel wordt nu op grond van het recht van vernadering verkocht aan ROELAND VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HOPPENBROUWER en ACHTER

ROELANT VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om genoemde AERT (DIELIS PETER DIELIS SNELLAERTS) voor diens eerdere belofte te vrijwaren en schadeloos te stellen, datum en getuigen als boven.

24-4-1579 Verkoop stuk heigrond (RA Oirschot Inv 142a akte 049 folio 176v)
----------------------------------------
ROELANT zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk land, zijnde heigrond, groot ca 5 tot 6 lopenzaad gelegen in een weiland dat ROELAND op grond van het recht van vernadering heeft verkregen van AERDEN zoon wijlen DIELIS PETERS SNELLAERTS en AERT had het verkregen van JOBBEN en GUILLIASM broers en zonen van wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: het erf dat ervan is afgedeeld, JAN WILLEM DIELIS, het erf van de koper, het gosdhuis van Postel, de gemeenschappelijke straat conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 4 januari 1568*. Hij verkoopt het perceel nu aan ROEFFEN zoon wijlen JANS VAN OSTADEN en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen OSTADEN en J. GOESSENS

*1568 moet zijn 1578 !

22-3-1589 Verkoop aanspraken enz. (RA Oirschot Inv 143b akte 009)
--------------------------------------------------------
EVERAERT zoon wijlen HENRICK IN´T EKERSCHOT verkoopt al zijn aanspraken en bezittingen die in Oirschot gelegen zijn aan TANNEKEN weduwe van ROELANT VAN DER AMEIJDEN, hij belooft alle lasten van zijn kant af te handelen
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)


Kind van Roeland en Tanneken:

1 Josina Roelants van de Ameijden. Josina is overleden. Zij is begraven op 15-11-1639 te Oirschot.
Notitie bij overlijden van Josina: zij wordt begraven als Josina Roelant (de Heer Neggers in het blad GTOB vermeld dat zij op 27-11-1639 als moeder van Peter Eeckerschot begraven is te Oirschot
Josina trouwde vóór 04-08-1586 met Evert Henricks Henricks in´t Eeckerschot.
Notitie bij het huwelijk van Josina en Evert: .
Bron: A.C.M. Neggers GTOB 1997 nr 1 pag 5)
-----------------------------------
Net als zijn broer was EVERT schepen te Oirschot. Met meester DIRK TOIRKENS gaat hij in 1594 op "daechvaert tot Oerle omme de smaldeijlingen der renten", in het archief van AERT SGRAETS secretaris van Oirschot bevinden zich na diens dood in 1601 "seeckere stucken van processen aengaende EVERART IN´T ECKERSCHOT tegen de setteren en hefferen van den Kerkhof. In 1593 (tijdens de tachtigjarige oorlog) neemt EVERAERT IN´T ECKERSCHOT een heerwagen "ten dienste zynder majesteyt"aan voor III 1/2 gulden sdaeghs. Voor de betalingen (door Eindhoven, Zeelst, Woensel, Veldhoven, Weert, Waalre, Aalst, Strijp, Stratum, Gestel en Meerveldhoven) belegt EVERAERT enige malen bijeenkomsten bij LIJN HERTKENS te Woensel.

26-2-1587 Verkoop land (RA Oirschot Inv 143b akte 069 en 070 pag 235 en 235)
--------------------------------------
ANSEM zoon wijlen JOORDENS VAN DE VELDE als man van CATHARIJNEN dochter van wijlen WILLEM MICHIELS VAN DER HOEVEN verkoopt een stuk land, deels weiland, deels akkerland, zonder het huiis dat voor aanstaande maart moet worden afgebroken, groot ca 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belend door DANEL DICTUS VAN BERENDONCK, de weduwe en kinderen van THOMAS VAN DER VLEUTEN, de Laerdijck en de gemeenschappelijke straat. Het bezit wordt nu verkocht aan EVERDEN HENRICKS IN´T EKERSCHOT onze collega schepen. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behoudens een jaarlijkse rente van 6 gulden per jaar aan vroeger de kinderen van NICOLAES BLOX, nog een gulden per jaar aan de erfgenamen van WOUTER VAN HOUDT, nog tien stuivers per jaar aan een man te Gestel, nog een oort grondchijns van welke pachten de koper de eerste termijn moet betalen met ingang van aanstaande Maria Lichtmisdag, de getuigen waren ENGELAND en G HOEVEN
(in marge: JOSINA dochter van ROELANT VAN DER AMEIJDEN, weduw van EVERAERT HENRICK´S IN´T EKERSCHOT heeft deze rente van een gulden per jaar afgelost aan JAN HUIBRECHTS VAN LIEBERGEN en aan JAN ERASMUS DE GREEF die verklaren een bedrag van 18 gulden te hebben ontvangen, datum 27 september 1610, de getuigen waren: D HOPPENBROUWERS en VEN

Genoemde EVERAERT heeft dit bezit gekocht voor 55 gulden per lopenzaad, waarop de rente van 7 en een halve gulden per jaar in mindering zal wroden gebracht en ook de grondchijns, welke koopsom in totaal 124 gulden bedraagt, zonder deze pachten. Daarnaast zal EVERAERT aan de kinderen van THONIS DE MULDER vanwege hun broer DANIEL vanwege een schuld van 30 gulden samen met de rente in totaal 50 gulden betalen, dus totaal 174 gulden. En het restant van de som die 266 gulden zou bedragen indien de oppervlakte precies 8 lopenzaad bedraagt, dat zal EVERAERT voor de helft betalen, dus 133 gulden meteen en de overige 133 gulden zodra het erf zal zijn opgemeten maar dat het meerdere of mindere daarbij wel verrekend zal worden. Bij deze laatste termijn zullen ook alle achterstallig pachttermijnen worden afgetrokken die ANSEM heeft verrekend en die hij aan EVERT zal moeten bewijzen en ANSEM is ook verplicht onderwijl voldoende onderpanden te geven of borgen te laten benoemen waarmee EVERT tevreden zal kunnen zijn. EVERT zal daarna zijn laatste termijn moeten betalen ofwel zal ANSEM dit perceel zolang mogen blijven gebruiken tot er betaald is

In marge 1 op pag 234: op deze gehele schuldbrief heeft ANSEM verklaard dat er zowel aan hemzelf als aan de kinderen van THONIS DE MULDER door EVERDEN een bedrag van 236 gulden is betaald, datum 24 november 1587

in marge 2 op pag 234: Nog heeft EVERAERT aan diverse personen zoveel betaald dat ANSEM deze schuldbrief niet meer heeft te vorderen dan 29 gulden 7 stuivers met uitzondering van de 5 gulden die ADRIAEN DE MULDER nog te vorderen heeft, datum 13 februari 1590

In marge 3 op pag 234: de vermelde 50 gulden van hiervoor en de 5..... door JOSINA dochter van wijlen ROELANT VAN DER AMEIJDEN en haar zoon PETER en WILLEM ANTONIS VAN ESCH zijn betald, zoals men kan vinden in het protocol van het jaar 1612 op 22 november

In marge 4 op pag 234: HENRICK JAN GOIJAERTS heeft de rente van 30 stuivers per jaar uit de rente van 6 gulden per jaar die hiervoor staat vernoemd ten behoeve van de kinderen van NICLAES BLOX welke rente hij heeft verkregen van JAN CAERLE VAN DER MEER verkocht aan JOSIJNA dochter van wijlen ROELANT VAN DER AMEIJDEN weduwe van EVERAERT HENRICKS IN´T EKERSCHOT datum 4 juli 1617 getuigen CROM en VERACHTER, getekend: WOUTER DE CROM

In marge 1 op pag 235: Nog heeft EVERT zoveel betaald op deze brief niet meer is verschuldigd dan 14 gulden en 16 stuivers, maar hierin zijn vijf gulden niet verder gerekend, datum 18 februari 1590

In marge 2 pag 235: PETER ARIENS ANTONIS VAN ESCH en HENRICK ANTONIS VAN ESCH verklaren dat EVERAERT EKERSCHOT en JOSIJNA zijn vrouw de rente van 3 gulden per jaar hebben afgelost, zijnde 3 gulden per jaar uit de rente van 6 gulden per jaar van hiervoor, welke rente de genoemde HENRICK ANTONIS VAN ESCH verklaard van de kinderen van NICLAES BLOX en DIRCK BUNNEN te hebben verkregen en die hij heeft verkocht aan zijn broer ARIEN ANTONIS VAN ESCH en wederom overgegeven heeft en deze ARIEN de rente door EVERAERT IN´T EECKERSCHOT heeft laten aflossen. Verder verklaart de genoemde PETER ADRIAENS als man van MARGRIET dochter van DIRCK JANS VAN HOUT dat genoemde JOSIJNA en haar kinderen aan hem als voogd van MARGRIET een rente van 30 stuivers per jaar heeft afgelost, datum 4 juli 1617
(Opmerking door J Toirkens welke deze transcriptie heeft gemaakt: over schuldverrekening gesproken, bijna geen touw aan vast te knopen)

1-3-1594 Beslaglegging land (RA Oirschot Inv 144b akte 376 pag 283, 284 en 284-v)
--------------------------------------------
EVERART IN´T EKERSCHOT als gemachtigde van zijn broer JAN, heeft eerder beslag laten leggen middels een verkregen vonnis daarover, op een stuk land deels hei en deels weiland gelegen in Oirschot genoemde de Moostn onder Spoordonck belend door: de kinderen van DIRCK VAN CUJCK, ANTONIS HENRICK SGRAETS, de erfgenamen van ALEIJT SCHEPENS en de gemeijnte genoemd het Liedeveld en wel vanwege een achterstand in de betaling van een rente van 14 gulden per jaar die 7 jaar onbetaald was gebleven. Deze rente werd eerder door FRANCHOIS CLEIJNAEL beloofd aan HENRICK HENRICK GOIJAERTS IN´T EKERSCHOT en vervalt op Maria Lichtmisdag conform de schepenbrief d.d. 22 augustus 1578. Daarvan heeft DANIEL VAN DE SCHOOT als vorster de koop verworven en deze koop is nu verjaard en is daarom in de stad Den Bosch door WERNER GREVENRAAT, dienaar van de groene roede aldaar, middels 3 zondaagse publikaties openbaar te koop gesteld en eveneens alhier door de vorster om op 8 juli 1593 ten huizen van genoemde JAN (ECKERSCHOT) genoemd "op de Gaffel" (lees het raadhuis van Oirschot) zijnde een openbare herberg alhier een zitting hebben gehad en daarna volgens de voorschriften die met de stad Den Bosch werden overeengekomen verder te handelen en in aanwezigheid van schepenen te vernemen of er iemand was die zijn rechten op dit onderpand zou kunnen verliezen, of dat er iemand met een hoger bod zou komen. Deze bieder is dan wel verplicht om 14 dagen na dato dit bod voor de betalingsachterstand en de kosten van rechtspraak etc. te betalen. Indien dit niet gebeurt dan mag de oorspronkelijke pandhouder en schuldeiser het onderpand alsnog tot zich nemen. De oorspronkelijke pandhouder en schuldeiser heeft zich verplicht om het pand nadien in het openbaar in de verkoop te brengen en indien er dan nog wat overblijft van de verkoopprijs dan zal hij dit geld teruggeven, komt hij tekort dan zal hij proberen verdere garantie te zoeken voor het geschil. Op deze 8e Julij 1593 is in deze herberg een bod uitgebracht door de pandhouder, naast zijn betalingsachterstand een bedrag van 6 stuivers voor schepenloon, 25 stuivers schrijfloon. Nadien is Mejoffrouw HEURKENS verschenen geassisteerd door SIMON MATTHEUSEN haar hierbij gekozen voogd, welke SIMON ook was gemachtigd door meester MICHIEL VAN DE STEEN als man en echtgenoot van ..... dochter van HENRICUS HEURKENS en derhalve als erfgenamen van genoemde FRANS CLEIJNAEL en zij hebben bezwaar aangetekend vanwege eventuele schade die ze zouden lijden in hun aanspraken en vanwege de gerechtskosten. Nadat MECHTELT HEURKENS of haar gemachtigde vanwege deze voorziene veiling daarop geëist heeft dat er een tweede uitspraak zou moeten volgen. Dat is gebeurd en het eerdere vonnis van deze dingbank van Oirschot werd niet ontvankelijk verklaard. Nadien heeft de veiling van het onderpand in Den Bosch plaatsgehad in aanwezigheid van de dienaar van de groene roede en wel op 29 januari 1594. Nadien is de gemachtigde van deze meester MICHIEL VAN DE STEEN en voor de genoemde HEURKENS, zijnde SIMON MATTHEUSSEN op 28 januari 1594 gecompareerd en heeft de kwestie voor de Raad van Brabant gebracht zoals dat uit een verklaring is gebleken. Nadat er was gekonstateerd dat genoemde HENRICK IN´T EKERSCHOT of iemand van diens gemachtigden niet zijn ingegaan op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen, is de veiling zowel in Den Bosch en Oirschot bekend gemaakt, en dat is gebeurd op 1 maart jongstleden in dezelfde herberg. Omstreeks 2 uur in de namiddag is daar toen de kaars aangestoken en het onderpand is tenslotte toch aan de eerste pandhouder EVERART IN´T EKERSCHOT toegewezen, getuigen waren GESTEL, TOERKENS en VLEMMINCKS die het aandroegen.

23-4-1598 Ruil van land (RA Oirschot Inv 145a akte 210 t/m 214, pag 41 t/m 42-v)
--------------------------------------
EVERAERT zoon wijlen HENRICKS IN´T EKERSCHOT als partij enerzijds en GHIJSBRECHT zoon wijlen CORNELIS JANSSEN voor zichzelf en ook optredend voor zijn broer MARTEN die ook nog optreedt vanwege een machtiging van zijn broer SEBASTIAEN conform een procuratiebrief opgemaakt voor notaris ADRIAEN DE WITTE in Antwerpen d.d. 3 februari 1598 zoals ons is gebleken, en verder nog ANNA dochter van genoemde CORNELIS JANSSEN, partij anderzijds hebben de volgende ruil gedaan

Bij deze ruil heeft genoemde EVERAERT IN´T EKERSCHOT aan genoemde GIJSBRECHT een stuk land overgedragen van ca twee en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Kerkhof aan den Hovel, belend door: de Laerdijck, de kinderen van DANEL VAN BERENDONCK, het erf van genoemde EVERAERT en weduwe en kinderen van ANTONIS VAN DER VLEUTEN. Dit perceel moet recht van overpad verlenen aan het erf van genoemde GHIJSBRECHT.

Bij deze ruil hebben genoemde GHIJSBRECHT die ook voor de andere partijen van hierboven optreedt, aan genoemde EVERAERT een stuk land van twee en een halve lopenzaad overgedragen, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belend door: het erf van genoemde EVERAERT, de weduwe en kinderen van JAN DE BRESSER, de gemeenschappelijke straat en JAN GERIT ALAERTS. EVERART moet uit dit perceel een rente betalen van 4 gulden aan de genoemde kinderen, welke rente mag worden afgelost met 50 gulden, verder nog twee kleine hoenderen grondchijns.

Partijen beloven elkaar dze ruil altijd gestand te zullen blijven doen en de lasten van hun kant af te handelen, getuigen waren EKERSCHOT, STOCKELMANS en METSER.

GHIJSBRECHT zoon wijlen CORNELIS JAN GHIJSBRECHTS verkoopt een stuk land van twee en een halve lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang KerKhof aan de Heuvel, zoals hij dat vandaag heeft verkregen van EVERAERT IN´T EKERSCHOT belend door: de Laerdijck, de kinderen van DANEL VAN BERENDONCK, het erf van de koper, de kinderen van ANTONIS VAN DER VLEUTEN. Het perceel wordt nu verkocht aan EVERAERT HENRICKS IN´T EKERSCHOT en GIJSBRECHT belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, datum en getuigen als boven

Genoemde EVERAERT uit de vorige akte heeft vanwege de rente van 4 gulden per jaar die de kinderen van CORNELIS JAN GHIJSBERTS in de ruil aan zichzelf hebben behouden, als schuldenaar beloofd om aan GHIJSBRECHT zoon wijlen CORNELIS JANSSEN voor zichzelf en ook voor diens broer MARTEN en SEBASTIAEN en nog voor ANNA dochter van genoemde CORNELIS JAN GHIJSBERTS, een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per aanstaande Maria Lichtmisdag over drie jaar en onderwijl steeds een rente van 4 gulden per jaar waarvan de eerste termijn per aanstaande Maria Lichtmisdag vervalt, datum en getuigen als boven
(in marge op pag 42: met instemming van genoemde GHIJSBRECHT en MARTEN namens zijn broer SEBASTIAEN conform een procuratiebrief d.d.3 februari 1598 gemachtigd, doorgehaald, 26 februari 1600 getekend A.HUIBRECHTS substituut secretaris.

7-8-1607 Verkoop akker (RA Oirschot Inv 146b akte 262 t/m 265 pag 175-bis-v en 176-bis))
---------------------------------------
ELISABETH dochter wijlen ANTHONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN geassisteerd door HENRIK zoon van AELBRECHT HENRICX haar voogd, verkoopt een akker groot 2 lopenzaad en 33 roeden gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belend door: HENRICK JANSZOON VAN BEERSE, HENRIK GIJSBERT HOPPENBROUWERS, DIRCK ANTHONIS SCHOOTS en en de gemeenschappelijke straat, aan JOSINA dochter van ROELANTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe EVERAERT HENRIKS IN´T EECKERSCHOT, om daarvan door haar het vruchtgebruik te hebben en vererving op haar kinderen. ELISABETH met haar voogd belooft alle lasten af te handelen behalve de grondchijns en behalve de gemeentelijke belastingen. De koopster moet zorgen voor het onderhoud van wegen en waterlopen, de getuigen waren VEN en H HOPPENBROUWERS

Verder is nadrukkelijk afgesproken dat als op de genoemde akker in de toekomst een pacht van 2 lopen rogge per jaar geëist mocht worden, dat de koopster die dan voor haar rekening moet nemen vanaf het moment van de koop en ELISABETH moet alle achterstallige termijnen die tot nu toe zijn vervallen, betalen. Als er meer lasten op de akker drukken dan de 2 genoemde lopen roggen dan zullen deze voor rekening van ELISABETH zijn die ook alle acherstallige termijnen en de grondchijns zal betalen, datum en getuigen als boven

De genoemde JOSINA met haar JAN HENRICKS IN´T EECKERSCHOT en genoemde HENRIK AELBERTS hebben samen en hoofdelijk beloofd om aan ELISABETH een bedragje van 56 gulden te zullen betalen, en wel heden over een jaar met een rente van 7% per jaar. Indien JOSINA binnen het jaar betaalt dan hoeft ze geen interest te betalen, datum en getuigen als boven
(in de marge: met instemming van partijen doorgehaald zoals uit het protocol van 1609 van 11 juni duidelijk blijkt.

Verder belooft JOSINA met haar voogd en zoon aan JAN IN´T ECKERSCHOT en HENRIK AELBREGTS dat zij hem m.b.t. deze belofte zal vrijwaren, datum en getuigen als boven

10-11-1607 Verzoekschrift (RA Oirschot Inv 146b akte 325)
------------------------------------------
JOSIJN weduwe van EVERAERT HENRIK IN´T EECKERSCHOT heeft met een wettelijke getuigenis, volgens de aanbeveling bij haar verzoekschrift gesteld, verklaard dat zij van de onder schepenen in bewaring zijnde som geld die toebehoorde aan BARTHOLOMEUS LOMBAERTS, recht heeft op 100 gulden en meer. Daarom wil zij dat door de secretaris opdracht zal worden gegeven aan bepaalde schuldeisers, die zij aan de secretaris zal opgeven. Voorwaarde is, dat zij goede Oirschotse borgen laat benoemen voor het geval iemand in de toekomst aanspraken mocht doen op de 100 gulden en dat de gemeente met een enkele betaling zal volstaan. Na opdracht hiervoor zijn door haar als borgen gesteld haar zwager JAN HENRICKS IN´T EECKERSCHOT als voogd over haar kinderen, en haar zoon PETER zoon van genoemde EVERART. Genoemde JAN belooft op onderpand van de goederen van haar kinderen en PETER op onderpand van zijn eigen goederen de gemeente ter zake van deze 100 gulden te zullen vrijwaren voor aanspraken tegenover de erfgenamen en crediteuren van genoemde BARTHOLOMEUS LOMBAERTS, getuigen waren VEN en NISTELROIJ

19-1-1608 Verdeling cijnsopbrengsten (RA Oirschot Inv 146b akte 017 pag 214, 214-v)
-----------------------------------------------------------
GOIJAERT LEONAERTS en JAN SIMONS VAN DEN BROECK met hun erfgenamen enerzijds en JOSINA dochter ROELANTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT IN´T EECKERSCHOT en CLAES JOOSTEN als man van ANNEKEN dochter van GRIETGEN HENRICK IN´T EECKERHOST en de kinderen van HENRICKS IN´T EECKERSCHOT ter andere zijde, hebben met elkaar een verdeling gemaakt van de navolgende cijnsopbrengsten
Bij deze verdeling hebben de genoemde GOIJAERT LEONAERTS en JAN SIMONS VAN DEN BROECK met hun erfgenamn door loting de cijns uit Oosterwijk met alle achterstallig termijnen gekregen

Bij deze verdeling hebben JOSINA dochter van ROELANTS VAN DER AMEIJDEN weduwe van EVERAERT HENRICKS IN´T EECKERSCHOT t.b.v. haar vruchtgebruik en ter vererving op haar kinderen, en CLAES JOOSTEN als man van ANNEKE dochter van GRIETGEN HENRICKS IN´T EECKERSCHOT en de kinderen van HENRIKS IN´T EECKERSCHOT samen de cijns van Tilburg gekregen inclusief alle achterstallige termijnen. Dit erfdeelzal van het andere deel per aanstaande Pasen 24 gulden ontvangen

De genoemde verdelers beloven elkaar deze verdeling na te zullen komen, getuigen waren VERHOEVEN en VERACHTER

11-6-1609 Overeenkomst betaling (RA Oirschot Inv 146c akte 176 pag 353, 353-v en 354)
-----------------------------------------------------
JOSINA dochter wijlen ROELANTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT IN´T EECKERSCHOT had indertijd van ELISABETH dochter van wijlen ANTHONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN die daarbij werd geassisteerd door HENRIK zoon van wijlen AELBRECHTS HENREIKS haar daarbij gekozen voogd, een akker gekocht van ca 2 lopenzaad en 33 en een halve roeden grootte,gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de heuvel, belend door:HENRICK JANSSEN VAN BEERS, HENRICK GIJSBERT HOPPENBROUWERS, DIRK ANTHONIS SCHOOTS en de gemeenschappelijke straat, e.e.a volgens een schepenbrief van Oirschot d.d. 7 augustus 1607. Daarvoor is op dezelfde datum 56 gulden beloofd,die een jaar na dato van de akte met 7% rente moest worden betaald. Omdat er gekonstateerd is, dat deze belofte nog niet is voldaan en om dit nu in vriendschap af te handelen, is genoemde JOSINA met haar zoon PETER verwekt bij genoemde wijlen EVERAERT IN´T EECKERSCHOT verschenen, welke PETER mede voor zijn broers en zusters optreedt, zijnde partij enerzijds en ADRIAAN JOOSTEN als gemachtigde van JENNEKE dochter wijlen KAREL ANTHONIS VAN DER AMEIJDEN zijnde zijn zuster (wie?) blijkend uit een machtiging die is opgemaakt voor WALRAVEN VAN MOERS als notaris in Gorichem d.d. 10 juni 1608, zoals ons is gebleken, als partij ter andere zijde.
Partijen zijn overeengekomen dat JOSINA genoemde ADRIAEN in diens hoedanigheid nu meteen f 31.15.- zal betalen waarmede een betalingsbelofte van 50 gulden is komen te vervallen, die JOSINA die zich daarvoor borg had gesteld voor deze wijlen KAREL ANTONISSEN, eerder had moeten betalen en verder is hiermee de belofte van 56 gulden vervallen die hiervoor is genoemd en nog de f 2.10.- vanwege schaarhout dat door JOSIJN verkocht en waarvan het geld door haar werd ontvangen en verder nog m.b.t. een dubbele hertogmunt of aelbertus, welk geld JOSIJN van WOUTER GERITS heeft ontvangen namens de minderjarige kinderen vanwege verhuur van land. Verder zijn alle overige aanspraken vervallen die genoemde ADRIAEN in diens hoedanigheid zou kunnen stellen t.o.v. genoemde JOSINA of haar kinderen en erfgenamen en geeft hiervoor volledige kwijting. Als zekerheidstelling voor het feit als er eventueel meer lasten opgenoemde akker zouden blijken te drukken dan in genoemde verkoopakte zijn genoemd, stelt ADRIAAN de helft van de akker bij JOSINA in onderpand om die voor 1 jaar te mogen gebruiken, maar daarvoor moet ADRIAAN in zijn hoedanigheid wel een jaar huur ontvangen. Genoemde JOSINA en ADRAEIN beloven elkaar om deze punten volledig na te zullen komen. Genoemde ADRIAAN belooft dat dit kontrakt door de broer van vermelde JENNEKE binnen nu en een jaar voor schepenen of een notaris laten goedkeuren, de getuigen waren GESTEL en LOON

4-7-1617 Verschil over rentes en obligaties (RA Oirschot Inv 148d akte 144 pag 66, 66-v,67)
----------------------------------------------------------
Er is een bepaalde kwestie ontstaan voor schepenen van Oirschot tussen PETER zoon wijlen ADRIAEN ANTONIS VAN ESCH als man van MARGRIET dochter van wijlen DIRCK JANSSEN VAN HAUT als partij ener zijde en JOSINA dochter van wijlen ROELANTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT HENRICKS IN´T EECKERSCHOT en haar kinderen als partij ter andere zijde, inzake bepaalde rentes en obligaties die de ene partij meent op de andere partij te vorderen te hebben. Om deze kwestie in der minne te regelen, en verdere onkosten hierover te vermijden, heeft genoemde PETER ADRIAENS VAN ESCH namens zijn vrouw en JOSINA geassisteerd daarbij met haar zoon PETER en verder JAN HENRIKS IN´T EECKERSCHOT zijnde de voogd van deze JOSINA en over haar kinderen, voor ons als schepenen verklaard in der minnen een overeenkomst te hebben gemaakt. JOSINA zal daarbij aan PETER ADRIAENS VAN ESCH die vandaag een bedrag van 34 gulden betalen, waarmee dan alle rentes en achterstand en obligaties etc. zijn voldaan die de ene partij op de andere partij meent te vorderen te hebben nu of in de toekomst. Geen van beide partijen zal hierover nog aanspraken jegens elkaar stellen. Hiermee zijn ook de proceskosten verrekend die een der partijen gemaakt heeft. Partijen beloven deze overeenkomst gestand te zullen doen, de getuigen waren CROM en VERACHTER die het aandroegen

4-7-1617 Verkoop aanspraak schuldbrief (RA Oirschot Inv 148d akte 145 pag 66-v en 67)
----------------------------------------------------------
JOSINA dochter van wijlen ROELANTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT HENRICKS IN´T EECKERSCHOT, daarbij geasisteerd door haar zoon PETER en door JAN HENRICKS IN´T EECKERSCHOT die optreedt als haar voogd over en over haar kinderen, verkoopt hierbij haar aanspraken inzake een schuldbrief die DIRCK ARIEN MARTENS VERHEIJDEN indertijd voor schepenen van Oirschot had beloofd ten behoeve van genoemde wijlen EVERAERT IN´T EECKERSCHOT, nu samen met de achterstalligheid daarvan voor zover het hen aangaat, maar verder niet als zodanig. Ze verkoopt die nu aan HENRIK JAN GOIJAERTS en JOSINA belooft alle lasten van haar kant af te handelen, de getuigen waren CROM en VERACHTER die het aandroegen

26-6-1618 Verdeling perceel weiland (RA Oirschot Inv 149b akte 122 en 123 pag 19 t/m 24)
---------------------------------------------------------
Heer JOOST VAN MERODE priester en kapelaan van de heer BARON VAN DUFFEL (lees heer FLORIS VAN MERODE, transcriptor J Toirkens) verder HENRICK DE LEEUW als rentmeester voor deze heer Baron voor de gemeente Oirschot, namens zoals ze zeggen voor deze heer Baron op te treden, verder PETER zoon wijlen EVERAERT HENRICKS IN´T EECKERSCHOT voor zichzelf handelend en optredend voor JOSINA weduwe van vermelde EVERAERT IN´T EECKERSCHOT en voor de andere kinderen van wijlen deze EVERAERT, voor zover het hen aangaat, verder MAIJKEN dochter van wijlen JACOP MOELENBROECK weduwe van JANS VAN DER MEER geassisteerd door JAN LEONART PHILIPS VAN HERSEL en door JAN ANTONISSEN als haar hierbij gekozen voogden, waarbij MAIJKEN voor zichzelf handelt maar ook voor HEIJLKEN, ook dochter van vermelde JACOP MOLENBROECKS zijnde haar zuster dus, hebben samen een verdeling gemaakt van een perceel eeuwsel of weiland groot ca 19 lopenzaad, dat ze samen bezitten, genoemde de Maercolf, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonkc belend door WOUTER ANDRIES SCHELLEKENS, JOORDEN en DIELIS kinderen van JAN DIELIS, MICHIEL JAN WILLEM SNELLAERTS en de gemeijnte aldaar.

Bij deze verdeling krijgen genoemde heer JOOST VAN MERODE (Joost als zoon van Willem van Merode is een neef van Floris van Merode) en HENRICK DE LEEUW in hun hoedanigheid de achterste helft van dat stuk weiland zoals dat is afgepaald, af te grenzen naast het perceel van MICHIEL JAN WILLEM SNELLAERTS en met de plicht om een erfscheidin met de andere helft te maken, ieder voor de helft. Dit perceel heeft recht van overpad over de andere voorste helft ervan. Er moeten dorpslasten worden betaald en men moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen en ook de andere lasten betalen die er van oudsher op hebben gedrukt vanwege de Heer Baron van Duffel op deze helft van het perceel.
Bij deze verdeling krijgen PETER EVERART IN´T EECKERSCHOT in zijn hoedanigheid en MAIJKEN MILENBROEKS de voorste helft van het vermelde perceel zoals daar is afgepaald, te begrenzen naast de gemeijnte aldaar en de erfafscheiding die gemaakt moet worden dient door ieder de helft uit te worden gevoerd. Er is plicht van overpad aan de andere helft en er moet worden gezorgd voor onderhoud van wegen en waterlopen. Er moeten dorpslasten op worden betaald en de andere lasten die van oudsher op deze helft drukken en door de voorouders van de weduwe en kinderen werden betaald.
Genoemde partijen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen deel zodanig zal betalen dat het deel van de ander daarvoor gevrijwaard blijft, de getuigen waren VERHOEVEN en LOON

PETER EVERAERTS IN´T EECKERSCHOOT voor zichzelf handelend en voor zijn moeder JOSINA uit de vorige akte en voor de andere kinderen en erfgenamen van vermeld EVERAERT INT´EECKERSCHOT en genoemde JOSINA voor zover het hen aangaat, verder MAIJKEN dochter van wijlen JACOP MOLENBROECKS weduwe van JANS VAN DER MEER geassisteerd door JAN LEONART PHILIPS VAN HERSEL en door JAN ANTONISSEN als haar hierbij gekozen voogden, waarbij MAIJKEN voor haarzelf handelt en nog voor HEIJLKEN dochter van genoemde JACOP MOLENBROEKS zijnde haar zuster, hebben samen een verdeling gemaakt van de helft, van de helft van een eeuwsel gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck op de Cattenberg aldaar genoemde de Maercolf, zoals hen dat samen vandaag ten deel is gevallen ten opzichte van de Heer Baron van Duffel of diens opdrachtgevers die de andere helft daarvan is toebedeeld, belend door: de gemeijnte aldaar, de helft van de Heer Baron, JOORDEN en DIELIS JAN DIELISSEN en WOUTER ANDRIES SCHELLEKENS.
Bij deze verdeling krijgt PETER de achterste helft van dat eeuwsel, grenzend aan het perceel van de Heer Baron, met recht van overpad over het stuk dat ervan wordt afgedeeld en de plicht om overpad aan dit andere deel te verlenen en aan de Heer Baron. Hij is verplicht een erfafscheiding aan te brengen en dat samen met de mededelers te doen, ieder voor de helft. Hij moet verder de oude lasten betalen die ervan oudsher op drukken samen ook met de dorpslasten

MAIJKEN JACOPS MOLENBROECK krijgt de voorste helft van de genoemde helft van het perceel te begrenzen en aan te leggen naast de gemeijnte aldaar. De perceelsgrens met het andere deel moet ieder voor de helft worden aangelegd en onderhouden, verder moet er overpad worden verleend aan het perceel van de Baron en dat van PETER en de zijnen. Er moeten dorpslasten betaald worden en te worden gezorgd voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Genoemde partijen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen deel zodanig zal betalen,dat de delen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven, datum en getuigen als boven

24-4-1620 Verkoop huis (RA Oirschot Inv 149b akte 102,103 pag 76 en 77)
--------------------------------------
JOSINA dochter van wijlen ROELANT VAN DER AMEIJDEN weduwe van EVERAERT IN´T EECKERSCHOT daarbij geassisteerd door haar zwager JAN IN´T EECKERSCHOT als haar hierbij gekozen voogd met nog PETER, ROELANT en CORNELIS haar zoons en nog JAN HENRICK JANSSEN haar zwager die voor zichzelf handelt en mede optreedt voor NICLAES SERMIJ als man van CATHALIJN en nog voor HENRIEKSKEN hun ongehuwde zuster, verkoopt hierbij haar huis, tuin, schop, schuur, grond en erven met de grachten die er omheen liggen, alles gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Keuvel aldaar belend door: met een hoek aan de straat, verder met een hoek aan LAMBERT JAN BRESSERS, JAN HENRICK SCHEPENS en de zijnen en JAN GERAERT ALAERTS. Ze verkopen dat bezit nu aan Senor FRANCHOIS PROUVEUR, schout van Kempenland. Het huis is te aanvaarden per aanstaande Bavodag, de dries en de boomgaard nu meteen en ook de tuin zodat de koper het fruit in de boomgaard en de gewassen in de tuin voor de helft zal hebben dit komende seizoen en het land en de kanten is te aanvaarden per aanstaand oogsttijd stoppelbloot, behoudens dat de verkopers het eikehout voor zichzelf willen houden en de gemerkte willigebomen, behalve de twee eikebomen die voor de poort staan en die bij het huis blijven. Verder ook behalve de kast en de beddekoets die in de grote kamer staat, dat blijft voor de verkopers. De verkopers beloven deze verkoop altijd gestand te zullen doen en alle lasten van hun kant af te handelen, behalve twee en een halve mud rogge (per jaar?) aan de weduwe KIESPENNINCK en een zester rogge Bossche maat en ook in Den Bosch te leveren volgens de brief daarover, verder nog 16 lopen rogge per jaar aan het kapittel van Oirschot, nog ca 2 en een halve stuiver of twee stuiver 3 oort als grondchijns aan de Hertog van Brabant, nog ongeveer een stuiver grondchijns in hetzelfde boek, nog 3 oort grondchijns aan het kapittel van Oirschot, nog ca 7 stuivers als jaargeld aan de kapelanen te Oirschot, voor zover die betaald moeten worden en nog 12 lopen rogge per jaar aan de zelfde kapelaans en de dorpslasten. De koper moet de burenplichten nakomen wat betreft onderhoud van wegen en waterlopen. Er moet worden geweegd door het hek van vermeld JAN HENRICKS VAN BEERSE (is hij dan dezelfde als JAN HENRICK SCHEPENS? , transcriptor J Toirkens) samen met anderen die daar recht toe hebben, de getuigen waren SCHENTKENS, NISTELROIJ en HAUBRAKEN, schepenen

Senor FRANCHOIS PROUVEUR schout van hiervoor heeft als schuldenaar belooft om aan de genoemde JOSINA en de verkopers die een bedrag van 1500 gulden te zullen gaan betalen, waarvan 500 gulden nu meteen, de andere 500 gulden met Kerstmis daarna zonder rente en de resterende 500 gulden per aanstaande Kerstmis over een jaar samen met de rente van 6 percent per jaar. Indien hij dat laatste bedrag binnen een jaar na heden dato betaald, zal er geen rente hoeven te worden betaald

(in de marge 1: de eerste 500 gulden zijn betaald op 24 april 1620, getuigen VERACHTER en HAUBRAKEN
(in de marge 2: de tweede termijn van 500 gulden heeft de schout aan genoemde JOSINA betaald, daarbij geassisteerd door haar zoons ROELANT en CORNELIS, datum 20 januari 1622, getuigen alle schepenen die het aandroegen
(in de marge 3: de laatste termijn van 500 gulden heeft vermelde schout aan de weduwe en aan haar zoon PETER en ROELANT betaald op 15 februari 1623, de getuigen waren: AELBRECHTS en NISTELROIJ

Op 26-2-1621 maakt JOSINA als weduwe weer haar testament op voor Not. LAMBRECHT VAN BOXTEL te Oirschot, genoemde personen verder in deze akte zijn: PETER EVERARTS ECKERSCHOT, ROELAND EVERARTS ECEKERSCHOT, HENRIECKSKEN EVERART ECKERSCHOT, de getuigen waren: REINEIER DE HEE pastoor, baccalaureaat in Oirschot en LAMBRECHT JANSSEN DE BRESSER

20-5-1634 Terugbetaling geld (RA Oirschot Inv 159 akte 191 folio 247, 248)
------------------------------------
Eerder had JOSINA weduwe van EVERAERTS INT EKERSCHOT in het jaar 1631 aan haar zoon CORNELIS ECKERSCHOT als burgemeester en ten behoeve van de gemeente Oirschot aan hem een bedrag van 300 geleend dat is aangewend voor de gemeente Oirschot vanwege haar grote lasten, waarvan deze CORNELIS met instemming van het bestuur van Oirschot in zijn afrekening daarvan melding heeft gemaakt zonder dat haar daarna dit geld is terugbetaald zoals blijkt uit de afrekening. Daarom beloven wij als schepenen en bestuur van Oirschot als schuldenaars dat wij deze JOSINA dat geld zullen terugbetalen samen met een rente van 6 percent, waarvan al reeds 3 jaar zijn betaald, steeds vervallend half maart en dat verder te continueren, geen getuigen vermeld
(in marge: CORNELIS ECKERSCHOT daartoe gemachtigd zijnde door zijn moeder, zal zoals hij verklaarde, heeft bekend deze 300 gulden van JAN STOCKELMANS te hebben ontvangen en stemt toe in doorhaling van deze belofte quod attestor G. GOOSSENS (van deze transactie in 1631 is geen akte te vinden)


De kinderen van EVERAERT HENRICX EECKERSCHOT en JOSINA ROELANTS VAN DE AMEIJDEN delen op 10-11-1641 de nalatenschap (RA Oirschot Inv 166 folio 505)

Hij is een zoon van Henrick Henricks Goijarts in´t Eeckerschot en Agnes Everts van Ammelroij. Evert is overleden vóór 27-08-1607 in Oirschot.
Beroep:

 

 

schepen van Oirschot in 1587

 

 


V-c Job Peters van der Ameijden, zoon van Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden en Josina (Joesten) Jan van der Heijden. Job is overleden vóór 20-09-1603. Job trouwde met Tanneken (Anneken) van Attevoort.
Notitie bij het huwelijk van Job en Tanneken: .
4-1-1578 Verkoop stuk heiveld (RA Oirschot Inv 142a akte 002, 003 folio 92, 92v)
-------------------------------------
JOB zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf en ook optredend voor GUILLIAM zijn broer, zoals blijkt uit een procuratiebrief opgemaakt voor notaris en getuigen te London d.d. 30-7-1575 verkoopt een stuk heiveld groot tussen de vijf en zes lopenzaad in een weiland genoemd de Kievits Hoeve, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: het erf dat ervan is afgedeeld, JAN WILLEM DIELIS, het godshuis van Postel, de gemeenschappelijke straat. Het perceel wordt nu verkocht aan AERDEN zoon DIELIS PETER DIELIS SNELLAERTS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve de dorpslasten. Om een scheiding tussen beide heivelden te kunnen maken mag de koper een strook van twee voet breed op het erf van de verkoper nemen om daar de greppel te maken, getuigen HOPPENBROUWERS en METSER.

AERT zoon wijlen DIELIS PETER DIELIS SNELLAERTS heeft als schuldenaar beloofd om aan JOBBEN PETERSSN VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van hem en voor zijn broer GUILLIAM VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 23 gulden te betalen per aanstaande Maria Lichtmisdag over een jaar, datum en getuigen als boven


Kinderen van Job en Tanneken:

1 Lucretia Job van der Ameijden. Lucretia:
(1) trouwde vóór 13-10-1600 in verm Amsterdam met Floris Heddens (Huddens).
Notitie bij het huwelijk van Lucretia en Floris: .
zij laten op 13-10-1600 in de Hervormde Oude Kerk te Amsterdam een dochter ANNA dopen en op 31-11-1601 wordt er een zoon FLORIS gedoopt (DTB Inv 38 folio 836 en 913)

Floris is overleden vóór 21-05-1614.
(2) trouwde vóór 21-05-1614 met Gerard Janssen.
2 Jasper Job van der Ameijden. Volgt VI-c.
3 Tanneke Job van der Ameijden. Tanneke trouwde met Hans Cleuterijnen.
Notitie bij het huwelijk van Tanneke en Hans: .
Er wordt op 23-6-1602 een kind van hen gedoopt (geen naam vermeld) in de Oude Kerk te Amsterdam, de vader was al overleden staat er bij vermeld (GA Amsterdam Inv 4 folio 38)

Hans is overleden vóór 23-06-1602 in Amsterdam.
4 Emken (Emmerensken) Job Peters van der Ameijden. Emken is overleden vóór 23-10-1639 in Oirschot. Emken:
(1) trouwde op 06-05-1587 in Oirschot (ondertrouw) met Bartholomeus (Bartelmeeus) Gerit Hasselmans.
Notitie bij het huwelijk van Emken en Bartholomeus: .
Op 21-5-1614 verklaart hun zoon GERARD BARTELMEEUS HASSELMANS 26 jaar oud te zijn (zie bij 3e huwelijk EMKEN) en hun zoon JOB is in 1615, 24 jaar oud

BARTHOLOMEUS en EMKEN hebben op 30-1-1603 hun testament gemaakt voor Heer CORNELIS JAN MERCKS vice pastoor te Oirschot zoals we in één van de onderstaande aktes kunnen lezen

20-6-1596 Aankoop akker (RA Oirschot Inv 144c akte 198, 199 folio 411v, 412r)
------------------------------
AERT zoon wijlen ANTONIS SGRAETS verkoopt een akker deels weiland, deels zand en deel korenveld, zoals hij dat heeft verkregen van de kinderen van MATHIJS VAN DE BERCKT gelegen in Oirschot, herdgang Kerkhof nabij de windmolen, groot ca 7 lopenzaad, belend door: JAN HERBERTS DE MULDER, de gemeijnte, ADRIAEN JAN DIRCKS. Hij verkoopt dit perceel nu aan BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS en AERT belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen CROM en HOUBRAKEN

Genoemde BARTHOLOMEUS heeft als schuldenaar beloofd om aan AERD SGRAETS een bedrag van 50 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente en nog 62 gulden per Maria Lichtmisdag over 3 jaar met een rente van 4 gulden per jaar, waarvan de eerste termijn a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar vervalt, actum als boven

in marge 1: de eerste 50 gulden zijn voldaan
in marge 2: met instemming doorgehaald en door een andere vervangen op de naam van NICLAES HERBERTS voor zijn uitzet, in het jaar 1600 (NICLAES is de schoonzoon van AERT SGRAETS)

7-5-1598 Machtiging (RA Oirschot Inv 145a akte 235, 236 folio 46r)
------------------------
WILLEM DE METSER onze collega schepen machtigt hierbij BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS om namens hem voor schepenen van Den Bosch te verschijnen om aldaar aan GEERLIJCK MICHIELS VAN DE SCHOOT een bedrag van 125 gulden te beloven, welk bedrag niet mag worden overschreden en dit bedrag met een rente te betalen, zoals met GEERLING afgesproken zal worden

Genoemde BARTHOLOMEUS HASSELMANS heeft beloofd om genoemde WILLEM DE METSER voor diens belofte te zullen vrijwaren, actum als boven

31-3-1600 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145b akte 086, 087 folio 176r)
--------------------------------
BARTHOLOMEUS zoon wijlen GERARD HASSELMANS heeft als schuldenaar beloofd om NICLAES HERBERTS VAN WINTELROIJ een bedrag van 62 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar en ondertussen 4 gulden vanwege rente, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, getuigen GESTEL en VLEMMINCKS

Hiermee is een voorgaande belofte komen te vervallen van 62 gulden die genoemde BARTHOLOMEUS eerder aan AERD SGRAETS had beloofd meer dan 3 jaar gelegen voor schepenen van Oirschot (zie verklaring bij akte d.d. 20-6-1596)

21-4-1601 Verkoop huis (RA Oirschot Inv 145b akte 117 t/m 119 folio 246r, 246v)
----------------------------
BARTHOLOMEUS zoon wijlen GERARD HASSELMANS verkoopt een huis en de bouwmaterialen zoals het nu staat me de halve tuin die erbij hoort, zoals hij dat heeft verkregen van de kinderen en erfgenamen van wijlen GHIJSBRECHT VAN DER HERDT, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: het erf van de verkoper, het erf dat eerder van de kinderen en erfgenamen van Heer LODEWIJK VAN DER LINDEN was, AERT DE LEEUW, de gemeenschappelijke straat. Hij verkoopt dat bezit nu aan DIRCK JANSSEN VAN ROIJ en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 1 gulden aan de rector van het Sint Wilbertsaltaar te Orischot. Er zal een weg moeten worden vrijgehouden vanaf dit erf vanag de straat tot aan de tuin en het huis, zowel van de koper als van de verkoper, zodanig dat men er met een kar langs kan tot aan de huizen, danwel tot het huis dat er nog wordt neergezet. De koper moet deze weg ook mee onderhouden en mag niemand anders deze weg laten gebruiken, getuigen METSER en VAN DER STERRE

DIRCK JANSSEN VAN ROIJ heeft als schuldenaar beloofd om aan BARTHOLOMEUS GERARD HASSELMANS een bedrag van 25 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 4 oktober 1604, getuigen H. HOPPENBROUWERS en STERRE (verm. heeft zijn vrouw EMKEN de instemming gegeven want BARTHOLOMEUS was toen als overleden, Georgina)

DIRCK JANSSEN VAN ROIJ verkoopt een kapitaal van 100 gulden dat GERAERD GERARDS VAN DER HOEVEN hem voor schepenen van Oirschot op 13 maart j.l. had beloofd op a.s. Maria Lichtmisdag te betalen, nu aan BARTHOLOMEUS GERARD HASSELMANS. DIRCK belooft dat als dit bedrag niet door genoemde GERARD GERARDS VAN DER HOEVEN wordt betaald of omdat deze is vertrokken, dat DIRCK dan alsnog deze BARTHOLOMEUS deze som op Maria Lichtmisdag a.s. samen met alle kosten van de rechtsprocedure etc. zal betalen, actum als boven

20-9-1603 Verkoop aambeeld (RA Oirschot Inv 145c akte 168 folio 388v)
-----------------------------------
EMMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN weduwe van BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS, geassiteerd door HENRICK GERAERT HASSELMANS, haar en haar kinderen voogd, verkoopt een aambeeld dat BARTHOLT DEN SMID (lees BARTHOLOMEUS HASSELMANS) in zijn leven heeft gebruikt en wel in de omvang en gewicht zoals dat door haar man is achtergelaten. Het wordt nu verkocht aan FRANCK WIJNANT HENRICKS VAN DER RIJT, getuigen GESTEL en LOON

23-12-1603 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 145c akte 211 folio 400r, 400v)
---------------------------------
EMMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN weduwe van BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS en HENRICK GERARDT HASSELMANS haar voogd en van haar kinderen, heeft verklaard dat HENRICK GOERT VOGELS aan hen een jaarlijkse rente heeft afbetaald van 30 stuivers samen met de achterstalligheid daarvan. Door deze troubele tijden is de brief daarover kwijtgeraakt, maar mocht de brief tevoorschijn komen, dan zal ze daar geen aanspraken meer aan ontlenen, getuigen VLEMINCKS en WINTELRE

6-5-1604 Verkoop heiveld (RA Oirschot Inv 145c akte 094 folio 426v, 427r)
-------------------------------
EMMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN weduwe van BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS geassisteerd door HENRICK GERART HASSELMANS en CORNELIS JAN SCHOTELDRAAIERS als haar voogden en ook als voogden over haar kinderen, die middels een testament door BARTHOLOMEUS en EMERENSKEN werden benoemd, opgemaakt voor Heer CORNELIS JAN MERCKS vicepastoor te Oirschot .d.d. 30 januari 1603, zoals ons dat is gebleken, verkoopt een heiveld groot ca 7 lopenzaad, zoals BARTHOLOMEUS dat eerder had verkregen van wijlen AERD SGRAETS secretaris, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: JAN HUIBEN DE MOLENAAR, de gemeijnte, de Brouwershoeve. Zij verkoopt het nu na ingewonnen advies van haar voogden aan JAN zoon wijlen HENRICK SCHEPENS en EMMERENSKEN belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen VEN en NISTELROIJ

Genoemde JAN HENRICK SCHEPENS heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde EMMERENSKEN en haar voogden een bedrag van 80 gulden te zullen betalen, waarvan JAN JAN RUTGERS VAN KERKOERLE als man van ALEIJDEN dochter van wijlen AERT SGRAETS vanwege de aankoop door BARTHOLOMEUS HASSELMANS van AERD SGRAETS en diens betalingsbelofte daarvan, 60 gulden toekomt, en de resterende 20 gulden aan LIJSKEN weduwe van FRANS GOERTS dienen te worden betaald vanwege opgenomen geld, die BARTHOLOMEUS bij het kopen van het scholasterhuis had geleend en wel ter ontlasting van genoemde voogden, actum als boven

in marge: genoemde EMERENSKEN verklaart door JAN SCHEPENS geassisteerd door HENRICK GERAERT HASSELMANS te zijn voldaan, 5 juli 1610, getuigen D. HOPPENBROUWERS en VEN

Over deze verkoop is in het jaar 1638 een kwestie die al vanaf 12 januari 1633 speelt (zie bij 3e huwelijk EMERENSKEN)

4-10-1604 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 145c akte 200, 201 folio 447r, 447v)
-------------------------------
BARTHOLOMEUS zoon wijlen GERERT HASSELMANS had op 21 april 1601 voor schepenen van Oirschot aan DIRCK JANSSEN VAN ROIJ een huis en materialen verkocht en een halve tuin, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: het erf van de koper, vroeger het erf van de kinderen en erfgenamen van Heer LODEWIJCKS VAN DER LINDEN. Nadien had deze DIRCK VAN ROIJ dit huis weer verkocht en voor schepenen van Den Bosch overgedragen aan Heer JAN DAEMS priester, kanunnik en scholaster van de collegiale Sint Peterskerk te Oirschot, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 21 mei 1603, waarvoor DIRCK verklaarde te zijn voldaan. Bij beide transporten is verzwegen dat er een jaarlijkse chijns van 4 ponden paijment betaald moet worden aan het klooster van Sint Clara staande in de Hintamerstraat in Den Bosch. Thans zijn voor ons schepenen verschenen EMMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, weduwe van BARTHOLOMEUS GERART HASSELMANS samen met HENRICK GERART HASSELMANS en HENRICK AELBRECHTS haar hierbij gekozen voogden en DIRK JANS VAN ROIJ, partij enerzijds en heer JAN DAEMSCH kanunnik en scholaster partij anderzijds en hebben vanwege deze jaarlijkse pacht en minnelijk akkoord gesloten. Genoemde EMMERENSKEN en HENRICK GERART HASSELMANS en HENRICK AELBRECHTS en DIRCK JANSSEN VAN ROIJ, hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd een bedrag van 100 gulden te zullen betalen aan genoemde Heer JAN DAEMS en dat vanwege alle kosten etc. die op dit huis drukten. Daarnaast heeft EMMERENSKEN beloofd dwars door de tuin een dorenheg aan te planten, ieder half op zijn perceel, met een hek vooraan de straat. Genoemde Heer JAN DAEMS heeft voortaan aangenomen deze verzwegen 28 stuivers per jaar aan het klooster van Sint Clara te zullen gaan betalen, zodanig dat het bezit van genoemde EMMERENSKEN daarvoor gevrijwaard zal blijven. Partijen beloven over en weer deze overeenkomst na te zullen komen, getuigen H. HOPPENBROUWERS en STERRE

EMMERENSKEN weduwe van BARTHOLOMEUS HASSELMANS met HENRICK GERART HASSELMANS en HENRICK AELBRECHTS haar voogden, hebben beloofd DIRCK JANSSEN VAN ROIJ voor diens belofte te zullen vrijwaren, actum als boven

Bartholomeus is overleden vóór 20-09-1603 in Oirschot.
Notitie bij overlijden van Bartholomeus: .
Hij is overleden tussn 6-10-1602 waarin hij nog vermeld wordt als voogd over de minderjarige kinderen van DIRCK WILLEM FAESSEN (RA Oirschot Inv 145b akte 162 folio 325v) en voor 26-7-1603 wanneer zijn vrouw EMKEN een aambeeld verkocht na zijn overlijden)

Beroep:

 

 

smid te Oirschot

 

 

(2) trouwde omstreeks 1607 met Dirck Adriaens Marselaer (Maerselaer).
Notitie bij het huwelijk van Emken en Dirck: .
weduwnaar van Peterke Goossen Seberts (hebben een zoon Adriaen)

12-4-1609 Testament (RA Oirschot Inv 146c akte 124 folio 337 t/m 338v)
--------------------------
In de naam van de Heer Amen. Vandaag op 12 april 1609 is voor ons schepenen de geachte DIRCK VAN DE MAERSELAER verschenen en EMKEN zijn dochter wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, zijn wettige vrouw. Genoemde DIRK ligt in bed, maar is wel in het bezit van zijn verstand en zintuigen, genoemde EMKEN is gezond, zoals ieder dat kon waarnemen. Genoemde echtgenoten, indachtig het woord van de profeet "Bereid Uw huis, want gij moet sterven en niet leven" willen, gezien de ongewisheid van het aardse bestaan, niet van deze aarde scheiden zonder dat ze eerst hun testament hebben gemaakt. Ze bevelen hun ziel, na hun overlijden aan bij de Almachtige God en aan de Heilige moeder Maria. Zij willen dat hun lichaam in gewijde aarde wordt begraven na een kerkdienst. Zij vermaken aan Sint Jans Evangelist in Den Bosch zijnde hun patroon, en aan de Sint Peterskerk alhier, elk 1 stuiver eens voor alle onrechtvaardigheden die ze in hun leven hebben begaan, al dan niet onwetend. Verder vermaken zij aan de pastoor, de koster en de 4 biddende ordes elk hun recht. Komend tot de beschikking over hun aardse goederen, vermaakt DIRK als testateur, indien zijn vrouw EMKEN hem overleeft, haar een bedrag van 150 gulden eens, waarover hij macht heeft te beschikken op grond van het testament dat hij eerder met zijn eerste vrouw PETERKEN dochter wijlen GOOSSEN SEBERTS had opgemaakt voor Heer CORNELIS JAN MERCX vicepastoor in Oirschot op 27 juni 1602 en de helft van het bezit, boven alle lasten die erop drukken van het goed te Aerle en van het weilandje aan het Kestgen (Kastje is kapelletje van Sint Anna onder Aerle) aldaar. Van genoemd bezit krijgt EMKEN het vruchtgebruik om daarmee hun beider zoon JANTJE op te voeden en naar de school te sturen. Na hun beider dood vervalt deze helft aan genoemde JAN. De andere helft van genoemde goederen vermaakt de testateur aan hun beider zoon JAN. Indien EMKEN genoemde JAN niet zou onderhouden zoals het behoort of indien zij hertrouwt dan wil genoemde testateur, dat in dat geval, dit recht van vruchtgebruik dat aan EMKEN is vermaakt, mede naar hun beider zoon JAN zal overgaan om daarmee te worden onderhouden. Indien deze JAN geen wettige nakomelingen heeft bij diens overlijden, dan zullen de goederen versterven op ADRIAAN de voorzoon van de testateur, verwekt bij genoemde PETERKEN. Indien ook ADRIAEN geen wettige nakomelingen heeft dan zullen de goederen vervallen aan de naaste erfgenamen van de testateur waarbij de dode partij met de levende moet delen. Verder wil de testateur dat EMKEN voor haarzelf de grote eikeboom zal behouden die in herdgang Straten staat die haar moeder aan haar heeft geschonken. Omdat ook de moeder van de testatrice nog leeft en de testateurs m.b.t. haar bezit niet kunnen beschikken en testeren zolang zij nog leeft, willen ze deze nalatenschap volgens Oirschots recht laten toevallen. De testateurs behouden zich het recht om dit testament later alsnog zaken toe te voegen of te laten vervallen al naar gelang hun keuze. Zij wensen dat dit testament zal worden uitgevoerd, hetzij als testament, codicil of anderzins, hetzij naar geestelijk of naar wereldlijk recht, ook al zouden niet alle wettelijke bepalingen hierbij in acht zijn genomen. Indien sommige stedelijke of landelijke rechtsbepalingen met dit testament in strijd zouden zijn, dan willen ze dat die bepalingen hierbij uitgesloten worden. Het testament is opgemaakt in het woonhuis van de testateurs, staande in Oirschot in de Notel, in aanwezigheid van HENRICK MARTEN BUCKINCX en JAN HERBERTS VAN WINTELROIJ schepenen

28-7-1609 Afstand aanspraken (RA Oirschot Inv 146c akte 229 folio 370r, 370v)
-------------------------------------
EMERENSKE dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, weduwe van BARTEL GERIT HASSELMANS haar eerste man, geassisteerd door haar voogd HENRICK GERRIT HASSELMANS, doet afstand van al haar aanspraken m.b.t. een gangetje genoemd het Ganzekooike, belend door: NICLAES JASPERS, MICHIEL BERNAERTS, de eerwaarde Heer JOHAN DAEMS vicedeken en scholaster van de Sint Peterskerk in Oirschot, het O.L. Vrouwekerkhof. Zij doet hiervan afstand voor de tijd dat ze leeft en niet langer en wel ten behoeve van genoemde Heer JOHAN DAEMS, ook voor de tijd dat hij leeft en niet langer. Het paadje kan direkt worden aanvaard en mag door hem worden bebouwd als hij dat wil. Voorwaarde is wel dat zodra Heer JOHAN DAEMS is overleden, dat alle materialen zoals hout, ijzerwerk etc. die zich daarop bevinden, zullen moeten blijven staan en niet mogen worden afgebroken. Daarvoor zal Heer JOHAN DAEMS een erfelijke chijns overnemen van 1 pond Bosch "paijment" per jaar met de achterstalligheid daarvan van 5 jaar, welke rente wordt geheven op het gangetje en de daarbij liggende gronden. Genoemde Heer JOHAN DAEMS belooft deze rente met de achterstand zodanig te betalen zolang hij leeft, dat genoemde EMKEN en haar kinderen daarvoor gevrijwaard zullen blijven. Indien EMKEN eerder overlijdt dan Heer JOHAN DAEMS en als haar kinderen of hun voogden het gangetje dan niet willen missen, dan moet in dat geval Heer JOHAN DAEMS het bouwerk van hout, ijzer, steen etc. afbreken en dan mag het gangejte weer door deze kinderen worden teruggenomen tegen een betaling van het genoemd pond "paijment", getuigen GESTEL en SROIJEN

Dirck is overleden in 1610.
(3) trouwde vóór 21-05-1614 met Henrick Servaessen alias Coomans.
Notitie bij het huwelijk van Emken en Henrick: .
21-5-1614 Machtiging (RA Oirschot Inv 148a akte 138 folio 419v, 420r)
-------------------------
HENRICK SERVAESSEN als man van EMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN en GERARD zoon wijlen BARTELMEEUS HASSELMANS verwekt bij deze BARTELMEEUS HASSELMANS, de eerste man van vermelde EMKEN, die verklaart 26 jaar oud te zijn, machtigen hierbij ANNEKEN VAN ATTEVOORT weduwe van genoemde JOB VAN DER AMEIJDEN hun respectievelijke moeder en grootmoeder met nog GERARD JANSSEN als man van LUCRETIA dochter van wijlen genoemde JOB VAN DER AMEIJDEN en van vermelde ANNEKEN die allen in de stad Amsterdam wonen, welke ANNEKEN hierbij niet aanwezig is, maar GERARD die wel aanwezig is en deze opdracht als zodanig accepteert. De gemachtigden krijgen opdracht en machtiging om alle grond van de hofstede te verkopen die hier in Oirschot ligt en waarop ze recht hebben in herdgang Straten. De koper moet daarvan een transportakte krijgen, en de gemachtigde moet verder alles doen wat het het belang van de zaak is, getuigen CROM en VERACHTER die het aandroegen

1-12-1615 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 148b akte 264 folio 353r, 353v)
------------------------------
GERAERDT zoon wijlen BARTHOLOMEUS GERAERTS HASSELMANS verwekt bij deze BARTHOLOMEUS bij diens vrouw EMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, samen met diens broer JOB die ongeveerd 24 jaar oud is, maar desondanks tocht wordt geassisteerd door genoemde GERAERT als zijn broer, verkopen hierbij een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge, maat van Oirschot, welke pacht CORSTIAEN GIELIS QUIRIJNS eerder had beloofd uit een stuk land genoemd het Pollenland, gelegen in Oirschot herdgang Straten. Deze pacht heeft wijlen hun vader BARTHOLOMEUS steeds geheven op onderpand van land van DIELIS CORSTEN DIELIS QUIRIJNS en diens zusters. De brieven van deze pacht zijn door de afgelopen voorbije roerige tijden in het ongerede geraakt en hun genoemde moeder, geassisteerd met HENRIK SERVAESSEN alias COOMANS haar huidige man, heeft daar afstand van haar recht van vruchtgebruik voor gedaan ten behoeve van haar zonen GERARD en JOB. Ze verkopen deze pacht nu samen met alle vervallen termijnen daarvan aan GERARDEN zoon HIERONIJMUS VAN KELST en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen BUCKINCKS en LOON die het aandroegen

23-11-1615 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 148b akte 257 t/m 259 folio 349r t/m 350v)
----------------------------------
EMERENSKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, weduwe van BARTHOLOMEUS GERAERTS HASSELMANS haar eerste man, geassisteerd door HENRICKEN SERVAESSEN (van Boxtel) haar huidige man, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, hofstede, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de erfgenamen van Heer JAN DAEMS, toen hij leefde vicedeken en scholaster van de Sint Peterskerk te Oirschot, waar nu de pastorie van Oirschot in is gevestigd, het O.L. Vrouwekerkhof, de weduwe van AERTS DE LEEUW en haar kinderen, de gemeenschappelijke straat. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van GERARDEN en JOB, gebroeders en zonen van deze EMERENSKEN verwekt bij genoemde BARTELMEEUS GERITS HASSELMANS, getuigen WINTELROIJ en SCHOOT

GERAERDT en JOB, gebroeders en zonen van BARTELMEUS GERIT HASSELMANS uit de vorige akte, samen met HENRICK GERIT HASSELMANS als hun voogd beloven hun moeder EMERENSKEN en aan HENRIK SERVAESSEN haar man, zijnde hun stiefvader, die een jaarlijkse rente van 8 gulden te gaan betalen en wel gedurende het leven van genoemde EMERENSKEN en niet langer dan als zodanig. De rente vervalt elk jaar op Sint Catharinadag en voor de eerste keer per a.s. Catharinadag over 1 jaar, vrij van alle belastingen en heffingen, op onderpand van het 4e deel van een akker gelegen in Oirschot herdgang Straten, die eigendom van deze GERARD en JOB is, belend door: de lopende straat, AGNEESE weduwe LAMBERTS GOORTS. Ook nog op onderpand van het 4e deel van een beemd genoemd de Veerdonck en nog op onderpand van het 4e part van een andere beemd genoemd de Cuijterman, beiden ter zelfder plaatse gelegen, actum als boven

Vervolgens draagt genoemde HENRICK SERVAESSEN als man van vermelde EMERENSKEN uit de vorige akte aan GERARD en JOB als man van genoemde EMERENSKEN uit de vorige akte aan GERARD en aan JOB een jaarlijkse pacht over van 6 lopen rogge, te betalen door DIELIS CORSTENS die in herdgang Straten woont, waarvan de brief door de voorbije onrustige tijden vermist is geraakt zoals EMERENSKEN verklaart. Ook draagt hij aan hen zijn aanspraken over als echtgenoot inzake een heiveld dat JAN HENRICK SCHEPENS op dit moment gebruikt. Verder draagt hij de aanspraken over van een bepaald stuk land, dat wijlen Heer JOHAN DAEMS vicedeken en scholaster te Oirschot, toen hij leefde van het vermelde huis uit de vorige akte had ingenomen. Genoemde GERIT en JOB mogen dat bezit direkt aanvaarden en HENRIK doet er afstand van, actum als boven

31-3-1615 Afstand beemd (RA Oirschot Inv 148b akte 278 folio 362v, 363)
-------------------------------
EMKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN geassisteerd door HENRICK SERVAESSEN als haar man, heeft verzocht aan WOUTER ANDRIES SCHELLEKENS, dat deze WOUTER afstand zal doen vanwege het recht van vernadering van een beemd of weiland met een daaraan gelegen staartje, genoemd de Tanghe en biedt deze WOUTER hiervoor kontant geld aan en belooft die alles te zullen vergoeden, wat hij er zelf eerder voor heeft betaald, alsook het schepenloon en schrijfgeld en de verdere uitgaves hierover. Genoemde WOUTER verklaart dat hij met geld tevreden is en heeft haar hierbij deze beemd ook weer overgedragen. WOUTER belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen BUCKINCKS en LOON

Genoemde EMKEN uit de vorige akte geassisteerd door haar man, heeft de hiervoor vermeld beemd weer verhuurd aan genoemde WOUTER en wel voor 10 jaar tegen een huur van 6 gulden per jaar . Partijen beloven elkaar deze huur gestand te zullen doen onder het beding dat EMEKEN het vermelde geld van hiervoor alsnog aan WOUTER zal voldoen, actum als boven

19-3-1616 Onenigheid tussen broers (RA Oirschot Inv 148c akte 060 t/m 062 folio 134r t/m 135v)
--------------------------------------------
GERIT BARTELMEEUWS HASSELMANS die geboortig is van Oirschot en tegenwoordig in Amsterdam woont, heeft dreigementen aan zijn broer geuit, dat hij hem neer wilde slaan, zoals hij onlangs nog iemand anders neergeslagen zou hebben en daarvoor is hij namens de officier nu in hechtenis gesteld om de waarheid daarover te achterhalen. Genoemde GERART en daarbij diens broer JOB en nog verder HENRICK SERVAESSEN, zijnde de stiefvader van vermelde GERARDT die in Boxtel woont, hebben daarbij aan de schout verklaard om een wettig bewijs te zullen overleggen uit de stad Amsterdam, dat deze GERART aldaar of in de buurt daar, geen ongeluk heeft veroorzaakt of manslag, maar dat deze beweringen uit woede zijn gezegd, zonder dat hij zich op enigerlei wijze misdragen zou hebben. Daarmee is de schout vooralsnog tevreden gesteld om daarmee hem de vrijheid terug te geven onder borgtocht overigens en de verplichting dat, dat bescheid uit Amsterdam er zal komen en wel in de a.s. maand Mei samen met 1 goed Hollandse kaas, onder borgstelling van een boete van 100 daalders ten gunste van de schout als hieraan niet wordt voldaan. En als de schout onderwijl zou komen te vernemen dat GERART in Amsterdam of daar in de buurt wel een manslag heeft gepleegd, dan mag de schout vervolgens op kosten van het bezit van deze GERART verder procederen. Genoemde JOB en HENRICK SERVAESSEN hebben zich hiervoor nu borg gesteld, getuigen VELDEN en GOOSSEN

Daarvoor heeft genoemde GERART uit de vorige akte zich nu verbonden, met als onderpand al zijn bezittingen om alles te zullen voldoen en zijn broer JOB en stiefvader HENRICK voor hun borgstelling te zullen vrijwaren, actum als boven

in de marge van voor-voorgaande akte:
De schout ontslaat genoemde JOB en HENRICK SERVAESSEN voor zover het bescheid of het de vermelde geldsom betreft, maar de belofte van de kaas blijft gehandhaafd. JOB belooft dat als er niets waar blijkt te zijn van de grootspraak van de manslag, dat hij dan aan de schout een bedrag van 100 Philipsguldens zal betalen danwel ander gangbaar geld, 13 mei 1616 getuigen NISTELROIJ en GOOSSENS

21-3-1616 Betalingsbelofte, aankoop helft huis (RA Oirschot Inv 148c akte 062 t/m 064 folio 135r, 135v, 136r)
--------------------------------------------------------
JOB zoon wijlen BARTEL GERAERTS HASSELMANS heeft als schuldenaar beloofd om aan JOIRDEN wijlen JAN PHILIPS VAN HEERSEL, die een bedrag van 100 gulden te zullen gaan betalen en wel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, samen met de rente van 2 jaar van 6 gulden steeds. Indien JOB dan niet terugbetaald zal de vermelde rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan, maar men moet over en weer elkaar met 1 maan d of 6 weken voorafgaand aan Maria Lichtmisdag opzeggen, getuigen VEN en VELDE
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 5 februari 1618 en door een andere betalingsbeloft van 50 gulden vervangen, getuigen WINTELRE en LOON)

GERAERT zoon wijlen (BARTHOLOMEUS) GERART HASSELMANS verwekt door deze (BARTHOLOMEUS) GERART bij EMKEN dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij de helft van een huis en daarbij horende grond, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, waarvoor zijn moeder EMKEN met haar tegenwoordige man HENRICK SERVAESSEN onlangs voor schepenen van Oirschot afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan, belend door: de erfgenamen van wijlen Heer JOHAN DAEMS, toen hij leefde vicedeken en scholasticus van de Sint Peterskerk te Oirschot, waarin nu de pastorie van Oirschot is gevestigd, het kerkhof van de O.L. Vrouw, de weduwe van AERTS VAN LEEUWEN en haar kinderen, JAN GERAERTS, de gemeenschappelijke straat. Hij verkoopt deze helft nu samen met alle lasten die erop drukken aan zijn broer JOB (BARTHILOMEUS) GERART HASSELMANS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, actum als boven

De koopsom bedraagt 169 gulden boven alle lasten die erop drukken, welk bedrag GERART bij de overdracht heeft ontvangen, behalve een bedrag van ca 5 gulden die JOB nog aan GERARD had gegeven of voorgeschoten en nog de kosten van de lijfkoop, actum als boven

21-3-1618 Vermelding bij aankoop dries (RA Oirschot Inv 149a akte 061, 062 folio 59, 60)
-----------------------------------------------
ADRIAENS zoon DIRCK ADRIAENS VAN DEN MARSELAER * geassisteerd door PETER GIJSBERT HOPPENBROUWERS, zijnde de vader van ADRIAENS vrouw, verder mede geassisteerd door CORNELIS WOUTERS en door DIRKC ARIENS VAN DER HEIJDEN als zijn voogden, verkopen hierbij een dries gelegen in Oirschot herdgang Aerle, behalve de opgroeiende eikebomen, belend door: RUTGER HENRICK JANSSEN, genoemde DIRCK ADRIAENS VAN DER HEIJDEN, de gemeijnte aldaar. Hij verkoopt het perceel nu aan AERDEN zoon van genoemde DIRCK VAN DER HEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de dorpslasten. De koper moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen LOON en SROIJEN

* hij is de zoon van DIRCK ADRIAENS VAN DEN MARSELAER en EMERENSKEN JOB VAN DER AMEIJDEN

AERT zoon DIRCK ADRIAENS VERHEIJDEN uit de vorige akte heeft als schuldenaar beloofd om aan ADRIAEN zoon wijlen DIRCK ADRIAENS VAN DEN MARSELAER en aan diens vader (moet zijn moeder zijn) en vermelde voogden die een bedrag van 121 gulden te zullen betalen per a.s. half maart over 1 jaar en onderwijl steeds een rente van 6 gulden per jaar, waarvan het eerste jaar vervalt per a.s. ..? Indien AERT VERHEIJDEN in de tussentijd enig geld aan ADRIAEN of aan diens vader (stiefvader of de vader van zijn vrouw ?) wenst te betalen dan zal de rente worden aangepast al naar tijdsgelang. Afspraak is dat AERT VERHEIJDEN per a.s. Sint Jans dag of daaromtrent aan EMKEN weduwe van DIRCK ADRIAENS VAN DEN MARSELAER die nu is gehuwd met HENRICK SERVAESSEN, die een bedrag van 7 gulden en 5 stuivers zal betalen. Als zekerheid stelt AERT VERHEIJDEN de hiervoor vermelde dries in onderpand, zodat daarop eventueel de vordering kan worden verhaald, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald 15 maart 1623 getuigen NISTELROIJ en AUDENHOVEN

AERT VERHEIJDEN verklaart nog aan de verkoper en diens vrouw een voorschot te hebben geschonken ter waarde van 6 gulden en nog 1 ton bier als lijfkoop, actum als boven

9-9-1630 Afstand vruchtgebruik, machtiging (RA Oirschot Inv 155a akte 222, 223 folio 326, 327)
-----------------------------------------------------
EMMERENTIANA dochter van wijlen JOB VAN DER AMEIJDEN weduwe van BARTHOLOMEUS GERIT HASSELMANS met haar voogd WOLFERT CRUIJS doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake de helft van een kleine hofstad, gelegen in herdgang Straten en inzake een beemd gelegen in het Besterbroek, genoemd de Verding (hierna blijkt de beemd de Coterman te heten gelegen nabij de Verding), dat ze van vermelde BARTHOLOMEUS had geerfd. Ze doet er afstand van ten behoeve van haar zoon GERIT en ten behoeve van de kinderen van haar zoon JOB. Ze belooft alle lasten van haar kant af te handelen. Voorwaarde is wel dat haar kinderen haar jaarlijks zolang ze leeft uit haar bezit 22 gulden zullen betalen zoals deze GERIT en verder RUTGER HENRICK HASSELMANS als voogd over de vermelde kinderen van haar zoon JOB hebben beloofd. Verder dienen ze bij de verkoop van dat bezit te bepalen, dat de koper ervan voldoende kapitaal moet bezitten om daaruit die rente van 22 gulden betaald kunnen worden, getuigen LOON en GOOSSENS

GERIT zoon wijlen BARTHOLOMEUS HASSELMANS machtigt hierbij op de best mogelijke wijze RUTGER HENRICK GERIT HASSELMANS om zijn aandeel in de kleine hofstad van hiervoor en ook zijn aandeel in de beemd genoemd de Couterbeemd gelegen in Oirschot aan de Nijendijck aldaar nabij de Verdingen in het openbaar te verkopen. De gemachtigde mag daarvan echter niet het geld ontvangen, hetgeen de opdrachtgever zelf zal doen, danwel dat hij daarvoor alsnog iemand anders zal aanwijzen om dat geld te ontvangen, actum als boven

Omdat EMERENSKEN ook in onderstaande akte wordt vermeld heb ik deze opgenomen. Van de verkoop zelf heb ik een kleine samenvatting gemaakt, Georgina

10/12-9-1630 Verzoek om verkoop hofstad (RA Oirschot Inv 155 akte 287 folio 408 t/m 410
----------------------------------------------------
Kopie
"Hierbij geven RUTGER HENRICKS HASSELMANS en HENRICK JAN PHENNINCKS als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS te kennen, dat EMMERENSKEN zijnde de grootmoeder van genoemde minderjarigen kinderen ten behoeve ook van deze minderjarigen en haar zoon GERIT, afstand heeft gedaan van het vruchtgebruik van een kleine hofstad en 2 beemden, waarvan de kinderen van HENRICK GERRIT HASSELMANS (EMKENS eerste man) de éne helft toekomt, genegen zijn deze helft te verkopen, omdat vanwege de vele erfgenamen ze niet in onderdelen apart willen verkopen en daarom willen zij zelf ook graag tot verkoop overgaan omdat al later de andere helft verkocht zou worden, dat deze kinderen hun kleine gedeeltes daarin ook moeilijk zouden kunnen gebruiken. Maar de verkoop kan alleen geschieden met Uw toestemming en wij verzoeken derhalve ons deze gunst te willen verlenen en een schepenbankdecreet uit te vaardigen en de verzoekers beloven het geld van deze verkoop aan te wenden en te beleggen ten behoeve van de vermelde minderjarigen en dat is de beste oplossing van deze kinderen " (einde verzoekschrift)

Daarna stond er in de marge bijgeschreven: het advies is gewenst van de naaste vrienden van deze kinderen, die geen voogden mogen zijn.
Daaronder stond: in opdracht van heren schepenen van Oirschot en was ondertekend door G. GOOSSENS, secretaris

Op de rug van het verzoek stond geschreven: gezien door ons: JAN MEEUS GORTERS en SIMON MATHEEUS CLABBERTS als zijnde resp. neef en couzijn van de vermelde minderjarige kinderen van JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS, ontvangen verzoek ingediend door de voogden van deze kinderen aan U gericht zijnde, is het ons advies om tot verkoop van dat bezit over te gaan, voor zover U daar ook toestemming voor geeft en daarvoor aan de verzoekers een schepenbankdecreet te willen geven, met de verplichting dat de koopsom zal worden aangewend en op de beste manier wordt belegd voor de vermelde kinderen, 10 september 1630, als oorkonde opgemaakt en door ons ondertekend in aanwezigheid van LOON en S. VERHOEVEN als schepenen, was ondertekend: SIMON MATHEUS CLABBERTS en nog voorzien van een merkteken en daarbij: dit + stelde (merkteken) genoemde JAN MEEUSSEN.
Daaronder stond geschreven: Daarna gezien het advies van deze SIMON MATHEEUS CLABBERTS en JAN MEEUSEN zijn resp. neef en cousijn van de minderjarige hebben heren toegestemd om de goederen die in het verzoek staan vermeld, te mogen verkopen na 3 Zondagse openbare afkondigingen daarover in aanwezigheid van schepenen, onder het beding dat de koopsom daarvan wordt aangewend en op de beste wijze tegen rente wordt belegd ten behoeve van die kinderen en ze moeten daarvan goede verantwoording afleggen, 12 september 1630
Lager stond geschreven: me presente en was ondertekend door G. GOOSSEN secretaris.
Verordering gegeven op 29 oktober 1630 aangedragen door LOON en EKERSCHOT

Op 29 oktober 1630 wordt het huis, hofstad, tuin, boomgaard en grond, gelegen in Oirschot herdgang Straten door leden van de familie HASSELMANS en GERIT zoon wijlen BARTHOLOMEUS HASSELMANS en de voogden over de minderjarige kinderen van wijlen JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS na 3 openbare Zondagse publikaties, verkocht aan ANDRIES zoon wijlen HENRICK JANSSEN verkocht met de lasten die erbij hoorden. En op dezelfde datum wordt door deze personen een hooibeemd verkocht genoemd de Couterman, gelegen in Oirschot herdgang Aerle ter plaatse genoemd aan de Verdinge, ook na 3 Zondagse publikaties verkocht aan GOIJAERT WILLEM GOORTS ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens broers DENIS en WOUTER.
Op 20 oktober 1630 wordt er door dezelfde aan personen aan JAN HENRICK GIJSBERT HOPPENBROUWERS een hooibeemd verkocht, genoemd de Verdinge gelegen in herdang Aerle.

(Op 16 oktober 1655 verklaart THOMAS zoon wijlen GERAERT HASSELMANS dat hij beide verkopen alsnog goedkeurt en zal garanderen aan de kopers, getuigen EMBRECHT, SANTEGOETS en STOCKELMANS als schepenen)

Op 9 november 1630 verkoopt ANDRIES zoon wijlen HENRICK JANSEN het huis, hofstad etc. aan JAN GIJSBERTS VAN DE MARSELAER en JAN GIJSBERT VAN DEN MARSELAER evenals JAN HENRICK GIJSBERT HOPPENBROUWERS beloven een rente aan de kinderen van GERIT BARTHOLOMEUS GERIT HASSELMANS zoals blijkt uit onderstaande aktes:

9-1-1630 Betalingsbeloftes (RA Oirschot Inv 155a akte 289 t/m 291 folio 411 t/m 413)
--------------------------------
JAN GIJSBERTS VAN DE MARSELAER heeft als schuldenaar beloofd om aan GERIT zoon wijlen BARTHOLOMEUS GERIT HASSELMANS en aan de kinderen van wijlen JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS na de dood van EMMERENSKENS hun moeder en grootmoeder respectievelijk, die een bedrag van 440 gudlen te doen betalen met onderwijl aan vermelde EMMERENSKEN een jaarlijkse rente van 22 gulden vanwege de verkoop van het bezit (het huis, hofstad etc., welk bezit hij heeft gekocht van ANDRIES HENRIK JANSSEN en verkocht zijnde door genoemde GERAERT en de kinderen vanwege de jaarlijkse rente die stond te betalen aan vermelde EMMERENSKEN, getuigen LOON, EKERSCHOT en A. VERHOEVEN

in marge 1:
RUTH HENRICK HASSELMANS als voogd over de minderjarige kinderen van JOB HASSELMANS heeft verklaard de helft van deze som (de totale som was 440 gulden) met de rente te hebben te ontvangen, 23 oktober 1639, ondertekend G. GOOSSENS

in marge 2:
De resterende 220 gulden zijn doorgehaald met instemming van GERIT BARTHOLOMEUS HASSELMANS quod attestor G. GOOSSENS, secretaris 1640.13.4)

JAN zoon wijlen HENRICK GIJSBERT HOPPENBROUWERS heeft als schuldenaar beloofd om vanwege de koop van goederen door hem gedaan op 20 oktober j.l. van vermelde kinderen en erfgenamen van BARTHOLOMEUS en HENRICK HASSELMANS aan de minderjarige kinderen va wijlen JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS zodra die tot volwassenheid zijn gekomen, hen een bedrag van 150 gudlen te zullen betalen met onderwijl een rente van 7 gulden en 10 stuivers, actum als boven

in marge:
met instemming van RUTH HENRICKS HASSELMANS als voogd over de kinderen van JOB HASSELMANS doorgehaald, 16 maart 1638, getuige FRANCKEN

GOIJAERT WILLEM GOORTS heeft als schuldenaar beloofd om vanwege zijn aankoop (hooibeemd de Couterman) aan de minderjarige kinderen van wijlen JOB BARTHOLOMEUS HASSELMANS zodra die meerderjarig zullen zijn geworden, die een bedrag van 100 gulden te zullen betalen, met onderwijl steeds een rente van 5 gulden, actum als boven

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald datum 6 februari 1636, getuigen STOCKELMANS en S. VERHOEVEN

In 1638 was is er meningsverschil over aangekocht land door JAN HENRICK SCEPENS en de voogden van de minderjarige kinderen van wijlen JOB zoon BARTHOLOMEUS HASSELSMANS en GERART zoon van genoemde BARTHOLOMEUS HASSELMANS gaat verm. over het stuk heiveld (de verkoop was 23-11-1615 en dat JAN HENRICKS SCEPENS in gebruik had), omdat EMERENSKEN hier ook wordt genoemd heb ik deze akte opgenomen.

16-2-1638 Goedkeuring overeenkomst 12-1-1633 (RA Oirschot Inv 163a akte 055, 056 folio 94 t/m 97)
-----------------------------------------------------------
In de zaak van het verweer dat nu speelt voor schepenen van Oirschot, in de kwestie tussen JAN HENRICK SCEPENS in oorsprong zijnde de gedaagde partij ter ener zijde en de voogden van de minderjarige kinderen van JOB zoon BARTHOLOMEUS HASSELMANS en GERART zoon van genoemde BARTHOLOMEUS HASSELMANS als eisende partij oorspronkelijk, die nu verweer hebben ingediend ter andere zijde, is de zaak om verdere procesvoering en onkosten te vermijden in handen gesteld van rechtsgeleerden ter advies hierover, hetgeen echter nog wel ter goedkeuring moet zijn van heren schepenen van Oirschot en ook van genoemde GERARD HASSELMANS voor zover hij daarin aanspraken stelt.
Daarop hebben deze rechtsgeleerden de stukken van het proces ingezien en hebben zich laten inlichten door onpartijdige personen en hebben nu de volgende afspraken gemaakt. (op 12 januari 1633)

Genoemde JAN HENRICK SCHEPENS zal het stuk land van 7 lopenzaad, overeenkomstig de opdracht daartoe van afgevaardigden van Oirschot in eigendom behouden, onder beding dat hij aan de voogden een bedrag van 30 gulden eens zal betalen en aan genoemde GERART een som van 20 gulden en wel direkt te voldoen.
Daarbij wordt JAN SCEPENS ook veroordeeld in de kosten, zoals in het vonnis eerder door de eisende patij is vastgelegd en daarbij is hij vrijgesteld voor de kosten van deze overeenkomst, die door elk de partijen ieder voor de helft gedragen zullen worden.
De reden van deze overeenkomst, die door bemiddeling van rechtsgeleerden tot stand is gekomen zijn onder meer als volgt:

De betaling van de koopsom van het perceel die door BARTHOLOMEUS HASSELMANS als koper is gedaan aan AERT SGRAETS als verkoper, is niet door deze BARTHOLOMEUS geschied, maar door de in verweer zijnde partij (dus JAN HENRICK SCEPENS volgens mij, Georgina)

De in verweer gegane partij heeft vele malen gezorgd voor verbetering en waardetoename van het perceel door het goed te bewerken, te bemesten en er veel kosten aan te hebben gemaakt om het te verbeteren, die ook volgens het vonnis ook aan de in verweer zijnde partij vergoed zouden moeten worden en hetgeen door onpartijdigen geschat zou moeten worden voor welk bedrag.

Verder is het zo, dat EMKEN weduwe van genoemde BARTHOLOMEUS HASSELMANS zijnde de moeder van de eisende partij, dat land aan de in verweerde zijnde partij had verkocht onder het beding van garantie, waarvoor de in verweer zijnde partij ook duidelijk vrijwaring zou hebben te geven.

De vrijwaring zou eerstens moeten worden gegeven wat betreft de lijfrente die deze EMKEN jaarlijks geniet, zoals men heeft begrepen en door haar kinderen werd beloofd aangaande het huis en de grond, die door haar met genoemde BARTHOLOMEUS HASSELMANS samen was verworven en waarvoor ze ten behoeve van haar kinderen afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan en als deze lijfrente zou komen te vervallen, dan is het duidelijk dat deze kinderen haar zullem moeten gaan onderhouden, omdat deze verplichting om vrijwaring te geven ten hunnen laste komen.

Om deze redenen hebben de rechtsgeleerden vandaag op 12 januari 1633 deze overeenkomst gemaakt. Was ondertekend met een merkteken in de vorm van een winkelhaak en daarbij stond: dit merkteken is van RUTGER zoon HENRICK GERAERT HASSELMANS en was verder nog met een kruisje ondertekend en daarbij stond: dit merkteken is van JAN HENRICK SCHEPENS.
Verder nog getekend door: GERARD GOOSSENS secretaris, nog door SIMON GOIJAERTS VERHOEVEN, R. VAN VOORN, A. VAN BROEKHOVEN, ALBERT BRUEGELIS, CORNELIS EKERSCHOT en JACOB JAN DIRCKS.

Deze overeenkomst komt overeen met het originele ondertekende geschrifte, attestor G. GOOSSENS secretaris 1638.16.2

Vandaag op 16 februari hebben heren schepenen van Oirschot deze overeenkomst gelezen en ze hebben vanwege de aangevoerde redenen die goedgekeurd, datum als boven, getuigen VELDE, STOCKELMANS, FRANCKEN en VERHOEVEN schepenen

Henrick is overleden in 1630.


V-d Willem Peters (Guilliam) van der Ameijden, zoon van Peter Anthonis Roelofs van der Ameijden en Josina (Joesten) Jan van der Heijden. Willem is overleden vóór 21-07-1614. Willem trouwde met Naam Onbekend.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Naam: .
Volgens een akte opgemaakt d.d. 4-1-1578 woon WILLEM (GUILLIAM) te Londen (zie bij zijn broer JOB) en is hij getrouw geweest zoals blijkt uit een akte d.d. 21-7-1614 van verkoop van een hoeve met grond welke hij samen met zijn broer JOB had geerfd van zijn ouders, daarin worden ook zijn 3 dochters vermeld als wonende resp. te Londen en Antwerpen volgens gezegelde akte opgemaakt voor J. KESSLET resp. de datums 18-5-1613 en 23-4-1614 (RA Oirschot Inv 148a akte 187 t/m 190 folio 436v t/m 438)


Kinderen van Willem en Naam:

1 Maria Willems van der Ameijden. Maria trouwde met Gerard de Mailes.
2 Susanne Willems van der Ameijden.
3 Hester Willems van der Ameijden.


VI-a Willem Antonis Peters van der Ameijden, zoon van Antonis Peters van der Ameijden en Jenneken Goossens Ammelroijen (Ammeroijen). Willem is overleden vóór 11-04-1592.
Notitie bij Willem: .
Willem:
(1) trouwde omstreeks 1560 met Margriet Claes Backs.
(2) trouwde vóór 23-04-1587 met Jenneken Joris Cleijs.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Jenneken: .
23-4-1587 Testament (?) ONA Oirschot Inv 2 folio 14v v RHC Eindhoven)
--------------------------
JAN WILLEMS VAN DER AMEIJDEN vermaakt het vruchtgebruik van zijn goederen aan zijn schoonmoeder (volgens mij moet dit stiefmoeder zijn) JENNEKEN JOIRS CLEIJS, verder werdt genoemd EVERARDEN int EKERSCHOT, getuigen waren WOUTER DE CROM en HERMANS STOCKELMANS

11-4-1592 Overeenkomst erfenis (RA Oirschot Inv 144a akte 117, 118 folio 23r, 23v)
----------------------------------------
WILLEM ANTHONIS VAN DER AMEIJDEN had een kind verwekt bij MARGRIET dochter CLAES BAX en wel een zoon genaamd JAN. Daarna is hij met een ander getrouwd en wel met JENNEKE JORIS CLEIJS waarbij hij geen kinderen had verwekt en inmiddels is genoemde WILLEM overleden en genoemde zoon JAN heeft geen nazaten gekregen en daarom hebben genoemde WILLEM en JAN een testament gemaakt (*)ten gunste van genoemde JENNEKEN en hebben ook bepaalde erfelijke goederen achtergelaten en om geen eventuele kwesties in de toekomst daarover te krijgen is door bemiddeling van goede mannen het navolgende akkoord gemaakt.

Verschenen is daarom CAREL ANTHONIS VAN DER AMEIJDEN voor zichzelf maar ook handelend voor zijn kinderen en heeft overeenkomstig de bepalingen van het testament als schuldenaar beloofd om aan JENNEKEN JORIS CLEIJS, gedurende haar leven, elk jaar 1 mudde rogge te leveren rond oogsttijd, maat van Oirschot en nog 3 Carolusguldens per jaar. Het mudde rogge zal worden betaald uit een akker land 6 lopenzaad groot, in de herdgang van Spoordonck, belend door: het erf van EVERAERT INT EKERSCHOT en de 3 gulden worden betaald uit een huur van de beemd genoemd het Teugsken eerder eigendom van genoemde JAN. De eerste termijn vervalt a.s. oogst. Daarnaast zal JENNEKEN nog 100 gebonden mutsaardbussels krijgen zo vaak als genoemde CAREL het hout zal sprokkelen. Wat betreft de commer en de andere dorpslasten etc. zal zowel JENNEKEN als CAREL elk de helft daarvan betalen. Na het overlijden van JENNEKEN zal de rogge en de 3 gulden, de mutsaert en de lijfsgoederen waarin JAN op enige wijze in gerechtigd was, weer toekomen aan genoemde CAREL of diens kinderen alle erfelijke goederen verkrijgen van genoemde JAN met de zelfde voorwaarde als boven, waarbij is geconstateerd dat JENNEKEN van haar recht van vruchtgebruik doet voor zover dat het geval zou zijn en waarbij zij ook afstand doet vanwege de testamenten van genoemde JAN en WILLEM en wel ten behoeve van genoemde CAREL en diens kinderen, getuigen METSER en VEN

Genoemde JENNEKEN geassisteerd met haar voogd, verklaart dat zij een bed in Den Bosch heeft en nog een slecht bedje met toebehoren waarin zij in Oirschot slaapt, verder nog een kist, nog een slechte kist die ook in Den Bosch staat, een hangend schapraaike alhier, een haal en een tang en een klein "prouselmerk" (?) dat niet veel waard is, welke goederen zij na haar dood wil laten toekomen aan genoemde CAREL of diens kinderen, actum als boven


(*) dat testament moet eerder dan 11-4-1592 gemaakt zijn, want WILLEM wordt al als overleden vermeld in deze akte, Georgina


Kind van Willem en Margriet:

1 Jan Willems Antonis Peters van der Ameijden. Jan is overleden vóór 11-02-1615 in Oirschot.
Notitie bij Jan: .
hij is overleden voor 11-2-1615, want dan spannen de kinderen van CAERLE ANTONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN een proces aan tegen JOSINA ROELANTS VAN DER AMEIJDEN betreffende een stuk akkerland uit zijn erfenis (RA Oirschot Inv 148b akte 059b folio 261r, 261v)

11-2-1615 Machtiging (RA Oirschot Inv 148b akte 059b folio 261r, 261v, 262)
--------------------------
JAN zoon wijlen CAERLE VAN DER AMEIJDEN, JAN JANSSEN als man van CATHELIJNEN en AERT HENRICKS als man van JENNEKEN beiden dochters v an genoemde wijlen CAERLE VAN DER AMEIJDEN, machtigen hierbij GERAERDEN VAN KELST om namens hem hun zaken te behartigen en proces alhier te voeren, danwel waar dat nodig mocht zijn, maar waarbij GERIT wel gehouden is het proces dat zij willen aanspannen tegen JOSINA dochter van wijlen ROELANT VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT INT EECKERSCHOT en haar kinderen, inzake een stuk akkerland dat zij als opdrachtgevers hebben geerfd bij de dood van JAN zoon wijlen WILLEM ANTONIS (VAN DER AMEIJDEN) zijnde hun neef en op diens kosten dat proces zal voortzetten, voor zover de opdrachtgevers recht hebben op deze akker danwel op de koopsom daarvan. Indien de opdrachtgevers het proces daarover zouden winnen, dan krijgt hij als gemachtigde daarvan het 3e deel van hetgeen daarover in het vonnis zal worden bepaald, getugien GESTEL en LOON


VI-b Caerle Antonis Peters van der Ameijden, zoon van Antonis Peters van der Ameijden en Jenneken Goossens Ammelroijen (Ammeroijen). Caerle is overleden vóór 11-02-1615 in Oirschot. Caerle trouwde met Eva van Boemel (Bommel).
Notitie bij het huwelijk van Caerle en Eva: .
.
17-5-1591 Belening bezit (RA Oirschot Inv 143c akte 110 t/m 114 folio 424r, 424v)
------------------------------
CAERL zoon wijlen ANTONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN draagt al zijn bezittingen, waar die ook gelegen mogen zijn, zonder enige uitzondering, nu over aan JAN GERART GOOSSENS, getuigen GESTEL, OUDENHOVEN en KEIJMPS

JAN GERARDT GOOSSENS staat aflossing van deze bezittingen uit de voorgaande akte altijd toe, tegen betaling van 40 gulden, na een periode van 10 jaar, actum als boven

HENRICK zoon wijlen PETERS VAN DE LUSDONCK heeft als schuldenaar beloofd om aan CARL ANTONIS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 40 gulden te betalen, waarvan één helft op Allerheiligendag a.s. en de andere helft per a.s. oogsttijd over 1 jaar, actum als boven
in marge: met instemming van CAERLE VAN DER AMEIJDEN doorgehaald, getuigen GESTEL en BUCKINCKS datum 5 januari 1594

CAERL zoon wijlen ANTONIUS VAN DER AMEIJDEN voor zichzelf en ook optredend voor zijn zoon PETER waarvoor hij is gemachtigd volgens een uittreksel, verder samen met zijn borg JAN GERART GOOSSENS, hebben beloofd dat ze HENRICK PETERS VAN DE LUSDONCK niet meer lastig zullen vallen terzake van dienst bezit, zijn persoon of vee vanwege een bepaalde kwestie die er was. Ze verklaren dat ze volledig zijn voldaan door deze HENRICK VAN DER LULSDONCK, actum als boven

Genoemde HENRICK PETERS VAN DE LUSDONCK en met hem JAN WOUTER CORSTENS voor hemzelf en voor zijn kinderen optredend, heeft dezelfde belofte gedaan als hiervoor aan genoemde CAERLE en diens kinderen en zal hem daarover niet meer lastig vallen, actum als boven

24-4-1596 Verkoop 2 beemdjes (RA oirschot Inv 144c akte 111 folio 395v)
-------------------------------------
CARLE zoon van wijlen ANTHONIS VAN DER AMEIJDEN verkoopt 2 beemdjes die aan elkaar liggen met een akkertje daarbij, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, genoemd de Vloetbeemd, belend door: de Merckesteegde, de erfgenamen van JAN VERHOEVEN, Meester JACOB MOREN, het Beersveld. Hij verkoopt dit bezit nu aan CORNELISSEN FRANCK WILLEMS en belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behoudens ca een half vuurijzer als grondchijns, getuigen EKERSCHOT en HOUBRAKEN

Genoemde CORNELIS heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde CAERLE een bedrag van 36 gulden te betalen per a.s. Sint Jacobsdag. Daarbij zal CAERLE een kwitantie afgeven waaruit blikt dat die in het geheel zijn voldaan, indien er geen chijns op wordt geheven dan zal CORNELIS die aan CAERLE moeten restitueren, actum als boven

18-7-1596 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 144c akte 244 folio 421)
-------------------------------
CARLE zoon wijlen ANTONIS PETER ANTONISSEN VAN DER AMEIJDEN verkoopt een jaarlijkse rente van 3 gulden die hij van zijn ouders heeft geerfd en welke rente RUTGER JANSSEN VAN DOORMALEN eerder had belofd aan RUTGER DE BECKER ten behoeve van PETER ANTONIUSSOON VAN DER AMEIJDE. De rente wordt elk jaar betaald op onderpand van een huis etc., groot ca 10 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke straat, DANEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, HENRICK HEIJLIGEN conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 19 februari 1533. De rente wordt nu verkocht aan DIRCK WILLEMSSN VAN BEERWINCKEL en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen CROM en HOUBRAKEN

Opm: deze verkoop is met instemming van ADRIAEN EVERT PETERSSN gebeurd, omdat deze laatste rente van genoemde CAERL had verkregen, actum als boven

24-4-1598 Verkoop stuk land (RA Oirschot Inv 145a akte 218 folio 43r)
-----------------------------------
CARL zoon wijlen ANTONIS PETERS VAN DER AMEIJDEN als vader en als zodanig voogd over zijn minderjarige kinderen verwekt bij EVA VAN BOEMEL (BOMMEL) op grond van een bepaald schepenbankdecreet door schepenen van Oirschot verleend, verkoopt de helft van een stuk land groot in totaal 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: het erf van de koper waarvan het wordt afgemeten, de kinderen van de verkoper, ADRIAEN ALAERTS VERHEIJDEN, de gemeenschappelijke straat. Het perceelsgedeelte wordt nu verkocht aan EVERARD HENRICKS INT EKERSCHOT en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behoudens de grondchijns in zoverre die er op drukt. Het perceel kan door de koper per a.s. oogsttijd worden aanvaard, getuigen EKERSCHOT en METSER

11/20-2-1615 Machtiging, verkoop helft akker (RA Oirschot Inv 148b akte 058 t/m 059b folio 260r t/m 262r)
-------------------------------------------
JAN zoon wijlen CAERLE VAN DER AMEIJDEN, JAN JANSSEN als man van CATHALIJNE en AERT HENRICKS als man van JENNEKEN, beiden dochters van genoemde wijlen CAERLE VAN DER AMEIJDEN, machtigen hierbij GERARDEN VAN KELST om namens hen hun zaken te behartigen en proces alhier te voeren, danwel waar dat nodig mocht zijn, maar waarbij GERIT wel gehouden is het proces dat zij willen aanspannen tegen JOSINA dochter van ROELANT VAN DER AMEIJDEN, weduwe van EVERAERT HENRICKS INT EECKERSCHOT en haar kinderen, inzake een stuk akkerland, dat zij als opdracht gevers hebben geerfd bij de dood van JAN (natuurlijke) zoon wijlen WILLEM ANTONIS VAN DER AMEIJDEN zijnde hun neef, op diens kosten dat proces zal voortzetten, voor zover de opdrachtgevers recht op hebben op deze akker, danwel op de koopsom daarvan. Indien de opdrachtgevers het proces daarover zouden winnen, dan krijgt hij als gemachtigde daarvan het 3e deel van hetgeen daarover in het vonnis zal worden bepaald, danwel hetgeen zij hem in vriendschap zullen geven, datum 11 februari 1615, getuigen GESTEL en LOON

Hoe dit proces afloopt is niet bekend, ik kan nergens meer een akte hierover vinden, Georgina

JAN CAERLE VAN DER AMEIJDEN, voor hemzelf handelend en nog als gemachtigde voor REIJNIER FENICKS, inwoner van de stad Gorinchem als man van JOSINA dochter van CAERLE VAN DER AMEIJDEN, conform een machtiging opgemaakt voor schepenen van Gorinchem d.d. 11 februari 1615, voorzien zijnde van een zegel en ondertekend door VAN DER DOES secretaris aldaar, zoals ons schepenen is gebleken, verder JAN JANSSEN als man van CATHARINA dochter van wijlen CAREL VAN DER AMEIJDEN en nog AERT HENRICKS als man van JENNEKEN ook dochter van wijlen genoemde CAERLE, zijnde allen erfgenamen van JAN (natuurlijke) zoon wijlen WILLEM ANTHONIS VAN DER AMEIJDEN, verkopen hierbij de helft van een akker, in totaal groot 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: NICLAES JAN ALAERTS, JOSINA weduwe en kinderen van EEVERAERT HENRICKS INT EECKERSCHOT waarvan de 3 lopenzaad zijn afgedeeld, verder de gemeenschappelijke straat. Het perceelsgedeelte wordt nu verkocht aan Heer FLORIS VAN MERODE, baanderheer van Duffel, Heer van Oirschot etc. en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, 20 februari 1615, getuigen GESTEL, WINTELRE en SCHOOT

Genoemde verkopers uit de vorige akte in hun hoedanigheden, verkopen een beemd, genoemd de Voortse Beemd, met daarbij het Tangsken dat erbij ligt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: de kinderen van JAN DIELIS, JAN HENRICK SCHEPENS en zijn kinderen en meer anderen, de hoeve van het godshuis van Postel, MICHIEL JAN WILLEMS. Het perceel wordt nu verkocht aan WOUTER ANDRIES SCHELLEKENS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve ca 3 stuivers en anderhalf oort als grondchijns, verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, actum als boven

Eva is overleden vóór 24-04-1598 in Oirschot.

Kinderen van Caerle en Eva:

1 Josina Caerle Peters van der Ameijden. Josina trouwde met Reijnier Fenicks.
2 Jan Caerle Peters van der Ameijden.
3 Catharina Caerle Peters van der Ameijden. Catharina trouwde met Jan Janssen.
4 Jenneken Caerle Peters van der Ameijden. Jenneken trouwde met Aert Henricks.
5 Peter Caerle Antonius van der Ameijden. Peter is overleden vóór 20-02-1615 in Oirschot.
Notitie bij Peter: .
hij is overleden voor 20-2-1615, want dan wordt hij niet meer vermeld in de aktes,


VI-c Jasper Job van der Ameijden, zoon van Job Peters van der Ameijden en Tanneken (Anneken) van Attevoort. Jasper trouwde vóór 06-01-1611 in verm. Amsterdam met Dieuwer Elbers.

Kind van Jasper en Dieuwer:

1 Floris Jaspers Job van der Ameijden. Hij is gedoopt op 16-01-1611 in Amsterdam.



Gegenereerd met Aldfaer versie 3.5.3 op 14-12-2008 12:10