Genealogie van Aert van der Ameijden

I. Aert van der Ameijden, geb. omstr. 1335, † vóór 24 okt. 1378, tr. Naam Onbekend.
Uit dit huwelijk:
1. Henrick Aerts, volgt II.
2. Jan Aerts van der Ameijden.
3. Elisabeth Aerts van der Ameijden, tr. vóór 24 okt. 1378 Henrick Goijaerts Smeets van Straten (alias de Smit).

Notitie bij het huwelijk van Naam en Aert: .
Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1182 okt 1400 - sept 1401 folio 378v
---------------------------------
HENRICK VAN DER AMEIJDEN en zijn broer JAN zoons wijlen ART VAN DER AMEIJDEN

In het protocol van het Rechterlijk Archief van Oirschot d.d. januari 1479 akte 213 folio P181r wordt een schepenakte vermeld met de volgende inhoud:

24-10-1378 Huur stuk land van zwager:
------------------------------------------------
Wij, WILLEM ANDRIESSEN, JAN DE CROMME, HENRICK VOS, GOOSSEN VAN DER MEER, JAN VAN DER HOSSTADT, JAN DE WALSCH en JOERDEN VAN DEN TEIJNDEN, schepenen verklaren dat voor ons is gekomen HENRICK VAN DER AMEIJDEN en zijn broer JAN en hebben van hun zwager HENRICK GOEDAERT SMEETS van Straten een stuk land gepacht gelegen in het Gaetschen Geloekt, zijnde een stuk land, genoemd dat Nuwe Land, en een stuk land genoemd de Heijde met een huis, tuin etc. zoals hij dat bezit als echtgenoot van ELISABETH haar vader resp. zijn schoonvader heeft geerfd. De pacht bedraagt 32 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen.

Deze pacht van 32 lopen rogge wordt op 9 oktober 1493 uitgewonnen door HENRICK HENRICKS VAN BEST. Zolang is de pacht niet afgelost geweest (RA Oirschot Inv 126a akte 211 folio P44v, P45r)
Notitie bij Jan Aerts: .
Evenals zijn broer HENRICK wordt JAN vermeld als overtreder van heidemaaien in Oirschot periode 1408 -1409
(ARA Rijksarchief Brussel Rekenkamer 5237.7. 5 1408/1409 rentmeester Henrick Dicbier Godevaertssoen)

JAN VAN DER AMEIJDEN wordt vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1178 periode 1387 - 1390 (januari 1390 - december 1390) folio 155v

JAN VAN DER AMEIJDEN wordt ook nog vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1189 okt 1415 - sept 1416 folio 379r

JAN AERTS VAN DER AMEIJDEN wordt samen met Kathelijn dochter van wijlen Gerit zoon wijlen Henrick Wylde, Henrick zoon wijlen Henrick Wylde en Roelof Dirx van der Ameijden vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1211 okt 1440 - sept 1441 folio 99r

II. Henrick Aerts van der Ameijden, † vóór 19 febr. 1420, tr. Naam Onbekend.
Uit dit huwelijk:
1. Aerts Henricks, volgt IIIa.
2. Heijlwich Henrick Aerts van der Ameijden, † vóór 2 nov. 1463, tr. Bertouts Heijn (Henricks) Didden.
3. Thomas Henrick Aerts, volgt IIIb.
4. Margriet Henricks Aerts van der Ameijden, † vóór 14 dec. 1467, tr. Peter Henrick Rutgers van Oudenhoven (Audenhoven), zn. van Henrick Rutger Henrix en Jenneken Jan Brants.

Notitie bij het huwelijk van Naam en Henrick Aerts: .
Er wordt een HEIJN VAN DER AMEYDEN vermeld als overtreder van heidemaaien in Oirschot in de periode 1408 - 1409
(ARA Rijksarchief Brussel zie verder bij broer JAN)

19-2-1420 Overdracht rogpacht (Kapittel van Oirschot Inv 341)
---------------------------------------
Schepenen van Oirschot oorkonden dat JOERDEN SMEETS overgedragen heeft aan MAAS (THOMAS) en ARNT kinderen van HENRIK VAN DER AMEIJDEN, roggepacht uit perceel land in Kerhof in Oirschot

Vermelding Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1213 okt 1442- sept 1443 folio 7r
----------------------------------
Henrick Willemss van den Venne
Willem Cupers overleden en zijn zoon Henrick
THOMAS en AERT zons van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN
Notitie bij het huwelijk van Bertouts Heijn (Henricks) en Heijlwich Henrick Aerts: .
Op 2-11-1463 verkoop de kinderen van AERTS HENRICKS VAN DER MEIJDEN en hun erfdelen die ze geerfd hebben van hun tant HEIJLWICH aan hun aanspraken en bezit aan hun broer THOMAS DE OUDSTE zoon van AERT HENRICKS VAN DE MEIJEN (RA Oirschot Inv 122a akte 097, 098 folio 20r (P36r) zie verder bij AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN

2-1-1464 Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 122a akte 002 t/m 005 folio P45)
---------------------------------
Verschenen zijn HENRICK, PETER en JAN, broers en kinderen van PETER HENRICKS VAN OUDENHOVEN, verder hier MARGRIET hun zuster eveneens dochter van genoemde PETER en ze verkopen nu met schepenbrieven van Oirschot aan LAUREIJS VAN BAEST ten behoeve van MATHEEUS VAN DE VEN die een deel van het bezit dat ze samen hebben geerfd bij de dood van HEIJLWICH dochter van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN, waar zich dat bezit ook in Oirschot bevindt. De verkopers beloven alle lasten daarin van hun kant af te handelen, getuigen CATWIJK en ELLAER als schepenen.

Verschenen is THOMAES AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE en verkoopt hierbij met schepenbrieven van Oirschot een bepaald erfdeel en aanspraken die hem in een testament waren vermaakt en hij had geerfd bij de dood van HEIJLWICH dochter van HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, zijnde zijn tante. Hij verkoopt dat nu aan LAUREIJS VAN BAEST ten behoeve van MATHEEUS VAN DE VEN en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, datum en getuigen als boven

Verschenen is KORSTIAEN DIE HOZE als man van LISBETH dochter van HENRICK VAN DE VEN en doet hierbij afstand van al zijn aanspraken ten behoeve van MATHEEUS VAN DE VEN inzake alle bezit dat hij heeft geerfd bij de dood van zijn tante HEIJLWICH dochter van HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, waar zich dat bezit ook bevindt etc. KORSTIAEN belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, datum en getuigen als boven

Verschenen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN de oudste en verkoopt hierbij aan MATHEES VAN DE VEN, het 3e deel van het bezit dat hij en zijn broers hebben geerfd middels het testament bij de dood van zijn tante HEIJLWICH dochter van HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, waar zich dat bezit ook mag bevinden in Oirschot. THOMAS belooft deze overdracht altijd gestand te zullen doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, datum 7 september 1464, getuigen WIJCK en GERART VOS

7-9-1464 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 178 folio P67)
--------------------------------
Verschenen is MATHEEUS VAN DE VEN en heeft beloofd om aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE die 67 Peters en nog 15 stuivers te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, elke Peter gerekend tegen 18 en een halve stuiver, samen ook met 17 en een halve lopen rogge, getuigen CATWIJK en GERAERT VOS, schepenen

2-10-1464 Verkoop erfdeel, aanspraken (RA Oirschot Inv 122a akte 211 folio P74r)
------------------------------------------------
Verschenen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE en hij verkoopt met schepenbrieven van Oirschot aan zijn broer DANIEL die zijn erfdeel en aanspraken die hij heeft geerfd van zijn tante HEIJLWICH die indertijd echtgenote was van BERTOUT HEIJN DIDDEN, waar zich dat bezit ook in Oirschot bevindt. Verder had THOMAS dat bezit deels verkregen van DANIEL, HENRICK en THOMAS (DE JONGSTE) zijn broers, zijnde kinderen van AERTS VAN DER AMEIJDEN en van zijn zuster KATALIJN met haar voogd en nog van JAN WILLEM OPPERS als man van MARGRIET, ook dochter van wijlen genoemde AERT VAN DER AMEIJDEN, conform schepenbrieven van Oirschot daarover. THOMAS als verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen OSTADEN en SNEPSCHUET

11-2-1466 Verkoop land, huis (RA Oirschot Inv 122a akte 015 t/m 017 folio P128 (4r en 4v)
-----------------------------
Verschenen is GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN voor hemzelf handelend en voor JAN VAN DEN LAECK, verder MATHEEUS HENRICKS VAN DE VEN, HENRICK VAN DE VEN onze collega-schepen, ENGBRECHT LEMMENS, RUTGER VAN DER HOVEN, WILLEM WILLEM VOS, HENRICK, PETER en JAN broers en kinderen van PETER VAN OUDENHOVEN en MARGRIET dochter van genoemde PETER VAN OUDENHOVEN met haar voogd daarin, verder GOIJAERT BIERKENS als man van HEIJLWICH, en verkopen nu samen aan HENRICK THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET die een stuk land genoemd dat Snepscoetland, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: HENRICK als koper, de straat, het Pollenland (?), zoals ze dat van hun tante HEIJLWICH BERTOUT HEIJN DIDDEN hebben geerfd. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve wat betreft de "manschap" die daar op drukt (dienstverlening aan de leenheer, manschappen?). Verder is afspraak dat MATHEEUS HENRICKS VAN DE VEN als optreden voor de kinderen van AERTS VAN DER MEIJEN (AMEIJDEN) voor het deel dat hij daarin van hen heeft gekocht gehad en hij staat garant voor eventuele kosten en schades die daarbij op zouden treden, getuigen HENRICK VAN BERSE en DIRCK HUIJSKENS

Verschenen zijn de groep personen uit de vorige akte als echtgenotes etc. ook, voor henzelf handelend en MATHEEUS HENRICKS VAN DE VEN ook voor de kinderen van AERT VAN DER MEIJEN voor wat betreft de hiervoor vermelde schade en kosten en ze verkopen nu aan HENRICK VAN DE VEN onze collega-schepen die een stuk land genoemd de Elsdonk, gelegen in Oirschot herdgang Straten belend door: WREIJSSEN GOESSEN, WILLEM EELKENS, PETER VAN DER HOVE, de gemeijnte, zoals ze dat hebben geerfd van hun tant HEIJLWICH BERTHOUT HEIJN DIDDEN. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve 1 oude grote per jaar als grondchijns, datum en getuigen als boven

Verschenen zijn de genoemde personen uit de vorige akte (016) en MATHEEUS van hiervoor daarin in naam als hiervoor, en ze verkopen nu aan GOIJAERT BIERKENS een huis met tuin, grond etc. gelegen in Oirschot onder Erdbruggen hier, belend door: de "Heerstraat", RUTGER MATHIJS HUIJSKENS, HENRICK HOPPENBROUWER, de oude "smidse" daar, zoals ze dat hadden geerfd van hun tante HEIJLWICH BERTHOUT HEIJN DIDDEN. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve een half mud rogge per jaar, Oirschotse maat, getuigen RUTGER GOESSEN (VAN OUDENHOEVEN) en RUTGER BELAERTS en HUIJSKENS
(voetnoot: de brief aan GOIJAERT JAN JACOPS VAN WEERT)

ca 2-7-1466 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 088, 089 folio P140r (15r)
-----------------------------------
Verschenen is GOEDEVAERT zoon wijlen GOEDEVAERT BIERKENS en belooft nu aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE, die een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge te gaan betalen steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot onder Erdbruggen hier, belend door: de "Heerstraat" daar, MATHIJS HUIJSKENS, de oude "smisse" (smidse), het erf dat eerder van HENRICK HOPPENBROUWERS was, BERTHOUT zoon wijlen HENRICK DIDDEN en wijlen diens vrouw HEIJLWICH. Genoemde GOIJAERT belooft de onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, verm. BERSE en DIRCK HUIJSKENS

Verschenen is genoemde THOMAS uit de vorige akte en staat toe aan GOIJAERT dat die de rogpacht van 2 mud altijd mag aflossen tegen betaling van 26 Peters, elke Peter gerekend tegen 18 stuivers, steeds ook met alle achterstallige termijnen, datum en getuigen als boven

22-11-1467 Verkoop huis etc. (RA Oirschot Inv 122a akte 183 folio P193v (36v)
------------------------------------
Verschenen is hier GOIJAERT BIERKENS en verkoopt nu met schepenbrieven van Oirschot aan GOIJAERT JAN JACOPS VAN WEERT die een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot onder Erdbruggen hier, belend door: de Heerstraat, RUTGER MATHIJS HUIJSKENS, HENRICK HOPPENBROUWER, de oude smidse daar, zoals hij dat bezit heeft geerfd van HEIJLWICH dochter (moet zijn vrouw!) van BERTHOUT HEIJN DIDDEN, zijnde zijn tante en verder van de erfgenamen van genoemde HEIJLWICH. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen DANIEL en WILLEM VAN DORMALEN
Notitie bij het huwelijk van Peter Henrick Rutgers en Margriet Henricks Aerts: .
Vermelding Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1211 okt 1440 - sept 1441 folio 83v)
----------------------------------
PETER HENRICK RUTGERSS VAN AUDENHOVEN
Aert natuurlijke zoon wijlen Mathijs van Baest

Vermelding Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1211 okt 1442 - sept 1443 folio 7r
-----------------------------------
PETER HENRICK RUTGERS VAN AUDENHOVEN (en hij alleen op folio 71v)
Henrick Thomas van den Sneppenschoet

De kinderen HENRICK, PETER en JAN, MARGRIET, en HEIJLWICH getrouwd met GOIJAERT BIERKENS zijn allemaal erfgenamen van hun tante HEIJLWICH HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN getrouwd met BERTHOUT HEIJN DIDDEN zoals blijkt uit de akte d.d. 11 februari 1466 (RA Oirschot Inv 122a akte 015 folio P128r (4r)

14-12-1467 Verkoop huis etc. aan grootvader (RA Oirschot Inv 122a jaar 1468! akte 039, 040 folio P211r)
-------------------------------------------------------
Verschenen zijn hier PETER PETERS VAN OUDENHOVEN en GOIJAERT GOIJAERT BIERKENS als man van HEIJLICH dochter van genoemde PETER VAN OUDENHOVEN en ze verkopen nu aan HENRICK RUTGERS VAN OUDENHOVEN die een huis, tuin en een daarbij gelegen akker genoemd de Hackenhof, dat ze van hun moeder MARGRIET dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN hebben geerfd. Hun vader had dat bezit verkregen van DIRCK zoon STUWEN DIRCK NEVEN, van WOUTER EESSENS als man van LISBETH dochter van HENRICK RUTGERS VAN OUDENHOVEN en van JAN GIELIS VAN DEN SNEPSCHUET als man van HENRICK RUTGERS VAN OUDENHOVEN en was hen eerder toebedeeld geweest. Het bezit is gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: de Cotelstraat daar, het Pollenerf. Genoemde verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge, nog behalve een pacht van 6 lopen rogge Oirschotse maat aan AERT VAN BAEST en behalve de grondchijns, getuigen VLIERDEN en HERSEL

Verschenen is hier genoemde HENRICK RUTGERS VAN OUDENHOVEN uit de vorige akte en belooft dat hij de vermelde rogpacht van 10 lopen rogge voortaan zelf zodanig zal betalen uit het genoemde onderpand van het huis, tuin en erf genoemd de Hackenhof, dat de verkopers daarvoor verder gevrijwaard blijven, actum als boven

Verm. is het het belast geweest met de vermelde 10 lopen rogge.

29-7-1469 Verkoop stuk beemd (RA Oirschot Inv 122a akte 163 folio P292v (28v)
--------------------------------------
Verschenen zijn hier GOIJAERT GOIJAERT BIERKENS als man van HEIJLWICH dochter van PETER HENRICKS VAN OUDENHOVEN en verder hier PETER HENRICK VAN OUDENHOVEN zijnde zijn zwager (schoonvader in dit geval) en ze verkopen nu aan Heer HENRICK BELAERTS priester, ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens zusters HEIJLWIG en MARGRIET, die een stuk beemd genoemd de Meij, gelegen onder Oirschot onder Ameijden hier, belend door: de erfgenamen van wijlen HENRICK BIJEKENS, Meester GOEDEVAERT VAN DER HEIJDEN, GOESSEN MAES, LAUREIJS GOESSENS. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve 1 oude grote per jaar als chijns en behalve het 3e deel van 1 pond per jaar aan het altaar van O.L. Vrouw te Bladen, getuigen VRANCK DIE HAEST en DIRCK GOESSENS

IIIa. Aerts Henricks van der Ameijden, † Oirschot vóór sept. 1443, tr. 1e omstr. 1420 Lisbeth Korstiaens van der After; tr. 2e omstr. 1425 Marijn (Marie) van der Meijen, † Oirschot vóór 2 nov. 1463.
Uit het eerste huwelijk:
1. Korstiaen Aert Heer Henricks van der Ameijden.
Uit het tweede huwelijk:
2. Thomas Aerts de Jonge, volgt IVa.
3. Daniel Aerts, volgt IVb.
4. Henrick Aerts, volgt IVc.
5. Margriet Aerts Henricks van der Ameijden, tr. Jan Willem Oppers, † Oirschot vóór 3 juni 1500.
6. Kathalijn Aerts van der Ameijden, † vóór 5 febr. 1512, tr. omstr. 1460 Gerinks van Uden.
7. Christiijn Aert Henricks van der Ameijden.
8. Thomas Aerts Henricks de Oudste, volgt IVd.

Notitie bij het overlijden van Aerts Henricks: .)
En zijn vrouw MARIJN (MARIE) wordt als weduwe vermeld in het Bossche Protocol periode okt 1449 - sept 1450 folio 74v
Notitie bij het huwelijk van Lisbeth Korstiaens en Aerts Henricks: .
Dit huwelijk wordt vermeld in een akte van overdracht van land d.d. 1 mei 1482, zie verder bij het 2e huwelijk van AERT Heer HENRICKS (RA Oirschot inv 124b akte 196 folio P312r)
Notitie bij het huwelijk van Marijn (Marie) en Aerts Henricks: .
2-11-1463 Verkoop aanspraken en bezit (RA Oirschot Inv 122a akte 097, 098 folio 20r (P36r)
------------------------------------------------
Verschenen zijn DANIEL die voor hemzelf handelt en ook voor zijn broer HENRICK, verder THOMAS (DE JONGSTE) broer en kinderen van wijlen AERT VAN DER MEIJEN, verder JAN WILLEM OPPERS als man van MARGRIET, dochter van genoemde AERT VAN DER MEIJEN en verder hun zuster KATALIJN met haar voogd hierin en ze verkopen aan hun broer THOMAS DE OUDSTE al hun aanspraken en bezit dat ze van hun tante HEIJLWICH hebben geerfd die echtgenote was van BERTOUT HEIJN DIDDEN, waar dat bezit zich ook bevindt, getuigen STOC(KELMANS) en HUIJSKENS

Verschenen is THOMAS DE OUDSTE zoon van wijlen AERT VAN DER MEIJEN en heeft beloofd aan JAN OPPERS en aan LIJNKEN (KATALIJN, doorgestreept is DANIEL, HENRICK, THOMAS DE JONGE broers) kinderen van wijlen AERT VAN DER MEIJEN uit de vorige akte, dat hij de pacht van 18 lopen rogge voortaan zelf zal gaan betalen aan GERARD VAN DEN SCHOET, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, uit het erfdeel van deze THOMAS van zijn vader AERNT VAN DER MEIJEN heeft geerfd en van zijn moeder MARIE VAN DER MEIJEN en wel zo dat hun bezit daarvoor verder gevrijwaard blijft, actum als boven

21-12-1467 Verkoop land aan broer (RA Oirschot Inv 122a jaar 1468 akte 046 folio P212r)
------------------------------------------
Verschenen is hier HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN en verkoopt nu met schepenbrief van Oirschot aan zijn broer DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, die de helft van een stuk land genoemd de "Gemeijnte", gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: het eerder van AERT SCAUBROEKS, HENRICK EESEN, de gemeenschappelijke weg daar, de kinderen van wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN, de kinderen van GIJSBRECHT BRUIJNEN. Dat perceel hadden DANIEL en HENRICK eerder samen gekocht van DANIEL en PETER broers en kinderen van DANIEL die natuurlijke zoon was van Heer HENRICK en DIRCK LAMBERTS VAN OVERBEECK als man van LISBETH dochter van DANIEL Heer HENRICKS en van HENRICK GOESSEN (?) en van HENRICK HENRICKS OESTEN als man van ALEIJT ook dochter van genoemde DANIEL Heer HENRICKS, alles conform schepenbrieven daarvan. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, datum op Sint Thomasdag anno 1467, getuigen GELDROP, STOCK(ELMANS) en LOIJ

1-4-1482 Ruil land tegen pacht, vermelding 1e huwelijk AERT (RA Oirschot Inv 124b akte 196 folio P312r)
-------------------------------------
Komen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGE voor hemzelf handelend en voor zijn broer DANIEL, en draag in de vorm van een ruil aan ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN de 2/3e delen van een stuk land over, groot 7 lopenzaad genoemd dat Heij-Eeuwsel, gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van PETER LOIJCHS, de gemeijnte, PETER AGNESEN. Dat stuk land hadden DANIEL en THOMAS zoon van AERT VAN DER AMEIJDEN en ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN eerder gekocht van JAN zoon wijlen PETER LOIJCHS en JAN op zijn beurt had het verkregen van WOUTER VAN BAESSCHOT volgens de brieven. Daarvoor heeft ANTONIS op zijn beurt aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN in de vorm van een ruil een pacht van een half mud rogge overgedragen, maat van Oirschot welk helf mud THOMAES AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE eerder uit zijn bezit in herdgang de Notel had beloofd.
Afspraak is verder dat KORSTIAEN zoon van genoemde AERT (VAN DER AMEIJDEN) die deze AERT had verwekt bij zijn eerste vrouw LISBETH dochter van KORSTIAEN VAN DER AFTER, rechten zal hebben in een half mud, maat van Oirschot. De 2 delen (de 2/3e delen) na de dood van AERT te aanvaarden maar niet eerder en wel nadat er aan KORSTIAEN een half mud rogge is beloofd, getuigen VLIERDEN en HAEST

Genoemde ANTONIS (ROELOFS) VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte en met hem zijn broer MARCELIS als voogd over zijn zoon KORSTIAEN draagt in de vorm van een ruil aan THOMAES uit de vorige akte een pacht over van een half mud rogge, maat van Oirschot, welk half mud THOMAES AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE eerder had beloofd aan genoemde ANTONIS, steeds op Maria Lichtmisdag te ontvangen op onderpand van zijn deel van bepaald bezit etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: THOMAS DANIEL CROMMEN, zijn broers en zus, verder DANIEL LANEN, de gemeenschappelijke straat. Voor dat half mud rogge had (hij THOMAS DE JONGSTE) een stuk land overgedragen genoemd het Hoge Eeuwsel, gelegen in herdgang de Notel, belend door: PETER LOIJCHS, de gemeijnte, PETER AGNESEN. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, actum als boven

Opm. die pacht had THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN aan ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN belooft op 8-1-1465 (zie voor volledige akte bij deze THOMAS, Georgina
Notitie bij het overlijden van Marijn (Marie): .
zij wordt nog als belendster vermeld op 24-3-1467 (RA Oirschot Inv 122a akte 92 folio 174r)
Notitie bij het huwelijk van Jan Willem en Margriet Aerts Henricks: .
7-4-1468 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 198, 199 folio P240v)
-------------------------------
Verschenen is JAN WILLEM OPPERS als man van MARGRIET dochter van wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN en belooft nu aan HENRICK JANS SMEETS ten behoeve van hem en ten behoeve van diens vrouw BEELEN JAN ERVAERTS die voortaan jaarlijks 1 mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van het erfdeel van zijn vrouw in het bezit van haar vader dat nog onverdeeld is, gelegen in Oirschot. JAN als schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht. Als HENRICK is komen te overlijden dan versterft de pacht wer op JAN OPPERS of diens erfgenamen na hem, getuigen VOS en RUTGER

Verschenen is HENRICK uit de vorige akte en staat aan JAN toe, dat die de pacht van 1 mud altijd mag aflossen tegen betaling van 12 Peters, elke Peter gerekent tegen 18 stuivers samen de de achterstallige termijnen, getuigen VOS en RUTGER

20-3-1468 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 181, 182 folio P237v, P238r)
---------------------------------
Op 20-3-1468 belooft JAN WILLEM OPPERS als man van MARGRIET dochter van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN aan DANIEL DANIEL Heer HENRICKS ten behoeve van diens wettige vrouw MARGRIET, wettige dochter van PETER KORSTIAENS VAN DEN HEUVEL ten behoeve van hem en ten behoeve van diens zoon DANIEL verwekt bij genoemde MARGRIET die voortaan jaarlijks 1 mud rogge te gaan betalen (zie voor volledige akte bij DANIEL DANIEL Heer HENRICKS en MARGRIET PETER KORSTIAENS VAN DEN HOVEL

11-5-1475 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 053 folio P38r)
-------------------------------
Komen is JAN OPPERS als wettige man van MARGRIET dochter van wijlen AERT VAN DER MEIJDEN en verkoopt aan zijn zwager DANIEL VAN DER AMEIJDEN een pacht van 8 lopen rogge, die JAN toebedeeld is geworden en welke pacht DANIEL VAN DER MEIJDEN jaarlijks aan zijn zwager betaalt op onderpand van een stuk land genoemd de Braeck, gelegen in herdgang de Notel, belend door: DANIEL LANEN, de gemeenschappelijke straat, JOERDEN CLEIJNAELS. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen DIRCK en HENRICK

4-11-1477 Belening beemd (RA Oirschot Inv 124a (2354) akte 159 folio P129v)
---------------------------------
Komen is JAN OPPERS en verpacht aan zijn zwager THOMAS VAN DER AMEIJDEN de helft van een beemd aan de Langendijk hier, belend door: HENRICK VAN ONSTADEN, de Langendijck, CLAES DE MESMEKER, JOERDEN WILLEMS. Genoemde THOMAS mag de beemd hooien en maaien tot de tijd toe dat zijn zwager JAN hem 14 peters zal betalen, elke peter tegen 18 stuivers. JAN OPPERS belooft voor die periode de lasten op het perceel te zullen betalen, getuigen VLIERDEN en LIEVELD

15-3-1485 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 124b akte 096 folio 447r)
---------------------------------
JAN en WILLEM zoons wijlen WILLEM OPPERS hebben beloofd om aan HENRICK VAN OSTADEN die samen en hoofdelijk 15 peters te gaan betalen en wel 8 dagen voor a.s. Lichtmisdag, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, getuigen FRANCK en VEN

10-7-1496 Betalingsbelofte rogpacht (RA Oirschot Inv 126a akte 153, 154 folio 27r)
--------------------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN heeft beloofd aan (zijn oom) JAN OPPERS die voortaan 1 mud rogge per jaar te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, met de helft van de pacht, op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 12 lopenzaad, gelegen aan de Hovel hier, belend door: CLAES SCHEPENS, JAN FRANCKEN, de gemeenschappelijke straat, MARIE VAN BERSE en haar kinderen. AERT belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht. AERT zal de pacht binnen 2 jaar aflossen na a.s. Maria Lichtmisdag tegen betaling van het bedrag zoals het in de volgende brief staat vermeld, getuigen JOERDEN en JAN

De pacht uit de vorige akte moet worden afgelost tussen nu en a.s. Maria Lichtmisdag en 2 jaar verder tegen betaling van 27 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, ofwel in andere munten zoals de honger (Hongaarse?) gulden voor 36 stuivers, een salmijt (?) 35 stuivers, 3 oude kronen van elk 34 stuivers, nog een halve oude kroon, 1 gouden gulden van 27 stuivers, 2 Hornse guldens van elke 13 en een halve stuiver, 7 Hornse (?) postulaatsguldens van elk 15 stuivers en verder in oortkens en halve stuivers voor het totaal van dat bedrag te betalen, geen datum en getuigen vermeld

3-6-1500 Verkoop erfdelen aan moeder (RA Oirschot Inv 126c akte 099 folio 22v)
-----------------------------------------------
JACOP zoon wijlen JAN OPPERS voor hemzelf handelend en voor zijn broer AERNT, verkoopt met schepenbrief van Oirschot aan zijn moeder MARGRIET als weduwe van JAN OPPERS, hun erfdelen en aanspraken in 1 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, welke pacht AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN eerder aan JAN OPPERS had beloofd, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 12 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel, belend door: CLAES SCEPENS, JAN FRANCKEN, de gemeenschappelijke straat, MARIE VAN BERSE en haar kinderen. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen RUTGER en CROM
Notitie bij het huwelijk van Gerinks en Kathalijn Aerts: .
Mogelijk is GERINKS VAN UDEN dezelfde als GEERLINCK VAN DE VENNE die vermeld wordt als man van KATALIJN volgens FRENKEN en Jonkheer Mr. A.F. O. van Sasse van Ysselt

30-5-1491 Verpachting land (RA Oirschot Inv 125b akte 149, 150 folio 22v)
---------------------------
MARCELIS zoon wijlen WILLEM SCOEFS als man van WENDELMOET dochter van GERINKS VAN UDEN verwekt in wettig huwelijk bij KATHARINA dochter van AERT VAN DER AMEIJDEN verkopen een stuk land genoemd het Haverland groot ca 2 lopenzaad en een stuk hei- en weiveld genoemd de Putten, gelegen in herdgang de Notel, belend door: DANIEL VAN DER AMEIJDEN, THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, de gemeijnte. Nog verkoopt hij een stuk eeuwsel ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, groot ca 2 lopenzaad. Hij verpacht (verkoopt tegen pacht) die percelen nu aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGSTE voor de grondchijns aan de Hertog en voor een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge aan MARCELIS. Als extra onderpand geeft THOMAS aan MARCELIS een stuk beemd genoemd de Langendijk, belend door: de Langendijk, de kinderen van HENRICK VAN ONSTADEN, de erfgenamen van CLAES MESMAKERS. THOMAS belooft dat onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht, getuigen WUEST en GOOSSENS

De pacht uit de vorige akte kan altijd worden afgelost op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 28 peters voor elk mud, gerekend tegen 18 stuivers, 30 mei 1491 getuigen WUEST en GOOSSENS
Notitie bij Christiijn Aert Henricks: .
zij wordt samen met haar moeder vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) periode okt 1449 - sept 1450 folio 74v

IVa. Thomas Aerts de Jonge van der Ameijden, † Oirschot vóór 18 juli 1499, tr. Naam Onbekend.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Thomas Aerts de Jongste van der Ameijden.
2. Henrick Thomas Aerts de Jongste, volgt Va.
3. Peter Thomas Aerts de Jongste van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Naam en Thomas Aerts de Jonge: .
30-1-1478 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 003 folio P136r)
--------------------------------
Komen is WILLEM HENRICKS VAN DE VELDE en met hem HENRICK en RUTGER broers, die voor henzelf handelen en voor hun broers en zusters en verkopen met schepenbrief van Oirschot aan THOMAS AERTS VAN DER MEIJDEN DE JONGE, een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge welke pacht door CLAES DE BECKER wordt betaald op onderpand van een stuk land dat eerder van JAN VAN ZONNE was, gelegen in herdgang Straten, belend door: GIELIS CREMERS, CLAES BECKERS, de straat. Nog op onderpand van 2 delen van een perceel genoemd het Cloetken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: JAN EVERAERTS, AERT NOUWENS, de weg. De schuldenaars (verkopers) beloven alle lasten af te handelen, getuigen HAEST en GOESSEN
Notitie bij Jan Thomas Aerts de Jongste: .
21-2-1504 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 098, 099 folio 17r)
--------------------------------
THOMAS AERTS VAN DER MEIJDEN DE OUDSTE en diens zoon HENRICK hebben beloofd om aan JAN THOMAS VAN DER MEIJDEN DE JONGSTE (hun neef) die voortaan een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. genoemd de Lippart, gelegen in herdgang de Notel, belend door: de gemeijnte, RUTGER CLUIJSTERMANS, getuigen CREMER en WILLEM HENRICKS

De pacht uit de vorige akte is aflosbaar tegen betaling van 15 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, actum als boven

7-3-1507 Betalingsbelofte (RA Oirschot nv 127a akte 048, 049 folio 9r)
-------------------------------
HENRICK JAN HEIJLIGEN heeft beloofd om voortaan aan JAN zoon wijlen THOMAS VAN DER MEIJDEN die voortaan een pacht van 7 lopen rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een huis, tuin, etc. groot 13 lopenzaad, gelegen in herdgang de Notel, zoals hem dat zal worden toebedeeld, belend door: DANIEL VERMEIJDEN, IJKEN weduwe THOMAS VAN DE VENNE, AERT CEELEN, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een akker genoemd ’t Sant, groot 5 lopenzaad, belend door: de kinderen van GIELIS HOPPENBROUWER, AERT CEELEN, de gemeijnte. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen CREMER en HUIJSKENS

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar per a.s. Maria Lichtmisdag over 4 jaar tegen betaling van 17 peters, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, actum als boven
Notitie bij Peter Thomas Aerts de Jongste: .
10-4-1496 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 126a akte 083 folio 12v, 13r, 13v)
-------------------------------------
Er heeft een ongeval plaatsgehad door PETER THOMAS VAN DEN AMEIJDEN DE JONGSTE die JAN PETER HANSCOEMAKERS VAN LENNESHOVEL om het leven heeft gebracht. Daarom zijn voor ons schepenen verschenen de vader van de vermoorde zijnde PETER JAN HANSCOMAKERS VAN LENNESHOVEL, verder DIRCK zoon wijlen JAN HANSCOMAKERS alias SPEECKS en AERT JOESTEN VAN LIEVENDAEL, nog JAN CORSTENS die men ook wel DE VOLDER noemt, GOIJAERT JAN KETELBUETERS, AERT JACOP SMOLLERS en HENRICK EVERAERTS VAN DEN VLOGE als zwagers en samen als vrienden en familie van de vermoorde ter ener zijde en PETER THOMAS VAN DER AMEIJDEN als misdadiger ter andere zijde en hebben zich onderworpen aan de uitspraak door arbiters en wel door 6 personen. Namens de dode partij treden op Heer HENRICK VAN ESCH priester, LOIJWIJCH VAN HERSEL en DIRCK DIRCK DE HOPPENBROUWER, en namens de misdadiger treden op Heer CORSTIAEN VAN DER HEIJDEN priester en pastoor te Oirschot, DIRCK GOOSSEN NEVEN en JACOP HENRICKS VAN STRIJP. Partijen verklaren over en weer op straffe van zoenrechtbepalingen zich aan de uitspraak te zullen houden. Daarna hebben de arbiters overleg gehad en zijn met een eensluidende uitspraak gekomen.
PETER als misdadiger moet in de Sint Petruskerk verschijnen, blootshoofd op a.s. Zondag zijnde 18 april en moet dan in elke hand een wassen kaars hebben van elk 1 pond gewicht en dan neerknielen voor het zielmissenaltaar als de pastoor de zielmissen opleest en het onfiteor doet en de kaarsen zullen dan op het altaar worden gezet. Daarna worden de kaarsen aangestoken en moet de misdadiger de hele mis daar op zijn knieen zitten en de mis volgen, totdat de pastoor hem de kaarsen weer terug zal geven. En dan zal er aan God worden gevraagd en de vrienden etc. of ze hem de misdaad willen vergeven en daarna zal de pastoor hem naar het H. Sacrament brengen en de kaarsen daar offeren en dat alles vanwege de gebruikelijke voetval. Verder moet de misdadiger 500 zielmissen laten opdragen genoemd kloostergewinnen en nog een dertigste houden voor het zieleheil van de overledene. Verder moet de misdadiger persoonlijk een bedevaart houden naar Rome naar de Sint Petrus en Pauluskerk, nog één naar Wilsenaken naar het H. Bloed, en een bedevaart naar Keulen voor de H. Driekoningen. De eerste bedevaart naar Rome moet hij binnen 6 weken na deze brief aanvangen en hij mag niet eerder in Oirschot terugkomen, dan nadat hij de bedevaart heeft volbracht en zodra hij dan terug in Oirschot is moet hij de andere bedevaarten houden steeds binnen 6 weken na terugkeer en moet daarvan goed bewijs van overleggen, tenzij hem anders door de familie van de vermoorde wordt toegestaan.
Binnen de komende 3 jaar mag de misdadiger niet in Oirschot wonen, maar mag er alleen als gast verblijven, maar niet langer dan voor 1 of 2 nachten. Verder mag de misdadiger niet langer in herdgang Straten wonen zolang de vader en moeder en hun familie tot aan de 3e generatie toe van de gedode er wonen. Verder mag de misdadiger 6 jaar lang ook niet in de herdgangen Straten, Aerle of de beide Besten (Naastenbest of Verrenbest) wonen, maar mag er alleen komen als hij daar verplichtingen heeft. Nog mag hij voor die termijn ook niet in herbergen komen, waar de ouders en familie tot de 3e generatie toe aanwezig zijn, voor zover het hem bekend is en als het hem niet bekend is, maar hem kenbaar wordt gemaakt, moet hij weggaan. Als PETER als eerste in de herberg is, mag hij daar blijven. Na de eerste 3 jaar mag PETER bij zijn moeder gaan wonen in de herdgang de Notel, maar als hij vanaf de Notel naar de kerk gaat, moet hij de rechte weg kiezen, zolang de ouders van de vermoorde leven en de familie tot de 3e generatie. Verder moet de misdadiger op de plek van de misdaad een houten kruis zetten, 8 of 9 voet hoog boven de grond uitstekend in de straat nabij HERMAN DE RENTMEESTER. Maar wanneer men het daar niet kan neerzetten of dat de heren of de buren anders beschikken, dan zullen de arbiters hem een andere plek aanwijzen. Omdat dit nog niet voldoende is moet PETER aan de familie van de gedode ten behoeve van de bastaardkinderen van de vermoorde, om die daarmee in leven te houden, die een som van 46 zoenguldens geven, elke gulden tegen 10 stuivers, als volgens oud gebruik en dat binnen 1 jaar, en wel op het Sint Jorisaltaar in de kerk hier te brengen en moet daar goede borgen voor laten stellen. Als de familie en vrienden van de vermoorde het geld dan niet op komen halen, dan mag men het geld in bewaring geven bij de schepenen en als partijen hiervan brieven wensen te hebben dan zal men die voor hen uitmaken op hun kosten zoals gebruikelijk. Als men geen brief wenst, dan moet men de klerk voor diens loon een "gelt" wijn geven.
Als er enige onduidelijkheden in deze uitspraak zijn, dan behouden de arbiters zich het recht voor om nadere uitleg te geven. Beide partijen beloven de uitspraak na te zullen komen. De vrienden van de dode partij wensen een brief, getuigen PETER, ALEBRECHT en HENRICK

Voetnoot: HEIJN VAN DER AMEIJDEN wenst ook een brief, getuigen JACOP HENRICKS en HENRICK HOPPENBROUWER

Of PETER deze bedevaarten allemaal goed doorstaan heeft is niet te vinden in het protocol, Georgina

Va. Henrick Thomas Aerts de Jongste van der Ameijden, † Oirschot vóór 10 mei 1532, tr. Marieken Antonis Vos, dr. van Antonis Dirck en Marieken NN.
Uit dit huwelijk:
1. Antonius Henrick Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 17 maart 1535.
2. Thomas Henricks Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 20 jan. 1534.
3. Aert Henrick Thomas de Jongste van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Marieken Antonis en Henrick Thomas Aerts de Jongste: .
18-7-1499 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 126b akte 126 t/m 128 folio 20r, 20v)
----------------------------------------
HENRICK zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGSTE heeft beloofd aan GEERTRUIDEN dochter van wijlen DANIEL AERTS en haar natuurlijke dochter GEERTRUID die deze had verwekt bij JAN HENRICKS VAN GESTEL, die voortaan zo lang ze leven een pacht van 7 lopen rogge, Oirschotse maat te betalen. Als één van hen ofwel de moeder of dochter overlijdt, gaat de pacht over op de langstlevende van hen en na haar dood versterft de pacht weer op...(akte is niet afgemaakt, zie volgende)

HENRICK zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGSTE heeft beloofd om aan GEERTRUIDEN dochter van wijlen DANIEL AERT DANIELS en haar natuurlijke dochter GEERTRUID die deze had verwekt bij JAN HENRICKS VAN GESTEL, die voortaan zo lang ze leven een pacht van 7 lopen rogge, Oirschotse maat te betalen, steeds op Sint Jacopsdag op onderpand van zijn kindsdeel in een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, groot ca 8 lopenzaad, belend door: DANIEL VERMEIJDEN, DANIEL LANEN, de straat. Nog op onderpand van zijn erfdeel in een half mudzaad land, genoemd de Beckersakker, belend door: DANIEL VERMEIJDEN, de straat, DANIEL DE METSER. Ook nog uit zijn deel van een beemd gelegen aan de Langendijk hier, belend door: de Langendijk, GOIJAERT VAN OSTADEN, MICHIEL SPOERMEKERS, de erfgenamen van CLAES MESMEKERS. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht. GEERTRUID als moeder zal de pacht haar leven lang ontvangen en na haar dood gaat de pacht over op haar natuurlijke dochter zolang die leeft en na hun beider dood komt de verplichting van de 7 lopen rogge te vervallen, getuigen JOERDEN en HENRICK GESTEL

De pacht uit de vorige akte kan altijd worden afgelost op Sint Jacopsdag, mits er 3 maanden vooraf wordt opgezegd, tegen betaling van 8 peters, elke peter tegen 18 stuivers gerekend etc., geen datum en getuigen vermeld

10-5-1532 Kwijting betaling rogpacht (RA Oirschot Inv 131b akte 185 folio 55v, 56r)
-------------------------------------------
MARIEKEN dochter van THONIS VOS weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN met haar zoons THOMAS en ANTONIS verwekt bij genoemde HENRICK, voor henzelf handelend ook voor hun broer AERDEN en ook voor hun moeder, hebben verklaard dat JAN GERITS namens diens wettige kinderen uit zijn eerste huwelijk aan hen de pacht van 1 mud rogge per jaar heeft afgelost, welke pacht JAN, ALEIJT, MARGRIET en BERTA broer en zusters wettige kinderen van wijlen DIRCK VOS in hun testament hadden vermaakt aan genoemde MARIEKEN, ANTONIS VOS, op onderpand van een huis staande aan de O.L. Vrouwekapel en dat nu eigendom is van de kinderen van JAN GERITS. ZE doen afstand van enige aanspraken op dat mud rogge per jaar en geven kwijting aan JAN GERITS samen ook voor alle vervallen termijnen, getuigen DIRCK LEEMANS en VEN

20-1-1534 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 132a akte 031 t/m 033 folio 12v, 13r)
----------------------------------------------------
MARIEKEN weduwe van HENRICK VAN DER AMEIJDEN, met JAN RUTGERS als haar voogd, doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een weiland met recht van overpad daar om er vee over te drijven, door het voorste weiland daar, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof in de Moelsbroecken, belend door: JAN JACOPS met de greppel en de wal, HENRICK GOIJAERTS, het Heilig Kruisbeemdeken ook met de greppel en de wal, het voorste weiland waarover geweegd mag worden, het erf van HENRICK PHILIPS. Ze doet er afstand van ten behoeve van ANTONIS en AERDEN haar wettige kinderen en ze belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen AERT en SCOET

ANTONIS en AERT broers en kinderen van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN, in aanwezigheid van Meester DIRCK VOS hun oom zijnde, hebben aan JAN WOUTERS VAN DE VEN die het weiland uit de vorige akte verkocht en de verlopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, actum als boven

JAN WOUTERS VAN DE VEN heeft beloofd om aan MARIEKEN, aan ANTONIS en aan AERT uit de vorige akte, die 50 Karolusguldens te zullen betalen, per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar samen met de rente tegen de penning zestien. Hij verbindt hiertoe zijn persoon en bezit, actum als boven

24-11-1534 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 132a akte 326 folio 105r 105v)
-----------------------------------------------------
MARIEKE weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN, met mij als haar voogd (secretaris) doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, grond etc. gelelgen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke straat daar, de kinderen van RUTGER CLUIJSTERMANS, de tafel van de H. Geest te Oirschot en ook nog inzake het jaarlijkse inkomen uit het bezit dat de pachter daarvoor heeft beloofd. Ze doet nu afstand ten behoeve van haar wettige zoon AERDEN en ze belooft dit afstand doen altijd na te zullen komen, getuigen MEIJEN en AERT

AERT zoon wijlen HENRIK THOMAS VAN DER AMEIJDEN in aanwezigheid van Meester DIRCK VOS zijn oom, heeft aan JAN JAN WOUTER THOMAS VAN DE VEN, die een huis en grond met tuin etc. verkocht ook met de jaarlijkse huuropbrengst ervan, zoals vermeld in de vorige akte en de koper kan het bezit direkt aanvaarden. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, ook de lasten die door de geburen daar worden opgelegd, behalve 1 oort stuivers als grondchijns en 1 gulden per jaar aan de erfgenamen van Heer GOIJAERT AERT JACOPS en nog 2 gulden per jaar aan JAN GERIT JAN GERIS, nog 1 gulden per jaar aan de erfgenamen van MARTEN SVOLDERS die men ook wel de Sceper noemt, actum als boven

JAN WOUTER THOMAS VAN DE VEN heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde MARIEKEN als weduwe die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige zoon AERDEN uit de vorige akte die 145 Karolusguldens te gaan betalen voor a.s. Maria Lichtmisdag, zodat men op die dag of in de avond daarmee een rente kan aflossen en indien de schuldenaar dan niet betaald zou hebben en als daardoor kosten en schade ontstaan voor MARIEKE en AERT dan zal JAN die kosten voor zijn rekening nemen. Daarvoor verbindt hij persoon en bezit, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald en door een andere vervangen anno 1535 (folio 99)

22-11-1535 Betalingsbelofte voor huis (RA Oirschot Inv 132a akte 284 folio 99r)
----------------------------------------------
JAN WOUTER THOMASSEN VAN DEN VEN heeft als schuldenaar beloofd om aan MARIEKEN weduwe van HENRICK VAN DER AMEIJDEN die daarvan volgens Oirschots recht het vruchtgebruik krijgt en haar wettige zoon AERT het erfrecht die 145 Karolusguldens en nog 9 Karolusguldens als rente daarover te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag en daarvoor verbindt JAN zijn persoon en bezittingen, getuigen LEEMAN en HOUBRAKEN

31-3-1536 Kwijting betaling rogpacht (RA Oirschot Inv 132b akte 158 folio 48r)
--------------------------------------------
Heer JAN VAN DER AMEIJDEN, priester en kanunnik te Eindhoven, heeft verklaard dat MARIEKEN weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN aan hem een half mud rogge per jaar heeft afgelost uit een pacht van 2 mud per jaar, welk half mud deze MARIEKEN jaarlijks steeds uit haar bezit heeft betaald aan genoemde Heer JAN. Hij geeft haar en haar kinderen nu kwijting voor dat halve mud samen met alle achterstand ervan. De brief van de 2 mud is in het ongerede gekomen, zoals Heer JAN verklaart, maar als die brief alsnog later wordt gevonden dan zal Heer JAN geen rechten meer ontlenen aan dat halve mud rogge, getuigen SCOET en VLOET

26-6-1-1538 Afstand vruchtgebruik, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 133a akte 159, 160 folio 75r)
-------------------------------------------
MARIKEN weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN met JAN RUTGERS als haar voogd hierin, doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: ALEIJT AERT DIRCKS, het gasthuis van Heer AMELRIJCK BOOTS, de straat, een voetpad daar. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar wettige zoon AERDEN zodat die daar een rente kan vestigen van 1 gulden per jaar van ELISABETH WOUTER SCOEFS, maar voor niet meer dan als zodanig, getuigen VLEUTEN en MEIJEN

AERT zoon wijlen HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd aan Meester DIRCK VOS ten behoeve van ELISABETH dochter van WOUTER SCOEFS die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag op onderpand van het huis en bezit uit de vorige akte. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 16 gouden Karolusguldens, actum als boven

5-2-1539 Machtiging (RA Oirschot Inv 133b akte 107 folio 2v, 29r)
------------------------
MARIEKE VOS weduwe van HENRICK VAN DER AMEIJDEN en ELISABETH weduwe van JAN VOS hebben samen machtiging gegeven aan GERARD HUBEN, om namens hen hun achterstallige rentes en pachten te innen, danwel die ze in de toekomst nog zullen hebben te vorderen van CHRISTIJN weduwe van MEEUS LANEN die in Veldhoven woont, inzake een pacht van 5 en een halve mud rogge per jaar, waarvan ze de onderpanden in gebruik heeft. De gemachigde moet zulks voor de heren van den stad Den Bosch invorderen, daar schepenbrieven van laten lezen en alles doen wat nodig is en ze zelf daarin ook voor ogen gehad zouden hebben, getuigen ESCH en VELDE

9-6-1539 Kwijting rente (RA Oirschot Inv 133b akte 275 folio 83r)
----------------------------
FRANS zoon wijlen WILLEM MOESCOPS als wettige man van ANNEN dochter van wijlen WOUTER SCOEFS, heeft verklaard dat MARIE weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN en haar wettige zoon AERT aan hem de jaarlijkse rente van 2 en een halve gulden heeft afgelost, welke rente MARIE met haar voogd en ANTONIS, THOMAS en AERT haar wettige kinderen verwekt bij wijlen genoemde HENRICK waren toebedeeld en die ze aan genoemde ANNAN hadden beloofd te betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van en huis, tuin, grond etc. conform de schepen-verdeelbrief van Oirschot d.d. 19 februari 1533. FRANS geeft hen hiervoor nu kwijting samen ook met alle achterstallige termijnen, getuigen VELDE en JAN GOESSEN
(dit betreft de verdeling van de ouders van MARIEKEN, Georgina)

4-11-1539 Afstand vruchtgebruik, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 133b akte 412, 413 folio 13r)
-----------------------------------------
MARIEKEN VOS weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik in een weilandje gelegen in Oirschot in de Moelsbroeken daar, belend door: HENRICK BELAERTS, THOMAS HOPPENBROUWER, het eeuwsel van het H. Kruis. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar wettige zoon AERDEN, zodat ide daarop een rente kan opnemen van 1 Karolsgulden per jaar van diens oom Meester DIRCK VOS, getuigen SCOET, PETER en VELDE

AERT zoon wijlen HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan Meester DIRCK VOS, zijnde zijn oom, die een jaarlijkse rente van 1 Karolusgulden te gaan betalen, steeds vervallend op Simon en Judasdag en voor de eerste keer per Simon en Judasdag (28 oktober), op onderpand van het weiland uit de vorige akte. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Simon en Judasdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 16 gouden Karolusguldens, actum als boven

23-4-1540 Afstand vruchtgebruik verkoop rente (RA Oirschot Inv 134a akte 208, 209 folio58r)
----------------------------------------------------------
MARIE nagelaten weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN, met mij als haar voogd (secretaris) doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een jaarlijkse rente van 2 pond paijment die ze heeft geerfd en bij de boedelverdeling tussen haar en haar mede-erfgenamen zijn toebedeeld bij de dood van wijlen Heer WILLEM VOS, haar oom, conform een schepenbrief van Oirschot zoals ons is gebleken. Deze rente van 2 pond werden eerder door JOIREN JAN LOIJEN belofd aan genoemde Heer WILLEMS steeds vervallend op Sint Jansdag midden in de zomer, op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: DIRCK CREMERS, DIRCK VAN AERLE. Ook nog op onderpand van een beemd genoemd de Neesen Kijnder Beemd gelegen in het Herselbroek aldaar, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 8 juli 1482. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar wettige zoon AERDEN verwekt bij genoemde HENRICK samen met 1 vervallen en de lopende termijn, getuigen HUIJSKEN en GEVAERTS

ARDT zoon wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij de jaarlijkse rente van 2 pond paijment met de vervallen en een lopende termijn, zoals is vermeld in de voorgaande akte nu aan Heer JAN DE CORT priester en rector van het Sint Lucia-altaar in de O.L. Vrouwekapel te Oirschot ten behoeve van de rector van dit altaar en ten behoeve van de oude erfkapelanen in de Sint Peterskerk te Oirschot. Deze rector van dat Sint Lucie-altaar moet met de oude erfkapelanen zorgen voor de jaargetijden en dat bezit verdelen voor zover die daar recht op hebben, maar anders niet. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Genoemde AERT of diens rechtsverkrijgers zullen deze rente altijd mogen terugkopen en aflossen op Sint Jansdag van elk jaar tegen betaling van 14 gulden (faktor 20!) actum als boven
Notitie bij Antonius Henrick Thomas: .
17-3-1535 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 132a akte 125, 125 folio 41-k-v, 41-l-r, 41-l-v)
--------------------------------------
Onlangs is door een ongelukkig voorval ANTONIS zoon wijlen HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN om het leven gebracht, wiens ziel de Heer God genadig moge zijn en dat is gebeurd door toedoen van WOUTER zoon wijlen WOUTERS VAN DEN MEREVEN als misdadiger. Daarom is hier nu verschenen AERT, de broer van de vermoorde ANTONIS met diens oom Meester DIRCK VOS en meer andere vrienden en familie van hem ter ener zijde en WOUTER zoon wijlen WOUTER VAN DE MEREVEN met zijn familie etc. ter andere zijde en hebben een zoenovereenkomst opgemaakt door bemiddeling van goede mannen. Genoemde AERT kiest daarbij voor Heer THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET priester en voor CLAES DIE HARNISMAKER en genoemde WOUTER als misdadiger kiest voor Meester HENRICK ADRIAENS VAN VUGHT onze parochiaan en JAN JANSSEN VAN DEN SCOET. Beide partijen hebben de eed afgelegd in handen van JACOP BERNAERTS als vorster om de zoenovereenkomst na te komen.
Hierbij zijn ook aanwezig DIRCK zoon wijlen DIRK HOUBRAKENS en DIRCK zoon wijlen WOUTERS VAN DE MEREVEN en hebben beloofd alles te voldoen voor zover WOUTER als misdadiger niet zou voldoen, alsof het hun eigen schuld was. De arbiters hebben daarna de volgende uitspraak gedaan, nadat men daarover langdurig beraad heeft gehad.
In de eerste plaats moet WOUTER als misdadiger per a.s. Palmzondag (21 maart 1535) barrevoets en blootshoofd in linnen klederen een voetval doen in de Sint Peterskerk te Oirschot en moet dan in elke hand een wassen kaars hebben van minsten 1 pond gewicht en na de voetval moet hij op zijn blote knieen de zielmis bijwonen en na afloop voor het H. Kruisaltaar verschijnen. Verder moet WOUTER een bedevaart houden naar Trier tot troost van de ziel van het slachtoffer en wel persoonlijk naar de kerk van Sint Mattheus en moet daarvan goed bewijs overleggen aan Meester DIRCK VOS of aan iemand anders van de familie. Verder moet WOUTER een 8 dertigsten laten houden en daarvoor 8 Karolusguldens betalen, de helft daarvan te betalen tussen nu en a.s. Prinksteren en de andere helft tussen nu en a.s. Oirschot Kermis. Verder moet de misdadiger voor een bedevaart naar Rome 6 Karolusguldens betalen, te voldoen in 17 weekse termijnen en wel aan Meester DIRCK VOS of diens familie, om te dienen tot troost van de ziel van het slachtoffer en daarvoor te laten bidden. Verder mag de dader nooit meer in Oirschot komen wonen, maar er alleen als gast verblijven en mag hij er niet overnachten. Verder moet hij de familie van het slachtoffer ontwijken waar mogelijk en moet ook uit de herberg wegblijven waar de familie van het slachtoffer aanwezig is en wel tot aan het 3e geslacht toe. Afspraak is echter dat wanneer de misdadiger in een herberg komt waar de familie aanwezig is en als hem dan onbekend is, dat hem is toegestaan, maar zodra hem dat kenbaar wordt gemaakt dient hij te verdwijnen en als de misdadiger het eerst in een herberg is, dan mag hij daar blijven en zulks is ook van toepassing tot aan het 3e geslacht toe.
De misdadiger moet verder alle kosten van deze bemiddeling betalen en hiermee heeft de familie van het slachtoffer de misdadiger diens daad vergeven.
Indien er op enig punt onduidelijkheid is, behouden de arbiters zich het recht voor om daar uitleg over te geven, getuigen AERT ROEFS en HEIJMERICK

Genoemde WOUTER als misdadiger heeft nog beloofd om DIRCK en DIRCK voor diens belofte hierin te zullen vrijwaren, actum als boven
Notitie bij het overlijden van Thomas Henricks Thomas: .
hij is overleden tussen 19-2-1533 (erfdeling van zijn grootouders aan moederzijde en voor 20-1-1534, want dan wordt hij niet meer vermeld als zoon in de akte van deze datum

IVb. Daniel Aerts van der Ameijden, † omstr. 1510, tr. 1e Aleijt Jan Back; tr. 2e vóór 1480 Marie Jan Willems Vos van Beerse, fabrieksmeester van de Sint Petruskerk te Oirschot in 1489, dr. van Jan Willem Vos en Katarina Happo Nicolaes van Doernen (Doiren).
Uit het eerste huwelijk:
1. Mr. Aert Daniels, volgt Vc.
2. Heer Jan (Johan) Daniels van der Ameijden, kanunnik en priester van de Sint Katharinakerk te Eindhoven, pastoor te Bladel, † vóór 9 aug. 1554.
3. Heer Mr Corstiaens (Corsten) Daniels, volgt Vd.
4. Daniel Daniels van der Ameijden.
Uit het tweede huwelijk:
5. Aert Daniels, volgt Vb.

Notitie bij het huwelijk van Aleijt Jan en Daniel Aerts: .
De volledige achternaam van ALEIJT wordt vermeld in het Bossche protocol (Oirschot) periode okt 1500 - sept 1501 folio 71v

3-12-1468 Aankoop jaarpacht (RA Oirschot Inv 122 akte 298 folio P260v, P261)
------------------------------------
Verschenen is JAN natuurlijke zoon van Heer LONIS VAN RIJSINGEN priester, en verkoopt met schepenbrieven van Oirschot nu aan DANIEL zoon AERTS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse pacht van 14 lopen rogge, maat van Oirschot, welke pacht JAN heeft gekocht van HENRICK WILLEMS VAN OS en men steeds ontvangt op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land gelegen in Oirschot herdgang Hedel belend door: HENRICK REIJNERS, LISBETH VAN VLIERDEN en haar kinderen, GOESWIJN WUESTEN, Meester HENRICK VAN VLIERDEN. Ook nog op onderpand van een stuk eeuwsel gelegen in herdgang Hedel, belend door: HENRICK VAN DER BRAECKEN, Heer LONIS VAN RIJSINGE, Meester HENRICK VAN VLIERDEN. JAN als verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handlen, getuigen RUTGER JANSSEN en HENRICKS MAES

6-3-1469 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 065, 066 folio P275r (13r)
-------------------------------
Verschenen is DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, verder DIRCK VAN ELLAER en JAN JAN OEMEN en ze beloven samen en hoofdelijk om per a.s. Kerstmis aan DANIEL VAN VLIERDEN, aan diens kindse broer WILLEM en aan JAN en DANIEL kinderen van hun broer JAN, die 90 Rijnsguldens te zullen betalen. Daarvan krijgen DANIEL en WILLEM 30 Rijnsguldens en JAN en DANIEL als kinderen van DANIEL (VAN VLIERDEN) 60 Rijnsguldens, getuigen DIRCK, SNELLAERT en HUIJSKENS
Voetnoot: dit betreft door hen gekocht eikenhout, te weten 150 stuks (bomen?)

Verschenen zijn de 3 genoemde schuldenaars uit de vorige akte en beloven elkaar over en weer, dat ieder van hen diens deel van de som zal betalen, actum als boven

2-5-1469 Overdracht brieven (RA Oirschot Inv 122a akte 121 folio 284 (22v)
-----------------------------------
Verschenen is hier DANIEL VAN PETERSHEM natuurlijke zoon van WILLEM VAN PETERSHEM en heeft aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN toegezegd, dat als zijn broer WILLEM VAN PETERSHEM weer in het land terugkeert, dat hij hem de oude principale brieven zal overhandigen inzake een rogpacht die DANIEL VAN PETERSHEM aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft verkocht gehad. Dat betreft een pacht van 10 mud rogge, Oirschotse maat, in Oirschot te leveren, waarvan DANIEL VAN DER AMEIJDEN de helft heeft. Hij zal hem de brief daarvan overhandigen, zodat die zijn vordering kan verhalen. De pacht van 10 mud per jaar, wordt betaald op onderpand van een hoeve in de plaats Lieshout, genoemd dat Revelschot, getuigen alle schepenen

20-5-1469 Veiligstellen akte (Kapittel van Oirschot nr. 450 Inv 299)
---------------------------------
Schepenen van Oirschot oorkonden dat DANEL VAN PETERSHEYM natuurlijke zoon van WILLEM VAN PETERSHEM beloofd heeft aan DANEL VAN DER AMEIDEN AERTSZ dat hij, als zijn broer WILLEM (DANEL’S broer) naar het buitenland zal gaan, de akte die betrekking heeft op roggepacht uit hoeve Ravelsloot in Lieshout in veiligheid zal brengen, zodat DANIEL en WILHELM hun rechten mee kunnen verdedigen, met schependomszegel

8-8-1470 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 123a akte 183 folio 29v)
-------------------------------
Verschenen is DIRCK GOESWIJN NEVEN en verkoopt nu met een schepenbrief van Oirschot aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van een half mud rogge per jaar, Oirschotse maat, dat hij heeft gekocht van JAN HEIJMANS VAN LUPPE (VAN KERCKOERLE) en JAN weer had verkregen van JUTKEN RUTGER GEERLICKS en haar vood. De pacht is op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot onder Boterwijk, belend door: DANIEL CROMMEN, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen GELDROP en HUIJSKENS

ca 22-8-1470 Aankoop pachten (RA Oirschot Inv 123a akte 187, 188 folio 30v)
-----------------------------------
Verschenen is IDA dochter van WILLEM SMOLLERS als weduwe van HENRICK VAN DER VLOETEN met haar voogd en verkoopt nu aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van een half mud rogge per jaar, die ze als weduwe had gekocht van HUIJBRECHT AERT JANSSEN VAN DER AMEIJDEN. De pacht vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het 1/8e deel van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot onder Best, belend door: CLAES HENRICK GIJBEN, LISBETH JAN WEIJTTEN, GOIJAERT SWEERS, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van het 1/8e deel van een stuk land genoemd dat Bruijnsel, groot ca 7 lopenzaad, gelegen onder Best, belend door: JAN WILNEVEN, KORSTIAEN SP.... Nog op onderpand van het 1/8e deel van een stuk land genoemd dat Laer, belend door: JAN HARNISMAKERS, LAMBRECHT MATHIJSSEN alles conform schepenbrieven van Oirschot. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, datum Onze Lieve Vrouw Assumptionisdag 1470, getigen GEERLICK en JACOP GELDROP

Verschenen is hier Heer AMELRIJCK BOOTS priester en kanunnik van de Sint Janskerk in Den Bosch en belooft aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN die een pacht van 2 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Grootdonkbeemd gelegen in Oirschot herdgang Aerle groot ca 3 bunders, belend door: JAN MOELS, JAN HEIJMANS, de straat. De schuldenaar belooft alle lasten af te handelen, datum 22 augustus 1470, getuigen ELLAER en HUIJSKENS

5-11-1470 Betalingsbelofte gezworenen (RA Oirschot Inv 123a akte 353, 354 folio 60v)
------------------------------------------------
Verschenen zijn hier de gezworenen van het jaar 1469 en hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN die per a.s. Maria Lichtmisdag 9 Rijnsguldens te betalen en ieder van hen zal zijn deel daarvan voldoen (akte is doorgehaald zie hieronder)

Verschenen zijn WILLEM VAN CATWIJK, JAN DE WOLF, GERART MATHIJSSEN (HUIJSKENS) GIELIS SNELLAERTS, VRANCK DE HAEST en DIRCK GOESSENS gezworenen (het zijn de schepenen van het jaar 1469 en gezworenen voor het jaar 1470, Jan Toirkens) en beloven nu aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN die per a.s. Maria Lichtmisdag 9 Rijnsguldens te zullen betalen, getuigen DIRCK HUIJSKENS en WILLEM VAN DORMALEN

5-7-1471 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 123a (2353) akte 134 folio P89v
------------------------------
Komen is JOERDEN JANS VAN GELDROP, kanunnik te Oirschot en JAN WILLEM VOS als fabrieksmeesters van de Sint Petruskerk te Oirschot, hierin met instemming van het kapittel, schepenen, gezworenen en een deel van de inwoners, en verkopen aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 4 mud rogge, maat van Oirschot, welke pacht JAN JAN GERARDS VAN DER LUSLDONK DE JONGE had beloofd aan genoemde Heer JOERDEN en JAN als fabrieksmeesters , steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang Spoordonk, belend door: de Heer van MERODE als Heer van Oirschot, AERT VOS, LAMBRECHT VAN DER HOFSTAD, de straat, WILLEM VAN HEIJDEN, JAN CORTTEN volgens de schepenbrief van Oirschot. De verkopers in hun funktie beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen VOS en HENRICK VEN

22-5-1472 Aankoop en betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 123a akte 054, 055 folio P134r)
------------------------------------------------------
Komen is PETER zoon wijlen DANIEL natuurlijke zoon van Heer HENRICKS en verkoopt met schepenbrieven aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 4 mud rogge per jaar, maat van Oirschot, welke pacht DANIEL zoon van wijlen DANIEL Heer HENRICKS (is broer van PETER) hem eerder had beloofd steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. en een daarbij gelegen akker genoemd de Dries en op onderpand van een groesveld genoemd dat Venne, bij elkaar gelegen in herdgang de Notel, belend door: THOMAES SPOORMAKERS, de gemeenschappelijke straat. De verkoper doet afstand van de 4 mud rogge ten behoeve van zijn neef DANIEL VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af ge handelen, getuigen HOPPENBROUWERS en CROM

Komen is DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN en belooft aan zijn neef PETER zoon van wijlen DANIEL natuurlijke zoon van Heer HENRICKS een pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: DANIEL zoon wijlen DANIEL natuurlijke zoon van Heer HENRICK, THOMAES SPOORMAKERS en zijn kinderen, de gemeenschappelijke straat. DE schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, actum als boven

1-7-1473 Aankoop land (RA Oirschot Inv 123a akte 134 folio P186r)
------------------------------
Komen is PETER PETERS VAN OUDENHOVEN en verkoopt met schepenbrieven van Oirschot aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN de helft van een stuk land genoemd de Vlaslandakker, welk stuk PETER met een schepenbrief van Oirschot had gekocht van MICHIEL VAN DE MELCKRODE en MICHIEL was toebedeeld in de deling volgens de brieven ervan. Nog verkoopt hij hem een stuk land gelegen in de Notel, belend door: IEVEN BLOEIJS, genoemde MICHIEL dat ervan is afgedeeld, de Besestreep, de gemeenschappelijke weg. Dat stuk land had PETER eerder van MICHIEL gekocht en MICHIEL op zijn beurt weer van JAN BEERTKENS VAN DEN ...(SPIJKER?) zijnde zijn zwager, volgens schepenbrief van Oirschot. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen voor de 2 stukken land, behalve een pacht van 18 lopen rogge, maat van Oirschot, getuigen GELDROP en LIEVELD

Op ca 23-4-1474 wordt er een uitwinning van een pacht gedaan door JAN LAUWREIJS VAN DEN PASSE inzake een pacht van 18 lopen rogge maat van Oirschot, op onderpand van een akker genoemd de Claslandakker, gelegen in herdgang Notel, belend door: IEVEN BLOIJS, MICHIEL GEERLICKS VAN DEN MELCROTH, de Beijserstreep (?) de gemeenschappelijke weg volgens een brief d.d. 11 juni 1448. De achterstand van die pacht is nu 1 jaar zoals hij (JAN) zei. De akker is daarna met een vonnis uitgewonnen door DIRCK EVERDIJS en is verkocht aan THOMAS AERTS VAN DER MEIJDEN, die op dezelfde datum de akker genoemd de Vlasakker verkoopt aan JAN VAN DEN DOREN ten behoeve van DANIEL VAN DER MEIJDEN samen met de vonnisbrief ervan, getuigen VLIERDEN, CLEIJNAEL en VENNE (RA Oirschot Inv 124a akte 067, 068 folio 12v)

4-11-1474 Aankoop huis, tuin etc. (RA Oirschot Inv 124a akte 169 folio 27r)
-----------------------------------------
Verschenen is THOMAS zoon wijlen DANIEL CROMMEN en met hem MICHIEL en AERT broers, zijnde de kinderen van genoemde THOMAS die voor henzelf handelen en voor hun broer DANIEL, waarvoor ze beloven als die meerderjarig is gewordn hem alsnog afstand zullen laten doen van dit bezit, verkopen nua aan DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN die een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: DANIEL zoon wijlen DANIEL LAENEN, THOMAS zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGE, de gemeijnte daar. Nog verkopen ze hem een stuk beemd genoemd dat Ven samen met 2 stukjes land, het éne genoemd de Bogaert, het andere genoemd de Hof, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: THOMAS zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN DE JONGE, DANIEL zoon wijlen DANIEL LAENEN. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, getuigen VLIERDEN en VEN

20-3-1475 Betalingsbelofte (Kapittel van Oirschot nr. 476 Inv 299)
---------------------------------
Schepenen van Oirschot oorkonden dat HENRICK JANS TSHEERENZN beloofd heeft te betalen aan DANEL VAN DER AMEIJDEN: deel van roggepacht in Lieshout, met schependomszegel

27-6-1475 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 096 folio P44v)
--------------------------------
Komen is MARGRIET dochter van wijlen AERT SMOLLERS met haar voogd en verkoopt samen met alle brieven en testament ervan aan DANIEL VAN DER MEIJDEN die een pacht van 1 mud rogge, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van eens stuk land gelegen in herdgang de Notel, genoemd de Gemeijnte, belend door: AERT SCABROEKS, HENRICK OESTEN, de gemeijnte, de kinderen van wijlen AERT VAN DER MEIJDEN, het erf van wijlen GIJSBRECHT BRUIJNEN. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen HAEST en DIRCK GOESWIJNS

13-8-1475 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 098 folio P45r)
----------------------------------------
Komen zijn MATHIJS en WILLEM broers en zoons van wijlen HENRICK VAN DEN DIJCK en beloven aan DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER MEIJDEN die een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Spoordonck (er staat Verrenspoordonk) belend door: HENRICK WETTERS, WILLEM VAN DER HEIJDEN, de gemeenschappelijke straat. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen HAEST en CROM

8-11-1475 Aankoop land en pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 143 folio P54v)
-----------------------------------------
Komen is HENRICK HENRICK VAN DE VEN en verkoopt een stuk beemd dat zijn eigendom is, gelegen in herdgang Straten, genoemd de Elsdonk aan DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN, belend door: de erfgenamen van JAN CROMMEN, Meester AERT VAN WEIJLHUIJSEN, JOERDEN zoon wijlen GIJSBRECHT DE HOPPENBROUWER, de gemeenschappelijke straat zoals hij zei. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 14 denarii paijment als grondchijns aan de Heer, getuigen OUDENHOVEN, HUIJSKENS en CROM

Komen is JOERDEN zoon wijlen JAN MICHIELS en verkoopt aan genoemde DANIEL (AERTS VAN DER AMEIJDEN) een pacht een 1 mud rogge die zijn eigendom is, samen met de achterstallige termijnen, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Bloijsbeemd, gelegen onder Ameijden, belend door: JAN BRUIJSTENS, verder rondom in de gemeijnte. Dat mud rogge had JOERDEN verkregen van WILLEM AERT ELEN VAN DER DONCK volgens schepenbrief van Oirschot. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, actum als boven

7-7-1476 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot nv 124a akte 090 folio P85v)
---------------------------------------
Komen is JAN zoon wijlen BEERTRAM VAN DEN SPIJKER en belooft aan DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Borggreve, groot anderhalve bunder, gelegen in herdgang Verrenbest, ter plaatse genoemd op de Vloet, belend door: GIJSBRECHT EVERAERTS, DANIEL KEIJSERS en diens kinderen, het erf genoemd de Spijkersbuenr, HENRICK VAN DER HAEST zoals ze zeiden. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen JANNIS en AERT

10-7-1476 Overdracht rogpacht (Kapittel van Oirschot nr. 480 t/m 483 Inv 306)
---------------------------------------
PHILIPPA dochter van JACOB VAN DEN DOREN heeft overgedragen voor schepenen van ’s Hertogenbosch aan FRANCO DE LANGEL voor DANIEL VAN DER AMEIDEN zoon van ARNOLD (AERT): roggepacht uit hoeve Stouten in Middelbeers, met zegels van JOHAN DE BACK, ridder en JOHAN VAN OS schepenen van ’s-Hertogenbosch

JOHAN BACK ridder en JOHAN VAN OS schepenen van ’s-Hertogenbosch geven vidimus van akte 1469 augustus 19 en oorkonden dat PHILIPPA dochter van JACOB VAN DEN DOEREN erkend heeft dat zij genoemde akte bewaart, voor haarzelf en DANIEL VAN DER AMEIDEN zoon van ARNOLD (AERT) en dat genoemde DANIEL er indien nodig gebruik van kan maken, met zegels oorkonders.
(opm. dit betreft een wei genoemd Koningsbeemd welke PHILIPPAS had gekregen van JOHAN VAN BAEST en ARNOLD POTTER echtgenoot van YDA dochter van JOHAN VAN BAEST

14-08-1476 Overdracht rogpacht (Kapittel van Oirschot geen nr en Inv bekend verm. Inv 306)
----------------------------------------
PETRUS natuurlijke zoon van JOHAN VAN BAAST priester, heeft overgedragen voor schepenen van ’s-Hertogenbosch, aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN: deel roggepacht uit goederen Stouten Goed in Middelbeers en uit deel hoeve land in dezelfde plaats, vroeger van een zekere STOUTEN, met schepenzegels van JOHAN VAN KRAANDONK zoon van LUDIVICUS en HENRICK PETERUS

20-5-1478 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 124a (2354) akte 193 folio P174v)
--------------------------------
Komen zijn Heer NATAEL ROBILAERTS kanunnik te Oirschot en kerkmeester, verder RUTGER BELAERTS, HENRICK VAN DE VEN en HENRICK VAN OSTADEN als kerkmeesters van de collegiale kerk van Sint Petrus te Oirschot met instemming hierin van de deken en het Kapittel volgens de gezegelde brief van het Kapittel d.d. 16 ... met een deel van de inwoners van Oirschot hierin, beloven aan DANIEL VAN DER MEIJEN een jaarlijkse pacht van 7 mud rogge te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, op onderpand van alle pachten, chijnsen etc. die eigendom van de fabriek zijn. De schuldenaars in hun funktie beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen HAEST en GELDROP (akte zit in het protocol jaar 1479)

8-11-1479 Ver- en aankoop pachten (RA Oirschot Inv 124a (2354) akte 157, 158 folio P167v)
------------------------------------------
DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER MEIJDEN verkoopt een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot die zijn eigendom zijn, welke pacht ROELOF HENRICK WOUTERS, eerder had beloofd aan DANIEL EIJGENBROETS, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen onder Best, belend door: de straat, DIRCK WEIJTEN, WAUTGAERT HENRICK WAUTGAERTS. De pacht wordt verkocht aan JACOP VAN DORMALEN ten behoeve van Heer HENRICK BELAERTS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen DORMALEN en ELLAER

DIRCK zijn wijlen GOESSEN NEVEN verkoopt aan HENRICK VAN ESCH ten behoeve van DANIEL VAN DER AMEIJDEN die een pacht van 10 lopen rogge, maat van Oirschot, die zijn eigendom zijn, welke pacht ALEIJT dochter van wijlen WILLEM BLIECKS eerder had beloofd aan WILLEM natuurlijke zoon van GOESSEN VOS, en GOESSEN die pacht wer van dze WILLEM had verkregen, te betalen op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in de herdang de Kerkhof, belend door: HENRICK VAN GESTEL, ANSEM DEENEN, LENAERT BERTHEN, de straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, geen datum en getuigen vermeld)

21-12-1483 Uitwinning rogpacht (RA Oirschot Inv 124b akte 002 folio P336v)
----------------------------------------
Komen is THOMAES AERTS VAN DER AMEIJDEN als gemachtigde voor DANIEL VAN DER AMEIJDEN zijnde zijn broer en heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrieven van Oirschot inzake een pacht van 1 mud rogge, die 6 jaar onbetaald is, welke pacht MATHIJS en WILLEM broers en kinderen van wijlen HENRICK VAN DEN DIJCK aan genoemde DANIEL hadden verkocht (beloofd in dit geval), steeds te ontvangen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Verre-Spoordonk, belend door: HENRICK WOUTERS, WILLEM VAN DER HEIJDEN, de gemeijnte volgens de brief d.d. 13 augustus 1475. JAN VAN ESPE heeft de uitwinning verzorgd en het bezit is ook in Den Bosch gepubliceerd geweest en is verkocht aan JAN JAN LEEMANS voor de achterstalligheid tec., datum op Sint Thomasdag, geen getuigen vermeld
Notitie bij het huwelijk van Marie Jan Willems en Daniel Aerts: .
MARIE en haar vader JAN WILLEM VOS worden samen vermeld in het Bossche Protocol (Best) okt 1457 - sept 1458 folio 386r

16-4-1480 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 124b akte 119, 120 folio 21v, 22r (P226v P227v)
---------------------------------
Verschenen is DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN en verkoopt met een schepenbrief nu aan LUPPRECHT .. een huis, tuin, grond etc. gelegen onder Boterwijk hier, belend door: WILLEM PHILIPS VAN GELDROP, HENRICK VAN DE HAGELAER DE JONGSTE, de kinderen van wijlen WILLEM VOS, de gemeijnte genoemd het Lieveld, de straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, maar LUPPRECHT moet hieruit wel jaarlijks aan de fabriek (van de Sint Peterskerk?) 1 lopen raapzaad betalen, nog aan de kinderen van DANIEL CROMMEN 15 lopen rogge en nog 3 mud rogge, Oirschotse maat, getuigen VEN en VEN

Genoemde LUPPRECHT uit de vorige akte beloofd genoemde DANIEL die per a.s. Maria Lichtmisdag 32 peters te zullen betalen, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, actum als boven

26-2-1482 Aankoop pacht en kapitaal (RA Oirschot Inv 124b akte 193 folio P312r)
---------------------------------------------
Komen is JAN natuurlijke zoon van Heer LONIS VAN RIJSINGEN priester, en verkoopt met schepenbrieven en testament etc. aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN een pacht van 18 lopen rogge, maat van Oirschot met 9 vervallen termijnen, welke pacht JOERDEN VAN ROEDEN gebruikelijk heeft ontvangen op onderpand van een huis, tuin etc. dat eerder van JAN LEIJSEN was, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: EVERAERT SMEETS, de kinderen van HAEGEN BUSLIEDEN (?) VAN GESTEL, de gemeenschappelijke straat. Die pacht van 18 lopen hadden LONIS en JOHANNES, kinderen van wijlen (Heer) LONIS VAN RIJSINGEN verkregen van DIRCK, JAN LAMBRECHT en HENRICK als broers en kinderen van wijlen WOUTER SGREVEN en van GOIJAERT SMEETS volgens de schepenbrief. De verkopen mede namens Heer LONIS en zijn broer LONIS belooft alle lasten af te handelen, getuigen HAEST en VLIERDEN

Dezelfde JAN uit de vorige akte verkoopt aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN met schepenbrief van Oirschot een kapitaal van 15 rijnsguldens, welk bedrag HENRICK DE CUIJPER en PHILIPS VAN GELDROP aan deze JAN VAN RIJSINGEN in een schepenbrief van Oirschot hadden beloofd. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, geen datum en getuigen vermeld

13-7-1485 Vordering pacht (RA Oirschot Inv 124b akte 230, 231 folio 463v, 464r)
---------------------------------
Verschenen is DANIEL zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN en heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrieven van Oirschot inzake een pacht van 1 mud rogge per jaar, die .. jaar achterstallig is. Die pacht had HENRICK VAN DEN OUDENHUIJS eerder beloofd aan GOESWIJN VAN EIJNDHOVEN, HENRICKS zwager VAN HERSELE, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd het Half Erdbruggen, eerder eigendom van HENRICK VAN HERZEL gelegen onder Ertbruggen hier, belend door: HENRICK RUTGERS VAN OUDENHOVEN, de kinderen van RUTTEN HOEIJMAKERS. Daarop hebben wij bij vonnis bepaald dat het bezit mag worden uitgewonnen en de procedure daarvoor is gedaan door JAN VAN ESP en het is ook in Den Bosch aangekondigd en verkocht aan HENRICK VAN DE VEN voor de achterstand en kosten van de procedure, getuigen CLAES, DIRCK en GERIT

Schepenen verklaren hierbij plechtig dat eerder DANIEL VAN DER AMEIJDEN afstand had gedaan van het bezit volgens Oirschots recht daarin aan HENRICK VAN DE VEN m.b.t. een perceel genoemd de Half Ertbruggen, eerder eigendom van HENRICK VAN HERZEL, belend door: RUTGER HENRICKS VAN OUDENHOVEN, de kinderen van JUTTEN HOIJMAKERS. Dat is gebeurd vanwege een achterstallige pacht die en de kosten van de procedure die DANIEL had te vorderen van HENRICK VAN DE VEN zoals blijkt uit de schepenbrief.

2 dagen later op 15 juli 1485 zijn HENRICK VAN DE HAGELAER DE OUDSTE, WOUTER HENRICK TOERKENS, AERT ROELOFS VAN DER AMEIJDEN en HENRICK DIRCK STOCKELMANS verschenen en ze beweren dat ze zelf ook schepenbrieven hebben inzake het zelfde onderpand en welke pacht hun was beloofd door JAN HAPPEN REIJNERS VAN DER AMEIJDEN tijdens diens leven, welk onderpand is gekocht door HENRICK VAN DE VEN. Op grond daarvan verkoopt HENRICK VAN DE VEN het bezit nu aan genoemde personen. Deze verkopen het (een gedeelte) weer door aan WILLEM PETERS VAN DE SCHOOT en aan PETER WILLEMS VAN DE MORTSEL en een ander gedeelte aan KORSTIAEN GIELIS CARIJNS (CRIJNS). De genoemde WILLEM en PETER beloven de verkopers dat ze aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN de rogpacht van 2 mud rogge zo zullen betalen dat de verkopers en ook KORSTIAEN daarvoor gevrijwaard zijn. Ook KORSTIAEN uit zijn gekochte beemd de 2 oude groten, het 1 pond paijment en het 1 mud rogge per jaar zo zal betalen dat de verkopers daarvoor gevrijwaard zijn.
(dit is een verkorte versie, omdat het nog allang was) RA Oirschot Inv 124b akte 231 t/m 235 folio P464r

1485 Ontvangst betaling ? (RA Oirschot Inv 124b akte 251 folio 469r)
-------------------------------
Ik, LAUREIJS VAN DE LOE, schout te Pelt en HENRICK HEIJNEN KORSTENS VAN OVERPELT, .. verklaren van DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER MEIJEN een bedrag van 200 Overlandse Rijnsguldens te hebben ontvangen, goed van goudgehalt en gewicht. Daarvoor stellen zij als onderpand al het bezit in het dorp Overpelt ten behoeve van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN (is fout moet zijn DANIEL) en diens wettige vrouw MARIE dochter van wijlen JAN VOS en wel in de vorm van een jaarlijkse rente van 14 Rijnsguldens, steeds vervallend op Sint Michielsdag op hun kosten etc. steeds in Oirschot te betalen, zolang ze leven totdat de schuldenaar van ht dorp Overpelt deze 200 Rijnsguldens hebben terugbetaald. Als de inwoners deze 14 gulden niet betalen dan mag genoemde AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN (dus de zoon van DANIEL) en diens moeder voor elke dag dat nodig is een bedrag van 5 Brabantse stuivers vorderen totdat er is betaald. VErder beloven de schuldenaars in Pelt op hun kosten binnen nu en 2 maanden en schepenbrief voor deze DANIEL te laten opmaken, getuigen DIERCK MATHIJSSEN (HUIJSKENS) en AERT MAES VAN STRIJP (meestal VAN OUDENHOVEN genoemd) als schepenen

26-6-1488 Aankoop huis, tuin etc. (RA Oirschot Inv 125a akte 102 folio 88r)
-----------------------------------------
Meester JAN BALIOUS verkoopt aan MARIE dochter van wijlen JAN VOS, zijnde de vrouw van DANIEL VAN DER AMEIJDEN, die een huis, tuin etc. met 4 lopenzaad land, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: DANIEL VAN DER AMEIJDEN, de kinderen van DIRCK VAN DER RIJT, ALAERT WUESTEN, de Nieuwstraat daar. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HAEST en AERT THOMAES

4-8-1488 Uitwinning pachten (RA Oirschot Inv 125a akte 140, 141 folio P94v, P95r)
------------------------------------
DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrief van Oirschot inzake een pacht van 14 lopen rogge per jaar, die 3 jaar achterstallig is. Die pacht had JAN JANSSEN VAN WAALWIJK eerder beloofd aan KATARINA dochter van WILLEM SWILDEN en haar dochter MARGRIET, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Mortel, gelelgen onder Boterwijk hier, belend door: WOUTER RUTTEN, HENRICK HASSELMANS, WILLEM HENRICKS, de gemeenschappelijke straat volgens de schepenbrief d.d. 11 februari 1450. Daarop hebben wij als schepenen bij vonnis bepaald dat DANIEL zijn vordering op het onderpand mag verhalen voor zover hij die vordering kan bewijzen en waarbij de rechten van andere gerespecteerd dienen te worden. De uitwinning is verzorgd door JAN PETERS VAN ESP en er is aan alle voorschriften voldaan en het bezit is daarna verkocht aan Heer HENRICK JACOPS VAN ESCH priester, voor de achterstalligheid. In het vonnis is ook bepaald dat een koop een "weer" is voor zover wij als schepenen daarin worden gevraagd uitspraak te doen, getuigen HAEST en ANSEMS

DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrief van Oirschot inzake een pacht van 1 mud rogge per jaar, maat van Oirschot die 3 jaar achterstallig is. Die pacht had ROELOF HENRICK WOUTERS eerder beloofd aan DANIEL EIJGENBROETS, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen onder Best, belend door: de straat, DIDDERICK WEIJTEN, WAUTGAERT HENRIC WEIJTEN, volgens den brief d.d. 7 maart 1456. Daarop hebben wij als schepenen bij vonnis bepaald dat DANIEL zijn vordering op het onderpand mag verhalen voor zover hij zijn vordering kan bewijzen en waarbij de rechten van anderen respecteerd dienen te worden. De uitwinning is verzorgd door JAN PETERS VAN ESP en er is aan alle voorschriften voldaan en het bezit is daarna verkocht aan heer HENRICK JACOPS VAN ESCH voor de achterstalligheid en de kosten van de procedure. In het vonnis is ook bepaald dat de koop een "weer" is voor zover wij als schepenen daarin worden gevraagd uitspraak te doen, getuigen HAEST en ANSEMS

4-8-1488 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 125a akte 152 folio P97r, P97v)
--------------------------------
MARIE dochter van wijlen JAN VOS zijnde echtgenote van DANIEL VAN DER AMEIJDEN heeft haar achterstallige vordering aangetoond met schepenbrieven van Oirschot, inzake een pacht van anderhalf mud rogge uit een pacht van 3 mud rogge, maat van Oirschot, die 3 en een half mud achterstallig is, welke pacht WILLEM DIRCKS VAN DER STAYAKKER en AERT WOUTER HOUTAPPELS eerder hadden beloofd aan JAN WILLEM VOS, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd groot ca 2 en een halve bunder, gelegen achter de Broekbeemd, belend door: WILLEM VAN DER ACHTER, THOMAES VAN OUDENHOVEN en diens zoon CLAES, de gemeijnte, volgens de brief d.d. 31 mei 1468. Daarop hebben wij als schepenen bij vonnis bepaald dat MARIE haar vordering op het onderpand mag verhalen, waarbij ze wel de rechten van anderen daarin moet respecteren. Voor de uitwinning heeft ze JAN PETERS VAN ESP gemachtigd en die heeft de procedure in de ’vierschaar" voortgezet en er is daarbij aan alle voorschriften voldaan. Daarna heeft JAN het bezit verkocht aan Heer HENRICK VAN ESCH priester, voor de achterstalligheid en de kosten van de procedure. In het vonnis is verder bepaald dat de koop een "weer" zal zijn, getuigen HAEST en ANSEMS

28-3-1489 Verklaring gebruik weg (RA Oirschot Inv 125a akte 193 folio P173r, P174v)
-----------------------------------------
Wij schepenen verklaren hierbij plechtig dat Heer HENRICK BELAERTS priester en diens zuster MARGRIET met haar voogd, aan Meester DANIEL VAN HERSEL kanunnik te Oirschot een stuk land hebben verkocht, groot ca 2 en een halve lopenzaad, ter plaatse genoemd nabij het Moelsbroek, belend door: DANIEL VAN DER MEIJDEN of diens vrouw MARIE dochter van JAN VOS, waar tussenin een voetpad loopt, Meester DANIEL VAN HERSEL zelf, het Hertogenland, de erfgenamen van WOUTER VAN DE VELDE, samen met een weg daar komend vanaf de straat genoemd de Boterwijkse straat, verder belend door: JAN RONDEN, de kinderen van RUTGER BELAERTS tot aan de genoemde akker.
Voorwaarde is dat al diegenen die recht van overpad hebben over het erf van Heer HENRICK BELAERTS en MARGRIET, genoemd het Moelsbroek, deze vaste weg daar zullen mogen blijven gebruiken volgens de prinicipale brief ervan.
Daarom is hier nu verschenen Meester DANIEL VAN HERZEL en verklaart dat DANIEL VAN DER MEIJDEN en diens vrouw MARIE of haar erfgenamen na haar, deze bestaande weg zullen mogen gebruiken, komend vanaf de Boterwijkse straaat tot het erf van Meester DANIEL VAN HERSEL en verder over het erf dat door Heer HENRICK BELAERTS en MARGRIET aan Meester DANIEL VAN HERZEL is verkocht, met de mnste overlast voor de erfgenamen van WOUTER VAN DE VELDE, rechtdoor uit tot 2 stukken land genoemd de Bertenstukken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen. Het éne stuk is belend door: LISBETH WOUTERS (VAN DE VELDE) en de kinderen van WILLEM JAN OMEN. Het andere stuk is belend door: JOERDEN ANSEMS onze collega schepen, AERT THOMAS VAN DE VENNE, waar tussen in een kerkpad loopt. Verder nog de weg tot een 3e stuk land ter zelfder plaatse gelegen, belend door: JAN QUANTS, de kinderen van JAN PETER SANNEN, de kerkpad daar.
Genoemde DANIEL VAN DER MEIJDEN en diens vrouw MARIE of haar erfgenamen mogen deze weg daar altijd en zo vaak ala nodig gebruiken met vee, wagens of karren, zonder dat ze schade met vee mogen toebrengen en zoals men een weg dient te gebruiken. DANIEL mede namens zijn vrouw doet nu afstand van zijn eigen recht om die weg daar te mogen gebruiken over het Moelsbroek ten behoeve van genoemde Heer HENRICK BELAERTS en MARGRIET, tot aan de 3 genoemde stukken land. Zowel Meester DANIEL VAN HERSEL als DANIEL VAN DER MEIJDEN beloven dit kontrakt na te zullen komen, getuigen VLIERDEN, ANSEMS en VLOET

Voetnoot: maak 3 brieven, 2 voor de comparanten en de 3e voor Heer HENRICK BELAERTS, 15 plakken schuldig

ca april 1489 Verklaring gebruik weg (RA Oirschot Inv 125a akte 216 folio P176r)
-------------------------------------------
DANIEL DANIELS VAN DER AMEIJDEN (moet volgens JAN TOIRKENS DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN zijn, gezien de vorige akte betreffende de weg) verklaart dat de gebruikers van het land genoemd ’t Moelsbroek, dat nu eigendom is van de kinderen van WILLEM JAN OMEN en AERT AELBRECHT SCABROEKS, belend door: DANIEL VAN DER AMEIJDEN, JOERDEN ANSEMS, Heer HENRICK BELAERTS en diens zuster MARGRIET, de erfgenamen van AERT THOMAS VAN DE VENNE, zullen moeten wegen met vee, wagens en karren etc. zoals dat voorheen steeds is gebeurd, ten "naast velde" en met de minst mogelijke overlast, over een stuk land dat DANIEL VAN DER AMEIJDEN daar heeft liggen en hem toehoort (genoemde de Boterwijkse straat is doorgestreept), langs de voetpad daar door het steegje (pad) over het erf van Meester DANIEL VAN HERZEL en verder door een klein paadje gelegen aan de Boterwijkse straat, geen datum en getuigen vermeld, akte is zwaar doorgestreept

20-5-1489 Aankoop pachten, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 125a akte 234 t/m 238 folio P179r, P179v)
-------------------------------------------------------
Heer GIJSBRECHT VAN GESTEL en HENRICK HENRICKS VAN DE VEN als fabriekmeester van de Sint Petruskerk met bijstand hierin van de deken, het kapittel en een deel van de inwoners, verkopen vanwege die fabriek met schepenbrieven etc. aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 9 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen, op onderpand van een "uutfank" gelegen in herdgang de Notel, belend door: JAN HACKEN, de gemeijnte. Nog op onderpand van een "uutfank" gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM EVERAERTS, de gemeijnte, CLAES GERARDS VAN DER LULSDONK. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen VLIERDEN en ANSEMS

HENRICK GIJSBRECHT VAN GESTEL en HENRICK HENRICKS VAN DE VEN als fabriekmeesters van de Sint Petruskerk met bijstand hierin van de deken, het kapittel en een deel van de inwoners, verkopen vanwege die fabriek met schepenbrieven etc. aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van (zijn vrouw) MARIE en HAPPEN als kinderen van JAN VOS, die een pacht van 10 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te bealen, op onderpand van een "uutfank" gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM JOERDEN EVERAERTS, de gemeijnte, JAN HACKEN. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, actum als boven

Heer GIJSBRECHT VAN GESTEL en HENRICK HENRICKS VAN DE VEN als fabriekmeesters van de Sint Petruskerk met bijstand hierin van de deken, het kapittel en een deel van de inwoners, verkopen vanwege die fabriek met schepenbrieven etc. aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van (diens vrouw) MARIE en HAPPEN als kinderen van JAN VOS, die een pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen en op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen onder Best, belend door: de gemeijnte volgens de schepenbrief ervan. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen VLIERDEN en ANSEMS

CORNELIS GIELIS CRIJNS VAN DEN SNEPSCHUET belooft aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN als fabriekmeester van de Sint Petruskerk te Oirschot, die voortaan jaarlijks 2 kwarten wijn te betalen, steeds met Pasen, op onderpand van een stuk land genoemd de Loekt, groot ca 4 lopenzaad, onder Erdbruggen hier, belend door: RUTGER MATHIJS HUIJSKENS, JAN WOUTERS VAN DER LOO, de straat, de kinderen van MATHEEUS VAN DE VENNE, datum 9 juni 1489, geen getuigen vermeld

DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN verklaart namens MARIE en HAPPEN als kinderen van JAN VOS, dat de kerkmeesters de pacht van 9 lopen, 10 lopen en het half mud rogge mogen aflossen tegen betaling van 70 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, 20 mei 1489, getuigen VLIERDEN en JACOP

22-9-1490 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 125a jaar 1489 ! akte 364, 365 folio P195v, P196r)
----------------------------------
DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met schepenbrief van Oirschot, die 2 jaar achterstallig is zoals hij zei, welke pacht DANIEL MOERMANS eerder had beloofd aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een beemd genoemd dat Roth, gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van DIDDERICK MOERMANS, PETER GIELIS HASEPUTS, het erf van genoemde AERT, de gemeijnte. Ook heeft hij nog zijn achterstand aangetoond inzake en pacht van 4 lopen rogge, maat van Oirschot, welke pacht dezelfde DANIEL MOERMANS aan genoemde AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN had beloofd. Als extra zekerheid voor de betaling van de genoemde 15 lopen rogge had die een huis, tuin etc. in onderpand gegeven, ter zelfder plaatse als hiervoor, belend door: de kinderen van DIDDERICK MOERMANS, de gemeenschappelijke straat, de gemeijnte, volgens de schepenbrief van Oirschot d.d. 21 januari 1424. JAN VAN ESP heeft de uitwinning verzorgd en de koop is gegund aan AERT BERNTS, datum 22 september 1490, geen getuigen vermeld

AERT BERNTS uit de vorige akte verkoopt het bezit weer door, datum 24 september 1491, getuigen WUEST en KAERLE, aan wie hij die verkoopt is niet vermeld verm. aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN

28-9-1491 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 125b akte 209, 210 folio 30v)
----------------------------------
DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met een schepenbrief van Oirschot inzake een pacht van 1 mud rogge, die 4 jaar onbetaald is gebleven. Die pacht had PETER HENRICK BLIECKS eerder beloofd aan ARNDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd de Keesterenakker, gelegen in herdgang Straten, belend door: HENRICK CROMMEN, de kinderen van AGNESEN PETERS. PETER als schuldenaar had toen beloofd om binnen 1 jaar een huis van 3 gebonden op het perceel te zetten, dat mede als onderpand zou dienen en de brief is van 15 juli 1418. De uitwinning is gedaan door JAN VAN ESP en de koop is gegund aan HENRICK VAN DE VENNE, getuigen HENRICK CROM en KAERLE HERMANS CLEIJNAELS

HENRICK VAN DE VEN uit de vorige akte verkoopt het bezit weer door aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, datum 28 september 1492, getuigen JACOP ANSEMS en JAN VAN ESP (let op jaar 1492!)

16-1-1492 Verklaring (RA Oirschot Inv 125b akte 122 folio P297v)
-------------------------
Schepenen in Oirschot verklaren hierbij plechtig, dat voor ons is verschenen SIMON JANSSEN VAN DER BOCHT als pachter op de hoeve van Hasenbosch in de gemeente Zeelst, eigendom van Heer WILLEM VAN ERP, ridder en wettige zoon van wijlen RUTGER VAN ERP en hij verklaart dat hij namens genoemde Heer WILLEM VAN ERP, aan DANIEL AERTS VAN DER MEIJEN in diens huis te Oirschot, jaarlijks de rogpacht levert, die deze Heer WILLEM aan genoemde DANIEL jaarlijks is verschuldigd, volgens de brieven ervan uit een hoeve etc. genoemd het Ravelschot, gelegen in de gemeente Lieshout, die nu eigendom is van HENRICK DE BROUWER, welke pacht RUTGER VAN ERP eerder had verkocht aan Heer WILLEM VAN PETERSHEM en diens broer DANIEL, en welke pacht DANIEL VAN DER MEIJDEN weer had gekocht van genoemde Heer WILLEM VAN PETERSHEM en diens broer DANIEL, getuigen ESP en ANSEMS

19-10-1492 Vonnis vordering rogpacht (RA Oirschot Inv 125b akte 356 folio P346v, P347r)
----------------------------------------------
Voor ons in "gebannen vierschaar" zijn verschenen JAN VAN ESP en AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN onze collega-schepenen en verklaren hierbij dat het zo is dat ze eerder waren verzocht als schepenen erbij aanwezig te zijn toen de vorster van Oirschot namens DANIEL VAN DER MEIJDEN, toen IDA weduwe van PETER ADRIAENS had laten arresteren, die was verzoch om naar Oirschot te komen en daar terecht te staan op de eerstvolgende zittingsdag van het gerecht en wel destijds over 6 weken.
Genoemde DANIEL is toen op de zittingsdag verschenen en heeft toen nog eens haar verzocht te komen, maar ze was niet verschenen. DANIEL heeft destijds aangetoond dat PETER ADRIAENS aan hem 9 mud rogge schuldig was en 9 lopen, maat van Eersel en wel vanwege de tienden die DANIEL als gemachtigde voor Heer JAN VAN OEKELANTS (?) pastoor te Eersel had verpacht aan genoemde PETER en had daarvoor bepaald bezit, roerend en onroerend in beslag genomen en de weduwe is verplicht volgens geldend recht alle schulden van haar man te betalen, voor zover de vordering van DANIEL zal blijken terecht te zijn. Als zou blijken dat de vordering onvoldoende bewezen kan worden, dan moet IDA zelf onder ede een verklaring afleggen. Door e.e.a. heeft DANIEL schade geleden en vraagt daarom aan de schout dat er recht wordt gesproken.
RUTGER VAN DE VELDE als vorster verklaart dat hij IDA op verzoek van DANIEL VAN DER MEIJDEN had opgeroepen om te verschijnen in aanwezigheid van JAN VAN ESP en AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN en dat de zaak inderdaad zo is gelopen zoals DANIEL hier beweert.
Verder verklaren de schepenen dat er destijds ongeldige vonnissen zijn gemaakt.
De 2 schepenen verklaren ook nog dat er daarna een 2e zittingsdag is geweest en dat DANIEL daar toen ook is verschenen, die een schepenbankverklaring wilde laten maken of hij inderdaad niet in zijn recht staat, maar dat de weduwe nooit is komen opdagen en dat het zo is dat er een vonnis was afgegeven en dat aan haar was meegedeeld.
De schepenen hebben daarop gezamenlijk verklaard dat ze hun laatste vonnis in de zaak handhaven.
Op verzoek van DANIEL hebben wij als schepenen hieraan ons schependomszegel bevestigd

10-8-1493 Verklaring (RA Oirschot inv 126a akte 289 folio P59v, P60r)
-------------------------
Schepenen verklaren dat voor ons is verschenen GERARD MATHIJS HUIJSKENS en DIRCK DE HOPPENBROUWER onze collega-schepenen, verder CLES THOMAS VAN OUDENHOVEN als eerdere schepen, en verklaren onder ede, dat zij er zeer goed mee bekend zijn dat de HEER VAN OIRSCHOT tegen DIRCK NEEFS toen een verklaring heeft afgelegd.
Het was toen zo dat DIRCK NEEFS een proces voerde over een "einde" (hek), in de straat bij DIRCK NEEFS gelegen naast diens huis en dat er toen zo langdurig over geprocedeerd is geweest, dat toen genoemde DIRCK voor hen als schepenen is verschenen en dat ze hem toen kwijting hebben gegeven. ADRIAEN VOS als schout verklaart dat hij ook weet dat, dat "einde" toen gesloten is en dat de stadhouder van de hoogschout in Den Bosch de zaak toen over heeft genomen en dat hij zulks had gedaan namens de "hoge" rentmeester. E.e.a. is toen door ADRIAEN VOS en door HENRICK VAN PETERSHEM aan de stadhouder van de "hoge" rentmeester, zijnde PHILIPS HEIJNEN in de stad van Den Bosch geschreven, hopende en menende dat de HEER een man van recht was inzake de straten, openbare wegen en "heerbanen" van Oirschot die niet afgesloten zouden mogen worden en waartegen de deken van Oirschot en DANIEL VAN DER AMEIJDEN bezwaar hebben gemaakt en dat ze willen dat ze die straat mogen houden om naar hun erf te kunnen komen. Daarna hebben ADRIAEN VOS en HENRICK VAN PETERSHEM lange tijd geprocedeerd egen de deken en genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN en dat de genoemde straat met vonnis van de schepenbank van destijds toen weer geopend is geworden.
Verder verklaart DIRCK DE TIMMERMAN dat de deken van Oirschot hem de "stappen" voor het "einde" (het hek) waarover de kwestie is, had laten maken, waarvoor de deken hem het gereedschap had geleend en de kost had gegeven, welke "stappen" voor aan de ingang van WILLEKEN HANSEN is gekomen die het einde had gemaakt en die had gezegd dat hij aan de deken en DANIEL VAN DER AMEIJDEN die de oude hengsels zou geven om die te vervangen en dat STEVEN bereide was die te repareren en dan zouden de deken en DANIEL VAN DER AMEIJDEN hem de hengsels leveren en hij heeft daar 2 stuivers aan verdiend, waarvoor hij nog niet betaald is.
Verder verklaart AERT DE CROM (vaak aangeduid als AERT DE SLOOTMAKER oftewel de slotenmaker) dat hij een slot heeft gemaakt voor het genoemde "einde" in opdracht van de deken en DANIEL VAN DER AMEIJDEN en dat ze hem daarvoor hadden betaald. Want JAN DE RONDE, die deze getuigen verklaring heeft gelijdt, heeft toen tegen de HEER vanwege dat "einde" geprocedeerd en heeft niet willen getuigen, hetgeen de HEER hem wel had verzocht te doen.
Wij als schepenen bepalen nu bij vonnis dat JAN DE RONDE kwijtschelding wordt verleend voor hetgeen de HEER op JAN te vorderen meende te hebben, te weten de kosten van de schouwing, die de HEER inzake dat "einde" had laten doen en waarvoor hij JAN DE RONDE aansprakelijk had gesteld. En verder bepalen wij ook dat het "einde" gehandhaaft wordt.
Verder hebben wij als zekerheid op verzoek van JAN DE RONDE deze brief van ons schependomszegel laten voorzien, fatum 10 augustus 1493, getuigen alle schepenen in rechtsprekende vergadering

27-5-1495 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 126a akte 087 folio 17r)
-------------------------------
AERT zoon wijlen DANEL METSERS verkoopt met een schepenbrief van Oirschot aan DANIEL AERTS VAN DER MEIJDEN (AMEIJDEN) en diens vrouw MARIE dochter van JAN VOS, die daarvan het vruchtgebruik krijgen zolang die leven en waarvan AERT als wettige zoon van deze DANIEL en MARIE (er staat AERDEN DANIELS en MARIE’S zoon) het erfrecht krijgt, een pacht van 2 en een halve mud rogge, Oirschotse maat, welke pacht DANIEL DANIEL METSERS had beloofd aan zijn broer AERT DANIELS METSERS op onderpand van een huis, tuin, beemd etc. gelegen in herdgang de Notel. Maar zolang zijn vader DANIEL (AERTS VAN DER AMEIJDEN) en MARIE (JANSDR VOS) zullen leven zal hun zoon AERT DANIELS (VAN DER AMEIJDEN) deze pacht nog niet ontvangen. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen LOIJCH en ANSEMS

20-6-1496 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 126a akte 141, 142 folio 24v)
--------------------------------
ERVAERT zoon wijlen GERART VAN DER HOEVEN belooft aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN, die voortaan jaarlijks 1 mud rogge te gaan betalen, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Broekbeemd, gelegen in het Besterbroek daar, belend door: de verkoper (schuldenaar), de gemeijnte genoemd de Roijrijt, JAN HOUBRAKEN. Nog op onderpand van een "uutfank" groot ca 3 en een halve lopenzaad, gelegen aan het Peenven, belend door: de verkoper (schuldenaar), de gemeijnte. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen DIRCK en JOERDEN

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 32 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, binnen de komende 10 jaar, waarbij de gouden gulden 28 stuivers doet, de Andriesgulden 29 stuivers, de Utrechtse gulden 26 stuivers, het Philipsschild 34 stuivers, de Kleefse Johannespenning voor 15 plakken of ander goed gangbaar geld, actum als boven

7-7-1497 Aankoop pacht door Marie (RA Oirschot Inv 126b akte 126b akte 115 folio 18v, 19r)
-------------------------------------------
WILLEM en JAN broers en kinderen van wijlen WILLEN EIJSCHEN (woonachtig is doorgestreept) van Tongerloo (verm. Tongelre bij Eindhoven) verkopen nu met een vonnisbrief van Oerle een pacht van anderhalf mud rogge, maat van Oerle, welke pacht HENRICK VAN HERTSROEDE eerder moest betalen aan WILLEM WILLEM JAN HILLEN, steeds op onderpand van bezit onder Wintelre, welke pacht ze van hun ouders hadden geerfd en hen in een deling was toebedeeld. De pacht te betalen uit het 3e deel van een heihoeve, belend door: LISBETH GERARTS en haar kinderen, de gemeijnte, JAN VAN RIJSWIJK. Nog op onderpand van het 3e deel van een stuk land en beemd belend door: genoemde LISBETH en haar kinderen, MERCELIS zoon van AERT GRIETENS, de gemeijnte, ROVER VAN ACHT, alles onder Wintelre. Nog uit het 3 deel van een stuk beemd gelegen in Oirschot, belend door: JOERDEN SNEIJDERS, JAN THIJS, de gemeijnte. Ze verkopen die pacht nu aan CORNELIS SMEEDS ten behoeve van MARIE dochter van wijlen JAN VOS die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige zoon AERT verwekt bij DANIEL VAN DER AMEIJDEN daarvan het erfrecht. De verkopers beloven alle lasten van hun kant daarin af te handelen en ze zullen later de verdeelbrief alsnog aan de koopster overhandigen, getuigen RUTGER en JAN DE BROUWER

Kopnoot: het stuk heiveld gelegen aan het erf van LISBETH GERARTS en haar kinderen van hiervoor hebben ze NIET aan DANIEL verkocht
(opm Heer Jan Toirkens: ze verkopen inderdaad alleen de pacht, en niet het onderpand, dus waar dit op slaat is een raadsel)

11-7-1497 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 126b akte 124 folio 20v)
------------------------------
DANIEL AERTS VAN DER MEIJDEN verkoopt nu aan LUCAS en EVERAERTS VAN DEN HORENVEN ook wel MOERMANS genoemd, die daarvan het erfrecht krijgen en hun moeder KATARINA daarvan het vruchtgebruik, die een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge, maat van Oirschot, welke pacht DANIEL MOERMANS als onderpand had gegeven voor een betaling van een pacht van 15 lopen rogge, maat van Oirschot, die DANIEL MOERMANS eerder had beloofd aan AERNT HENRICK VAN DER AMEIJDEN, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag en op onderpand van de helft van een beemd genoemd dat Roth gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van DIRCK MOERMANS, PETER GIELIS HASENPUTS, de gemeijnte. Nog verkoopt hij de 4 lopen rogge die werden betaald op onderpand van een huis, tuin etc. eveneens gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van DIRCK MOERMANS, de gemeenschappelijke straat, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. De verkoper zal later aan LUCAS de principale brief over de 4 lopen rogge overhandigen als LUCAS dat nodig heeft, getuigen RUTGER, RUTGER, GERARD en DIRCK

19-2-1498 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 126b akte 055 folio 11v)
--------------------------------
AERNT VAN BERSE verkoopt aan DANIEL AERT VERMEIJDEN (AMEIJDEN) met een schepenbrief van Oirschot met alle achterstalligheid ervan, een pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot, welke pacht JAN JAN HACKEN eerder had beloofd aan genoemde AERNT, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van HEIJLWICH HEIJMERICKS, de gemeijnte. Nog op onderpand van een stuk land genoemd dat Sandt, groot ca 4 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: CELEN VAN DER ACHTER, de gemeijnte. Even van ELLAER volgens de brief d.d. 13 mei 1488. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen DANIEL, DANIEL en LOIJCH

Op 22-5-1498 laat DANIEL AERTS VAN DE AMEIJDEN bovenstaande pacht uitwinnen nadat hij zijn achterstallige vordering heeft aangetoond van deze half mud rogge, die 3 jaar onbetaald is gebleven. Zijn broer THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN koop deze pacht tegen de kosten van de achterstalligheid en de kosten van de procedure. Op 6-6-1498 Verkoop THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN deze pacht weer door aan LISBETH weduwe van JAN JAN HACKEN, zodat het kringetje weer helemaal rond is (RA Oirschot Inv 126b akte 150 t/m 152 folio 27v, 28r)

29-9-1500 Betaling studie zoon (RA Oirschot Inv 126c akte 141 folio 31v)
-------------------------------------
DANIEL VAN DER MEIJEN heeft zijn wettige zoon AERT die hij had verwekt bij MARIE JAN VOS "uit zijn brode gedaan" (zal hem niet langer in de kost hebben c.q. geëmancipeerd). Zijn zoon studeert nu aan de Leuvense Universiteit en hij heeft hem een bepaalde som geld gegeven om diens studie te bekostigen of zal hem nog meer geld geven als zulks daarvoor nodig is. Hij denkt dat dit voldoende is voor AERT en zal hem niet verder onderhouden, datum op Sint Michielsdag 1500, getuigen JACOP, THOMAS en DANIEL
(AERT zal rond 1485 zijn geboren)

25-1-1502 Verkoop stuk land (RA Oirschot Inv 126c akte 012 folio 2v
----------------------------------
DANIEL AERTS VAN DER MEIJDEN verkoopt met een vonnisbrief van Oirschot aan GEERTRUIT natuurlijke dochter van wijlen Heer JOERDEN ANSEMS priester, die een deel van een stuk land genoemd de Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: DANIEL VAN DER MEIJDEN. Het perceel is samen ook met een kamer die er nu op stat en eigendom is van genoemde GEERTRUIT. Dat perceel had DANIEL eerder gekocht van MELIS PETERS en MELIS had het als gemachtigde voor Heer HENRICK VAN ESCH priester laten uitwinnen voor een pacht van een half mud rogge dat Heer HENRICK daarop ontving als rector van het Sint Eloyaltaar volgens de vonnisbrief d.d. 9 mei 1501. GEERTRUIT moet wel aan Heer HENRICK VAN ESCH als rector van dat altaar die jaarlijks een half mud rogge betalen, datum op Sint Paulusdag in januari 1502, getuigen ADRIAEN en PETER

De onderstaande akte heeft volgens mij te maken met het geld dat de gezworene van Oirschot op 5-11-1470 hebben geleend van DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN (zie één van de aktes hiervoor)

23-4-1505 Innen geleend geld (RA Oirschot
------------------------------------
GIELIS DE HOPPENBROUWER, HEIJN DE VOLDER, WILLEM BIERKENS, GIJPKEN HEIJNEN, HENRICK HOPPENBROUWERS, AERT THIJSSEN, DANIEL SCHEPENS, JAN GOOSSENS, HENRICK VAN BEST, GERART STIJNEN (STIJNEN is doorgestreept), PETER SPEECKS, AERT VAN SEELST en zijn zoon PAUWEL, WILLEM DE DECKER, AERT NAGELMAKER voor henzelf handelend en ok voor de andere inwoners van herdgang Straten, machtigen hierbij JAN COLEN, JAN VAN DE VEN, GIELIS DIRCK CREMERS, HENRICK GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS, GERART JAN STIJNEN, HENRICKS GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS, AERT WOUTER THIJSSEN en GIJSBRECHT VLEMMINCKS (in totaal 8 gemachtigden) om voor hen het geld te innen dat door de gezamenlijke inwoners van de herdgang opgebracht moet worden om daarmee DANIEL VERMEIJDEN het geld terug te betalen, dat van hem eerder is geleend. En zulks is nodig, omdat bij de eerste omslag van het geld er niet genoeg was geheven. De gemachtigden dienen het geld in te vorderen en als er rechtsmiddelen gebruikt dienen te worden, dan wordt hen dat toegestaan op kosten van de inwoners, waarvoor ze 4 gulden ontvangen. Voor dat bedrag moeten de gemachigden de gelden invorderen tenzij dat met rechtsmiddelen wordt ontnomen. De gemachtigden moeten de inwoners daarvan later wel goede verantwoording afleggen. Het bovenstaand is gebeurd nadat men met een zondagse oproep hiervoor was gevraagd samen te komen op 20 april j.l., getuigen BELAERTS, AELBRECHT, GIELIS en GOIJAERT

8-6-1505 Overdracht rogpacht (RA Oirschot Inv 127a akte 178 folio 33v)
-------------------------------------
JACOP GIJSBRECHT BLAERTHORNS heeft verklaard dat hij aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 3 mud rogge per jaar heeft verkocht, maat van Oerle, welke pacht PETER GIJSBERT BLAERTHOMS eerder in schepenbrieven had beloofd aan diens broer JACOP. De pacht van 3 mud rogge hebben ze gisteren in de secretarie van Den Bosch aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN opgedragen in afwezigheid van hem overigens en wel aan MARIE dochter van JAN VOS zijnde de wettige vrouw van genoemde DANIEL VAN DER MEIJDEN. Voor de pacht heeft JACOP vandaag een bedrag van 90 Rijnsguldens van DANIEL ontvangen, getuigen BELAERT en MEIJDEN

16-12-1509 Dankzegging beheer bezit (RA Oirschot Inv 128c akte 207 folio P117r)
----------------------------------------------
DANIEL VAN DER MEIJDEN verklaart dat hij voldaan en betaald is door zijn zoon AERT en door zijn vrouw MARIE (genoemde MARIE is DANIELS vrouw!), zijnde de moeder van zijn genoemde DANIEL (moet zijn AERT !) inzake diens beheer van alle bezittingen, roerend en onroerend, volgens de machtiging die ze hun zoon daarvoor hadden verleend. Ze danken hun zoon voor de goede afrekening ervan tot aan vandaag de dag toe, zowel qua ontvangsten als uitgaven, zonder enige uitzondering, getuigen JAN HENRICKS en HAPPO VOS

ca 17-9-1510 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129a akte 152 folio 107v)
--------------------------------------
MARIEKEN weduwe van DANIEL VAN DER AMEIJDEN belooft aan CORNELIS SMEETS ten behoeve van de wettige kinderen van MARGRIET weduwe van MATHIJS HOEGEN n.l.: HENRICK, MARGRIET en MARIEKEN, die voortaan een rente van 20 stuivers en 1 oort te gaan betalen, steeds op Sint Lambrechtsdag op onderpand va een akker groot 4 lopenzaad, min 7 roedes, gelegen in de Moelsbroeken hier, belend door: Meester AERT VAN DER MEIJEN, de erfgenamen van MARGRIET BELAERTS, Meester DANIEL VAN HERSEL, de Quantsakker. De rente altijd af te lossen op Sint Lambrechtsdag (17 september) tegen betaling van 18 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers. Op de eerste termijn kan MARIEKEN 2 stuivers 1 oort in mindering brengen die ze vanwege deze brief al aan genoemde kinderen heeft gegeven, datum de Zondag na Sint Lambrechtsdag 1519, getuigen BEECK en VELDE

11-2-1511 Machtiging (RA Oirschot Inv 128a akte 109 folio P237r)
--------------------------
MARIE dochter van (ANTONIS is doorgestreept) JAN VOS, weduwe van DANIEL VAN DER AMEIJDEN, machtigt hierbij JASPAR VAN ESCH, HAPPO JAN VOS, WOUTER VAN ACHT en CLAES VAN WESTERHOVEN om namens haar al haar vorderingen, rentes en pachten te innen in de gemeentes Oirschot en Oerle of elders. De gemachtigden moeten daarin alles doen dat ze zelf ook gedaan zou hebben. De gemachtigden moen zelf ook weer andere gemachtigden aanstellen etc., getuigen BELAERTS en ESCH

.. maart 1519 Verkoop rogpachten (RA Oirschot Inv 129a akte188, 189 folio P118v)
-----------------------------------------
Meester AERNT, Meester JAN en Meester KORSTIAEN, priester en broers en kinderen van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN, verkopen aan Heer HENRICK VAN ESCH, priester ten behoeve van Jonker WERNAERT VAN MERODE, een pacht van 1 mud rogge, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Best, belend door: de straat, DIRCK WEIJTEN, WAUTGAERT HENRICK WEIJTEN. Dat mud rogge had DANIEL VAN DER AMEIJDEN eerder gekocht van ELISABETH weduwe van DANIEL EIJGENBROETS, welke pacht ROELOF HENRICKS WOUTERS hem had beloofd, getuigen VELDE en HENRICK GOIJAERTS

Meester KORSTIAEN VAN DER AMEIJDEN, priester en kanunnik in de Sint Maartenskerk te Luik, verkoopt aan genoemde Heer HENRIK VAN ESCH ten behoeve van Jonker WERNER VAN MERODE, een pacht van 2 mud rogge, maat van Oerle, welke pacht EVERAERT ELEN VERAERTS eerder had beloofd aan HENRICK GERARDS VAN DER HESE, op onderpand van een "geloekt" belend door: HENRICK SPAPEN, MERTEN GEERBORGEN, de gemeijnte. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Goijaertsekker, nog op onderpand van een stuk heiveld genoemd de Maeshoeve, nog op onderpand van een stuk land genoemd de Joerdaensakker. Die pacht had genoemde Meester KORSTIAEN eerder gekocht van HENRICK GERARDS VAN DEN HESE (?) volgens een schepenbrief van Oerle, actum als boven

14-4-1519 Aankoop akker (RA Oirschot Inv 129a akte 227 folio P127v)
-------------------------------
Heer HENRIK VOS priester, zijn broer ADRIAEN VOS en AERT VAN DER AMEIJDEN als man van LISBETH allen wettige kinderen van WILLEM VOS, verkopen aan MARIE weduwe van DANIEL VAN DER AMEIJDEN een akker genoemd de Moelsbroeken, gelegen in herdgang de Kerkhof, groot 4 lopenzaad min 7 roedes, belend door: Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, Meester DANIEL VAN HERSEL, ANTONIS RUTGER BELAERTS, de Quantsakker, getuigen BEERTKEN, BEECK en LAECK

28-7-1519 Ontvangst betaling (RA Oirschot Inv 129a akte P134v)
------------------------------------
HENRICK SCELLEKENS verklaart van MARIEKEN weduwe van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN namens JUETKEN dochter HENRICK SCELLEKENS, zijnde zijn zuster die nu in het buitenland is, een bedrag van 6 en een halve peter te hebben ontvangen en 6 en een halve el linnen lakenstof, elke el van ongeveer 6 en een half el, getuigen LOIJCH en LAECK

ca 17-9-1519 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129a akte 152 folio 107v)
------------------------------------
MARIEKEN weduwe van DANIEL VAN DER AMEIJDEN belooft aan CORNELIS SMEETS ten behoeve van de wettige kinderen van MARGRIET weduwe van MATHIJS HOEGEN n.l. HENRICK, MARGRIET en MARIEKEN, die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers en 1 oort te gaan betalen, steeds op Sint Lambrechtsdag op onderpand van een akker groot 4 lopenzaad min 7 roedes, gelegen in de Moelsbroeken hier, belend door: Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, de erfgenamen van MARGRIET BELAERTS, Meester DANIEL VAN HERSEL, de Quantsakker. De rente altijd af te lossen op Sint Lambrechtsdag tegen betaling van 18 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers. Op de eerste termijn kan MARIEKEN 2 stuivers 1 oort in mindering brengen, die ze vanwege deze brief al aan genoemde kinderen heeft gegeven, datum de Zondag na Sint Lambrechtsdag 1519, getuigen BEECK en VELDE

27-11-1527 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 130a akte 339 folio 470, 480)
----------------------------------
Eerder had DANIEL VAN DER AMEIJDEN in zijn testament aan zijn laatste vrouw MARIE dochter van wijlen JAN VOS, voor bepaalde diensten die ze aan hem had verleend, haar een huis met schuur etc. vermaakt, welke bezit DANIEL eerder had gekocht van HEILWICH VAN DEN DOEREN (*) en dat huis etc. mocht MARIE als haar bezit beschouwen om daarmee naar eigen keuze te kunnen handelen conform het testament ondertekend door HENRICKO HOEZE als notaris d.d. 10 agustus 1506. Op grond van het testament is nu voor ons in eigen persoon deze MARIE als weduwe verschenen met JAN RUTGERS als haar voogd en heeft aan JASPAER VAN ESCH onze collega-schepen die een jaarlijkse rente van 2 Karolusguldens beloofd, op onderpand van het genoemde huis, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: het erf eigendom van de rector van het Sint Barbara-altaar van de tweede fundatie, het huis van Heer JOORDENS, het huis van genoemde JASPER, het erf van de schuldenaresse, HENRICK VERHAGEN, de erfgenamen van wijlen CLAES SCEPENS, de gemeenschappelijke straat. Ook nog op onderpand van een weiland zelfde herdgang als hiervoor in de Moelsbroecken, belend door: de erfgenamen van Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, een pad, nog aan een voetpad, de erfgenamen van RUTGERS BELAERTS, getuigen HENRICK, GOESSEN, GOIJAERT en JOEST

De aankoopakte van het huis heb ik nog niet kunnen vinden,

De rente is aflosbaar, mits er 3 maanden vooraf is wordt opgezegd tegen betaling van 40 Karolusguldens, actum als boven
Notitie bij Heer Jan (Johan) Daniels: .
Hij wordt vermeld in een akte als voogd over de kinderen van zijn broer AERT verwekt bij DIRCKSKE dochter van DIRCK HENRICKS DIRCKS d.d. 17-1-1525 (RA Oirschot Inv 129b akte 011 folio 2v)

4-2-1512 Betalingsbelofte rente (RA Oirschot Inv 128a akte 019 t/m 022 folio P171r)
---------------------------------------
JAN HENRICKS VAN DER VLOETEN, RUTGER VAN DEN STAYAKKER, THOMAS GIELISSEN, JAN VAN BEECK, GIELIS DE HOPPENBROUWER, MELIS PETERS en HENRICK VAN DE VELDE als schepenen, verder AERT JOERDENS VAN DER VLOET, HENRICK JANSSEN VAN DER LULSDONK, WOUTER JAN OEMEN, RUTGER CLUIJSTERMANS, GIJSBRECHT VLEMMINCKS, CORNELIS JAN DANIELS (VAN DEN DIJCK), BEERTRAM VAN DEN SPIJKER en GOIJAERT JAN BECKERS als achtmannen van de gemeente Oirschot, voor henzelf handelend en namens de inwoners van Oirschot, beloven aan Heer JAN DANIELS VAN DER AMEIJDEN priester, die voortaan een jaarlijkse rente van 19 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. eigendom van genoemde schepenen en achtmannen. Als genoemde Heer JAN VAN DER AMEIJDEN in Oirschot komt wonen, dan hoeft hij over die rente nooit enige bijdrages te betalen of andere heffingen zoals bij de andere inwoners het geval is. De schepenen en achtmannen beloven elkaar verder te vrijwaren, getuigen RUTGER, JAN HENRICKS, VELDE en THOMAS

Voetnoot:
Eerder heeft Heer JAN DANIELS VAN DEN DIJCK in zijn testament als gift aan zijn armste en meest naaste bloedverwanten deze rente vermaakt, zoals wij in dat testament hebben kunnen lezen. JAN HERMAN STOCKELMANS als eerder algemeen belastinginner voor Oirschot met instemming hierin van JASPAR VAN ESCH als uitvoerder en vriend van genoemde Heer DANIEL VAN DER AMEIJDEN (fout moet zijn Heer JAN DANIELS VAN DER AMEIJDEN) heeft daarvoor aan de H. Geest te Oirschot een soortgelijke rente belegd (aangekocht) ten behoeve van deze tafel en genoemde VAN ESCH stemt daarom in met doorhaling van deze akte van 19 rijnsguldens per jaar, datum 20 juni 1626, getuigen AELBRECHTS, NISTELROIJ en HAUBRAKEN (akte is verder doorgestreept)

Schepenen verklaren dat de rente van 19 rijnsguldens altijd op Maria Lichtmisdag mag worden afgelost, mits er een halfjaar vooraf is opgezegd,tegen betaling van 16 gulden voor elke gulden rente (kapitaal is dus 204 gulden) waarbij de gouden keurvorstergulden een waarde heeft van 28 stuivers, de Philipsguldens 25 stuivers, het vuurstaal 3 blanken etc. (geen datum en getuigen vermeld)

Genoemde schepenen en achtmannen uit de vorige akte beloven aan Meester DANIEL VAN HERSEL kanunnik van de Sint Petruskerk te Oirschot, een jaarlijkse rente van 3 gulden te bebtalen, steeds per Maria Lichtmisdag zoals ze hiervoor aan Heer JAN VAN DER AMEIJDEN hebben beloofd en hij zal ook daarover nooit een dorpsbijdrage en belasting zijn verschuldigd zoals de andere inwoners. Als de rente van 3 rijnsguldens komen te vervallen, dan zal men daarop in mindering brengen hetgeen Meester DANIEL als dorpsbijdrage is verschuldig, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 48 gulden, mits er een halfjaar vooraf is opgezegd, geen datum en getuigen vermeld

10-4-1526 Aflossing rogpacht (RA Oirschot Inv 130a akte 091 folio 54v, 55r)
------------------------------------
Heer JAN VAN DER AMEIJDEN priester en kanunnik van de Sint Katharinakerk te Eindhoven en verder MARGRIET weduwe van Meester AERT VAN DER MEIJDEN, zijnde diens broer, en verder haar wettige zoon DANIEL verwekt bij deze Meester AERT voor henzelf handelend en voor hun mede-erfgenamen, hebben verklaard dat DANIEL DANIEL SMETSERS aan hen een pacht van 3 en een halve mud rogge heeft afgelost, die deze Heer JAN en Meester AERT hadden geerfd van DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN zijnde hun vader en die hun vader had verkregen (gekocht) van AERT DANIEL SMETSERS en welke pacht DANIEL DANIELS SMETSERS aan diens broer AERT DANIEL SMETSERS had beloofd op onderpand van een stuk land en bezit gelegen in herdgang de Notel, waarin hun vader DANIEL SMETSERS is gestorven en waarvan de originele brieven verloren zijn geraakt , getuigen THOMAS en VELDE

12-4-1512 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a jaar 1511 ! akte 199 folio P251r)
---------------------------------
DIRCK GIJSBRECHTS en GOIJAERT JAN CROMMEN beloven aan Meester AERT VAN DER MEIJEN ten behoeve van diens broer Heer JAN VAN DER MEIJEN die 9 jaar lang elk jaar 9 rijnsguldens en 9 braspenningen te betalen en wel voor de lammertiendes die vanwege de kerk van Bladel in de parochie Netersel aan Heer JAN werden gegund en diens eigendom zijn (qua inkomen) welke tiendes van Heer JAN zijn gepacht in het jaar 1511 en wel 14 dagen voor Sint Jansdag in de zomer toen, getuigen GIELIS HOPPENBROUWER en HENRICK VAN DE VELDE

9-8-1555 Verkoop pachten uit erfenis (RA Oirschot Inv 137c akte los 028, 029 geen folio nr.)
---------------------------------------------
DANIEL zoon Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij een jaarlijkse pacht van anderhalf mudde rogge die hij heeft geerfd bij de dood van Heer JANS VAN DER AMEIJDEN en die nu wordt betaald door THOMAES JANSSEN VAN DER AMEIJDEN. Hij verkoopt deze pacht nu aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN (zijn neef, zie ook *) en de eerste termijn voor de koper vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag .

Genoemde DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en genoemde DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN beloven ook een bedrag van 26 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag . Daarnaast zullen ze nog aan Meester PEETER GHEK een bedrag van 10 gulden betalen, die deze van hen als salaris te vorderen had en wel zodanig dat Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN (**) en genoemde DANELS AERTS (VAN DER AMEIJDEN) gevrijwaard zullen blijven van de kosten van het beroep dat zij hebben ingesteld .

Dit voorgaande is niet geprotocolleerd maar wel gepasseerd, derhalve ongeldig , getuigen ESCH en GOESSEN

* deze DANIEL is de zoon van AERT DANIELS en DIRCKSKE HENRICKS DIRCKS VAN BOXTEL
* dit is Mr. HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN eveneens zoon van AERT DANIELS en DIRCKSKE HENRICKS DIRCKS VAN BOXTEL

DANIEL zoon wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN schout te Gestel nabij Den Bosch heeft hierbij een jaarlijkse rente van 25 stuiver verkocht met 1 achterstallige termijn, welke rente WILLEM HENRICK GOIJAERTS nu betaalt. Hij verkoopt die nu aan zijn neef DANIEL zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN (zie *) getuigen CROM en VEN

Op dezelfde dag is (9 augustus) is verschenen genoemde DANIEL zoon Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en verkoopt hierbij een akker gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: JAN MOOR, het erf van de H. Geest te Oirschot, Heer JOOST Meester DANIELS VAN HERSEL, welke akker hij heeft geerfd bij de dood van zijn vader en nog van Heer JAN VAN DER AMEIJDEN. Ook verkoopt hij nog een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge die nu wordt betaald door DIRCK WILLEMS VAN DER HAMSVOORT. Genoemde bezittingen worden nu verkocht aan PETER WILLEMS VAN BREUGEL als man van AGNES VAN DER AMEIJDEN (dochter van AERT DANIELS en DIRCKSKE HENRICK DIRCKS VAN BOXTEL) behalve een jaarlijkse rente van 9 gulden aan de tafel van de H. Geest te Oirschot. De eerste termijn hiervan voor rekening van deze PETER is per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen ESCH en GOESSEN

Verm. komt de akker ook uit de erfenis van Heer JAN VAN DER AMEIJDEN omdat e.e.a. de zelfde dag plaatsvindt, Georgina

En er is een vermelding op 20-6-1626 t.w.:

20-6-1626 Nakoming testament (RA Oirschot Inv 151a akte 237 folio 168, 169)
--------------------------------------
DIRCK BALTHASAR VAN DEN HEUVEL en JAN HENRICKS VAN BERSE als beheerders van de tafel van de H. Geest te Oirschot, daarin behoorlijk gemachtigd zijnde door schepenen alhier, hebben beloofd het volgende na te zullen komen en wel ten behoeve van JASPER JANSSEN VAN ESCH als oudste en naaste familielid van wijlen Meester JOHAN VAN DER AMEIJDEN, in zijn leven kanunnik te Eindhoven, en ten behoeve van ANDRIES GERARD GOOSSENS als oudste kerkmeester alhier, derhalve in hun hoedanigheid gerechtigde beheerders van de jaarlijks rente van 19 gulden, die deze Meester JOHAN had te vorderen op de gemeente in Oirschot middels een overdracht daarvan d.d. 4 februari 1512, welke rente deze JOHAN VAN DER AMEIJDEN in zijn testament vervolgens had vermaakt aan de naaste en armste naaste vrienden en familie van hem als testateur, als nazaten van DANIEL VAN DER AMEIJDEN DE OUDE, zijnde de vader van de testateur en wel zodra die komen te huwen en een dergelijke aalmoes nodig zou hebben, die als aalmoes aan de 2 eerste van die nazaten gegeven diende te worden als huwelijksgift en samen door hen te delen, zoals zulks blijkt uit dat testament.
Daarom is vandaag namens de gemeente Oirschot besloten om een opdracht te geven aan JAN HERMAN STOCKELMANS, die optreedt als ontvanger van de gelden afkomstig uit de uitgifte van nieuwe erven te Oirschot, waarbij de gemeente 4 of 5 jaar geleden met dat geld die rente van 19 gulden had laten aflossen.
De genoemde H. Geestmeesters beloven nu jaarlijks zelf die rente te gaan betalen, aan de naaste vrienden en familie, zulks ter beoordeling van genoemde VAN ESCH en ter beoordeling van de oudste kerkmeester en oudste H. Geestmeester uit hoofde van het vermelde testament van genoemde JOHAN VAN DER AMEIJDEN, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, vrij van alle belastingen, op onderpand van al het bezit van de tafel van de H. Geest te Oirschot, getuigen AELBRECHTS, NISTELROIJ en HOUBRAKEN

De rente is altijd aflosbaar tegen betaling van 304 gulden samen met alle achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven
Notitie bij Daniel Daniels: .
hij is later priester en zanger te Antwerpen vermeld d.d. 14-5-1498 (RA Oirschot Inv 126b akte 146 folio 27r)

Vb. Aert Daniels van der Ameijden, † Oirschot vóór 6 aug. 1520, tr. Dirckske Henricks Dircks van Boxtel, dr. van Henrick Dircks en Marieken NN.
Uit zijn huwelijk:
1. Daniel Aerts, volgt VIa.
2. Mr. Henrick Aerts, volgt VIb.
3. Agnese Aert Daniels van der Ameijden, † Oirschot vóór 20 febr. 1572, tr. vóór 1 april 1535 Peter Willems van Breugel (Brogel), raadsheer in de Raad van Brabant vermeld in 1579, † vóór 8 april 1555, zn. van Willem Peters van Brogel en Katalijn NN.
Uit zijn relatie met Naam Onbekend:
4. Jan natuurlijke zoon Aerts Daniels, volgt VIc.

Notitie bij het overlijden van Aert Daniels: .
AERT DANIELS zal zijn overleden voor 28-1-1523, want dan wordt aan zijn kinderen een rente beloofd door HEIJMERICK JANSSEN, en dat gebeurt meestal als de vader of moeder overleden is.
Notitie bij het huwelijk van Dirckske Henricks Dircks en Aert Daniels: .
Sommige personen geven op dat Mr. AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN een huis koopt eerder genoemd de Kerre en nu de Wildeman op 5 februari 1510, maar dat is volgens mij niet goed, want er wordt duidelijk vermeld dat er verkocht wordt aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN DE JONGE, en heer Jan Toirkens geeft ook nog op dat hier de zoon uit het tweede huwelijk wordt bedoeld.

5-2-1510 Aankoop huizen (RA Oirschot Inv 128b akte 208, 210, 211 folio P230v, P231r)
-------------------------------
De aktes staan verkeerd ingebonden in het protocol, dus heb ik deze op chronologische wijze vermeld, het huis "de Wildeman" is volgens mij een herberg, Georgina

JOHANNES DE BROUWER natuurlijke zoon van Heer JACOP DE BROUWER verkoopt nu aan AERDEN DANIELS VAN DER AMEIJDEN DE JONGE, een huis, tuin etc. eerder genoemd "in de Kerre" en nu "de Wildeman", gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: ALEIJT VAN HERSEL, HEIJLWICH weduwe van AERNT THOMAS VAN DE VENNE en haar kinderen, de straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve 2 Bossche muddes rogge in Den Bosch te leveren, nog 5 pond paijment aan het Gasthuis van Heer ADAM VAN MIERD in Den Bosch, nog 1 mud rogge per jaar aan de H. Geest te Oirschot en nog een rente van 7 gulden per jaar aan de Joffrouw VAN MALSEN volgens de brief daarvan, getuigen CREMER en BEERZE

JOHANNES natuurlijke zoon van Heer JACOP DE BROUWER priester, verkoopt nu aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN een huis met tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof genoemd "de Bittis", belend door: WOUTER SDEKENS (natuurlijke zoon Heer AERT VAN LEENDE deken te Oirschot), het erf dat eerder van LISBETH WOUTERS VAN DE VELDE was, ALEIJT VAN HERSEL en haar kinderen, de straat. Dat huis had JOHANNES eerder verkregen van de fabriekmeesters van Oirschot en van de beheerders van de tafel van de H. Geest en die op hun beurt hadden het verkregen van BENEDICTUS BENEDICTUS (vandaar de naam van het huis Bittis). De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen CREMER en BEERZE

AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN JUNIOR (uit het 2e huwelijk van zijn vader, Jan Toirkens) heeft beloofd om aan JAN DE BROUWER DE JONGE dat hij aan Joffrouw VAN MALSEN de jaarlijkse rente van 7 gulden zo zal gaan betalen en verder ook alle andere rentes en pachten etc. volgens de brieven die AERT van JAN heeft gekregen. AERT belooft zo te betalen dat genoemde JAN daarvoor verder gevrijwaard blijft, getuigen LEEUW, CREMER en BEERZE

14-1-1513 Huur akker, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 113 t/m 116 folio P289r P289v)
--------------------------
Heer HENRICK VOS verhuurt aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN die een akker gelegen in de Moelsbroeken, groot 4 lopenzaad. De huur loopt voor 8 jaar ingaande de oogsttijd van het jaar 1512 en de huur is 2 en een halve rijnsguldens per jaar, waarvan de eerste termijn te betalen met Kerstmis 1514, getuigen CREMER, BERSE en MEIJDEN

Genoemde Heer HENRICK VOS belooft aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse rente van 25 stuivers te betalen, steeds met Kerstmis te betalen en voor de eerste keer per a.s. Kerstmis op onderpand van een akker groot 4 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: een pad daar, de kinderen van DANIEL VERMIJDEN, de kinderen van RUTGER BELAERTS, actum als boven

De rente uit de vorige akte is aflosbaar na 8 jaar tegen betaling van 20 gulden, actum als boven

20-12-1513 Verkoop huis, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 071 t/m 075 folio P197r)
---------------------------------------------------
AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN verkoopt aan RUTGER zoon wijlen SERVAES DIRCK BIERKENS, die een huis met tuin etc. genoemd de Bittus, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: AERT als verkoper, WOUTER DEKENS (zoon van Heer AERT deken van Oirschot), ALEIJT VAN HERSEL en haar kinderen, de straat, getuigen BEERTKEN, BERSE en MEIJDEN

RUTGER zoon wijlen SERVAES DIRCK BIERKENS belooft aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN die voortaan een jaarlijkse rente van anderhalve rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Sint Jansdag in de zomer, op onderpand van het huis, tuin etc. uit de vorige akte, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Sint Jansdag tegen betaling van 27 gulden, actum als boven
Voetnoot:
met instemming van partijen doorgehaald , datum 27 januari 1628, getuigen GOOSSENS en FRANCKEN

Heer JAN DE RONDE priester, belooft aan AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN die voortaan jaarlijks een half mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: RUTGER GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE, de gemeenschappelijke straat, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 18 rijnsguldens, actum als boven



6-8-1520 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 129a akte 002 folio P140r)
------------------------------
JAN en THOMAS broers, verder DIRCK DIRCK SBRESSERS als man van KATALIJN, JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE als voogd WILHELMA, zijnde allen wettige kinderen van RUTGER GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE en ze verkopen nu aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van de wettige kinderen van zijn broer AERNT VAN DER AMEIJDEN uit het tweede huwelijk (zijn moeder is MARI JAN WILLEM VOS VAN BEERSE) een jaarlijkse rente van 3 peters, elke peter tegen 18 stuivers gerekend uit een rente van 5 peters. Die rente had RUTGER GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE eerder gekocht van WILLEM VAN DEN BORCHAKKER en was beloofd door JAN HENRICKS VAN DER VLOETEN samen met diens zoon GERARD aan genoemde WILLEM VAN DEN BORCHAKKER op onderpand van bepaald bezit onder Oirschot en ook op onderpand van bepaalde rogpacht, maat van Den Bosch die in Udenhout en in Esch wordt geheven, conform een schepenbrief van Oirschot, getuigen VOS en BERZE

19-12-1522 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 129b akte 205, 206 folio P260r)
-----------------------------------
PHILIPS VAN DEN DOEREN als vervangende gemachtigde vanwege Heer THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET priester, die zelf was gemachtigd door de kinderen van AERT VAN DER AMEIJDEN, wettige zoon van DANIEL VAN DER AMEIJDEN, heeft zijn achterstallige vordering aangetoond zijnde een pacht van 1 mud rogge per jaar, die 3 jaar achterstallig is, welke pacht HENRICK RUTTTEN VAN DER VLOETEN bij huwelijkse voorwaardes had beloofd aan diens zwager (schoonzoon) WILLEM AERT EELEN VAN DER DONCK, op onderpand van een stuk beemd genoemd de Bloijsbeemd, gelegen onder Ameijden, belend door: JAN BRUIJSTENS, de gemeijnte, alles volgens de brief d.d. 17 maart 1466. De Heer Schout heeft daarvoor een onderpand laten aanwijzen en vervolgens heeft PHILIPS het pand verkocht aan Heer HENRICK DIRCK CORSTENS VAN DE VELDE voor 3 mud rogge eens en de kosten van de procedure, getuigen JAN COLEN en ANDRIES

Heer HENRICK DIRCK CORSTENS VAN DE VELDE priester, draagt het bezit uit de vorige akte weer over aan Heer THOMAS HENRICKS VAN DEN SNEPSCHUET ten behoeve van de kinderen van genoemde AERT VAN DER AMEIJDEN, 19 december 1522, getuigen COLEN en LAECK

17-12-1523 Uitwinning rogpacht (RA Oirschot Inv 129b jaar 1524 ! akte 292, 293 folio P402v)
---------------------------------------
Heer THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET priester, als gemachtigde voor de kinderen van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, heeft zijn achterstallige vordering aangetoond in de "gebannen vierschaar" inzake een pacht van 1 mud rogge per jaar, die 3 jaar achterstallig is, welke pacht EVERAERT zoon van wijlen GERARD VAN DER HOEVEN eerder had beloofd aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN op onderpand van een beemd genoemd de Broekbeemd in het Besterbroek, belend door: de verkoper (belener in dit geval), de gemeijnte daar genoemd de Roij Rijt, JAN HAUBRAKEN volgens een brief daarover van 20 juni 1496. Wij als schepenen hebben daarop bij vonnis bepaald dat Heer THOMAS zijn vordering op het onderpand mag verhalen en Heer THOMAS heeft daarvoor PHILIPS VAN DEN DOEREN gemachtigd, die het pand heeft laten uitwinnen en verkocht heeft aan PETER LAUWREIJS BRANTS vanwege de 3 jaar achterstallige pacht, getuigen ADRIAN VOS en GERIT JANSSEN

PETER LAUWREIJS BRANTS heeft het bezit uit de vorige akte weer doorverkocht aan Heer THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET ten behoeve van de genoemde kinderen van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, actum als boven, getuigen GODEFRIDUS HOPPENBROUWERS en AERT HENRICKS



17-1-1525 Goedkeuring afrekening (RA Oirschot Inv 129b akte 011 folio 2v)
-----------------------------------------
Heer JAN VAN DER AMEIJDEN als voogd over de kinderen van zijn broer AERT die deze had verwekt bij DIRCKSKE dochter van DIRCK HENRICKS, verder MARIE weduwe van DANIEL VAN DER AMEIJDEN (de 2e vrouw van DANIEL) met haar voogd, hebben samen verklaard dat
ADRIAEN HENRICK DIRCKS (broer van DIRCKSKE) een goede afrekening heeft gedaan inzake en pacht van 8 mud en 4 lopen rogge per jaar en over een rente van 2 gouden guldens en 3 pond paijment per jaar, die deze had ontvangen voor de jaren 1516 tot 1524. Verder bekennen ze dat die met het vrijgekomen geld, afkomstig uit een pacht van anderhalf mud rogge waarvoor een bedrag van 50 gulden en 8 stuivers is ontvangen, dat hij dat geld opnieuw op de beste manier heeft belegd gehad voor die kinderen. Genoemde Heer JAN en MARIE met haar voogd verklaren dat ze die afrekening daarvan goedkeuren en geven daarvoor kwijting, getuigen GODEFRIDUS AELBRECHTS en NATAEL VOS

3-1-1527 Machtiging (RA Oirschot Inv 130a akte 015 folio 236)
------------------------
HENRICK zoon van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf handelend en voor zijn broer DANIEL en voor zijn zuster AGNES, heeft verklaard dat hij en zijn broer en zus proces hebben lopen voor schepenen van Oirschot, waarover nog geen besluit is gevallen, en omdat HENRICK nu aan de universiteit van Leuven studeert, kan hij dat proces niet zelf voeren. Hij machtigt daarom hierbij als zijn bewindvoerders PHILIPS VAN DOEREN en AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, samen en ieder hoofdelijk voor hem in die betwiste zaak op te treden en in alle andere zaken die hier voor schout en schepenen nu of in de toekomst zouden spelen, hetzij als eisende hetzij als verdedigende partij, daarover in beroep te gaan etc. en alle rechtsbepalingen daarin na te komen, getuigen GOIJAERT en GERART

6-1-1527 Machtiging (RA Oirschot Inv 130a akte 016 folio 237, 238)
------------------------
HENRICK en DANIEL broers en wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij diens wettige vrouw DIRCKSKE wettige dochter van wijlen HENRICK DIRCKS, voor henzelf optredend en ook voor hun zuster AGNES hebben hierbij machtiging gegeven aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN om namens hem al hun vorderingen, rentes etc. te incasseren, in welke plaats dan ook, hetzij in Oirschot, Boxtel, Gemonde etc. zowel vervallen als ook toekomstige termijnen, getuigen GOESSEN en GEERLACK

30-1-1527 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 130a akte 081 folio 278, 279)
-------------------------------
DANIEL zoon wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf handelend en ook voor zijn broer HENRICK en AGNES zijn zuster, verder hierbij AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als gemachtigde voor dezelfde DANIEL, HENRICK en AGNES hebben verklaard dat HEIJMERICK JANSSEN VAN DEN NUEWENHUIJS aan hen een jaarlijks rente van 5 Rijnsguldens heeft afgelost, volgens een schepenbrief van Den Bosch, welke rente HEIJMERICK op 28 januari 1523 had beloofd aan Meester NICOLAES VAN KUIJST ten behoeve van genoemde DANIEL, HENRICK en AGNETA steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, schuur etc. groot ca 2 mud zaad en eigendom zijnde van HEIJMERICK, gelegen in de plaatse Merenfelt (Meerveldhoven) en uit meerdere onderpanden. Ze geven HEIJMERICK nu kwijting voor deze rente, getuigen ESCH en GERART

3-1-1527 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 130a akte 082 folio 279, 280)
-------------------------------
WILLEM WOUTER COLEN heeft beloofd aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van HENRICK, DANIEL en AGNES wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, die een jaarlijkse rente van 5 Rijnsguldens te gaan betalen, op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, groot 52 lopenzaad, belend door: Heer ANTONIS BRUIJNINCKS, AERT BONTEN, de erfgenamen van wijlen AERT SCOEMAKERS, de gemeenschappelijke straat, getuigen ESCH en GERARD

De rente is aflosbaar, mits er een halfjaar vooraf is opgezegd, tegen betalig van 100 Rijnsguldens

in marge 1:
deze brief is opnieuw uitgemaakt en gezegeld onder het voorbehoud dat als de oorspronkelijk brief als nog wordt gevonden over dezelfde 5 gulden en dezelfde schuldenaar en onderpand van dezelfde datum, dat dan deze nieuwe brief niet geldig is
in marge 2: is niet gemaakt, want de oude brief is gevonden

In onderstaande akte van 1-4-1528 wordt DANIEL vermeld als JAN, dit is volgens mij niet goed en een fout van de secretaris, die misschien ook dol werd van al dezelfde voornamen in één familie. Deze JAN wordt trouwens verders nergens meer vermeld in andere aktes

20-3-1527 Overeenkomst met familie van Boxtel (RA Oirschot Inv 130a akte 271 folio 417, 418)
----------------------------------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als vertegenwoordiger zoals hij zei, van de kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij DIRCKSKE wettige dochter HENRICK DIRKCS (VAN BOXTEL) als partij ter ener zijde, verder DIRCK HENRICKS DIRCKS, AERT HENRICK AERTS als man van AGNES wettige dochter van genoemde HENRICK DIRCKS, verder CLAES HENRICKS AERTS als man van HEIJLWICH ook wettige dochter van HENRICK DIRCKS, samen als partij ter andere zijde, hebben door bemiddeling van goede mannen om de onderlinge vrede te herstellen, besloten om hun meningsverschil op te lossen vanwege het testament van wijlen ADRIAEN HENRICK DIRCKS over diens vorderingen. Ze hebben hun geschil daarom uit handen gegeven aan arbiters, die ze samen hebben gekozen. Daarbij treden op Heer WILLEM VAN PIETERSHEM priester, JASPAR VAN ESCH, THOMAS HOPPENBROUWERS en GOIJAERT AELBRECHTS. Parijten beloven op straffe van een boete van 21 gouden Philipsguldens, die in 3 delen worden verdeeld, 1 deel voor de parochiekerk, 1 deel voor de Heer en het andere deel voor degene die zich aan de uitspraak wenst te houden, de uitspraak na te zullen komen, indien men het eens kan worden over de kwestie. In geval men het niet eens kan worden, zal er een extra hoofdarbiter worden benoemd en die kan dan samen met de andere arbiters alsnog uitspraak doen, getuigen GOESSEN en GOIJAERT

1-4-1528 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 130a akte 164, 165 folio 58r, 58v, 59r)
-------------------------------
HENRICK en JAN (moet zijn DANIEL) wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en verder AGNES AERTS VAN DER AMEIJDEN samen met haar voogd AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN hebben beloofd om aan HILLEKEN GOESSENS VAN DER GRIJND als lijfrente voor haarzelf zolang ze leeft en na haar dood aan haar zoon AERT (VAN MERODE) zolang die leeft en daarna diens wettige kinderen in de rechte lijn naar beneden toe, die een lijfrente te gaan bebtalen, waarvan het erfrecht toekomt aan de H. Geest te Oirschot, alles volgens de bepaling van het testament van wijlen Meester RICALT VAN MERODE, in zijn tijd kanunnik van de Sint Martinus (kerk) te Luik. Ht is een rente van 36 stuivers, steeds te betalen op onderpand van een akker groot 1 mudzaad, met de schuur en de bebouwing gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeenschappelijke straat, HENRICK SCOETMANS, Meester JACOP VAN GELDROP kanunnik te Oirschot, getuigen STAIJECKER, COLEN, LAECK en MEIJEN

HILLEGOND en HAPPO VOS (H. Geestmeester) staan aflossing van de rente altijd toe op 1 april van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 32 gulden en 8 stuivers.

HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN (als voogd volgens mij) heeft beloofd om aan HAPPO VOS en HENRICK HOPPENBROUWERS als H. Geestmeesters die voortaan een jaarlijkse rente van 18 stuivers te gaan betalen op onderpand van het 1/3e deel van het bezit uit de vorige akte, actum als boven

Opmerking: mogelijk is de akker met de schuur en de bebouwing van alle kinderen, en belooft zoon HENRICK nog even apart de betaling voor hemzelf, Georgina

Genoemde HAPPO en HENRICK als beheerders voor de H. Geest staan aflossing toe op 1 april, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling vn 16 gouden Karolusguldens en 4 stuivers, actum als boven

24-4-1528 Erfdeling pachten en rentes (RA Oirschot Inv 130a akte 190 folio 67v t/m 68v)
-----------------------------------------------
HENRICK en DANIEL broers en hun zuster AGNEES met haar voogd AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN allen wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij DIRCK(SKEN) HENRICK DIRCKS VAN BOXTEL, hebben een verdeling gemaakt van bepaalde pachten en rentes die ze deels hebben geerfd van hun ouders en deels van hun oom ADRIAEN HENRICK DIRCKS te Boxtel

Genoemde HENRICK krijgt een rente van 6 gulden en 13 stuivers te ontvangen van EMONT MICHIELS te Boxtel, nog anderhalve gudlen per jaar te ontvangen van den BITTES, nog 21 stuivers per jaar te ontvangen van JENNEKEN REIJNEN, nog 2 en een halve mud rogge per jaar te ontvangen van Heer AERT VAN VUGHT te Boxtel, nog 19 en een halve lopen rogge per jaar te ontvangen van Meester DIRCK organist te Boxtel, nog 12 lopen rogge per jaar te ontvangen van SIJKEN AEN DEN LANGENBERG, nog 1 mud rogge te ontvangen van WILLEM LOEIJEN VAN HERZEL, nog 3 lopen rogge per jaar te ontvangen van RUTGER SERVAES BIERKENS.

Genoemde DANIEL krijgt een jaarlijkse rente van 3 en een halve gulden te ontvangen van ADRIAEN VAN BERSE, nog 2 gulden en 14 stuivers per jaar te ontvangen van GERARD JAN HENRICKS nog 2 en een halve mud rogge en 1 lopen per jaar te ontvangen van Heer AERT VAN VUGHT te Boxtel, nog 19 en een halve lopen rogge te ontvangen uit de Ploeg te Boxtel, nog 12 lopen rogge per jaar te ontvangen van SIJKEN VAN DEN LANGENBERG, nog 13 lopen rogge te ontvangen in Steensel, nog 3 lopen rogge per jaar te ontvangen van RUTGER SERVAES BIERKENS

Genoemde AGNEES krijgt een jaarlijkse rente van 2 en een halve gulden te ontvangen van LEMMEN SPAPEN te Boxtel, nog 4 en een halve gulden per jaar en 1 stuivers te ontvangen van DANIEL DIE METSER, nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen van EIJMBERT SCOENMAKERS, nog 1 gulden per jaar te ontvangen van MATHIJS DEN BASTART, nog anderhalf mud rogge per jaar te ontvangen van MEEUS (is BARTHOLOMEUS) ZUETERICKS, nog anderhalf mud rogge per jaar min 1 lopen te ontvangen van de H. Geest in Den Bosch, nog 1 mud rogge per jaar te ontvangen van HENRICK VAN SICHEM, nog een half mud rogge te ontvangen van HEESKEN VAN ROEDE, nog 4 lopen rogge te ontvangen van LIJSKEN SCROMMEN, nog 1 mud rogge per jaar te ontvangen te Woensel.

Genoemde verdelers beloven deze verdeling altijd gestand te zullen doen zolang hun grootmoeder MARIEKEN in leven is, maar niet langer en daarna zullen ze eventueel opnieuw een verdeling maken als één van hen zulks wenst te doen. Ieder belooft hierin alle lasten voor zichzelf af te handelen. Verder is afspraak dat wanneer één van de rentes of pachten worden afgelost, dat het geld dan opnieuw belegd moet worden, daar goede verantwoording voor te doen. Indien zulks niet gebeurd en men het geld in andere zaken belegd of iets van dat bezit heeft verkocht, dan zal zulks in mindering komen bij de verdeling na het overlijden van genoemde MARIEKEN, met welke voorwaarde eenieder akkoord is gegaan, getuigen COLEN en AERT

17-2-1534 Machtiging (RA Oirschot Inv 132a akte 108 folio 32r)
-------------------------
HENRIK en DANIEL broers en wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en verder PETER WILLEMS (VAN BROGEL) als man van AGNEESEN dochter van wijlen genoemde AERT, hebben elkaar over en weer machtiging gegeven om al hun processen te voeren, die ze nu hebben lopen of nog zullen hebben lopen voor alle gerechtshoven of schepenbanken etc. hetzij als eisende hetzij als verdedigende partij. Verder machtigen ze hierbij samen ook nog PHILIPS VAN DEN DOEREN om al hun zaken te behartigen speciaal tegen de weduwe en kinderen van HENRICK JOERDEN HOPPENBROUWERS. De gemachtigde dient voor hen alles te doen wat daarbij nodig is en dat ze zelf ook gedaan zouden hebben. Ze beloven alles na te komen wat door hun gemachtigde hierin zal worden afgesproken en zu zullen hem daarvoor vrijwaren, getuigen AERT en HENRICK

10-4-1534 Machtiging over en weer (RA Oirschot Inv 132a akte 176 folio 52r, 52v)
------------------------------------------
HENRICK en DANIEL broers en wettige kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN (die zelf is) verwekt door deze DANIEL bij diens vrouw MARIEKEN dochter van JAN VOS en van KATALIJN VAN DOERS (DEURNE), verder PETER WILLEMS (VAN BROGEL) als man van AGNEESEN dochter van wijlen genoemde AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, hebben hierbij aan elkaar over een weer machtiging gegeven om bezit te nemen van de erfenis die is nagelaten door CLAES VAN DOERS en zulks in rechte af te dwingen indien nodig en hetgeen hierin door de één zal worden gedaan, zal door de ander worden opgevolgd en ze mogen beiden ook weer andere gemachtigden hierin benoemen. Ze beloven elkaar te zullen vrijwaren voor elkaars handelingen, getuigen AERT en AFTER

Als je deze akte leest begrijp ik er uit dat er 2 partijen zijn n.l. HENRICK en DANIEL samen 1 partij en AGNEESEN met haar man PETER als andere partij.
Wat ik niet begrijp is genoemde KATALIJN VAN DOERS (DEURNE) er is nergen eens akte te vinden van een relatie van haar met AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN of het moet nog komen in de jaren van het Rechterlijk Archief die nog niet bewerkt zijn door Heer Jan Toirkens.
Voorlopen heb ik deze relatie dan ook niet opgenomen. Wel is het zo dat dat HENRICK, DANIEL en AGNEESEN wel degelijk kinderen zijn van DIRCKSKE HENRICK DIRCKS VAN BOXTEL wat blijkt uit een akte van 24 april 1528, omdat zij erven van hun oom ADRIAEN HENRICK DIRCKS te Boxtel (zie hierboven onder de datum 24-4-1528)

ca. 11-9-1534 Verklaring beheer bezit (RA Oirschot Inv 132a akte 358 folio 121v)
---------------------------------------------
Op 11 september van dit jaar 1534 heeft DANIEL zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN hier verklaard dat hij aan DANIEL zoon wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN had meegedeeld, dat hij al vaker aan diens moeder MARGRIET had gevraagd om bepaald bewijs overlegd te krijgen, over het door wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN gevoerd bewind over zijn (DANIELS) bezit en omdat deze MARGRIET nu zik is, verzoekt hij hierbij aan deze DANIEL als zoon van Meester AERT om verantwoording te doen van het gevoerde beheer, want anders "zal ik zulks in rechte afdwingen". Daarop heeft DANIEL zoon van wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN hem gezegd dat de zaak hem "vals"was en hij daar geen weet van heeft, getuigen AERT en SCHOET

Op 7-4-1537 loopt er een onbesliste zaak voor de Raad van Brabant tegen de kinderen van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, wat vermeld wordt in onderstaande akte:

7-4-1537 Borgstelling (RA Oirschot Inv 132c akte 150 folio 48r, 48v)
-------------------------
JAN AERT JACOPS en BARTHOLOMEUS DIRCK CORSTIAENS VAN DEN VELDE hebben zich borg gesteld voor MARGRIET weduwe van HENRICK JOIRDEN HOPPENBROUWERS en haar wettige kinderen, in de onbesliste zaak die nu voor de Raad van Brabant loopt tegen HENRIK, DANIEL, broers en kinderen van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en tegen PETER WILLEMS (VAN BROGEL) als man van AGNESE dochter van genoemde AERT DANIELS VAN AMEIJDEN. Ze beloven samen en hoofdelijk al datgene te betalen, ten behoeve van die wettige kinderen van AERT VAN DER AMEIJDEN waarin MARGRIET als weduwe en haar kinderen mogelijk veroordeeld zou kunnen worden. Daarvoor verbinden JAN en BARTHOLOMEUS nu hun persoon en bezit, getuigen als schepenen hierbij zijn AERT HENRICKS en HENRICK PHILIPS VAN DEN SCHOET

24-7-1538 Verkoop 3e deel huis (RA Oirschot Inv 133a akte 177 folio 83r, 83v)
--------------------------------------
PETER WILLEMS (VAN BROGEL) als wettige man van AGNEESE wettige dochter van wijlen AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij het 3e deel dat zijn vrouw van wijlen haar vader heeft geerfd, inzake het huis, tuin, grond etc. genaamd de Wildemaan, dat vandaag de dag wordt bewoond door AERT HENRICKS, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: DANEL AERT CELEN, Heer THOMAS VAN DE VEN, de gemeenschappelijke straat daar. Hij verkoopt dst erfdeel nu aan DANIEL zoon wijlen genoemde AERT DANIELS (VAN DER AMEIJDEN) en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant en namens zijn vrouw af te handelen, getuigen VLUETEN en HOPPENBROUWERS

1542 Kapittel van Oirschot 1261-1811 (Oude Orde 178 M1, BHIC Den Bosch)
--------------------------------
Akte van aanstelling voor HENDRIK VAN DER AMEYDEN licentiaat in rechten en kapelaan 2e fundatie op altaar van Sint-Barbara, van procureurs om deze kapelanie te delen met zijn broer DANIEL

23-12-1545 Uitwinning pacht (RA Oirchot jaar 1544 ! akte 313 folio 43v, 44r)
-----------------------------------
PETER WILLEMS (VAN BREUGEL) als man van AGNESE wettige dochter van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN in zijn hoedanigheid en ook als gemachtigde voor Meester HENRICK en voor DANIEL ook wettige zonen van genoemde AERT DANIELS, heeft met een schepenbankvonnis van Oirschot beslag mogen laten leggen op een huis genoemd de Bittis, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: AERT HENRICKS, JACOP VAN DEN EINDT, THONIS BLOKMAKERS, de straat en wel vanwege een achterstallige vordering van een jaarlijkse rente van anderhalve gulden die 7 jaar onbetaald is gebleven. Deze rente vervalt steeds op Sint Jansdag van elk jaar en de originele brief dateert van 20 december 1513. PETER is daarbij toegestaan beslag te mogen laten leggen op dat onderpand en die heeft in zijn plaats PHILIPS CLAESSEN VAN GELDROP benoemd en daarna is de procedure voortgezet van uitwinning zoals dit volgens het recht alhier behoort te geschieden en daarna is het onderpand verkocht aan JAN RUTGERS VAN KERKOERLE voor een bedrag van de jaarlijkse rente van anderhalve gulden die 7 jaar onbetaald was en ook voor de osten van de procedure, getuigen JAN GOOSSENS en PETER VERMEIJDEN

11-19-1551 Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 137a akte 270 folio 60v, 61r)
-----------------------------------
DANIEL zoon wijlen AERTS DANIELS VAN DER AMEIJDEN en PETER WILLEMS VAN BROGEL als man van AGNESEN dochter van wijlen genoemde AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN, verkopen hierbij hun erfdelen en aanspraken inzake alle bezit waarop ze recht hebben en dat ze hebben geerfd bij de dood van wijlen CLAES VAN DOERS en diens kinderen. Ze verkopen dit bezit nu aan JAN RUTGERS ten behoeve van Meester HENRICK zoon wijlen genoemde AERDT VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen GOESSEN en PETER

9-8-1554 Overeenkomst bezit grootvader (RA Oirschot Inv 137b akte 316, 317 folio 79r, 79v, 80)
--------------------------------------------------
Meester HENRICK en DANIEL VAN DER AMEIJDEN gebroeders, verder PETER WILLEMS (VAN BROGEL) als man van AGNESE, zijnde allen wettige kinderen van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN, hebben verklaard het volgende minnelijke akkoord te hebben gesloten inzake de kwestie en het proces daarover dat ze hadden lopen met hun neef DANIEL VAN DER AMEIJDEN zoon van wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en wel terzake van het bezit van hun grootvader DANIEL VAN DER AMEIJDEN en ook inzake de boedelverdeling en nog aangaande de administratie die wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en Heer JAN VAN DER MEIJDEN over hun bezit hebben gevoerd . Ze geven nu kwijting aan deze (Mr.) DANIEL zoon van wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN inzake alle geschillen die ze met elkaar tot op de dag van vandaag hebben gehad, waarbij genoemde Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN de vriendschap wil behouden zonder dat hij daarvoor iets hoef te hebben. En ook genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN wil de vriendschap bewaren, die echter wel een bepaald transport moet doen en een belofte daarover. Ze beloven verder dat ze op deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN noch op diens erfgenamen in de toekomst geen aanspraken meer zullen stellen, maar deze DANIEL al het bezit zullen laten houden dat afkomstig is van hun grootvader DANIEL VAN DER AMEIJDEN dat hij op de dag van vandaag bezit en ook voor datum van vandaag. Daarvoor is deze DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN verplicht de genoemde Meester HENRICK, DANIEL en PETER in het bezit te laten dat ze ook van hun grootvader DANIEL VAN DER AMEIJDEN hebben verkregen en aanvaard hebben gehad en ook ze zullen erven bij de dood van Heer JAN VAN DER AMEIJDEN en Meester CORSTEN VAN DER AMEIJDEN hun ooms. Genoemde DANIEL zal dan ook geen verdere aanspraken op hen stellen. Partijen verbinden zich over en weer hiertoe, getuigen ESCH en GOESSEN

DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN draagt hierbij een akker over, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: JANS MOOR, de H. Geest van Oirschot, Heer JOOST Meester DANIEL VAN HERSEL, welke perceel deze DANIEL heeft verkregen bij de dood van zijn vader Meester AERDEN VAN DER AMEIJEN en van Heer JAN VAN DER AMEIJDEN. Ook draagt hij de pacht over van 1 mud rogge dat nu betaald wordt door DIRCK WILLEMS VAN DER HAMSVOORT. Hij draagt dit bezit nu over aan PETER WILLEMS VAN BREUGEL als man van AGNESE VAN DER AMEIJDEN en genoemde DANIEL belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve uit de genoemde akker een rente van 9 gulden te moeten betalen aan de tafel van de H. Geest te Oirschot, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Peter Willems en Agnese Aert Daniels: .
Hun dochter DIRCKSKE (THEODORICA) is erfgename van Jonker AERNOUT VAN DER AMEIJDEN zoals is vermeld op 19-9-1611 (RA Oirschot Inv 147b akte 244 folio 245v, 246 (zie voor volledige akte bij Jonker ARNOUT VAN DER AMEIJDEN zelf)

Hun zoon WILLEM was raadsheer van de Raad van Brabant van Zijne Koninklijke Majesteit op 4-6-1575 en heeft een groot probleem met zijn oom DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN over de brieven en documenten van het sterfhuis van DANIEL’s broer MR HENRICK VAN DER AMEIJDEN (zie aldaar) RA Oirschot Inv 141b akte 124 folio 365v t/m 366v

27-4-1541 Verhuur 2 beemden (RA Oirschot Inv 134b akte 219 folio 67r)
------------------------------------
PETER WILLEMS (VAN BREUGEL) onze collega-schepen als man van AGNESEN dochter van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN, heeft aan HENRICK MERCKS 2 beemden verhuurd, genoem de Broeckbeemden, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest. De huurperiode is 2 onafgebroken jaren, te beginnen per afgelopen Kerstmis en moet ook zo weer worden nagelaten. In deze beemden mag men geen hoornevee laten grazen en de beemd moet op kosten van HENRICK wordt afgemaakt met sloten en er mag voor het omheinen geen gebruik worden gemaakt van het daar groeiende hout, tenzij met toestemming van der verhuurder. PETER als verhuurder belooft alle lasten gedurende de huurperiode voor zijn rekening te nemen, maar als de beemd aan deze PETER wordt ontnomen dan is hij daarvoor niet aansprakelijk. Als huur geldt een prijs van 9 en een halve gulden per jaar, steeds per half mei te betalen en voor de eerste keer per a.s. medio mei over 1 jaar, getuigen HOVEL en AERT ROEFS

2-11-1554 Dankzegging beheer (RA Oirschot Inv 137b akte 356, 357 folio 93r t/m 94r)
-------------------------------------
AERT, JAN en CORNELIS gebroeders en JAN DANIELS CEELEN als man van ELISABETH allen natuurlijke van wijlen Heer GEERIT MENGELEN priester, verwekt bij GOIJAERTKEN dochter van JANS VAN DEN MAERSELAER, hebben samen de verantwoording goedgekeurd van PETER zoon wijlen WILLEMS VAN BREUGEL inzake het beheer over het bezit van deze wijlen Heer GEERIT MENGELEN die deze voor hen heeft gedaan en welk bezit deze Heer GEERIT MENGELEN aan zijn kinderen had vermaakt in diens testament. Ze danken hem voor diens goede beheer daarvan, behalve een bedrag van 100 gulden, dat men vanwege een een verzuim van het hier niet opschrijven daarvan, niet kan bewijzen in het register van Heer JAN DIE CORT dat betaald zou zijn, hoewel PETER zegt dat het wel betaald is. Dit bedrag blijft openstaan totdat het bekend is of PETER dat bedrag nog moet betalen danwel de uitvoerders van het testament van Heer JAN DIE CORT en dat men heeft gekonstateerd, dat dit voor de genoemde kinderen is aangewend. Verder dus geven de kinderen behalve die 100 gulden kwijting aan genoemde PETER, getuigen GOESSEN en PETER VAN DE SCHOOT

AERT, JAN en CORNELIS gebroeders, verder JAN DANIELS CEELEN als man van ELISABETH, zijnde allen natuurlijke kinderen van Heer GEERITS MENGELEN priester, beloven hierbij een bepaald bedrag van 50 gulden te zullen voldoen, welk bedrag PETER WILLEMS VAN BREUGEL namens deze kinderen ten behoeve van ANTONIS BRUINICKS had gedaan. Ze zullen dit bedrag zodanig betalen dat PETER en diens bezit daarvoor verder gevrijwaard is. Daarnaast verklaren deze kinderen nog aan deze PETER een bedrag van 44 gulden en 9 stuivers schuldig te zijn, welk bedrag deze PETER meer aan uitgaves dan inkomsten heeft gehad, zoals is gebleken uit de rekening die ook door de kinderen is ondertekend, actum als boven

8-4-1555 Verkoop stukje land (RA Oirschot Inv 137c akte 202 folio 55r)
-----------------------------------
HENRICK zoon wijlen DIELIS HOPPENBROUWERS onze collega-schepen en AGNESE VAN DER AMEIJDEN weduwe van wijlen PETER WILLEMS (VAN BROGEL) verkopen hierbij een stukje land groot 4 roeden gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: de weduwe en kinderen van DIRCK STANS, de weduwe van WILLEM DE DECKERE, de gemeenschappelijke straat. Ze verkopen dit perceel nu aan AERDEN DIRCKS STANSZOON en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen EECERSCHOT en BOGAERT

21-4-1555 Machtiging (RA Oirschot Inv 137c akte 393 folio 113v)
--------------------------
AGNESE dochter van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN weduwe van PETER WILLEMS VAN BRUEGEL heeft als haar zaakvoerders bemoemd Heer PAUWELSEN VERBEECK, JAN VAN ESCH en CORNLEIS PETERS VAN DER AMEIJDEN samen en ieder hoofdelijk om namens haar al haar zaken te behartigen, haar vorderingen te incasseren, kwijting daarvoor te geven etc. De gemachtigden dienen daarbij alles te doen wat in de zaak noodzakelijk is, getuigen WILLEM en VELDE

14-4-1556 Overeenkomst (RA oirchot Inv 138a akte 182 folio 45r, 45v)
--------------------------------
Indertijd is er een bepaalde afrekening en verantwoording gegeven toen PETER WILLEMS VAN BRUEGEL nog leefde, waarbij deze PETER voogd was en uitvoerder in het testament inzake de natuurlijke kinderen van wijlen Heer GERITS MENGELEN priester en wel vanwege de inkomsten en uitgaven van het bezit dat deze Heer GERIT MENGELEN had nagelaten. Daarvoor is voor schepenen van Oirschot door deze natuurlijke kinderen kwijting gegeven, behoudens een bedrag van 100 gulden, waarop deze kinderen nog recht zouden hebben vanwege een jaarlijkse rente van 8 gulden, welke rente DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN vandaag de dag nog heft en waarover toendertijd meningsverschil was of dit bedrag nu door genoemde PETER betaald zou worden danwel door de erfgenamen van wijlen Heer JAN DE CORT. Verder ook nog met uitzondering van een bedrag van 45 gulden en 19 stuivers, waarop deze PETER recht had en van deze kindren moest ontvangen.
Daarom zijn nu voor ons schepenen verschenen AERT en JAN broers, JAN DANEEL CEELEN als man van ELISABETH, allen natuurlijke kinderen van genoemde Heer GERAERTS MENGELEN die ook nog optreden voor hun broer CORNELIS, minderjarig zijnde in aanwezigheid van ROELAND VAN DER AMEIJDEN als aangestelde voogd over deze CORNELIS partij ter ener zijde, en AGNESE dochter van genoemde AERTS VAN DER AMEIJDEN weduwe van genoemde PETER WILLEMS VAN BRUEGEL, in aanwezigheid van JAN VAN ESCH partij ter andere zijde en hebben elkaar over en weer kwijting gegeven en beloven geen aanspraken ten opzichte van elkaar te zullen stellen, noch hun erfgenamen vanwege de genoemde nalatenschap van deze Heer GERIT MENGELN, getuigen LEENAERT en SCHOET

29-1-1565 Verklaring en familierelaties (RA Oirschot Inv 139d akte 051 folo 14v)
----------------------------------------------
Wij schepenen etc. verklaren hierbij plechtig dat wij een onbeschadigde betalingsbelofte hebben gezien die woordelijk als volgt luidt: "Ik AERT VAN BREUGEL beloof hierbij aan mijn zwager JAN VAN ESCH om die te zullen vrijwaren voor een bedrag van 200 gulden die hij voor mijn broer Meester WILLEM VAN BREUGEL heeft geleend van MICHIEL VERHAEGEN samen met de rente daarbij. Ik zal deze som etc. steeds betalen en ik heb dit met eigen hand ondertekend" datum 10 februari Leuvense tijdstijl, getekend "BREUGEL".
Daarna stond er nog bij: "Ik WILLEM VAN BREUGEL verklaar mijn broer AERDEN VAN BRUEGEL voor deze belofte van hiervoor te zullen vrijwaren, dit heb ik ondertekend 17 maart 1563 Leuvense tijdsstijl". Volgt ondertekening , datum 29 januari 1563 getuigen SCHOET, SCHOET en P.H. SCHOET

25-9-1566 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 138a akte 299, 300 folio 81r, 81v)
--------------------------------
DANEEL zoon JANS VAN DER AMEIJDEN (verm. is dit DANIEL zoon JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN) heeft beloofd om aan AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Allerheiligendag en voor de eerste keer per a.s. Allerheiligendag, op onderpand van een huis, tuin en de helft van een schuur genoemd de Sterre, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Steenweg, belend door: de gemeenschappelijke straat, MATHIJS WILLEM BROUWERSA, HANS METTEN STELTEN, getuigen CROM en LAUWER

AGNEESE dochter van AERT VAN DER AMEIJDEN staat aflossing van deze rente altijd toe op Allerheiligendag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 96 gulden en de acherstallige termijnen, actum als boven

DANEEL zoon wijlen JANS (THOMAS?) VAN DER AMEIJDEN belooft hierbij voortaan de jaarlijkse rente van 6 gulden voor zijn rekening te nemen, die hij eerder had beloofd aan AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN, die hij eerder had beloofd aan AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN weduwe van PETER WILLEMS (VAN BROGEL) op onderpand van een huis, grond etc. en de helft van een schuur genoemd de Stelt (verm. is dit de Sterre) gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof belend door: de gemeenschappelijke straat, MATHIJS WILLEM BROUWERS, HANS METTER STELTEN. Hij zal deze rente voortaan zodanig betalen dat het bezit van MECHTELD weduwe van HENRICK SCHOETMANS daarvoor altijd gevrijwaard zal blijven, actum als boven

20-12-1570 Verklaring (Henk Beijersarchief)
--------------------------
AGNES VAN DER AMEIJDEN weduwe van PEETER WILLEMS VAN BREUGEL heeft verklaard, dat zij en haar voorouders een weide bezaten gelegen in Sonne (Son) "gemeylick geheeten DEN NIEMANDSTVRIENDT" en om bij de wei te komen moest hij over een akker genaamd DEN TUYRENECKER nu via koop toebehorende aan GEVARDEN VAN DOREN - over dit recht van overpad ontstaat een conflict -

ca 20-5-1572 Erfdeling (RA Oirschot Inv 141c losse akte folio 529r t/m 536r)
----------------------------
Erfdeling van de kinderen van PETER WILLEMS VAN BREUGEL verwekt bij AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN

Eerste lot (A): dit lot is toegewezen aan HENRICK VAN DE SCHOOT als man van MARIEKEN
-----------------
Het huis te Oirschot, herdgang de Kerkhof, boven de jaarlijkse lasten van 2 gulden aan JAN VAN EESCH die aflosbaar zijn met 40 gulden, nog 2 gulden per jaar aan CLAES JAN GOESSENS ook aflosbaar met 40 gulden en nog 2 gulden en 16 stuivers aan de H. Geest te Oirschot aflosbaar tegen de "penning zestien" nog een half mud rogge , nog een half mud rogge Oirschotse maat aan het Sint Eloij altaar en nog 2 gulden per jaar aan de uitvoerders van het testament van Heer GIJSBRECHT VLEMMINCKS aflosbaar met 36 gulden (Boven deze lasten geschat op 724 gulden)
Deze kavel weer door ruil toegewezen aan AERDEN VAN BRUEGEL
Verder 1 mudde rogge Boxtelse maat te ontvangen van CORSTIAEN VAN DEN HOVEL in de Mijlestraat te Boxtel, geschat op 50 gulden
Een vordering op de weduwe van ADRIAEN VAN DEN HOEVEL junior, vroeger uit de Sterre en nu uit diens huis, zijnde een rente van 6 gulden per jaar aflosbaar met 100 gulden.
Nog 10 stuivers per jaar te vorderen op het huis van MARGRIET MARCELIS aflosbaar met 8 gulden
Nog 11 lopen rogge uit een pacht van 2 mudde rogge en 9 lopen Eerstelse maat die eigendom is van ons en onze ooms DIRCK en DANIEL VAN DER AMEIJDEN, geschat op 30 gulden.
Totaal 912 gulden
Krijgt nog 4 gulden en 7 stuivers van het lot C en 6 gulden van lot B

Tweede lot (B): dit lot heeft LIJNKEN met haar voogd JAN verkregen
-------------
Een stuk land genoemd den Cuijersakker, een ander stuk gelegen bij het Hagelkruis, een andere gelegen bij de bergmolen, nog een ander stuk genoemd den Pennehapt, alle percelen gelegen onder Son, in totaal groot 12 en een halve lopenzaad, geschat op 600 gulden
Verder de helft van een beemd een eeuwsel gelegen in Breugel groot in totaal 12 lopenzaad en 46 roeden genoemd de Mortel, waarvan de andere helft toebehoort aan DANIEL VAN GERWEN geschat voor deze helft op 150 gulden
Nog een beemdje gelegen in Son achter de kerk daar, belend door: de Dommel groot in totaal ca. 2 lopenzaad, geschat op 175 gulden
Nog een droge weide genoemd den Niemandsvriend gelegen te Son, groot 4 lopenzaad, geschat op 150 gulden
Al deze goederen zijn leengoederen, in leen van de Hertog van Brabant en zijn belast met 10 en een halve Bosch zesters rogge, die aan Joffrouwe VAN CAMPEN moeten worden in Den Bosch, om te rekenen tegen 60 gulden
Verder moeten er 10 stuivers per jaar worden betaald aan MARTEN MOENS en nog 20 stuivers per jaar aan de weduwe van ELIAS MOENS omgerekend tegen de penning twintig.
Totaal 108 gulden en 15 stuivers, resteert als surplus 966 gulden en 5 stuivers
Moet nog 49 gulden en 12 stuivers betalen, zijnde aan lot E 32 gulden en 13 stuivers, aan lot A 6 stuivers, aan lot D 1 gulden 7 stuivers, aan lot F 40 gulden en 7 stuivers

Derde lot (C): deze kavel heeft JAN VAN ESCH verkregen
-----------
Een huis, tuin, schuur etc. gelegen aan het Moleneinde in Oirschot genoemd den Hasenbosch, in totaal groot ca 26 lopenzaad, geschat boven de lasten van 18 lopen rogge Oirschotse maat te betalen aan ANNA LEENKENS, aflosbaar met 80 gulden, nog 14 gelijke lopen rogge te betalen aan de weduwe van JACOP PHILIPS VAN DEN SCHOOT geschat op 50 gulden en nog 10 lopen rogge aan de kerk of kosterij van Oirschot, nog 2 lopen en 1 spijntzaad aan de H. Geest te Oirschot samen geschat op 50 gulden, nog een rente gulden per jaar aan PETER UMANTS aflosbaar met 100 gulden en nog 3 gulden per jaar aan HENRICK JAN GERITS aflosbaar met 50 gulden, en nog 6 stuivers per jaar Hollandse chijns aan de Heer van Oirschot, boven alle genoemde lasten 325 gulden.
(in marge: deze kavel heeft JAN VAN ESCH verkregen, actum als boven
Een weiland met een heiveld genoemd de Oerschoren gelegen aan de heide bij de hoeve van de Heer van Oirschot, geschat boven de chijns aan de Heer van Oirschot van 1 stuiver anderhalf oort, 100 gulden.
Een beemd met toebehoren gelegen herdgang Spoordonck, genoemd Thoelcop geschat boven 3 gulden per jaar aan ADRIAEN VAN RINGELBERG te betalen en de chijns aan de Heer van 4 nieuwe denarij, waarde 200 gulden.
Een rente van 3 en een halve gulden per jaar en nog één van 1 gulden per jaar en nog één van 3 gulden per jaar te vorderen van JAN HENRICKS VAN BERZE tegen de penning zestie, totaal 120 gulden
in marge: dit moet bij lot D worden meegerekend in plaats van een heiveld dat erbij hoort.
Nog 14 en een halve lopen rogge per jaar Oirschotse maat te ontvangen van LAUREIJS DIRCKS te Hedel in Oirschot, geschat op 60 gulden
Nog een rente van 1 gulden per jaar te ontvangen van de weduwe Verrijt te betalen tegen de penning zestien, totaal 16 gulden
(in marge: deze regel moet tot lot D gerekend zoals hierboven vermeld)
Nog een rente van 3 gulden per jaar te ontvangen van HENRICK Meester HENRICK SCRAEM te betalen met 50 gulden
Nog 3 gulden per jaar te vorderen van de weduwe LIJNTKEN JAN ANSEMS die op het huis is belast is van wijlen JAN ANSEMS, aflosbaar met 50 gulden
Totaal vor dit lot 921 gulden
Dit lot moet aan lot A 4 gulden en 7 stuivers betalen

Vierde lot (D): dit erfdeel heeft WILLEM VAN BREUGEL gekregen
------------
Een pacht van 5 mudde rogge en 1 zester rogge, Bossche maat, vanwege een gronduitgifte op de goederen van Jonker WILLEM DE BORCHGRAVE te Boxtel, geschat op 500 gulden
Een heiveld gelegen in Oirschot achter de molen, geschat op 150 gulden
(in marge: dit perceel hoort bij lot .. in plaats van 7 en een halve gulden.. VAN BERSE en ... de weduwe van JAN VERRIJT ... lot C.. datum 3 mei 1572, getuigen BOGAERT en STOCKELMANS
Nog een half Bosch mudde rogge te vorderen binnen Gemonde van HEESKEN VAN ROIJE, geschat op 25 gulden
Nog 4 lopen rogge Bossche maat te ontvangen van de erfgenamen van AERT HUERKENS (HOERKENS) te Casteren, geschat op 12 en een halve gulden
Nog 9 gulden per jaar te Boxtel te vorderen van de weduwe en erfgenamen van MATHEEUS PAUWETER, aflosbaar met 150 gulden
Nog 2 en een halve gulden te Boxtel te vorderen van MARTEN WOUTER DIRCKS aflosbaar met 40 gulden.
Nog 1 gulden per jaar te ontvangen van MARGRIET VAN BREUGEL weduwe van HENRICK HOPPENBROUWERS aflosbaar tegen de penning zestien, dus 16 gulden
Totaal voor dit lop 915 gulden en 6 stuivers
Dit lot ontvangt van Lot B 1 gulden en 7 stuivers

Vijfde lot (E): wie dit krijgt staat er niet bij vermeld maar is verm. van AERT PETERS VAN BREUGEL
----------
Een akker te Oirschot in de Moelsbroecken, groot ca 6 lopenzaad en 38 roeden geschat boven de commer van 6 gulden per jaar aan de H. Geest te Oirschot aflosbaar met 100 gulden, blijft 225 gulden
2 Beemden die bij elkaar liggen om het Besterbroek aan de Rode Rijt, genoemd de Broekbeemd, geschat boven de chijns van 9 of 10 stuivers, 350 gulden
Nog een rente van 4 gulden per jaar te vorderen van de weduwe van GOIJAERT DE CUIJPER aflosbaar met 64 gulden
Nog 36 stuivers 1 oort te vorderen op het erf van Slickvorsch (?) ter Ameijden, te ontvangen van WILLEM GOIJAERTS en BASTIAEN BIERKENS, aflosbaar met 29 gulden
Nog 13 lopen rogge Eersselse maat in Steensel te vorderen, geschat op 40 gulden
Nog 18 lopen rogge Oirschotse maat te vorderen van HENRICK EMBERT SCEPENS aflosbaar met 70 gulden
Nog 14 lopen rogge maat van Son te vorderen van WILLEM DE SEELDRAAIER in Breugel te leveren, geschat op 40 gulden.
Nog 14 lopen rogge Oirschotse maat te ontvangen van DANIEL VAN DE SCHOOT, aflosbaar met 66 gulden
Totaal voor dit lot 884 gulden
Dit lot krijgt 31 gulden en 13 stuivers van lot B

Zesde lot (F): dit lot is toegewezen aan MARTEN VAN BEERSE
------------
2 Bij elkaar gelegen beemdjes te Boxtel onder Munsel in de Hoelstraat, geschat op 400 gulden
Een akker gelegen in herdgang de Notel, groot 3 lopenzaad 5 roeden boven de lasten geschat op 150 gulden.
Een pacht van 1 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, uit een beemd genoemd den Bluijsbeemd, die oorspronkelijk als huwelijksgift is gegeven, geschat op 75 gulden
Nog 7 lopen rogge Oirschotse maat op onderpand van een weiland genoemd de Aelsdonck eigendom van IJKEN STOCKELMANS en consorten, geschat op 24 en een halve gulden
1 mud rogge per jaar, Oirschotse maat te ontvangen van HENRICK SCRAEN (CRAEM?) geschat op 50 gulden
Nog 1 Oirschotse mudde rogge te ontvangen van HENRICK LAMBRECHTS in herdgang Straten te Oirschot, geschat op 50 gulden
Nog 1 mud rogge Oirschotse maat te ontvangen van DIRCK TIMMERMANS, geschat op 50 gulden
Nog 7 lopen rogge, maat van Eindhoven, waarvan de onderpand in Woensel liggen, zijnde het 33 deel van 21 lopen rogge per jaar die in totaal ons behoort en aan Meester HENRICK en DANIEL VAN DER AMEIJDEN, geschat op 25 gulden
Nog 5 lopen rogge te Woensel aan de Vlokhoven te ontvangen van de erfgenamen van wijlen JAN JOERDENS, geschat op 16 gulden
Nog 2 gulden per jaar in Oirschot te ontvangen van GOIJAERT Meester HENRICKS, ter waarde van 32 gulden
Nog 35 stuivers per jaar te ontvangen van DIRCK TUN..(?) in de Notel geschat op 28 gulden en 16 stuivers
Totaal dit lopt 901 gulden en 6 stuivers
Dit lot ontvangt van lot D 15 gulden en 7 stuivers

TOTAAL GENERAAL 5499 gulden en 17 stuivers

De verdeling is gemaakt onder voorwaarde dat men elkaar vrijwaart en elk de lasten van zijn erfdeel zal afhandelen en als een rogpacht wordt ontdekt die niet aflosbaar is, of die geen deel uitmaakt van een aflossingsregeling, dan zal men verrekenen voor 1 Bosche mudde rogge 100 gulden en een Orischots mudde rogge tegen 50 gulden. Alle niet vermelde goederen zullen alsnog later voor verdeling in aanmerking komen, actum als boven

AERT en Meester WILLEM broers, JAN VAN ESCH als man van DIRCKSKEN, HENRICK VAN DE SCHOOT als man van MARIEKEN, verder CATHALIJN met haar voogd JAN VAN BOXTEL, verder MARTEN HENRICKS VAN BEERSE als man van ALEIJTEN, allen kinderen van wijlen PETER WILLEMS VAN BREUGEL verwekt bij wijlen AGNESE dochter van AERT VAN DER AMEIJDEN hebben samen beloofd om de genoemde boedelverdeling altijd gestand te zullen blijven doen, actum als boven

Genoemde personen hebben elkaar gemachtigd om bepaalde grond die onder Empel ligt te verkopen, de verkoper daarin te bevestigen etc. het geld te ontvangen etc. behoudens rekening en verantwoording achteraf, actum als boven

Genoemde personen machtigen hierbij HENRICK DIE BROUWER met recht van het benoemen van andere gemachtigden, om speciaal hun belangen te behartigen in het proces dat Heer GERAERT MENGELEN eerder heeft aangespannen tegen genoemde AGNESE VAN DER AMEIJDEN moeder van de erfgenamen, welk proces nog onbeslist is voor wethouders van Den Bosch, actum als boven
(in marge: MILLINCK en PETER VAN DUERNE samen en ieder hoofdelijk)

Genoemde personen machtigen hierbij HENRICK VAN DE SCHOOT om al hun achterstallige vorderingen te ontvangen etc. behoudens dat hij achteraf daarvan rekening en verantwoording moet afleggen, actum als boven

25-10-1579 Erfdeling (Bossche Protocollen RA Den Bosch Inv 1404 folio 7v)
-------------------------
Heer en Meester WILLEM zoon van wijlen PETER WILLEMS VAN BREUGEL, raadsheer in de Raad van Brabant, bij wijlen AGNETIS VAN DER AMEIJDE zijn huisvrouw, MARIA zijn zuster dochter van wijlen PETER en AGNETIS weduwe van HENRICX VAN DER SCHOOT, JAN VAN ESSCHE man en momboir van DIRCXKE zijn huisvrouw dochter van PETER en AGNETIS voorsz. MARTEN VAN BERZE in huwelijk hebbende ALEIJD zijn huisvrouw ook dochter van PETER en AGNETIS voorsz. gemachtigd voor schepenen van Oirschot door zijn vrouw op 8-9-1579 en GIJSBERT VAN DER SCHOUT gemachtigd voor schepenen van Oirschot door ARND zoon van wijlen PETER en AGNETIS voorsz. gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en wijlen CATHARINA dochter van wijlen PETER en AGNETIS voorsz. te Zon, Brogel, Empel, renten en pachten.

VIa. Daniel Aerts van der Ameijden, † vóór 6 febr. 1599, tr. Margriet Bernard van Rund, † vóór 6 febr. 1599, dr. van Bernaerts Jacops van Runde en Margriet Goijaerts Beckers.
Uit dit huwelijk:
1. Mr. Bernaert Daniel Aerts van der Ameijden, rector van het Sint Barbara-altaar van de 2e fundatie te Oirschot, schepen in Den Bosch 1584, † verm. Brussel vóór 10 april 1609.
2. Jonker Mr. Dirck Daniel Aerts (Diederick) van der Ameijden, † Oirschot vóór 6 dec. 1612, tr. Maria van Polluijn (Polluin), † Oirschot vóór 1 juni 1632.
3. Margaretha (Margriet) Daniel Aerts van der Ameijden.
4. Mr. Heer Aert Daniels Aerts van der Ameijden, verm. dekaan van de bisschop van Luik.

Notitie bij Daniel Aerts: .
hij is de oom van AERT zoon Mr. HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, en heeft op 4-6-1575 problemen met de overdracht van brieven etc. uit het sterfhuis van zijn broer HENRICK (zie aldaar)

9-2-1600 Machtiging door schepenen (RA Oirschot Inv 145c los 66c (115)
--------------------------------------------
De schepenen hierbij aanwezig voor zichzelf, verder WILLEM HENRICKS VAN NAASTENBEST en DIRCK GOIJAERTS en JAN LEIJTEN vanwege herdgang Kerkhof en JAN ERVEN voor herdgang Spoordonk, machtigen hierbij Meester WESSELEN CLAESEN procureur, om hun belangen te hartigen tegen Heer en Meester AERT VAN DER AMEIJDEN den ..(dekaan?) van de bisschop van Luik en Meester BERNAERT VAN DER AMEIJDEN, om namens hen op te treden, getuigen alle schepenen
Notitie bij het huwelijk van Margriet Bernard en Daniel Aerts: .
37-7-1552 Overeenkomst rogpacht (RA Oirschot Inv 137a akte 271 folio 73v, 74r)
------------------------------------------
Wij, HENRICK DIELIS HOPPENBROUWERS etc. schepenen etc. verklaren dat wij een dokument hebben gezien opgemaakt voor JOHANNES LE FEBURE notaris en getuigen dat door deze JOHANNES ook scheen te zijn ondertekend, met de volgende inhoud

(begin citaat):
Vandaag 25 augustus 1551 zijn voor mij als notaris en getuigen verschenen de geachte mannen Meester HENRIK VAN DER AMEIJDEN, advokaat verbonden aan de Raad van Brabant en DANIEL VAN DER AMEIJDEN zijnde de broer van genoemde Meester HENRICK. Ze hebben daarbij afstand gedaan van een eerdere overeenkomst die ze op 20 november 1531 hadden opgemaakt voor HENRICK VERAFTER en HENRICK VAN DEN SCHOET, schepenen in Oirschot, in zake bepaalde bezittingen, waarbij ze elkaar hun bezit hadden vermaakt. Ze doen dit kontrakt hiermee teniet en ze zullen daar geen aanspraken meer aan ontlenen. Verder geven ze hierbij speciale volmacht aan Heer PAUWELS VERBEEK en aan Heer JOOST BEELAERTS priesters om dit eerder kontrakt in het protocol van de Oirschotse schepenen te laten doorhalen. Ze zullen daarbij alles nakomen wat deze gemachtigden terzake hiervan zullen doen.
Afspraak is dan genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN aan zijn bastaardkinderen op geen enkele wijze hetzij als gift tijdens zijn leven of bij testament, een jaarlijkse rogpacht mag overdragen die ze van hun ouders hebben geerfd, maar DANIEL moet die pacht laten versterven op de familie waarvan die afkomstig is. Ze hebben dit beiden aan mij als notaris beloofd te zullen nakomen, waarbij DANIEL ten behoeve van zijn bastaardkinderen, die wel elk 200 gulden mag geven uit zijn andere bezit en ook die rogpacht mag belasten ten hunnen behoeve voor dat bedrag. Die bedragen mogen na het overlijden van genoemde DANIEL als zodanig in een rente worden betaald, al naar keuze van DANIEL. De partijen hebben te kennen gegeven hiervan door mij als notaris een openbaar dokument te willen verkrijgen. Aldus gedaan in Brussel ten huize van genoemde Meester HENRICKS VAN DER AMEIJDEN op de hiervoor genoemde datum in aanwezigheid van ANDRIES DANOOT als klerk en dienaar van genoemde Meester HENRICKS VAN DER AMEIJDEN en in aanwezigheid van DIRCK VAN RAVENSTEIJN klerk en dienaar van DIRCK DE ROOVER, procureur verbonden aan de Raad van Brabant. Ondertekend door JOHANNES LE FEBURE openbaar notaris te Brussel
(einde citaat)

In marge op folio 73v:
Op 29 juni 1562 is aan mij een dokument getoond opgemaakt door Meester HENRICK en DANIEL VAN DER AMEIJDEN d.d. 21 mei 1562 en door Meester HENRICK ondertekend, waarbij de inhoud daarvan is komen te vervallen, waarom ik deze vidimusakte van hiernaast heb doorgestreept (wie dit gedaan heeft staat er niet bij, Georgina

8-11-1578 Wettelijke verklaring (RA Oirschot Inv 142c jaar 1583 !! akte los 012, los-444 (1578)
--------------------------------------
Verklaring voor DANEL VAN DER AMEIJDEN waartoe hij wettelijk is gedwongen.

Er wordt gevraag bij HENRICK HENRICK GOIJAERTS INT EECKERSCHOT en aan HENRICK AERTS in "den Wildeman" of het niet zo is dat ca 30 jaar gelegen ongeveerd, genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN en HENRICK SCHOOTMANS (welke SCHOOTMANS toendertijd een stuk grond tegenover dat van genoemde DANIEL had liggen, gelegen in herdgang de Kerkhof in de Moelsbroeken aan deze kant van de Hellen aan het eerste straatje daar), tussen hun erven een poort of hek hebben opgehangen, dat kon worden afgesloten en waarvan ze beiden een sleutel hadden en dat daar niemand door mocht, dan degene die daartoe gerechtigd waren.

HENRICK HENRICKS GOIJAERT INT EEKERSCHOT oud ca 67 jaar verklaart, dat hij ermee bekend is dat ca 30 jaar gelegen DANIEL VAN DER AMEIJDEN een HENRICK SCHOOTMANS beiden een stuk grond hadden, waarbij deze SCHOOTMANS toen een stuk grond had liggen tegenover deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN, gelegen in herdgang de Kerkhof in de Moelsbroeken aan deze kant van de Hellen aan het eerste straatje, waar deze beiden een poortje hadden hangen dat met een veter was afgesloten.

HENRICK AERTS "in den Wildeman" oud 63 jaar, verklaart dat hij instemt met de voorgaande verklaring en dat deze veter daar is opgehangen door HENRICK SCHOOTMANS, getuigen HOPPENBROUWER en AFTER

Waarover dit nu verder gaat, staat er niet bij vermeld, Georgina

29-7-1579 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 142a akte 018 folio 168)
---------------------------------
JAN WOUTER wijlen WOUTER STOCKELMANS heeft beloofd om aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente te gaan betalen van 7 gulden, steeds vervallend met Kerstmis en nu voor de eerste keer per a.s. Kerstmis op onderpand van een stuk land deels akker en deels weiland aan elkaar gelegen, groot ca 9 lopenzaad, gelegen in herdgang Aerlem, belend door: de gemeijnte, de kinderen van JACOP DIRCKS en meer anderen, PHILIPS zoon GERIT SROIJEN, getuigen VLUETEN en OSTADEN

BERNART zoon DANIELS VAN DER AMEIJDEN namens zijn vader, staat aflossing van de rente altijd toe elk jaar met Kerstmis, mits er een half jaar vooraf is opgezegd tegen betaling van 100 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

in marge:
deze brief is afgelost aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN zoon wijlen DANIELS VAN DER AMEIJDEN, 10 april 1609, getuigen BUCKINCKS en LOON

11-9-1584 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 143a akte 148 folio 67r, 67v)
-------------------------------
HENRICK zoon wijlen MARTEN SPIERINCKS verkoopt een rente van 3 gulden per jaar met 3 vervallen en een lopende termijn die hij had verkregen van JAN JAN HAECX en welke rente ELISABETH weduwe van wijlen DIRCKS VAN DEN SPIJKER met haar zoon HENRICK eerder aan deze JAN JAN HAECX had beloofd op Maria Visitatiedag op onderpand van een akker groot ca 2 en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, belend door: HENRICK THOMAS, het erf van genoemde ELISABETH zelf, JAN PETER SMOLDERS, ADRIAEN VAN GELOVEN conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 1567. De rente wordt nu verkocht aan MARGRIET dochter van DANELS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van genoemd DANIEL VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen OS en G. HOEVEN die het aandroegen

29-7-1597 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 142a akte 018 folio 168r)
---------------------------------
JAN zoon WOUTER STOCKELMANS heeft beloofd om aan DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente te gaan betalen van 7 gulden, steeds vervallend met Kerstmis en voor de eerste keer per a.s. Kerstmis, op onderpand van een stuk land, deels akker en deels weiland aan elkaar gelegen, groot ca 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, belend door: de gemeijnte, de kinderen van JACOP DIRCKS en meer anderen, PHILIPS zon GERIT SROIJEN, getuigen VLUETEN en OSTADEN

BERNAERT zoon DANIELS VAN DER AMEIJDEN namens zijn vader staat aflossing van de rente altijd toe, elk jaar met Kerstmis, mits er een half jaar vooraf is opgezegd tegen betaling van 100 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

in marge: deze brief is afgelost aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN zoon wijlen DANIELS VAN DER AMEIJDEN, 10 april 1609, getuigen BUCKINCKS en LOON (BERNAERT was toen als overleden, zodat DIRCK de aflossing kreeg, Jan Toirkens)

30-10-1597 Erfdeling (Bossche Protocollen RA Den Bosch Inv 1852 folio 94)
--------------------------
Meester BERNAERT en Meester DIERCK zonen van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, zusters en broeders te Oirschot en verder renten, pachten en chijnsen

1598 Kapittel van Oirschot (1261-1811 Oude Orde 178M 3, BHIC Den Bosch)
--------------------------------
Akte van goedkeuring door pauselijke nuntius, op verzoek van ARNOLD, BERNARD en DIRK VAN DER AMEIJDEN van stichting Sint-Barbarabeneficies, hun alle kerkelijk straffen kwijtscheldt en naast oudste kanunnik van het kapittel en oudste kerkmeester, oudste mannelijke bloedverwant in rechte lijn van sticher, als collator toevoegt

Op 6-2-1599 zijn hun kinderen als mede-erfgenamen vermeld van LODOWIJCK WILLEMS en zijn vrouw WILLEMKEN dochter van HENRICKX VAN ZICHEM die dan een erfdeling van de goederen van LODOWIJCK en WILLEMKEN maken t.w.:

6-2-1599 Vermelding huwelijk bij erfdeling (Bossche Protocollen Inv 1852 folio 196 RA Den Bosch)
-------------------------------------------------
WILLEM zoon wijlen WILLEM GIJSBERT WILLEMS bij ELIJSABETH zijn huisvrouw dochter van WILLEM VAN BOCXTEL en zuster van LODOWIJCK WILLEMS VAN BOCXTEL, WOUTER zoon van wijlen ROBBENS VAN GEFFEN in huwelijk hebbende HEIJLKE en HENRICK zoon van wijlen PAUWELS PEETERS als man en momboir van ELIJSABETH zijn huisvrouw beiden dochter van WILLEM GIJSBERTS bij ELIJSABETH voorsz. alsmede allen anderen hun mede-erfgenamen van wijlen LODOWIJCK WILLEMS VAN BOCXTEL ter eenre,
Meester DIERCK VAN DER AMEIJDEN zoon van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN voor hemzelve en voor zijn broeder BERNAERD VAN DER AMEIJDEN, daar moeder af was MARGRIET dochter van wijlen BERNARD VAN RUND, PETER zoon van wijlen JACOB VAN RUND, PETER ADAM SMIT man en momboir van WEIJNDELKEN zijn huisvrouw dochter van JACOB VAN RUND voorsz., PETER voorsz. zich fort en sterk makende voor CLARA dochter van wijlen JACOB VAN RUND, ANDRIES zoon van wijlen MATHEUS PETERS bij ELIJSABETH zijn huisvrouw dochter van wijlen BERNARD VAN RUND, ENGELKEN huis vrouw van JAN zoon van MATTHEUS PETERS bij ELIJSABETH voorsz. PETER JACOBS VAN RUND gemachtigd door BARTHOLOMEUS zoon van wijlen MATTHEURS PETERS en ELIJSABETH voorsz. voor schepenen van Boxtel op 3-2-1599, DIERCK WILME DIRCXS als man en momboir van BARBARA zijn huisvrouw dochter van wijlen MATHEUS en ELIJSABETH voorsz., DIRCK zoon van wijlen GOIJAERT BERNAERTS voor hemzelve en voor zijn broeders en zusters, ERBERT LAMBERTS RIJCARTSZ VAN DER STAPPE gemachtigd door ELIJSABETH huisvrouw van SERVAES FAEX dochter van wijlen CORSTIAEN WILLEM AERTS VAN ZICHEN voor schepenen van Maastricht op 16-5-1595, testamentaire erfgenamen van wijlen WILLEMKE dochter van wijlen HENRICX VAN ZICHEN en wijlen haar man LODOWIJCK WILLEMS ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van LODOWIJCK en WILLEMKEN voorsz. van chijnsen en pachten

9-2-1-1600 Machtiging (RA Oirschot Inv 145c akte los 115 folio los 66c)
---------------------------
De schepenen, hierbij aanwezig, voor henzelf, verder WILLEM HENRICKS voor Naastenbest en DIRCK GOIJAERTS en JAN LEIJTEN vanwege herdgang de Kerkhof en JAN ERVEN voor herdgang Spoordonck, machtigen hierbij Meester WESSELEN CLAESEN procureur, om hun belangen te behartigen tegen Heer en Meester AERT (DANIELS) VAN DER AMEIJDEN den ..dekaan ? van de bisschop van Luik en Meester BERNAERT VAN DER AMEIJDEN, om namens hen op te treden, getuigen alle schepenen
(waar over dit gaat, staat er helaas niet bij vermeld)
Notitie bij Mr. Bernaert Daniel Aerts: .
Hij wordt samen met zijn broer Meester DIRCK DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN vermeld in het protocol van het Rechterlijk Archief in het jaar 1605 als belenders van land (RA Oirschot Inv 146a akte 153 folio 82)

BERNAERT was advocaat en woonde te Brussel, hij is verm. ook daar overleden

15-2-1586 Machtiging (RA Oirschot Inv143a akte 040 folio 151v)
--------------------------
Meester BERNAERT VAN DER AMEIJDEN, rector van de Tweede Fundatie van het Sint Barbara-altaar machtigt hierbij AERDEN SGRAETS om voor hem op te treden, getuigen EKERSCHOT en STOCKELMANS

In de jaren 1589 t/m 1600 zijn er problemen met HENRICK APPELS, verm. gaat dit over een onbetaalde rente, maar het is niet precies vermeld in de aktes betreffende deze kwestie, pas op 23-8-1600 wordt er gesproken of een kwijtschelding of schuldvermindering, dus zullen de aktes daarvoor daar ook wel over gaan, hoe het in de jaren na 1600 afloopt heb ik nog niet kunnen vinden, Georgina

14-10-1589 Vrijwaring (RA Oirschot Inv 143b akte 067 folio 343r)
--------------------------
Meester DIRCK zoon DANELS VAN DER AMEIJDEN (verm. als vervanger van zijn broer BERNAERT) heeft als schuldenaar beloofd dat hij WOUTER VAN ELMPT, schout van Oirschot zal vrijwaren vanwege de inbeslagname van een koe en hetgeen daaruit voortvloeit, welke inbeslagname is gebeurd op HENRICK JANSSEN VAN DER LULSDONCK als huurder van het goed van HENRICK APPELS, welke huurder het 4e gebod (sommatie?) niet heeft willen gehoorzamen, getuigen STOCKELMANS, METSER en VEN

26-2-1592 Akkoord vonnis (RA Oirschot Inv 144a akte 051 folio 11v)
-------------------------------
ANSEM zoon JACOPS VAN DE VELDE als zijnde gemachtigd door HENRICK APPELS is akkoord gegaan met het vonnis dat door schepenen van Oirschot is gewezen op 19 februari jongstleden en voordele van Meester BERNAERD VAN DER AMEIJDEN en dat ten laste van genoemde HENRICK APPELS is gekomen, zoals dat door een bevoegde rechter danwel de Raad van Brabant is genomen, getuigen STOCKELMANS en VEN die het aandroegen

20-9-1595 Stopzetten verweer (RA Oirschot Inv 144b akte 286 folio 341r)
-------------------------------------
HENRICK APPELS heeft onlangs beroep aangeteend voor de Raad van Brabant tegen een bepaald vonnis dat op 21 juni j.l. voor schepenen alhier in Oirschot ten voordele van Meester BERNAERT VAN DER AMEIJDEN in diens hoedanigheid is afgegeven, als partij enerzijds en dit vonnis is in het nadeel van genoemde HENRICK uitgevallen. Vandaag is voor schepenen alhier genoemde HENRICK verschenen en is gestopt met zijn verweer en zal geen aanspraken meer doen vanwege zijn aangetekend bezwaar, getuigen EKERSCHOT, STOCKELMANS, VEN en NISTELROIJ

8-3-1596 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 144c akte 066 folio 388v)
------------------------------
HENRICK zoon wijlen HENRICK APPELS verkoopt een kapitaal van 22 gulden uit een grotere obligatie van 167 gulden welk kapitaal JAN JANSSEN VAN DER LUSDONCK op 2 novemer jongstleden aan genoemde APPELS had beloofd voor schepenen van Oirschot per a.s. mei. Het kapitaal wordt nu samen met de rente daarover van 7% verkocht aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van Meester BERNARD VAN DER AMEIJDEN diens broer. Hiermede zal hij worden vrijgesteld van de inbeslagname van de "vreunte"(vroente) die door DIRKC is gedaan. Indien HENRICK APPELS nadien ... geen nader akkoord maakt met deze BERNARD VAN DER AMEIJDEN dan zal deze overdracht definitief worden, indien hij wel een akkoord maakt, dan zal hij tegen die tijd alle afspraken nakomen, waarbij nochtans Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN vrijelijk de beschikking krijgt ... waarop deze meent recht te hebben, getuigen CROM en HOUBRAKEN

8-3-1596 Protest (RA Oirschot Inv 144c jaar 1597 ! los stuk 013)
---------------------
Vandaag 8 maart 1596 zijn precies om 10 uur ’s-morgens voormiddags ten huize van onze secretaris in de schrijfkamer aldaar samengekomen Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN als gemachtigde van zijn broer Meester BERNARD VAN DER AMEIJDEN, op grond van een verkregen vonnis, om te ageren tegen HENRICK APPELS en te komen tot afwikkeling vanwege een vonnis dat door de schepenen van Oirschot is afgegeven op 21 juni j.l. Omdat deze APPELS nog geen machtiging heeft gegeven of verschenen is, hoewel AMEIJDEN meer dan een uur op hem heeft gewacht, heeft AMEIJDEN protest aangetekend tegen deze gang van zaken en is bereid alsnog een ontmoeting te hebben zoals het vonnis heeft uitgewezen. Hij verzoekt om een akte om later van nut te kunnen zijn, getuigen HOEVEN en CROM

AMEIJDEN heeft de machtiging van zijn broer getoond, gedateerd 30 oktober j.l., getuigen FOURDEIJN notaris en getuigen te Brussel, datum 8 maart 1596, getuigen HOEVEN en CROM, hierbij aanwezig A. SGRAETS secretaris

14-5-1596 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 144c akte 145 folio 401v)
---------------------------------
JAN JANSSEN VAN DER LUSDONCK heeft als schuldenaar beloofd aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN vanwege een door deze DIRCK gedaan voorschot voor kosten van HENRICK APPELS, aan Meester BERNAERT VAN DER AMEIJDEN gedaan, een bedrag van 17 gulden te betalen per 15 juli a.s., getuigen HOEVEN en HOUBRAKEN

27-7-1597 Machtiging van Oirschot (RA Oirschot Inv 144c los stuk 043 geen folio bekend)
------------------------------------------
Wij schepenen, gezworenen, raadsmannen en kerkmeesters, H. Geestmeesters en andere beedigde leden van het corpus die de gemeente Oirschot vertegenwoordigen, verklaren hierbij dat op 3 december anno 1585 wij met onze schepenbankzegel hadden beloofd aan de inwoners van Turnhout een bedrag van 800 gulden te betalen vanwege een opdracht van de commissaris generaal GEORGIO BASTA, vanwege het verteer dat heeft plaatsgevonden door de prior van Hungarijen. Omdat wij deze obligatie door de langdurige oorlog niet geheel hebben kunnen betalen en daarna met de magistraat van Turnhout een akkoord hebben bereikt om, naast hetgeen al betaald is, alsnog een bedrag .... (niet ingevuld) te voldoen en wel in 2 termijnen, de eerste op a.s. Sint Bavodag en de andere op O.L. Vrouwe Lichtmisdag onder voorwaarde dat er een akte op vrijwillige basis wordt opgemaakt voor de kanselier en Raad van Brabant van Zijne Majesteit de Koning. Daarvoor machtigen wij hierbij de geachte Meester BERNAERDT VAN DER AMEIJDEN en Meester JAN FOURDEIJN om dat voor ons te regelenen en voor deze kanselier te verschijnen en wij beloven alles te zullen nakomen hetgeen door de gemachtigden wordt afgesproken en overeengekomen. Als oorkonde opgemaakt van 27 juli 1597, getuigen alle schepenen

3-10-1597 Erfdeling (Bossche Protocollen RA Den Bosch Inv 1852 folio 94)
-----------------------
Meester BERNAERT en Meester DIERCK, zonen van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, zusters en broeders te Oirchot en verder renten, pachten en chijnsen

21-10-1598 Transport (ONA Oirschot Inv 8 folio 9v RHC Eindhoven)
--------------------------
GOIJAERT PETER VAN DER HOEVEN en HERMAN STOCKELMANS als gemachtigden van FLORIS VAN MERODE Heer van Oirschot, Duffel voor notaris WILLEM DE METSER verzoeken BERNAERT VAN DER AMEIJDEN wonende te Den Bosch de hoeve van Bijsterveld over te dragen, verder genoemde personen in deze akte: MARIA VAN MERODE, BARTEL LENAERTS VAN GESTEL getuige en AELBRECHT VERHOEVEN getuige

23-8-1600 Garantstelling (RA Oirschot Inv 145b akte 184, 185 folio 198r)
-----------------------------
EVERAERT zoon wijlen JACOPS VAN DE VELDE heeft zich garant gesteld voor HENRICK APPELS als aanlegger, vanwege een aantekening op een vonnis d.d. 12 juli van vorig jaar tegen Meester BERNAERD VAN DER AMEIJDEN, als verdediger in zijn hoedanigheid. De borgstelling is nodig omdat deze APPELS vanwege deze brief van het Hof thans voor de rechtbank van Oirschot verder wil procederen vanwege kwijtschelding danwel schuldvermindering. APPELS belooft het te verkrijgen vonnis altijd te zullen nakomen en alle kosten die daarmee samenhangen te zullen voldoen, getuigen GESTEL en KEIJMPS

HENRICK zoon wijlen HENRICK APPELS heeft beloofd om genoemde EVERARDEN voor diens belofte te zullen vrijwaren, actum als boven

19-9-1600 Aankoop weg (RA Oirschot Inv 145b akte 202 folio 202v)
-----------------------------
HENRICK zoon wijlen ADRIAEN JOORDENS heeft aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN, ten behoeve van diens broer Meester BERNAERT een weg verkocht, lopende van het erf van de koper over de gemeijnte van Oirschot, over het erf van de verkoper, belend door: de hei onder Oirschot herdgang Aerle, het erf van deze AMEIJDEN en meer anderen, NEESKEN weduwe LAMBRECHT WILLEM GOIJAERTS en MARIJKE weduwe DA... VAN DE MAERSELAER. De koper mag de weg eeuwigdurend gebruiken en wel op de korste wijze en met de minste schade, naast het erf van genoemde NEESKEN en genoemde MARIEKEN tot aan het land gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, getuien KEIJMPS, VLEMINCKS, BUCKINCKS en CROONENBURG

21-6-1611 Machtiging overdracht beemd (RA Oirschot Inv 147b akte 167 folio 219v, 220r)
-------------------------------------------------
Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN zoon van wijlen DANIELS VAN DER AMEIJDEN als broer en enig erfgenaam van wijlen Meester BERNAERTS VAN DER AMEIJDEN, machtigt hierbij de geachte CORNELIS HENRICKS VAN DEN LEEMPUT en CORNELIS JANSSEN VAN ROIJ, ingebieder, beiden zijnde inwoners van Den Bosch, waarbij aan hem machtiging wordt verleend om voor schepenen van de stad Den Bosch te verschijnen of elders waar dat nodig zal zijn, en aldaar een stuk beemd te verkopen gelegen in de gemeente Boxtel te Luissel aldaar, genoemd de Nepel, belend door: HENRICKS ABEN, HENRICK DE SNIJDER, de rivier de Aa, GEERTRUIT COLEN. Dit stuk beemd had wijlen diens broer BERNAERT, zijnde de broer van de machtiginggever eerder verkregen van de voogden over de minderjarige kinderen van WILLEM GIJSBERTS verwekt bij diens vrouw MARIJKEN, zoals blijkt uit een schepenbrief van Den Bosch d.d. 8 april 1600, die ondertekend was door G.J. VAN DEN VELDE. Hij verzoekt hen deze beemd over te dragen aan Meester HERMAN VAN HEUMEN, icentiaat in de rechten en schepen van de stad Den Bosch, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en verder ten behoeve van diens zoon Meester HENRICK VAN HEUMEN verwekt bij genoemde HERMAN en diens vrouw BEELKEN dochter van wijlen HENRICK VAN DEN LEEMPUTH die daarvan het erfrecht krijgt. De gemachtigden moeten daarbij alles doen wat daarin nodig is. De opdrachtgever verklaart van wijlen zijn broer alleen zelf deze opdracht te hebben ontvangen om het transport aan genoemde Meester HERMAN VAN HEUMEN of aan diens erfgenamen te regelen. Wijlen Meester BERNAERTS VAN DER AMEIJDEN heeft hiervoor nooit geld gekregen voor deze overdracht. De gemachigden moeten verder alles afhandelen op de wijze zoals aldaar volgens het gebruik van de secretarie nodig is. De opdrachtgever belooft alles na te zullen komen wat zijn gemachtigden namens hem zullen doen en hen daarvoor ook te vrijwaren, getuigen SCHEIJNTGENS en DIELEN
Notitie bij het overlijden van Jonker Mr. Dirck Daniel Aerts (Diederick): .
hij is overleden tussen 21 juni 1611 (RA Oirschot Inv 147b akte 167 folio 219r e.v.) en voor 6-12-1612 op welke datum hij als wijlen Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN wordt vemeld (RA Oirschiot Inv 147c akte 037 folio 408v)
Notitie bij het huwelijk van Maria en Jonker Mr. Dirck Daniel Aerts (Diederick): .
Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN wordt op 4 februari 1610 door Jonker JOHAN VAN MERODE kanunnik in de Sint Peterskerk te Oirschot benoemt tot één van de uitvoerders van het testament van Jonker JOHAN VAN MERODE (RA Oirschot Inv 147a akte 65 folio 23r)

Na het overlijden van DIRCK trouwt MARIA VAN POLLUIN met Jonker SEBASTIAEN DE HEER (HEIR) zoals blijkt uit onderstaande aktes. In het protocol van 1614 staat bij een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck vermeld als belender: het erf dat eerder van Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN was en nu van Jonker SEBASTIAEN DE HEER.
Mogelijk zijn MARIA en SEBASTIAEN dan alreeds getrouwd (RA Oirschot Inv 148a akte 048 folio 380r) En in het protocol van 1615 staat bij een akte letterlijk vermeld als belender/ster: de weduwe van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN die nu gehuwd is met Jonker SEBASTIAEN VAN HEERE (RA Oirschot Inv 148b akte 210 folio 332r) deze laatste datum heb ik aangehouden voor het huwelijk van MARIA met SEBASTIAEN dus voor 26-8-1615.
Jonker SEBASTIAEN DE HEER is overleden voor 12-10-1626 want dan wordt MARIA in het Rechterlijk Archief als weduwe vermeld (RA Oirschot Inv 151a akte 292 folio 209, 210)
Omdat er veel personen worden vermeld in de aktes van de nalatenschap van Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN heb ik die allemaal opgenomen.

29-5-1597 Machtiging van de Heer (RA Oirschot Inv 144c akte 250 folio 506v)
-----------------------------------------
De edele Heer FLORENTIUS VAN MERODE, Heer te Duffel, Muggenberg, Stockel, Oirschot, Hilvarenbeek etc. heeft hierbij de geachte Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN gemachtigd om met diens broer JASPAR VAN MERODE een boedelscheiding te doen van die goederen die ze samen met hun broers en zusters hebben geerfd van hun vader en moeder. De gemachtigde mag dit bezit afgesplitst danwel niet afgesplitst verkopen al naar diens beste goeddunken. Hij moet het geld daarvan incasseren en en akte daarvan laten opmaken, getuigen GESTEL en BUCKINCX

24-1-1606 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 146a akte 010 folio 44r)
-------------------------------
MICHIEL JAN WILLEMS en zijn zuster ALEIJT vergezeld door haar in deze gekozen voogd JAN MATHIJS DANIELS verkopen een rente van 3 gulden per jaar, vervallend op O.L. Vrouw Lichtmisdag. De rente wordt betaald uit onderpanden gelegen in Oirschot herdgang Spoordonkc, belend door: GOORT LODEWIJK TIMMERMANS en de gemeenschappelijke straat, en werd eerder door JAN PETER GIELIS gekocht van GOORT LODEWIJKS TIMMERMANS, volgens een schepenbrief van Den Bosch d.d. 29 januari 1572. Zij verkopen deze rente nu, samen met alle achterstaliige termijnen aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN. Genoemde MICHIEL en ALEIJT beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen CRONENBURCH en SROIJEN

26-1-1606 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 146a akte 023 folio 48v)
-------------------------------
JAN en ADRIAEN zonen van NICLAES LOIJ TIMMERMANS machtigen hierbij JAN BUIJS en ROGIER NAGELMAKERS wonend in Den Bosch om samen of ieder afzonderlijk aan Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN voor schepenen van Den Bosch een rentebrief van 5 gulden per jaar te verkopen, samen met de achterstalligheid daarvan. Ze hebben daarvan het 2/3e deel van hun ouders gekregen en het andere 1/3e deel van hun broer NICLAES met schepenbrief van Oirschot van de laatste september 1604. De rente wordt betaald uit onderpanden in Oirschot, herdgang Straten. De gemachtigden moeten al datgene doen wat volgens stijl van de Bossche schrijfkamer nodig is, getuigen GESTEL en WINTELRE

1-10-1-1608 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 146b akte 230 folio 280v)
---------------------------------
PETER HENRICKS DE CORT op grond van een machtiging afgegeven door CHRISTIAEN GERENGRIET als man van AGNEES VAN BREUGEL, welke machtiging is opgemaakt voor schepenen van Brussel d.d. 22 september 1608, ondertekend door J. CATTENBERG, welke akte wij gezien hebben en waarbij genoemde PETER werd gemachtigd en ook ROGIER NAGELMAKER wonend in Den Bosch, verkopen een rente van 10 stuivers per jaar, uit een grotere rente van 30 stuivers die elk jaar opeisbaar is op Sint Jans Baptistdag (24 juni) in de zomer en wordt geheven uit een huis met tuin en toebehoren, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: WOUTER DE CROM, AERT JOOST DE LEEUW, de Vrijthof. Hij verkoopt die rente inclusief alle achterstalligheid ervan aan Meester DIRCK VAN DER AMEIDEN, die daarvan de andere 20 stuivers heeft. Genoemde PETER in zijn hoedanigheid belooft alle lasten af te handelen vanwege genoemde CHRISTIAEN en AGNES, getuigen CROM en VERACHTER

In de jaren 1609 t/m 1614 wordt Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN alleen nog als belender vermeld in het Rechterlijk Archief van Oirschot en hebben er geen transacties door hem plaatsgevonden.

7-2-1620 Verhuur land (RA Oirschot Inv 149b akte 248 folio 158 t/m 160)
--------------------------
Jonker SEBASTIAEN DE HEER als man van Joffrouw MARIA VAN POLLUIN eerder weduwe van DIEDERICK VAN DER AMEIJDEN, verhuurt hierbij aan HENRICK GOORT GOORTS, die aanwezig zijnde deze huur accepteerde, een akker van ca 6 lopenzaad groot, gelegen onder Naastenbest, zoals die eerder door JAN AERT SCHENTKENS is gehuurd geweest en nog wordt gebruikt. De huurperiode is 8 jaar en mag na 4 jaar worden beeindigd door diegeen die dat wenst, maar men moet dan wel met Kerstmis voorafgaand opzeggen. De termijn loopt van a.s. oogsttijd stoppelbloot tot aan de oogsttijd anno 1628. Tijdens de huurperiode moet de pachter zonder dat te mogen korten op de huurprijs alle dorpslasten en heffingen betalen zonder enige uitzondering en ook de grondchijns. Daarbij is afspraak dat de pachter het perceel elk jaar goed moet bewerken en inzaaien en bemesten, 2/3e delen met goede winterrogge in te zaaien en het andere 3e deel met zomergewassen en zoals een pachter dat betaamt te doen. Ingeval er slecht mee wordt omgesprongen en als de pachter niet voldoende en op tijd betaalt, dan mag de verhuurder als hij dat wil de huur op enig moment beeindigen en zal de huur vanaf dan niet meer gelden. HENRIK belooft als huurprijs van de akker aan de verhuurder elk jaar 2 mudde rogge te leveren en nog 17 lopen boekweit, ook Oirschotse maat. De huurder belooft deze voorwaarden na te zullen komen, getuigen HAUBRAKEN en VERACHTER

10-2-1622 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149c akte 035, 036 folio 27, 28)
---------------------------------
PETER zoon wijlen HENRICK JANSSEN VAN BERENDONCK heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker SEBASTIAEN DE HEER ten behoeve van Joffrouw Maria van Polluijn, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en ten behoeve van de erfgenamen van haar eerste man Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN die daarvan het erfrecht krijgen, overeenkomstig diens testament daarover, die een bedrag van 100 gulden te zullen gaan betalen vanwege geleend geld en wel per a.s. Maria Lichtmisdag samen met een rente daarover tegen "de penning zestien", indien PETER het geld langer wenst te lenen, dan zal hij daarvan steeds een rente van 6 gulden en 5 stuivers per jaar dienen te betalen al naar tijdsgelang totdat de hoofdsom is voldaan. Indien PETER op de gesteld datum niet terugbetalt, zal hij dan voldoende waarborg moeten stellen op onderpanden en wel ten bedrage van een jaarrente van 6 gulden en 5 stuivers. Die rente moet dan worden beloofd voor schepenen van Oirschot danwel in Den Bosch al naar keuze van de schuldeisers. Indien één van de partijen tussentijdse aflossing wenst, dan moet men dat elkaar 3 maanden vooraf kenbaar maken. Als zekerheid stelt PETER al zijn bezit en persoon in onderpand en speciaal zijn bezit in Oirschot, getuigen HOPPENBROUWER en ARIEN

Genoemde Jonker DE HEER uit de voorlaatste brief (dit gaat over geleend geld t.w.100 gulden, wat PETER HENRICK JANSSEN VAN DIELEN DIELEN DIRCKS had geleend) heeft beloofd aan PETER HENRICK JANSSEN VAN BERENDONK om aan DIELEN DIELEN DIRCKS een bedrag van 100 gulden voor hem te zullen voldoen en deze DIELEN de rentebrief te laten overhandigen van 7 gulden, onder beding dat hij die rente voor DIELEN dan zal betalen, samen met de achterstallige rente, ook indien zou blijken dat die rente met een hoger bedrag afgelost moet worden
actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald op 1 februrari 1623, getuigen SCHENTKENS en NISTELROIJ

12-10-1626 Machtiging (RA Oirschot Inv 151a akte 292 folio 209, 210)
----------------------------
De edele joffrouwe MARIA POLLUIN weduwe van Jonker BASTIAEN DE HEIR, met haar gekozen voogd heeft hierbij machtiging gegeven aan haar neef Jonker ADAM VAN BAEXCXEN en ze geeft hem volmacht om namens haar al haar rentes en vorderingen te incasseren, die zij heeft uitstaan in het Graafschap van Nijewenaert en in het land van Keulen, voor zover er achterstand is en van wie dan ook zij heeft te vorderen en ook de kapitalen daarvan, voor zover de rentes worden afgelost. De gemachtigde moet daarvoor bij ontvangst kwijting geven en het geld daaruit weer opnieuw in het land van Brabant beleggen en dat officieeel laten vastleggen. Verder moet de gemachtigde al haar andere zaken behartigen die nu heeft lopen en daarin voortprocederen en nog alles doen wat zij daarin zelf ook voor ogen gehad zou hebben. Ze belooft alles na te zullen komen wat door haar gemachtigde daarin gedaan zal worden en de gemachtigde is wel verplicht haar later rekenschap daarvan te doen, getuigen AELBRECHTS en HOUBRAKEN schepenen te Oirschot

8-6-1627 Verklaring over diefstal (RA Oirschot Inv 152a akte 215 folio 228 t/m 230)
---------------------------------------
Al diegenen die deze brief zullen zien, gegroet!
Wij DIRCK GOIJAERTS VAN LOOON en EVERAERT HENRICKS EKERSCHOT, schepenen van Oirschot, verklaren hierbij dat voor ons is verschenen de edele Joffrouw MARIA POLLUIN, weduwe van Jonker SEBASTIAEN DE HEER, inwoonster van Oirschot die naar eer en geweten in plaats van onder ede, die ze alsnog bereid is af te willen leggen, het volgende verklaard:

Op 15 mei 1627 zijnde op Zaterdagavond, omstreeks 10 uur, zijn er ten hare huize 2 soldaten gekomen met het ontblote geweer in de hand en ze zeiden dat ze vervolg werden door de vijand en dat ze een veilige schuilplaats zochten om het vege lijf te redeen, en ze gaven opdrcht dat men stil zou zijn, want de vijand was al bij het huis genaderd, en zouden het in brand schieten. Daarop vroegen ze of er geen kelder was waarop deze Joffrouw ja heeft geantwoord, maar dat deze kelder vol water stond. Daarop heeft de ene soldaat de kelder geopend en is daar zelf als eerste ingegaan en toen hij er uitkwam heeft hij eerst de kencht van het huis gegrepen en hem met zijn houwer geslagen en hem met geweld in de kelder geduwd en daarna de 2 dienstmeiden en daarna genoemde Joffrouw van POLLUIN, daarna hebben ze die kelder afgelosten en de sleutel die op het slot stak afgetrokken en ze hebben gedreigd dat als men geluid zou maken, dat het dan kwalijk met hen zou aflopen. Daarna hebben de soldaten de kisten en kasten opengeslagen en het beste daaruit mee genomen en in het bijzonder haar goud en zilverwerk en muntgeld, maar ook kleding, linnengoed als hemden, "rabatten", neusdoeken, coorschouten etc. Nadat zulks was gebeurd hebben ze nog ernstig gedreigd nabij deze kelder en zijn er vandoorgegaan, waarbij ze deze Joffrouw POLLUIJN met haar huisgezin in het water in de kelder hebben laten staan, totdat ze zelf middelen hadden gevonden zich te bevrijden en zich te verlossen.
Nadat daarover onderzoek was gedaan heeft men bevonden dat de 2 soldaten afkomstig waren van het garnizoen van Zutphen, behorend tot de Koninklijke Harquebuseurs (?) van de graaf JEURIAEN ERNST VAN STROM. De éne soldaat heet HUIBRECHT JONKBLOET en de andere heet JAN LAMBRECHTS alias PARQUOICKEN, welke 2e soldaat al eerder bij haar op bezoek is geeweest en bij haar heeft gediend toen hij nog een jongen was. Omdat men deze soldaat had gevolgd naar de stad Zutphen is zulks gebleken en men heeft na lange tijd het gestolen bezit weer teruggekregen, maar de genoemde Joffrouw VAN POLLUIN verklaart nog dat haar een bedrag van 450 gulden ontbreekt, waaronder een Portugaloijser en een viervoudige Italiaans pistolet, verder dubbelen dukaten, Rosennobels, Angelotten, goudguldens, andere gouden munten. Dit bedrag is inclusief de onkosten van 50 gulden die ze heeft moeten maken voor het achtervolgen. Verder ontbreken haar andere dingen zoals een bepaald gouden kruis, en andere dingen zodat dez 450 gulden nog maar laag zijn geschat, want het is veel meer waard. Hoewel beide soldaten hebben ontkend en hebben gezworen dat ze geen goud hebben aangetroffen in het bezit, is echter het tegendeel waar, omdat ze ook enig zilverwerk dat herkenbaar was hadden teruggegeven dat allemaal in één en het zelfde zakje zat, waar ook dat het goud in zat en ook het Portugaloijser die bij het vermelde kruis zat, hetgeen ze bekenden wel in hun bezit te hebben gehad.
Als extra zekerheid van deze verklaring hebben wij onze gemeenschappelijke schependomszegel hieraan laten bevestigen, datum 8 juni 1627

Of Maria het goudwerk nog terug heeft gehad, vermeld de verklaring niet, Georgina

24-5-1628 Indienen aanspraken (RA Oirschot Inv 153d folio 449r)
---------------------------------------
Heer en Meester PETER VAN ESCH kanunnik en kantor van de kathedrale kerk te Gent, verder JASPER VAN ESC en HENRICK VAN DER STERRE als echtgenoten, mede gemachigde voor DIRCK VAN DER STERRE aanleggers hierin, contra Joffrouw MARIA POLLUIJN weduwe van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN als vertrouwenspersson van wijlen Heer en Meester AERT VAN DER AMEIJDEN zoon van Heer en Meester HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN, als gedaagden. De aanleggers dienen schriftelijk hun aanspraken in

21-6-1628 Indienen aanspraken (RA Oirschot Inv 153d folio 456v)
---------------------------------------
Heer en Meester PETER VAN ESCH, kanunnik van de katedrale kerk te Gent, verder JASPER VAN ESCH en HENRICK VAN DER STERRE als man van Juffrouw VAN ESCH, voor henzelf handelend en ook als gemachtigde voor DIRK VAN DER STERREN als man van Joffrouw PERINA VAN ESCH, verder JOHAN BEIJERS als schout van Moergesteld als man van Juffrouw AGNES VAN ESCH en nog Senor JOHAN HESIUS als man van Joffrouwe HELENE VAN ESCH, nog ALEXANDER VAN DER GOES als man van Joffrouw LOISE VAN ESCH, zijnde allen kinderen en erfgenamen van wijlen JAN VAN ESCH en van diens vrouw Joffrouw THEODORA dochter van wijlen PETER WILLEMS VAN BREUGEL verwket door deze PETER VAN BREUGEL bij wijlen Joffrouw AGNES dochter van AERT VAN DER AMEIJDEN zijnde eisende partij, contra Joffrouw MARIA VAN POLLUIJN weduwe van JONKER DIRCKS VAN DER AMEIJDEN als destijdse vertrouwensman van zaliger Heer en Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN zoon van Heer en Meester HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN als gedaagde en verdedigende partij. De eisende partij dienen hun aanspraken schriftelijk in.

Op folio 468r:
Joffrouw MARIA VAN POLLIJN weduwe van JONKER DIRCKS VAN DER AMEIJDEN als gedaagde partij contra Heer en Meester PETER VAN ESCH en JASPER VAN ESCH cum suis (en de zijnen) als dagvaardende partij. DE gedaagde partij dient schriftelijk verzoek in (dient van verzoek in sricptis)

24-4-1629 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 154a akte 155 folio 212 t/m 214)
--------------------------------
HENRICK WILLEMS OLIESLAGER heeft als schuldenaar beloofd om aan Joffrouw MARIA VAN POLLUIN, weduwe van Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en de erfgenamen VAN DER AMEIJDEN het erfrecht krijgen, die een jaarlijkse rente van 5 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Philips en Sint Jacob Aposteldag en voor de eerste keer per a.s. Sint Philips en Sint Jacob Aposteldag anno 1630, op onderpand van een huism oliemolen etc. gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, belend door: HENRIK PETER OERLEMANS, de gemeijnte aldaar. Verder nog op onderpand van een schuur, erf, tuin en grond ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen zijnde, en nieuw stuk land dat onlangs van de gemeente in gebruik is genomen, belend door: HENRICK PETER OERLEMANS, JAN PETERS VAN DER MAERSELAER, DIRCK JAN GIJSSELS, de gemeijnte aldaar. Verder nog op onderpand van het 4e deel van een perceel (het Morenveld, gelegen in herdgang Verrenbest, genoemd aan Geenkens Dijken belend door: ARIEN GIJSBERTS met de zijnen, de erfgenamen van AELBRECHT CLAESSEN, de weduwe van LENARD LEUSKENS waarvan eerder is afgedeeld, Heer Meester PETER DE BRESSER, kanunnik en deken te Boxtel). Hij belooft de onderpand in goede staat voor de betaling te houden, getuigen SCHEIJNTGEN en NISTELROIJ

De rente is altijd aflosbaar op het feest van Sint Philips en Sint Jacops Aposteldag tegen betaling van 100 gulden, samen met de achterstallig termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

31-5-1629 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 154a akte 196 folio 252, 253)
--------------------------------
JAN PETERS VAN DE LAECK als man van MARGRIET dochter van JAN JANSSEN MOLENPAS heeft als schuldenaar beloofd om aan Joffrouw MARIA VAN POLLUIN, die een jaarlijkse rente van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op 1 juni van elk jaar en voor de eerste keer per a.s. 1 juni anoot 1630, vrij van alle belastingen, op onderpand van het 6e deel van een stuk akkerland genoemd de Schoutheten Akker en nog uit een 6e deel van een akker genoemd de Patecker, samen in totaal ca 9 lopenzaad aan elkaar gelegen in Oirschot, herdgang Hedel, onverdeeld zijnde, belend door: de kantorij te Oirschot, MARGRIET dochter van GERIT HENRIK LAMBERTS, PEETER WOUTERS VAN DE VENNE, ROELOF AERT BACKS. Verder op onderpand van al zijn andere bezit. Hij belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen HERSEL en SCHOOT

De rente mag altijd worden afgelost op 31 mei van elk jaar tegen betaling van 50 gulden samen met de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

in marge: deze obligatie is met instemming van partijen doorgehaald, 29 september 1667, getuigen VAN DE VEN, HOPPENBROUWERS en VAN GERWEN, schepenen, getekend L. VAN VOLLLEHOO, susbtituut-secretaris)

8-7-1630 Verklaring over schade (RA Oirschot Inv 155a akte 208 folio 309 t/m 311)
--------------------------------------
Wij, DIRCK GOIJAERTS VAN LOON en SIMON GOIJAERTS VERHOEVEN, schepenen van Oirschot verklaren hierbij plechtig, dat wij, naast onze secretaris en JOHAN VAN ELMPT als stadhouder voor Oirschot en op verzoek van Joffrouw MARIA POLLUIN, weduwe van Jonker SEBASTIEN DE HEER, ons hebben begeven naar herdgang Spoordonck, op de hoeve van Joffrouw VAN POLLUIN waar tegenwoordig PETER DIRKS VAN DE HEUVEL woont, om daar de schade in ogenschouw te nemen die afgelopen 7 juli door de hevige wind is veroorzaakt aan de schuur die op deze hoeve staat. Wij hebben gekonstateerd dat 3 grote eikenboem die daar tussen bepaalde sloten stonden ontworteld zijn door deze wind en omgewaaid en op de schuur terechtgekomen waardoor er grote schade is ontstaan en het gehele dak vernield, zodat de schuur van de grond af aan opnieuw opgebouwd moet worden ook met nieuw hout. Het is onmogelijk om daarbij de oude materialen te gebruiken of weer samen te brengen omdat alle stijlen, balken en leggers van het dak waren vernield, behalve 1 gebont ervan. Als extra zekerheid voor Joffrouw POLLUIN hebben wij hieraan ons schepensdomszegel bevestigd en doen ondertekenen door onze secretaris

12-7-1631 Verhuur akkerland (RA Oirschot Inv 156a akte 254 folio 300, 301)
-----------------------------------
Onder de navolgende voorwaardes verhuurt Joffrouw MARIA VAN POLLUIN weduwe van Jonker SEBASTIEN DE HEER, daarbij geassisteerd door Jonker ADAM VAN BAEXKEN zijnde haar neef en haar hierbij toegewezen voogd, een stuk akkerland aan GIJSBERT WOUTERS en aan JACOP WILLEM JOORDENS. Het perceel is 7 lopenzaad groot en gelegen in Oirschot herdgang de Notel, ter plaatse genoemd de Herselse Akkers. De huur loopt voor 6 achtereenvolgende jaren, maar kan na 3 jaar worden beeindigt door één van de partijen, maar diegene die zulks wenst te doen moet dat in de voorafgaande Kersttijd dan opzeggen. De huur gaat in per a.s. oogsttijd stoppelbloot en moet ook zo weer worden achtergelaten. De pachters dienen het land behoorlijk te bewerken met een spade er er moet met gemengd graan jaarlijks worden ingezaaid, hetzij winterrogge of anderszins, en slecht een 4e deel ervan mag met boekweit worden ingezaaid. Deze oogst zal haarlijks op de akker worden geteld en 50/.50 worden verdeeld en die oogst zal de verpachter ook om en om de andere knecht moeten opladen en naar de schuur van de verpachtster brengen op het Bijsterveld aldaar, om daar bewaard te worden en die helft zal ook door de pachter op verzoek van de verpachtster gedorst moeten worden en gewand op zijn eigen kosten zonder overlast voor de verpachtster en genoemde Joffrouw zal het graan behouden en de verpachter krijgt daarvan het stro en het kaf. De andere helft van de oogst is voor de pachter zelf, die daarmee naar eigen keuze mag handelen. Verder zal de pachter voor de huurtermijn alle dorpslasten etc. die op het bezit worden geheven, van welke aard dan ook en ook moet hij zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, zonder daarvan iets op de verpachtster in rekening of mindering te brengen. Verder mogen de pachters ook niet meer grond uit de akker halen, dan volgens pachtrecht daarbij is toegestaan. In het laatste jaar mogen de pachters geen grond uit de akker halen en geen boekwijt inzaaien dan alleen gemengd graan, behalve het hiervoor vermelde 4e deel ervan, getuigen FRANCKEN en GOOSSENS

25-10-1631 Afstand bezit (RA Oirschot Inv 156a akte 330, 331 folio 400, 401)
------------------------------------------
GERARD VAN KELST weduwnaar van ELISABETH dochter van GOIJAERT JONGENS, doet hierbij afstand van het recht van vruchtgebruik inzake een stuk land genoemd de Berchakker, groot ca 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest en nog inzake een beemd aan de Langendijk alhier. Verder nog inzake een rente van 10 gulden en 10 stuivers en verder betreft het nog meubilair en huisraad die Meester DIRK VAN DER AMEIJDEN zaliger in diens testament opgemaakt destijds voor notaris VAN ASTEN en getuigen d.d. 28 september 1627 zoals uit een eenvoudige kopie is gebleken, aan deze ELISABETH had vermaakt en waarover deze ELISABETH zelf in haar testament met VAN KELST had opgemaakt voor Notaris VAN BERCHEN en getuigen d.d. 13 mei 1624 ons in het originele document is gebleken, daarover had beschikt na de dood van de langstlevende. Na de dood van de langstlevende van hen had zij haar bezit daarbij vermaakt aan de kinderen van haar broer SERVAES GOIJAERT JONGENS die ze als haar erfgenamen had benoemd. GERARD VAN KELST draagt dat vruchtgebruik nu over aan GOIJAERT zoon van genoemde SERVAES GOIJAERT JONGENS, verder aan MICHIEL DIONIJSSEN ten behoeve van MARIKEN zijnde de dochter van genoemde SERVAES, verder aan PETER PONGEN als man van CLARA en aan JOHAN MISPELS als man van JENNEKEN, zijnde beiden ook dochters van genoemde SERVAES GOIJAERT JONGEN en verder ook nog aan genoemde GOIJAERT SERVAES GOIJAERT JONGEN en DIRCK PETERS (DE KOOTER) ten behoeve van EMKEN, zijnde ook dochter van dezelfde SERVAES. Hij geeft dit vruchtgebruik nu over aan deze 5 kinderen van SERVAES die het erfrecht daarvan krijgen, getuigen FRANCKEN en HEUVEL schepenen

3/10-1-1632 Pachtovereenkomsten (RA Oirschot Inv 157a akte 010, 011 folio 29 t/m 22)
------------------------------------------
Vandaag op 3 januari heeft GERARD GOOSSENS secretaris van Oirschot als curator van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en als zodanig aangesteld door schout en schepenen, de pachttermijn verlengd voor DIELIS PETER FRANCKEN van de hoeve genoemd "Bijsterveld" en wel alles volgens de eerdere pachtovereenkomst daarvan door hem (DIELIS) daarover gemaakt in het jaar 1619 met Jonker SEBASTIAEN DE HEIR als man van Joffrouw MARIA VAN POLLUIN die eerder weduwe was van Jonker DIDERIKS VAN DER AMEIJDEN alsmede de verlengingen daarvan d.d. 4 januari 1622 en 19 januari 1629. De verlening betreft 2 jaar en loopt af in het jaar 1633 zoals in de originele pachtovereenkomst is vermeld. De pachter belooft alle verplichtingen na te komen zowel wat betreft de levering van het koren, de huurprijs etc. te voldoen die verschuldigd zijn na de dood van genoemde Joffrouw VAN POLLUIN 2 october jongstleden en verder zal hij alles voldoen wat in de huurovereenkomst staat vermeld. Verder is afspraak dart de pachter de kapoenen, de suiker, de eieren, de honing, de vetlamp, het speenvarken en het vette varken zoals in de overeenkomst is vermeld, in geld zal dienen te voldoen zoals de marktprijs daarvan zal gelden en de pachter zal alles moeten leveren waar men hem dat zal aanwijzgen. De pachter verplicht zich hiertoe, getuigen HERSEL en VEN

Opm: de aktes van 1619, 4 januari 1622 en 19 januari 1629 zijn niet vermeld in het Rechterlijk Archief, zodat deze elders gemaakt zijn geworden verm. voor een notaris, Georgina

Vandag op 10 januari 1632 heeft GERARD GOOSSENS, secretaris van Oirschot als curator van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN als zodanig door de schout en schepenen van Oirschot aangesteld, de huur verlengd voor PETER DIRCKS VAN DEN HEUVEL van de hofstede gelegen in herdgang Spoordonck op de Cattenberg aldaar, die deze PETER eerder heeft gehuurd gehad van wijlen Jonker SEBASTIAEN DE HEIR als man van Joffrouw MARIA VAN POLLUIN, die eerder weduwe was van wijlen Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN, opgemaakt d.d. 26 januari 1622 en door hem in pacht werd genomen. De verlenging betreft 2 jaar en loopt af in het jaar 1633 zoals in de eerder vermelde pachtbrief is vastgesteld. De pachter dient de originele pachtbrief na te komen en ook de verlenging ervan d.d. 8 februari 1629 die door deze Joffrouw MARIA VAN POLLUIN werd aangegaan. Er wordt verwezen naar deze voorwaardes en de pachter belooft alles na te zullen komen wat betreft de levering van het koren, de huursom etc. zoals ontstaan na de dood van MARIA VAN POLLUIN op 2 oktober jongstleden. Verder is afspraak dat de pachter de jonge hoenderen en de vetlamp met geld zal dienen te betalen en ook op de plaats waar men hem dat zal aanwijzen, waarbij de marktprijs van dat moment zal gelden, getuigen HERSEL en VEN

Ook de hiervermeld brieven d.d. 26 januari 1622 is niet te vinden in het Rechterlijk Archief, Georgina

27-5-1632 Verhuur hoeve verm. Bijsterveld (RA Oirschot Inv 157a akte 200 folio 229 t/m 232)
----------------------------------------------------
Onder de navolgende voorwaardes heeft GERART GOOSSENS onze secretaris als curator van de nalatenschap van wijlen jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van Joffrouw ANNA VAN BREUGEL, weduwe van Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven raadsheer van de Souvereine Raad van Brabant, als zijnde deze ANNA enige efgename van deze VAN DER AMEIJDEN, een huis verhuurd met paardenstal, schuur, koeiestal, turfhuis met een kamertje staande recht tegen over het grote huis en 2 zolders in het grote huis. Verder nog een deel van de boomgaard, tegen de kapel daar, nog de halve gerstakker met alle kanten en weides bij het huis, zoals JAN SPIERINCKS die eerder in gebruik heeft gehad, verder ook nog het akkerland in de Herselse akker zoals JAN SPIERINCKS en Jonker BAX die eerder in gebruik heeft gehad. De huurtermijn is 1 jaar en kan halverwege worden opgezegd, de tuin te aanvaarden per half maart, het huis en de oude tuin met de weide met Pinksteren en het akkerland in de oogsttijd alles ingaande in het jaar 1633. De verpacht houdt het grote huis voor zichzef dat hiervoor niet is genoemd met de rest van de gehele tuin. Verder houdt de verhuurder voor zichzelf de helft van het fruit dat op de verhuurde percelen groeit. De huurder belooft hierbij het huis in voldoende goede staat te houden wat betreft de deuren, venster, ramen en tijdig dakrussen aanbrengen op zijn kosten. Indien er brand zou onstaan of schade door toedoen van hemzelf of zijn huisgezin, dan is dit alles voor rekening van de pachter zonder dat hij dat in mindering op de huurprijs mag brengen. De pachter zal in Den Bosch danwel in Eindhoven op zijn kosten 5 mudde winterrogge leveren, Oirschotse maat en als huursom per a.s. Kerstmis een bedrag van 35 gulden en nog 25 pond boter in de a.s. spurrietijd, waarbij deze rogge met Maria Lichtmisdag 1634 uiterlijk geleverd moet zijn. Verder zal de pachter op het vermelde huis waar dat meestendeel nodig zal zijn, daar 3 vijm dakstro aan te brengen, elke bussel van 30 pond. Verder heeft de pachter beloofd om op zijn kosten 4 vrachten voor haar te doen, waar ze dat zal wensen. Verder belooft de pachter alle belastingen en dorpslasten voor zijn rekening te nemen, zonder dat op de huurprijs in mindering te mogen brengen en moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Als de pachter tijdens de huurperiode het koren niet volledig levert, dat de verpachter dan het tekort aan koren in rekening bij de pachter mag brengen tegen de hoogste marktwaarde die het koren heeft, hetzij in Den Bosch of in Oirschot, hetzij in Eindhoven, of de verhuurder daarvan al dan niet gebruik van wenst te maken. De pachter zal verder de verpachtovereenkomst nakomen zoals die eerder is gemaakt tussen Joffrouw MARIA VAN POLLUIJN ter ener, en JAN HENRICK SPIERINCKS ter andere zijde, inzake dit bezit, getuigen AELBRECHT en VEN

Opm Heer Jan Toirkens: dit is vermoedelijk het Bijsterveld dat is verhuurd

1-6-1632 Vrijwaring verplichting kapitaal (RA Oirschot Inv 157a akte 201 folio 233)
------------------------------------------------
Eerder heeft Joffrouw MARIA POLLUIJN in een codicil daarover aan de tafel van de H. Geest te Oirschot een kapitaal vermaakt van 100 gulden. Daarom is nu voor ons schepenen verschenen de edele Jonker ADAM VAN BAXE (BAX) als universeel erfgenaam van deze MARIA VAN POLLUIJN, zijnde zijn tante en heeft ter voldoening van dit codicil, nu aan DIELIS PETER FRANCKEN en aan JAN GERITS VAN GERWEN als beheerders van de tafel van de H. Geest alhier, een jaarlijkse rente van 3 gulden overhandigd, te ontvangen van JAN PETERS VAN DE LAECK en verder nog een andere rente van 3 gulden per jaar te ontvangen van dezelfde JAN PETERS VAN DE LAECK voor één helft en van DIRCK GERIT HOPPENBROUWERS voor de andere helft. Genoemde beheerders van de tafel van de H. Geest beloven Jonker Bax verder te vrijwaren voor de verplichting van de 100 gulden kapitaal, getuigen HERSEL en VERHOEVEN

in marge:
deze obligstie is met instemming van partijen doorgehaald, 29 september 1667, getuigen VAN DE VEN, HOPPENBROUWERS en van GERWEN als schepenen, getekend L. VAN VOLLENHOO

19-7-1632 Verlenging verhuur weiland (RA Oirschot Inv 157a akte 237 folio 261 folio 260, 261
----------------------------------------------
GERARD GOOSSENS onze secretaris als curator van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN heeft aan JAN JANSSEN VAN CUIJCK een huis met erf verpacht en het weiland in de Moelsbroeken. De huur loop voor 1 jaar en gaat in per Sint Jansdag (24 juni) en afgelopen 1 mei. Verder gelden de voorwaarden daarover zoals eerder gemaakt door deze pachter met wijlen JONKER SEBASTIAEN DE HEIR d.d. 1 maart 1619 (dit is in niet te vinden in de protocollen, Georgina getuigen AELBRECHTS en VEN

24-6-1632 Overhandiging brieven etc. (RA Oirschot Inv 157a akte 341, 342 folio 360 t/m 362)
----------------------------------------------
Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN had destijds in zijn laatste wil d.d. 28 september 1607 aan de tafel van de H. Geest te Boxtel ten behoeve van de arme mensen aldaar, de helft van een korenpacht beloofd die in totaal wordt voldaan met 3 gulden en 5 stuivers uit onderpanden te Boxtel onder Casteren te betalen door JAN QUINTEN aldaaar. Verder nog een rente van 14 stuivers per jaar ook te betalen uit onderpanden te Boxtel onder Lennishovel, te betalen door WILLEM HENRICK SWARTS die aldaar tegenover de Engel woont. Daarom is nu voor schepenen alhier verschenen GIJSBERT ANTONISSEN als H. Geestmeester van Boxtel en heeft verkaard dat GERART GOOSSENS onze secretaris, als curator over de boedel van deze Jonker VAN DER AMEIJDEN, de brieven en dokumenten aan hem heeft overhandigd zodat de tafel van de H. Geest voortaan deze rentes kan incasseren. Hij geeft hiervoor kwijting aan GERART GOOSSENS en alle anderen die kwijting behoeven, getuigen NISTELROIJ en SCHEIJNTGENS

Indertijd heeft Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN in zijn testament de bepaling gemaakt dat in de kerk te Boxtel jaarlijks op 17 agustus een anniversarium zou worden gehouden tot lafenis van zijn ziel en die van zijn ouders, broers en zusters om voor hen te bidden. Daartoe had hij aan de kerk die een jaarlijkse rente van 1 gulden vermaakt op onderpand van het huis van JOOST MATHIJSSEN te Boxtel, staande aan de marktplaats aldaar, destijds met 1 jaar achterstallige termijn vermaakt. Daarom is nu voor ons verschenen STEVEN JANSEN MARIJNEN die daartoe gemachtigd is door de eerwaardige heren van het Kapittel te Boxtel en heeft verklaard dat GERARD GOOSSENS onze secretaris en behoeve van dat Kapittel de brieven heeft overhandigd van die rente en STEVEN geeft daarvoor nu kwijting aan vermelde GOOSSENS als uitvoerder van de laatste wil van vermelde Jonker DIRK VAN DER AMEIJDEN en diens erfgenamen, actum als boven

24-6-1632 Betaling legaat (RA Oirschot Inv 157a akte 369 folio 435)
-------------------------------
JAN, ADRIAEN en MARIA kinderen van wijlen HENRICK DE CORT hebben hierbij verklaard dat GERART GOOSSENS, onze secretaris als curator van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN aan hen een bedrag van 18 gulden heeft uitbetaald, dat deze VAN DER AMEIJDEN hen in zijn testament d.d. 26 september 1607 had vermaakt en ze geven deze GERART GOOSSENS daarvoor nu kwijting en beloven deze kwitering altijd gestand te zullen doen, getuigen SCHEIJNTGENS en NISTELROIJ

26-7-1632 Betaling legaat (RA Oirschot Inv 157a akte 370 folio 436 t/m 438)
-------------------------------
Indertijd had Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN in zijn testament d.d. 26 september 1607 aan zijn wettige neven en nichten van zijn moederskant, waarin ook begrepen de kinderen van GOIJAERT BERNAERTS (VAN RUND), hen samen een rente vermaakt van 7 gulden per jaar, te ontvangen van JAN WOUTER STOCKELMANS uit diens bezit onder herdgang Aerle in Oirschot. Verder ook nog een rente van 7 gulden per jaar te ontvangen van de weduwe van JAN GIJSBERTS, herdgang Verrenbest te betalen uit onderpanden in herdgang Aerle. De opbrengst daarvan gelijkeljk onder neven en nichten en ook met de kinderen van GOIJAERT BERNAERTS in plaats van hun vader daarbij, worden verdeeld. De rentes zijn inmiddels afgelost na dat testament en na de dood van vermelde VAN DER AMEIJDEN. Daarom zijn nu samengekomen JACOP PETERS VAN RUND, voor zichzelf handelend en ook voor JAN DE BECKER en dienst zuster CATHARINA waarvan de moeder was WEIJNELKEN VAN RUND, zijnde deze JAN en CATHARINA zijn neeft en nicht, verder AERT ADRIAENS MICHIELSEN als man van JACOPMIJN PEETERS VAN RUND, verder JAN ANDRIESSEN als man van ANNEKEN dochter van wijlen GOIJAERT BERNAERTS en verder GOIJAERT DIRCK GOIJAERTS VAN RUND die voor zichzelf handelt en verder voor hun andere erfgenamen, als kinderen en kindskinderen van GOIJAERT BERNAERTS, verder hierbij nog ANTONIS BERNAERTS en nog WILLEM DIRCKS wiens moeder BARBARA TIJSSEN was, die ook optreedt voor zijn broer TIJSSEN, hebben voor zichzelf en namens de afwezige personen waarvoor ze optreden, verklaard dat GERART GOOSSENS onze secretaris als curator van de nalatenschap van Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN aan hen het kapitaal van de vermelde rentes met 1 jaar rente daarover, ten volle heeft voldaan en geven hiervoor nu kwijting aan deze GERARD GOOSSENS en aan alle anderen die hiervoor kwijting behoeven, getugien NISTELROIJ, OUDENHOVEN en SCHEIJNTGENS schepenen van Oirschot

28-11-1632 Betaling arbeidsloon (RA Oirschot Inv 157a akte 371 folio 438)
---------------------------------------
MATHIJS GERITS timmerman zijnde, heeft verklaard dat GERART GOOSSENS, onze secretaris al curator van de nalatenschap van Jonker DIRKS VAN DER AMEIJDEN, hem deugdelijk heeft betaald inzake 11 gulden en 10 stuivers, dat hem toekwam voor de reparatie van het neerhuis van het Groot Bijsterveld, gelegen in Oirschot, dat behoorde tot die nalatenschap, dat hij als arbeidsloon heeft verdiend, naast kost en inwoning. Hij dankt hem voor de goede betaling, getuigen NISTELROIJ, VERHOEVEN en VEN

28-1-1633 Betaling legaat (RA Oirschot Inv 158a akte 022 folio 54, 55)
--------------------------------
Indertijd heeft Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN zaliger in zijn testament d.d. 26 september 1607 aan PETER HENRIKS DE CORT voor diens trouwe diensten aan hem en zijn ouders en diens broer altijd verleend, die een beemdje vermaakt, met een akkertje en een heesterveldje, gelegen onder Oudenhoven in Oirschot, dat in gebruik is geweest door hemzelf of diens moeder. Verder had hij hem een akker vermaakt in de Moelsbroecken, gelegen in Oirschot, belend door: het erf van de testateur dat eveneens door hem of diens moeder werd gebruikt. De begunstigde mocht daarmee naar eigen keuze handelen en daarvoor is deze verplicht om te bidden voor het zieleheil van zijn vader, moeder, broers en zusters. Daarom is nu voor ons verschenen als schepenen deze PETER HENRICKS DE CORT en heeft verklaard dat GERAERT GOOSSENS onze secretaris als uitvoerder van het testament van de nalatenschap van deze Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN, aan hem de vermelde 2 stukken land heeft overgedragen, van welk bezit melding wordt gemaakt in de inventarislijst van deze boedel onder nummer 26 en 28. Genoemde PETER geeft hem daarvoor nu kwijting wat betreft dit legaat en verdere aanspraken daaromtrent, getuigen LOON en EKERSCHOT

2-3-1633 Verlenging pachtovereenkomsten (RA Oirschot Inv 158a akte 161, 162 folio 208)
----------------------------------------------------
GERAERT GOOSSENS, secretaris van Oirschot, als curator van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN, verhuurt hierbij aan DIELIS PETER FRANCKEN "de hoeve van Bijsterveld", zoals die daarop 13 januari 1632 voor 1 jaar is gecontinueerd en opnieuw nog eens voor een jaar is verlengd, steeds ook zoals is vermeld in de oorspronkelijke huurovereenkomst ingaande dit jaar 1633 en eindigend in 1634 en ook tegen de huursom zoals eerder is afgesproken, getuigen LOON en EKERSCHOT
(in marge: niet gepasseerd)

GERART GOOSSENS onze secretaris als curator van de nalatenschap van de vorige akte heeft aan PETER DIRCKS VAN DE HEUVEL diens huur verlengd voor 1 jaar van de"hofstede" zoals hij die tegenwoordig bewoont en zoals is ingegaan op 13 januari 1632. De huur wordt opnieuw voor 1 jaar verlengd en ook tegen de eerdere afgesproken huursom, getuigen LOON en EKERSCHOT
(in marge: niet gepasseerd)

15-2-1633 Betaling legaat (RA Oirschot Inv 158a akte 208 folio 252 t/m 254)
-------------------------------
Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN heeft in zijn laatste wilsbeschikking aan het Kapittel van de Sint Peterskerk te Oirschot vanwege diens jaargetijde, die een jaarrente van 5 gulden vermaakt, welke rente JAN NICLAES GOOSSENS in schepenbrieven van Oirschot steeds heeft betaald en verder nog een jaarlijkse rente van 3 gulden, welke rente NICLAES VAN DEN SPIJCKER te Verrenbest te Oirschot ook moest betalen volgens schepenbrief van Oirschot zoals dat in dat testament is bepaald. Daarom zijn nu voor ons schepenen verschenen Heer GEORGIUS TULLEMANS en Heer GEVAERT VAN OSTADEN als kanunniken van dat vermelde kapittel en deze hebben verklaard dat GERAERT GOOSSENS onze secretaris als beheerder van de nalatenschap van genoemde Jonker DIEDERICK VAN DER AMEIJDEN deze aan hen de brief van de rente van 3 gulden heeft overhandigd en zoals Joffrouwe MARIA VAN POLLUIJNEN weduwe van genoemde Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN deze rente van 5 gulden toen ze nog leefde had laten aflossen en de hoofdsom daarvan niet opnieuw had belegd. Ze verklaren als kanunniken dat genoemde beheerder aan hen voor deze rente van 5 gulden een bedrag van 80 gulden heeft neergeteld ter voldoening van deze 5 gulden en ze geven hem daarvoor nu kwijting voor genoemde 2 rentes, getuigen LOON en EKERSCHOT

10-6-1633 Verkoop rente aan curator (RA Oirschot Inv 158a akte 215 folio 258, 259)
---------------------------------------------
JAN PETER GERITS die daartoe is gemachtigd middels een machtiging opgemaakt voor notaris VAN DEN BERGE in Antwerpen d.d. 20 mei 1633 en wel vanwege AGNEETE dochter van AERTS VAN BREUGEL, weduwe van CHRISTIAEN GERENGROOT, geassisteerd met haar zoon JAN GERENGROOT als haar gekozen voogd daarbij, verkoopt hierbij een jaarlijkse pacht van een half mud rogge te heffen uit het bezit van GERART JANSSEN BLOCKMAKER, uit bezit onder Spoordonck te Oirschot en ook verkoopt hij een jaarrente van 10 stuivers uit een grotere rente van 30 stuivers per jaar die wordt geheven op onderpand van een huis dat eerder eigendom was van GIJSBERT GERAERTS te Oirschot samen met de vervallen termijnen daarvan. Deze 2 pachten en rente heeft zij geerfd van wijlen Meester DIRCK VAN DER AMEIJDEN volgens diens testament daarover d.d. 26 september 1607 zoals door hem in een besloten dokument daarover is vastgelged voor notaris Meester GERARD VAN ASTEN in Den Bosch. De pacht en de rente worden nu verkocht aan GERAERT GOOSSENS onze secretaris en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HUIJSKENS en EKERSCHOT

Nadat zulks is gebeurd verkoopt GERAERT GOOSSENS deze pacht weer door aan JAN zoon GERAERT JAN GIJSBERTS VAN GERWEN op 17 juni 1633. (folio 259)

9-8-1633 Betaling legaat (RA Oirschot Inv 158a akte 345 folio 380, 381)
------------------------------
Indertijd heeft Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN in zijn testament aan de fabriek van de Sint Peterskerk te Oirschot op 28 september 1607 een bedrag vermaakt van 50 gulden eens. Thans zijn voor ons verschenen GERIT HERMENS en ANDRIES VAN GINHOVEN als fabriekmeesters van deze kerk en hebben verklaard dat ze van GERARD GOOSSENS onze secretaris als curator deze 50 gulden hebben ontvangen en ze geven hierbij kwijting aan deze boedel en de erfgenamen daarin. En genoemde GERAERT GOOSSENS beloofd ook iedereen te zullen vrijwaren voor aanspraken inzake op dit geld uit deze nalatenschap, getuigen alle schepenen

Op 1-12-1633 Oirschot beloven de schepenen en bestuurders van Oirschot aan de kerk vanwege geleend geld een bedrag van 650 gulden te zullen betalen, ter voldoening van de extreem hoge lasten van de gemeente Oirschot met onderwijl een jaarlijkse rente van 6 percent.
In dit genoemde bedrag van 650 guldens is ook een legaat inbegrepen van 50 gulden dat Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN had vermaakt en nog een bedrag van 200 gulden dat HENRICK ARIENS VAN DE MAERSELAER aan deze fabriek van de Sint Peterskerk had vermaakt en wel omdat dit geld is betaald door GERART GOOSSENS secretaris van Oirscot als executeur-testamentair van deze nalatenschappen (RA Oirschot Inv 158a akte 347, 348 folio 382, 383)

In het protocol van het jaar 1634 kunnen we lezen dat er een verschil de heren van het Kapittel van de Sint Peterskerk te Oirschot en de erfgenamen van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en de curator ter andere zijde, betreffende et toezicht van de stichting ingesteld door Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN. Omdat deze aktes allemaal in het jaar 1634 geprotocolleerd zijn heb ik deze dan ook onder dit jaar vermeld, hoewel sommige aktes van 1633 zijn Georgina

1634 Verschil toezicht stichting (RA Oirschot Inv 159a akte 028 t/m 31 folio 35 t/m 45)
-------------------------------------
Kopie:
Vandaag 24 januari 1633 hebben de eerwaardige heren van het Kapittel van de Sint Peterskerk te Oirschot die opdracht hebben om toezicht te houden op de stichting voor 4 arme personen, ingesteld door wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN als partij ter ener zijde en senor JOHAN BAPTISTA LEIJTEN, luitenant en drossaard van de stad Eindhoven en schout van de heerlijkheid Eeckart die optreedt namens Joffrouw ANNA VAN BREUGEL, weduwe van wijlen Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven raadsheer van de Raad van Brabant, als erfgenamen van vermelde VAN DER AMEIJDEN en verder GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot als executeur-testamentair van de nalatenschap van deze VAN DER AMEIJDEN, als partij ter andere zijde, vanwege hun onderlinge geschil dat ze hebben inzake deze stichting, hun kwestie in handen gegeven van arbiters en wel 4 advocaten of rechtsgeleerden van de Raad van Brabant die in Brussel is gevestigd, waarvan elke partij er 2 mag benoemen, die onverdacht en onpartijdig zijn en wel met algemene stemmen en instemming van vermelde partijen. Voor de aanstelling daarvan zal een 5e advocaat worden benoemd ook in Brussel residerend, en 2 van hen n.l. één van de éne partij en een van de andere partij, zullen deze kwestie toelichten. Daarna als zulks is gebeurd zullen deze 5 advocaten het geschil in Brussel beoordelen, behoudens dat de Heer advocaat DECKER namens de erfgenamen van VAN DER AMEIJDEN over de zaak zal rapporteren en dat de Heer advocaat VAN VOORN mede namens het Kapittel zal rapporteren. Deze rapporteurs zullen wel inspraak hebben maar geen beslissingsbevoegdheid. De kosten van dit alles zullen door de 4 advocaten worden verantwoord en in hun arbitrale uitspraak voor beide partijen worden bepaald. Partijen beloven hetgeen deze 5 advocaten namens hen zullen doen, na te zullen komen en wel op straffe van een boete van 300 gulden, die de partij zal verbeuren die de uitspraak niet nakomt. Daarvan vervalt de helft aan de armen van Oirschot en de andere helft aan de armen van Sint Goedele in de stad Brussel. Deze 5 advocaten zullen zo spoedig mogelijk door elk van de partijen worden aangewezen, datum als boven, akte is als oorkonde opgemaakt en ondertekend door: GUALTERUS CUIJKIUS, JORGE TULLEMANS, G. VAN OSTADEN, CORNELIS POIRTERS, J. LEIJTEN en G. GOOSSENS secretaris

Kopie:
--------
Vandaag op 12 juli 1633 zijn in vergadering bijeen gekomen de heren van het Kapittel van hierna, die opdracht hebben vanwege Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN inzake de oprichting van een armenstichting als partij ter ener zijde en Senor JOHAN BAPTISTA LEIJTEN luitenant en drossaard van de stad Eindhoven, geassisteerd door GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot als uitvoerder en beheerder van de nalatenschap van genoemde VAN DER AMEIJDEN en gemachtigde voor Joffrouw ANNA VAN BREUGEL als erfgenamen van dat sterfhuis. Genoemde partijen vanwege hen daartoe moverende redenen, waarbij ze geen geweld willen doen aan de bemiddeling die partijen eerder daartoe op 24 januari 1633 terzake daarvan hebben gehad, hebben goedgevonden dat er met de minst mogelijke kosten voor die armenstichting een poging wordt gedaan om tot een akkoord te komen door aanstelling van 2 advocaten die nog benoemd moeten worden inzake de eis die men stelt volgens de aantekening, die hiernaast wordt bijgevoegd, om op die manier het geschil in der minnen op te lossen en daarover dan verder niet meer te vergaderen of processen te voeren. Indien er geen akkoord kan worden bereikt dan zal deze bemiddeling alsnog worden voortgezet. Als advocaten zijn benoemd Meester ROBBERT VAN VOORN en Meester AELBERT VAN BREUGHEL, licentiaten in de rechten en advocaten in de stad Den Bosch, datum als boven, akte is opgemaakt als oordkonde en als zodanig ondertekend, getekend: WOUTER VAN CUIJK, JORGE TULEMANS, G. VAN OSTADEN, CORN. POIRTERS, J. LEIJTEN en G. GOOSSENS secretaris

Nog een kopie:
------------------
Na deze opdracht van hiervoor hebben partijen in aanwezigheid van de Heer Doctor ADRIANUS BAECKS VAN BAERLANDT als deken van Oirschot en derhalve volgens het testament van de overledene, aangesteld als beheerder daartoe, die hier voor ons is verschenen, en waarbij beide partijen hun adviezen en verweren hebben aangereikt, welke stukken door ons zijn bestudeerd, waarbij partijen nog apart zijn gehoord en ook gezamenlijk, waarbij men te kennen heeft gegeven dat geziende onzekerheid van de uitspraak van het proces dat daarover in Brussel loopt en om daarmee verdere onkosten te voorkomen die ten nadele zouden zijn van deze vermelde armenstichting, hebben de beheerders daarvan ingestemd met een akkoord waarbij er in plaats van de 7000 guldens die zouden worden betaald in plaats van het vaste bezit, rentes etc. die aan de armen waren vermaakt en nog 300 gulden voor een huis dat aan deze stichting is vermaakt, dat men daarvoor een bedrag van 5500 gulden eens krijgt tegen een rente van 5 percent sinds een periode van 6 maanden na het overlijden van Joffrouw DE HEIRE die er het vruchtgebruik van had. Daarop zullen dan wel in mindering worden gebracht de gelden die de Heer Schout LEIJTEN aan enige adviezen heeft besteed over deze kwestie voor deze heren bestuurders van de stichting en die hij heeft voorgeschoten, en nog de helft van de onkosten die in Oirschot zijn gemaakt. De kosten van gisteren en van vandaag die in Boxtel zijn gemaakt, met het salaris van de advocaten komen voor rekening van de heren van het Kapittel als beheerders en wel namens de armenstichting in kwestie. De verdere kosten zullen door beide partijen worden gedragen. Opgemaakt in ’s-Hertogenbosch op 8 oktober 1633.

Daarna is duidelijk geworden dat de rente nu anderhalf jaar is vervallen en jaarlijks 275 gulden bedraagt, derhalve zou de rente dus 412 gulden en 10 stuivers bedragen, die dus bij het genoemde bedrag van 5500 gulden zou worden toegevoegd, derhalve zou de stichting dus 5912 gulden en 10 stuivers ontvangen onder voorbehoud van hierboven, datum als boven was getekend R. VAN VOORN, AELBERT BRUGELIUS, daaronder was geschreven: het akkoord van hiervoor heb ik als notaris al oorkonde onderteken P. WIJTMANS notaris publicus, nog lager stond geschreven:

Deze beslissing is aan beide partijen voorgelezen en ze hebben wederzijds besloten voordat ze dit voorstel na zullen komen, daarover beraad te willen hebben tot Kerstmis a.s. binnen welke tijd partijen wederzijds hun besluit zullen mogen nemen en waarbij ze wel de onkosten zullen voldoen die in Den Bosch tot nu toe zijn gemaakt. Partijen behouden zich het recht voor om indien er onduidelijkheden tussen hen hierover zullen onstaan, dat ze die dan in handen zullen stellen van de genoemde Heren VOORN en BREUGEL, datum als boven, getuigen als hiervoor
Was ondertekend: ADRIAEN BAECKS VAN BAERLANT, JORGE TULLEMAN, CORNELIUS POIRTERS die als zodanig gemachtigden zijn, verder de eerwaarde heer WALTH. CUIJCK als oudste kanunnik van het kapittel en verder J. LEIJTEN, G. GOOSSENS en nog MATT. VAN BOCHOLT als getuigen en P. VAN HAESTRECHT als getuige, tenslotte P. WIJTMANS notaris. Getekend: GUALTERIUS CUIJCK senior kannunik en G. VAN OSTADEN. Naast deze laatste 2 handtekeningen stond nog: stemt overeen met het orgineel hiervan, quod attestor getekend P. WIJTMAN notarius publicus.

Noot van G. GOOSSENS:
Dit akkoord van alle voorgaande kopieen stemt overeen met het origineel daarvan, hetgeen ik als secretaris van Oirschot verklaar, getekend G. GOOSSENS secretaris 1634. Alia qua sequitur, sequens ad premissa (?)

12-1634 Bemiddeling (RA Oirschot Inv 159a akte 031 folio 43 en 45 (44 niet gebruikt
------------------------
Vandaag op 12 januari 1634 zijn voor schepenen van Oirschot verschenen Heer en Meester ADRIAEN BAX VAN BAERLANT doctor in de rechten en deken van het kapittel te Oirschot, daartoe in het testament van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN aangewezen als eerste beheerder, verder Heer WOUTER VAN CUIJCK vicedeken en Heer GEVART VAN OSTADEN kanunnik, zijnde beide de oudste leden van het kapitel en priesters die het beheer moeten voeren voor de vermelde armenstichting van genoemde VAN DER AMEIJDEN als partij ter ener zijde en verder senor JOHAN BAPTISTA LEIJTEN luitenant en drossaard van de stad Eindhoven en het dorp Woensel, en GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot als gemachtigde voor Vrouwe ANNA VAN BREUGEL, weduwe van Heer en Meester NICLAES DE WERDT in zijn leven Raad Oirdinaris van de Raad van Brabant, zijnde testamentaire uitvoerders en naaste bloedverwanten van vermelde VAN DER AMEIJDEN, als partij ter andere zijde en partijen hebben nader overleg gevoerd inzake de bemiddeling en advies van rechtsgeleerden zoals dat is gebeurd in de stad Den Bosch op 8 oktober laatstleden. Ze hebben daarbij alle stukken in acht genomen die over de zaak bestaan en de adviezen daarover gegeven door 3 doctors van de universiteit van Leuven als ook door verschillende andere rechtsgeleerden van de stad Brussel en ’s-Hertogenbosch die door beide partijen in de arm zijn genomen. Daarnaast is nog het advies gehoord van de andere heren van het kapittel en gelet op de onzekere uitslag van de kwestie, mede in acht genomen de onkosten die ten nadele zullen uitvallen van de vermelde armenstichting, zoals die zouden voortspruiten uit de bemiddeling van 25 januari 1633, hebben parijten hierbij verklaard dat ze het concept-akkoord van 8 oktober dat tussen partijen was voorgsteld, tussen de beheerders van het kapittel namens de armenstichting als partij enerzijds en de gemachtigden vanwege genoemde Vrouw ANNE VAN BREUGEL als partij ter andere zijde, opgesteld in de stad Den Bosch en ondertekend door R. VAN VOORN, AELBERT BRUGELIUS, ADRIAN BAX VAN BAERLANT, GEORG TULLEMAN, CORNELIS POITERS die als zodanig als beheerders zijn gemachtigd, verder Heer VAN CUIJCK als oudste kanunnik, en daarna ondertekend door GUALTERIUS CUIJCK oudste kanunnik, door G. VAN OSTADEN, J. LEIJTEN, G. GOOSSENS en zoals die was opgemaakt voor notaris P. Wijtman en getuigen, waarbij men nu verklaart dit concept goed te keuren. Uitdrukkelijk is daarbij overeengekomen dat ter waarborging hiervan het nodig is dit akkoord door de Heer Bisschop van ’s-Hertogenbosch te laten ondertekenen en ook door de erfgenamen en uitvoers zoals die vermeld zijn in het testament van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en nog door de beheerders van het Sint Barbara altaar, voor zover dat nodig is. Alles zal geschieden ten laste van de armenstichting die in dat testament is vastgelegd en ht codicil daarover. Deze gemachtigden voor Mevrouw DE WERDT vanwege haar machtiging die ons hierbij speciaal nog is getoond, en ons als schepenen is gebleken, keuren dit akkoord ook goed. Partijen beloven over en weer deze overeenkomst altijd gestand te zullen doen en ze doen afstand van aanspraken en rechten op alle privileges etc. en op welke uitzondering daarin dan ook. Ze gaan ermee akkoord dat er één of meerdere dokumenten van worden gemaakt waarbij zijn inbegrepen de eerst en tweede bemiddeling resp. van 24 januari en van 2 juni van het jaar 1633 en het vermelde akkoord van 8 oktober, datum als boven, in aanwezigheid van JACOB DIRCKS VAN DE VELDE en JAN STOCKELMANS schepenen van Oirschot. Getekend: A. VAN BAERLANT, W. VAN CUIJCK, G. VAN OSTADEN, JORGE TULEMAN, R. DE LEEUW, J. LEIJTEN 12-1-1634 G, GOOSSENS secretaris 1634, JAN STOCKELMANS. Dit merk + is van JACOBS DIRCK VAN DE VELDE
(in marge: de uittreksel van de akte en de voorgaande is geleverd op 5 oktober 1671 vanwege de vermelde Armenstichting aan Meester NICLAES a VLODROP)

27-4-1634 Afhandeling testament (RA Oirschot Inv 159a akte 073, 074 folio 89 t/m 105)
----------------------------------------
Indertijd had Jonker DIRCK VAN DER AMEIJNDEN in zijn besloten testament resp. zijn aanvulling daarop d.d. 28 september 1607 resp. 19 januari 1608 als universeel erfgenaam benoemd Joffrouw ANNA VAN BREUGEL, weduwe van wijlen Heer en Meester NICLAES DE WERDT destijds Raad ordinaris van de Souvereine Raad van Brabant, waarbij met verscheidene vertrouwelijke opdrachten daarin was bepaald dat er bepaalde giften en legaten zouden worden gegeven en één ervan is dus het stichten en timmeren van een armhuis en daarin 2 arme mannen en 2 arme vrouwen te laten wonen, ongehuwd zijnde en minstens 50 jaar oud en dat er verder aan bepaalde arme mensen jaarlijks 3 malders rogge worden uitgereikt en nog 6 gulden als gift op een hootijdag. Dit armhuis dient van vuur en licht te worden voorzien, zoals in dat testament is bepaald, waarbij ook een gift is voorzien voor de kapelanen van het Sint Barbara altaar in de Sint Peterskerk te Oirschot. Wijlen genoemde DIRCK VAN DER AMEIJDEN had voor deze stichting verschillende bezittingen nagelaten en rentes waaronder 2 hoeves, de ene te Lieshout gelegen en de andere te Spoordonck. Hij laat echter de keuze daaraan over aan zijn gestelde erfgenamen om dit bezit aan deze stichting te vermaken danwel het geld te betalen, danwel e.e.a. af te lossen tegen betaling van 7000 guldens, maar hij heeft verboden om de hoeve onder Spoordonck daarvoor als onderpand te verbinden, zoals is bepaald in diens aanvullende beschikking.
Deze VAN DER AMEIJDEN is daarna in het huwelijk getreden met Joffrouwe MARIA VAN POLLUIJN en heeft met haar huwelijkse voorwaardes gemaakt, waarbij de vermelde hoeve te Lieshout aan deze Joffrouw VAN POLLUIN was vermaakt zijnde zijn voormalige echtgenote en aldus deze hoeve in eigen vrije wil aan de vermelde stichting en aan zijn benoemde erfgenamen derhalve had ontnomen.

Daarover is dus een proces ontstaan tussen de Heer Deken of Vicedeken en de 2 oudste kanunniken van het Kapittel te Oirschot als aangestelde beheerders om toezicht te houden op deze ingestelde stichting, als partij ter ener zijde en tussen genoemde Joffrouw ANNA VAN BREUGEL als aangestelde erfgenamen van genoemde VAN DER AMEIJDEN als partij ter andere zijde.

De kwestie vloeit dus voort uit de vrijwillige schenking van der vermelde hoeve te Lieshout. Omdat de heren opdrachtgevers willen blijven volhouden dat ondanks dat de hoeve te Lieshout als zodanig daartoe als onderpand diende en was verbonden, zijn ze desondanks de volledige som van 7000 gulden blijven eisen, danwel dat aan hen ten behoeve van deze fundatie het vaste bezit zou toegewezen worden, danwel het geld daarvoor. Daarentegen stelt genoemde Joffrouwe ANNA VAN BREUGEL dat het legaat als zodanig verminderd moest worden als naar gelang de waarde van deze vermelde veronderpande hoeve.
Nadat beide partijen daarover over en weer zijn gehoord en er van diverse kanten advies is ingewonnen, zowel van verschillende doctors en rechtsgeleerden, die elkaar in deze kwestie ook tegenspraken, hebben vermelde partijen om verdere onkosten daarin te vermijden vanwege deze armenstichting, besloten hun meningsverschil voor te leggen aan 4 onpartijdige advocaten of rechtsgeleerden. Daarvoor is er op 24 januari 1633 te Oirschot een vergadering belegd van de heren gemachtigden en de beheerders van het Kapittel als parijt enerzijds en tussen JAN BAPTISTA LEIJTEN drossaard van de stad Eindhoven en schout van de heerlijkheid Eckart, die daarbij speciaal is gemachtigd door genoemde Joffrouwe ANNA VAN BREUGEL en verder Meester GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot die als curator is aangesteld voor de nalatenschap van wijlen genoemde Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, als partij ter andere zijde. En genoemde partijen hebben besloten hun geschil nu aan deze personen voor te leggen inzake de vermelde kwestie van de instelling van een dergelijk armenhuis en het huisvesten van 4 arme mensen, waarbij de hulp wordt ingeroepen van 4 advocaten of rechtsgeleerden van de Raad van Brabant die in Brussel is gevestigd, die door hen als zodanig aangesteld en benoemd zullen worden en die voor geen der partijen verdacht zal zijn. Bepaald is toen dat deze keurze daarvoor met gemeenschappelijke stemmen zal plaatsvinden of met instemming van der partijen en dat daarvoor nog een 5e advocaat toegevoegd zou worden of een rechtsgeleerde als superarbiter, ook in Brussel gevestigd zijnde en dat er daarbij 2 partijen worden aangewezen die de kwestie zullen beoordelen. Als dat gebeurd zou zijn, dan zouden deze 5 advocaten de kwestie beslechten.
De Heer advocaat DECKER die optreedt namens de benoemde erfgename en vermelde collatrice en de Heer advocaat VAN VOORN die optreedt namens de beheerders van het Kapittel zullen als rapporteurs optreden en daarbij wel inspraak hebben, maar geen beslissende stemrechten. Alle kosten daarvan zouden worden gedragen zoals deze 5 advocaten zulks in de bemiddeling zouden vastleggen en bepalen in hun arbitrale uitspraak. Genoemde partijen beloofden daarbij alles na te zullen komen van deze Heren advocaten zouden besluiten op straffe van verbeurtverklaring van 300 gulden door diegene die de uitspraak niet zou nakomen. De helft van dat bedrag zou worden aangewend voor de armen van Oirschot en de andere helft voor de armen van Sint Goedele te Brussel, welke zaken door hen werden ondertekend in die bemiddelinsopdracht.

Daarop hebben partijen onderling hun argumenten en verweer uitgewisseld en laten voorbereiden en hebben daarop nog enkele keren met elkaar gecommuniceerd. Daarna is uiteindeljk bevonden dat de bemiddeling gezien de huidige tijdsconjuctuur voor de vermelde armen en de stichting als zodanig zeer nadelig zou zijn en vanwege ook andere hen daartoe moverende redenen, hebben partijen een ander accoordconcept gemaakt om daarmee kosten te bespaeren en daarvoor zijn partijen op 12 juli 1633 bijeengekomen, zonder daarbij geweld te willen doen aan de eerdere bemiddeling van 24 januari daaraan voorafgaand. Partijen hebben het daarbij wenselijk geoordeeld een tweetal advocaten aan te stellen in de stad Den Bosch om hun verdere geschil daar te laten bestuderen en vast te stellen zonder daarbij verdere vergaderingen te houden of kosten te maken en om de zaak aldaar te laten beslissen als ht mogelijk zou zijn.

Indien er geen accoord zou komen dan zou de bemiddelng van daarvoor alsnog worden voortgezet. Ze benoemen daarbij als advocaten Meester ROBBERT VAN VOIRNE en Meester AELBERT VAN BREUGEL beiden licentiaten in de rechten en gewezen schepenen van de stad Den Bosch, zoals ook in de betreffende akte daarover is vermeld. Overeenkomstig deze akte en opdracht zijn partijen in aanwezigheid van Heer Doctor ADRIAEN BAECKS als deken van Oirschot die volgens het testament van wijlen genoemde Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN als eerste beheerder is aangesteld op 7 en 8 oktober van het jaar 1633 in de stad Den Bosch voor de laatstbenoemde gemachtigde en de heren advocaten bijeen gekomen en hebben van weerskanten der partijen hun advies en verweer aangereikt en zulks is door de aangestelde beheerder en de gemachtigden serieus bestudeerd en partijen zijn daarop apart en ook nog gezamenlijk gehoord. Daarop heeft men de uitspraak gedaan, dat vanwege de ongewisheid van de uitkomst van het proces vanwege de arbiters te Brussel en om verdere onkosten te besparen die ten nadele van de armen van Oirschot zouden komen.

Zij stellen voor om met elkaar goedkeuring te geven aan het voorstel, waarbij van genoemde erfgenamen ter voldoening van de vermelde 7000 gulden, in plaats van de vaste bezittingen, de rentes en pachten etc. die waren vermaakt aan de genoemde armenstichting en aan de kapelanen van hiervoor, en ook in de plaats nog van de 300 gulden die aan deze armenstichting van vermaakt om de bouw van een huis te bekostigen, aan deze armenstichting een bedrag van 5500 gulden eens zou worden gegeven met de rente van 5 percent daarover per jaar, en wel over een periode van 6 maanden na het overlijden van wijlen Joffrouw DE HEER (MARIA VAN POLLUIN), vruchtgebruikster en weduwe van genoemde Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN. Daarop zouden bepaalde geldsbedragen in mindering worden gebracht die de Heer Schout LEIJTEN aan enige adviezen heeft besteed, die zijn gedaan op verzoek van de Heren beheerders van de armenstichting in kwestie en nog de helft van de onkosten te Oirschot over deze zaak. De kosten die gemaakt zijn op 7 en 8 oktober met het salaris van de aangestelde advocaten komen ten laste van de beheerders van de armenstichting en de andere kosten die partijen over en weer hebben gemaakt zijn nog te compenseren.

Voorts hebben de benoemde advocaten begrepen dat de vervallen rente voor een periode van anderhalf jaar loopt jaarlijks dus 275 gulden in totaal derhalve 412 gulden en 10 stuivers. Deze rente gevoegd bij de vermelde som van 5500 gulden maakt totaal dus 5912 gulden en 10 stuivers, waarbij de eerder vermelde kosten worden afgetrokken, welke bedrag dus aan de stichting zou toekomen, alles overeenkomstig de uitspraak daarover en ondertekend door R. VAN VOORN, AELBERT BGREUGELIUS. Deze beslissing is aan partijen op 8 oktober voorgelezen en ze hebben daarover nader beraad genomen tot Kerstmis daarop, waarop is afgesproken dat de partij die zich van deze uitspraak wenst te distancieren dan verplicht is de kosten van het verteer te betalen in Den Bosch op beide dagen. Indien er onduidelijkheden in de uitspraak zijn of verdere geschilpunten, daarvoor hebben partijen afgesproken zulks door beide genoemde advocaten VAN VOORN en BRUEGEL te laten behandelen.
Verder heeft vermelde Heer en Meester ADRIAEN BAECKS VAN BAERLANT doctor in de rechten als deken van Oirschot en in die hoedangheid als eerste beheerder, verder Heer en Meester GUALTERIUS VAN CUIJCK, vicedeken en oudste kanunnik, verder Heer en Meester GEVAERT VAN OSTADEN, JORGE TULLEMANS en CORNELIUS POIRTERS ook kanunniken van de Sint Peterskerk als partij ter ener zijde en JAN BAPTISTE LEIJTEN met Meester GERAERT GOOSSENS in hun vermelde hoedanigheden als partij ter andere zijde, alles wat hier vermeld is ondertekend samen met Notaris WIJTMANS en getuigen met hun persoonlijke handtekening.

Nadat de tijd voor deze beraadslagingen daarover was verstreken zijn de gemachtigden vanwege de erfgenamen weer in Oirschot bijeengekomen en hebben verklaard bereid te zijn om dat concept akkoord te accepteren en wensen dat dan de beheerders en gemachtigde van het kapittel zulks ook doen. Omdat de beheerders daarover de andere dag verder beraad hadden gevraagd tot 1 maand verder, hebben partijen dan nog diverse keren met elkaar beraadslaagd.
Tenslotte zijn op 12 januari 1634 voor schepenen van Oirschot samengekomen de genoemde Heer en Meester ADRIAEN BAECKS VAN BAERLANDT doctor in de rechten en deken van het kapittel te Oirschot, als zodanig aangestelde beheerder van de stichting door Jonker VAN DER AMEIJDEN ingesteld, verder Heer WOUTER VAN CUIJCK vicedeken en Heer GEVAERT VAN OSTADEN kanunnik en beide oudste in funktie zijnde priesters, ook als zodanig opgeroepen beheerders die toezicht hebben op de vermelde armenstichting als partij ter ener zijde en Sneor JOHAN BAPTISTE LEIJTEN luitenant en drossaard van de stad Eindhoven en het dorp Woensel en GERAERT GOOSSEN secretaris van Oirschot als gemachtigden namens Vrouwe ANNA VAN BREUGEL weduwe van wijlen Heer en Meester NICLAES DE WERDT, toen hij nog leefde Raad Oirdinaris van de Raad van Brabant en als zodanig erfgename en uitvoerster en naaste bloedverwante van genoemde VAN DER AMEIJDEN als partij ter andere zijde, welke partijen nader beraad hebben gehad inzake het concept voorstel dat is opgesteld in de stad Den Bosch op 8 oktober 1633 waarbij beide partijen hun besluit open hebben gehouden. Gelet op de schiftelijke adviezen en consulten daarover, zowel door 3 doctoren van de universiteit Leuven als ook van diverse andere rechtsgeleerden te Brussel en ’s-Hertogenbosch, door beide partijen in de arm genomen, mede ook gehoord hebben het advies daarover van de heren van het Kapittel en de onzekere uitkomst van de kwestie en om verdere onkosten daarover te voorkomen, die ten nadele van de vermelde stichting zouden zijn, indien men door zou gaan met de eerste bemiddeling van 24 januari 1633, hebben partijen verklard dat nadat ze alles nog eens bezien hadden, over het akkoord van 8 oktober tussen beide partijen genomen, welk akkoord is opgesteld in de stad Den Bosch en was ondertekend door R. VAN VOIRN, AELBERT BRUGELIUS, ADRIAEN BACX VAN BAERLANDT, GEORGE TULLEMAN, CORNELIS POIRTERS als gedeputeerden, verder Heer VAN CUIJCK als oudste kanunnik en daarna met een handtekening bevestigd door GUALTERUS VAN CUIJCK, oudste kanunnik, G. VAN OSTADE, J. LEIJTEN, G. GOOSSENS en gepasseerd voor notaris WIJTEMANS en bepaalde getuigen, dat zij dit akkoord hebben goedgekeurd zoals beide partijen verklaren, behoudens dat men wenst als extra bevestiging daarvan dat dit akkoord ook zal worden bevestigd door de eerwaarde Heer Bisschop van ’s-Hertogenbosch en door de benoemingsgerechtigden en de uitvoerders in het testament van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en nog door de rector van het Sint Barbara altaar voor zover nodig.
Een en ander gebeurt op kosten van de vermelde armenstichting volgens het testament daarover. Daarop hebben de gemachtigden voor Mevrouw DE WEERDT op grond van de procuratie die ons hier is getoond en zoals is gebleken, als degene die het benoemingsrecht heeft en als uitvoerster deze goedkeuring ook van hun kant gegeven.

Partijen beloven elkaar over en weer deze afspraken na te zullen komen en doen afstand van welke privileges dan ook en wensen dat er één of meer officiele dokumenten van worden gemaakt met invoeging van beide bemiddelingen zowel die van 24 januari als van 12 juli 1633 en nog het akkoord van 8 oktober om daarmee partijen ten dienste te zijn. Datum als boven in aanwezigheid van JACOB DIRCKS VAN DE VELDE en JAN STOCKELMANS schepenen van Oirschot, die deze akte hebben bezegeld met het schependomszegel van Oirschot, naast het zeggel van de heren van het Kapittel, die zijn aangebracht als extra waarborg en op verzoek van genoemde partijen.

Gezien door de eerwaardige Heer Bisschop van Den Bosch MICHEL OPHOVIUS en de stuken die erbij horen, is deze akkoord gegaan met de vermelde overeenkomst die wordt beschouwd alsof hij de overeenkomst zelf ook mede gesloten zou hebben, 27 april 1634, daaronder stond
"in opdracht van de eerwaarde Heer Bisschop en was ondertekend doorl LAURENS HUVEN VAN LOEMEL en voorzien van het zegel en van de genoemde Heer Bisschop

Dit was de laatste akte in de kwestie stichting en beheer van de armenstichting!!

2-7-1634 Verhuur huis (RA Oirschot Inv 159a akte 240 folio 294, 295)
---------------------------
Jonker JACOBUS PARDO, heeft verklaard van GERAERT GOOSSENS, secretaris van Oirschot als executeur-testamentair van de nalatenschap van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN het huis en tuin van "Bijsterveld" te hebben gehuurd, met de tuin, de huizen, de boomgaard, de dries en nog de vijver, verder de halve Gestakker en de kanten met het ... dat erbij hoort, gelegen in Oirschot. De huurperiode loopt voor 3 achtereenvolgende jaren en gaat in wat betreft de tuin bij het huis per half maart, de groes en huis met Pinksteren en het akkerland en de halve Gaerstaker in de oogsttijd alles in dit jar 1634 en eindigt op dezelfde manier in het jaar 1637. Genoemde Jonker PARDO zal hiervoor jaarlijks ten behoeve van de erfgenamen van wijlen Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN 48 gulden eens betalen en dat naast de bijdrages en lasten aan de gemeente Oirschot. Verder moeter er de burenplichten worden onderhouden en gezorgd worden voor onderhoud van wegen en waterlopen. De verhuurder behoudt voor zichzelf de helft van het fruit in de boomgaard. Verder zal de huurder moeten zorgen voor het onderhoud van het huis volgens huurrecht, getuigen STOCKE en FRANCKEN, getekend: JACOBUS PARBO, JAN STOCKELMANS, G. GOOSSESN secretaris

13-7-1634 Ontvangst legaten (RA Oirschot Inv 159a akte 219, 200 folio 272, 273, 273-bis)
------------------------------------
Indertijd heeft Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN in zijn besloten testament d.d. 26 september 1607 aan de kinderen van wijlen HENRICK VAN DE SCHOOT verwekt bij MAIJKEN VAN BREUGEL, zijnde deze MAIJKEN nicht van genoemde DIRCK, een rente van 10 gulden per jaar vermaakt, die steeds werd betaald door MARIJ de weduwe van HAP ROEFS in herdgang Aerle in Oirschot. Daarom zijn hier nu verschenen HENRICK zoon wijlen HENRICK VAN DE SCHOOT wat betreft één helft en SIMON en MARIA broers en zus en kinderen van JAN SIMONS VAN DEN BROUCK verwekt bij wijlen CATHARINA dochter van wijlen genoemde HENRICKS VAN DE SCHOOT, waarbij vermelde MARIA vergezeld is door haar voogd, die voor henzelf optreden en ook voor hun andere broers en zuster, wat betreft de andere helft daarvan, en ze hebben hierbij verklaard dat GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot als uitvoerder van de laatste wil van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, aan hen deze brief van de vermelde 10 gulden per jaar heeft overhandigd en ze geven daarvoor nu kwijting aan genoemde GERART GOOSSENS en aan de betreffende erfgenamen van deze VAN DER AMEIJDEN wat betreft dit legaat, getuigen STOCKELMANS en SCEPENS

Zij verkopen op dezelfde datum deze rente aan Heer RICALEDEN DE LEEUW priester en licentiaat in de rechten, samen met alle achterstalligheid ervan

16-1-1635 Ontvangst legaat (RA Oirschot Inv 160a akte 009 folio 15,16)
----------------------------------
Eerder heeft wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN in zijn testament aan MARTEN VAN BERSE verwekt bij ALEIJT VAN BRUEGEL diens vrouw, een jaarpacht vermaakt van 7 lopen rogge uit een pacht van 21 lopen rogge, die betaald wordt te Woensel. Daarom zijn thans alhier verschenen voor ons schepenen VIJFKEN weduwe van HENRICK zoon van wijlen MARTEN VAN BERSE daarbij geassisteerd door MARTEN haar zoon als haar daarbij gekozen voogd, en heeft verklaard dat ze door GERAERT GOOSSENS secretaris van Oirschot terzake van dat legat is voldaan, als uitvoerder van de wilsbeschikking van deze VAN DER AMEIJDEN. Ze heeft daarvoor enige brieven inzake die pacht van 21 lopen rogge ter voldoening van deze 7 lopen rogge ontvangen en ze geeft deze GOOSSEN daarvoor nu kwijting, getuigen STOCKELMANS en FRANCKEN

16-6-1636 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 161a akte 110 folio 165,166)
--------------------------------
MARIEN zoon GERIT MARTEN JOORDENS als man van IKEN dochter van wijlen DIRCK HENRICX VAN DEN HEUVEL heeft hierbij aan GERARD GOOSSENS onze secretaris ten behoeve van Joffrouw ANNA VAN BREUGEL als erfgename van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse en erfelijke chijns beloofd van 3 Carolusguldens, elk jaar opeisbaar op Sint Jan Baptistdag en de eerste keer op eerstkomende Sint Jans Baptist over 1 jaar, anno 1637, te betalen uit huis, hofstad, hof en er wat erbij ligt gelegen in Oirschot Sint Petersparochie, herdgang de Kerkhof belend door: JAN JAN ARIEN LEIJTEN, DIRK DANIEL HOBBELEN, JAN HENRICK SCEPENS en DIRCK GOORTS VAN LOON, waartussen het Steenstraatje ligt zoals hij verklaarde, getuigen STOCKELMANS en VERHOEVEN

En hij mag aflossen op Sint Jans Baptist met 50 gulden en de achterstallige pachten behouden eens opzegtermijn van 3 maanden, actum als boven

11-2-1638 Verhuur Huis Groot Bijsterveld (RA Oirschot Inv 163a akte 050 folio 88)
-------------------------------------------------
Onder de volgende voorwaarden heeft GERARD GOOSSENS onze secretaris als curator van de boedel van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN het huis etc. verhuurd aan LEON EELKENS genoemd het "Groot Bijsterveld" met de tuin, de boomgaard, de dries, de halve gerstakker etc. zoals dat werd gebruikt door Jonker PARDO. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren maar de huur kan door elk der partijen na 2 jaar worden beeindigd, maar die zulks wenst te doen, dient dat in de voorafgaande Kersttijd op te zeggen. De huur van de tuin gaat in per half maart, het huis met de groes met Pinksteren en het akkerland in de oogsttijd stoppelbloot alles in dit jaar 1638. Naast de jaarlijkse lasten op het bezit zal de pachter daarvoor 48 gulden betalen, steeds eens per jaar. De verpachter zal verder zorgen dat het huis goed wordt gerepareerd en de put aldaar goed opmetselen, getuigen FRANCKEN en STOCKELMANS

3-2-1640 Beheer erfenis van DIRCK (RA Oirschot Inv 165a akte 064 folio 100 t/m 103)
---------------------------------
JAN STOCKELMANS gemachtigd daartoe zijnde met een bepaalde brief uitgemaakt door JAN KETGENS openbaar notaris en getuigen te Brussel d.d. 4 januari 1640, hem daarin verleend door Heer en Meester THEODORICUS DE WEERT VAN DER AMEIJDEN advocaat voor de Raad van Brabant, als naaste familie door een vertrouwelijke opdracht benoemd door Heer NICLAES DE WERT in zijn leven Raad Ordinaris van genoemde Raad van Brabant en vrouwe ANNA VAN BREUGEL als eerst benoemde erfgenaam van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN zoals het scheen, heeft verklaard dat volgens het testament van wijlen deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN al het bezit dat die heeft achtergelaten zowel in Oirschot als elders gelegen, onderworpen is aan zijn beheer daarvan of zijn benoemde gemachtigden daarin, waarbij nog expres wordt vastgesteld dat, dat bezit niet belast mag worden of verkocht op straffe van bepalingen daaromtrent die in de vertrouwelijke opdracht zijn vermeld door de vermelde erfgenamen, getuigen VELDE en VERHOEVEN

kopie:
-------
Vandaag op 4 januari verscheen voor mij, als zodanig benoemde notaris door de Raad van Brabant te Brussel en de nagenoemde getuigen, Heer en Meester THEODORICUS DE WERT VAN DER AMEIJDEN, advocaat van de genoemde Raad als naaste vervangen van Heer NICLAES DE WERT in zijn leven Raad Ordinaris en vrouwe ANNA VAN BREUGEL zijnde eerst aangeduide erfgenamen van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en hij geeft hierbij volmacht aan Meester ...(blanko gelaten voornaam).. STOCKELMANS, rentmeester vvoor het kapittel te Oirschot om namens hem te verschijnen voor schepenen van Oirschot en daar vast te laten leggen dat volgens het vermelde testament van deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN alle vaste bezit dat door hem was nagelaten, zowel in Oirschot als elders aan hem en aan de andere gerechtigden toekomen waarbij het niet is toegestaan om dat bezit te bezwaren of te verkopen, op welke wijze dan ook, op straffe van de bepaling daarover zoals door de erfgenamen vastgelegd. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat zijn gemachtigde daarin voor hem zal doen. Aldus gedaan te Brussel in aanwezigheid van Meester THEODORUS PLEMIUS APRANOM (?) en LEONARDUS MERCKELBACH als getuigen. De minuutakte was door de opdrachtgever ondertekend. Lager ston: en bij mij notaris quod attestor ondertekend door KETGENS

15-3-1640 Vervolg beheer (RA Oirschot Inv 165 akte 105 folio 157, 158)
-------------------------------
GERART GOOSSENS onze secretaris daarin gemachtigd zijnde volgens een machtigingsbrief opgemaakt voor CORNELIS DE PRETERE openbaar notaris in de stad Brussel en getuigen d.d. 7 maart 1640, hem daarin verleend door Vrouwe ANNA VAN BREUGEL, weduwe van Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven Raad van deze Raad (van Brabant), welke weduwe optreedt middels "fidiei commis" die aan deze NICLAES DE WERT en aan genoemde ANNA VAN BREUGEL was verstrekt en als erfgenamen van wijlen JONKER DIRCK VAN DER AMEIJDEN, welke machtiging ons als schepenen is gebleken, verklaart dat hij hierbij het volgende vastgelegd wil hebben aangaande de testamentaire beschikking van deze Jonker VAN DER AMEIJDEN. Al het erfelijk bezit zowel gelegen te Oirschot als elders is bestemd voor bedoelde vrouwe ANNA VAN BRUEGEL en de andere als zodanig aangemerkte vervangende erfgenamen, waarbij is bepaald dat het bezit niet mag worden belast of worden verkocht of op welke wijze dan ook ergens toe te verbinden en wel onder voorbehoud van het recht om zulks dan ongeldig te verklaren, getuigen SCEPENS en VERHOEVEN. Ondertekend: WILLEM NICLAES SCEPENS, JOORDEN JANS p.

(Opm. vermoedelijk hebben andere erfgenamen geprobeerd hun erfdelen te belasten of te verkopen, anders zou ik niet weten, waarom deze aktes dan gemaakt zouden zijn, Georgina)

Kopie:
-------
Voor mij notaris CORNELIS DE PRETERE aangesteld door de Raad van Brabant, in Brussel residerend, verscheen de geachte Vrouwe ANNA VAN BREUGEL weduwe van wijlen Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven Raad van deze Raad (van Brabant) en als zodanig benoemde erfgenamen van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN die hierbij machtiging geeft aan Meester GERART GOOSSENS, secretaris van Oirschot, danwel alle anderen die daarin zullen worden benoemd om namens haar te verschijnen voor het bestuur van de gemeente Oirschot en daar te doen verklaren en vast te leggen, dat volgens de testamentaire beschikking van wijlen deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, als het erfelijk bezit zowel gelegen onder Oirschot als elders uitsluitend is bestemd voor vernoemde Vrouwe ANNA VAN BREUGEL en andere plaatsvervangende erfgenamen daarin. Dat bezit mag niet worden bezwaard of worden verkocht, waarbij wordt verwezen naar de "fidei commis" daarover, dat zulks dan ongeldig zal zijn. Opgemaakt ten huize van de genoemde notaris staande in de Stormstraat beneden de Sint Goedelekerk in Brussel in aanwezigheid van GUILLIAM DE PRETERE en PETRUS DE WOLF als getuigen. Verder heeft de comparante deze minuutakte naast mij als notaris ondertekend. Lager stond geschreven: quod attestor en was ondertekend door: C. DE PRETERE notaris

28-10-1640 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 165a akte 250 folio 325, 326)
----------------------------------
DIRK zoon wijlen GERIT WILBERTS als man van HEIJLKEN dochter van wijlen DIELIS ROEFS HAUBRAKEN, heeft hierbij beloofd aan GERARD GOOSSENS onze secretaris ten behoeve van Joffrouwe ANNA VAN BREUGEL als erfgename van wijlen Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijks rente te gaan betalen van 3 gulden, steeds vervalend op Sint Jansdag (24 juni) van elk jaar en voor de eerste keer in het jaar 1640 (?, moet volgens mij zijn 1641, Georgina), vrij van alle belastingen etc. De rente wordt betaald op onderpand van een stuk land groot ca 5 spijntzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: NICLAES JAN GIJSBERTS VAN DER ACHTER, JENNEKEN weduwe van WILLEM DIRCKS VAN DOORMALEN, Jonker ANTHONIS VAN GREVENBROEK, de gemeenschappelijke straat aldaar. Verder nog op onderpand van 1/5e deel van een perceel land, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: FRANK DIELISSEN, genoemde JENNEKEN, Jonker ANTONIS VAN GREVENBROEK, WILLEM JANSSEN VAN KERKOERLE, zoals hij verklaarde. Hij belooft de onderpanden in voldoende goede staat te houden ter betaling van de rente, getuigen STOCKELMANS, HEUVEL en VERHOEVEN

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar tegen betaling van 50 gulden samen met de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven
Getekend: JAN STOCKELMANS en JOORDEN JANS P.

Opm. Heer Jan Toirkens: GERART GOOSSENS als secretaris wilde zeker secuur spelen in de kwestie van de nalatenschap (van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN), tegen alle gewoontes in liet hij de 2 schepen-getuigen bij deze normale geldlening mee ondertekenen.

3-2-1640 Verklaring beheer bezit (RA Oirschot Inv 165a akte 064 folio 100 t/m 103)
---------------------------------------
JAN STOCKELMANS gemachtigd daartoe zijnde met een bepaalde brief uitgemaakt door JAN KETGENS openbaar notaris en getuigen te Brussel d.d. 4 januari 1640, hem daarin verleend door Heer en Meester THEODORIUCS DE WEERT VAN AMEIJDEN advocaat voor de Raad van Brabant, als naaste familie door een vertrouwelijke opdracht benoemd door Heer NICLAES DE WERT in zijn leven Raad Oirdinaris van genoemde Raad van Brabant en vrouw ANNA VAN BREUGEL als eerst benoemde erfgenamen van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN zoals het scheen, heeft verklaard dat volgens het testament van wijlen deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN al het bezit dat die heeft achtergelaten, zowel in Oirschot als elders gelegen, onderworpen is aan zijn beheer daarvan of zijn benoemde gemachtigden daarin, waarbij nog expres wordt vastgesteld dat, dat bezit niet belast mag worden of verkocht op straffe van bepalingen daaromtrent die in de vertrouwelijke opdracht zijn vermeld door de vermelde erfgenamen, getuigen VELDE en VERHOEVEN

Kopie:
Vandaag op 4 januari verscheen voor mij, als zodanig benoemde notaris door de Raad van Brabant te Brussel en de nagenoemde getuigen Heer en Meester THEODORICUS DE WERT VAN DER AMEIJDEN, advocaat van de genoemde Raad als naaste vervanger van Heer NICLAES DE WERT in zijn leven Raad Ordinaris en vrouw ANNA VAN BREUGEL, zijnde eerst aangeduide erfgenamen van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN en hij geeft hierbij volmacht aan Meester ...(blanko gelaten voornaam).. STOCKELMANS, rentmeester voor het Kapittel van Oirschot om namens hem te verschijnen voor schepenen van Oirschot en daar vast te laten leggen dat volgens het vermelde testament van deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN alle vaste bezit dat door hem was nagelaten zowel in Oirschot als elders aan hem en aan de andere gerechtigden toekomen, waarbij het niet is toegestaan om dat bezit te bezwaren of te verkopen op welke wijze dan ook, op straffe van de bepaling daarover, zoals door de erfgenamen is vastgelegd. De opdrachtgever belooft alles na te zullen komen, wat zijn gemachtigde daarin voor hem zal doen. Aldus gedaan te Brussel in aanwezigheid van Meester THEODORUS PLEMIUS (APRANOM (?) en LEONARDUS MERCKELBACH als getuigen. De minuutakte was door de opdrachtgever ondertekend
Lager stond: en bij mij notaris quod attestor ondertekend door KETGENS

Opm: verm. is THEODORICUS DE WERT VAN DER AMEIJDEN een zoon van NICLAES DE WERT en ANNA VAN BREUGEL en heeft hij VAN DER AMEIJDEN aan zijn naam toegevoegd, hetgeen wel meer voorkwam in die tijd, Georgina

15-3-1640 Verklaring (RA Oirschot Inv 165a akte 105 folio 157, 158)
-------------------------
GERART GOOSSENS onze secretaris daarin gemachtigd zijnde volgens een machtigingsbrief opgemaakt voor CORNELIS DE PRETERE openbaar notaris in de stad Brussel en getuigen d.d. 7 maart 1640, hem daarin verleend door vrouwe ANNA VAN BREUGEL, weduwe van Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven Raad van deze Raad, welke weduwe optreedt middels "fidei commis"die aan deze NICLAES DE WERT en aan genoemde ANNA VAN BREUGEL was verstrekt en als erfgenamen van wijlen Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, welke machtiging ons als schepenen is gebleken, verklaart dat hij hierbij het volgende vastgelegd wil hebben aangaande de testamentaire beschikking van deze Jonker VAN DER AMEIJDEN. Al het erfelijke bezit zowel gelegen te Oirschot als elders is bestemd voor bedoelde ANNA VAN BRUEGEL en de andere als zodanig aangemerkte vervangende erfgenamen, waarbij is bepaald dat het bezit niet mag worden belast of worden verkocht of op welke wijze dan ook ergens toe te verbinden en wel onder voorbehoud van het recht om zulks dan ongeldig te laten verklaren, getuigen SCEPENS en VERHOEVEN. Ondertekend: WILLEM NICLAES SCEPENS, JOORDEN JANS P.

Kopie:
Voor mij notaris CORNELIS DE PRETERE, aangesteld door de Raad van Brabant in Brussel residerend, verscheen de geachte Vrouwe ANNA VAN BREUGEL weduwe van wijlen Heer en Meester NICLAES DE WERT, in zijn leven Raad van deze Raad en als zodanig benoemde erfgename van Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, die hierbij machtiging geeft aan Meester GERART GOOSSENS secretaris van Oirschot, danwel alle anderen die daarin zullen worden benoemd om namens haar te verschijnen voor het bestuur van de gemeente Oirschot en daar te doen verklaren en vast te laten leggen dat volgens de testamentaire beschikking van wijlen deze Jonker DIRCK VAN DER AMEIJDEN, al het erfelijk bezit zowel gelegen onder Oirschot als elders, uitsluitend is bestemd voor vernoemde Vrouwe ANNA VAN BREUGEL en andere plaatsvervangende erfgenamen daarin. Dat bezit mag niet worden bezwaard of worden verkocht, waarbij wordt verwezen naa de "fidei commis" daarover dat zulks dan ongeldig zal zijn. Opgemaakt ten huize van de genoemde notaris staande in de Stormstraat beneden de Sint Goedelekerk in Brussel in aanwezigheid van GUILLIAM DE PRETERE en PETRUS DE WOLF als getuigen, 7 maart 1640.
Verder heeft de comparante deze minuutakte naast mij als notaris ondertekend. Lager stond geschreven: quod attestor en was ondertekend door C. DE PRETERE, notaris

Na 1640 heb ik geen aktes meer kunnen vinden betreffende de erfenis van Jonker DIRCK, al met al heeft heeft de afhandeling toch zo’n 29 jaar geduurd wat uit bovenstaande aktes is gebleken en hoe dat verder gaat weet ik niet , Georgina
Notitie bij Mr. Heer Aert Daniels Aerts: .
Hij studeert te Leuven in 1550 (Bron Noordbrabantse studenten 1550-1570 MUL I 168, Iv 419, Frenken Gen 5-7) door Hans Rots, Ignaz Matthey, Mathias Meyer (bron: Maria Gorissen)

VIb. Mr. Henrick Aerts van der Ameijden, hij studeert op 3-1-1527 te Leuven en werd meester advocaat aan de Raad van Brabant te Brussel, † Brussel 13 okt. 1573, tr. 1e Mechteld Hoppenbrouwers, † Oirschot vóór 22 jan. 1577; tr. 2e Helena Nicolaij, † 1561, dr. van Nicolaas Nicolaij Everaerts alias Grudius en Johanna Moys (Moisa).
Uit het tweede huwelijk:
Jonker Mr. Aert (Aernout) Henricks, volgt VIIa.

Notitie bij het huwelijk van Mechteld en Mr. Henrick Aerts: .
Zij hebben een zoon AERT zoals vermeld in de akte d.d. 4-6-1575 en of deze AERT verder nog voorkomt in Oirschot is mij niet bekend, wel wordt in deze akte vermeld dat Mr. HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN broer DANIEL problemen maakt over de brieven en documenten uit het sterfhuis van genoemde Mr. HENRICK AERTS (zie akte hieronder d.d. 4-6-1575)

Hij voert nog op 1-1-1552 een proces voor de Raad van Brabant tegen zijn neef DANIEL zoon van Mr. AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en MARGRIET NN t.w.:

1-1-1552 Afstand proces, procedure (RA Oirschot Inv 137a akte 154 folio 39v, 40)
--------------------------------------------
DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en GEERTRUID VAN VLIERDEN zijn vrouw hebben hierbij afstand gedaan, zonder dat zij daartoe door iemand zijn gedwongen, terzake van de procedure of proces dat loopt of nog zal lopen tegen de Heer Deken van de Sint Peterskerk te Leuven en dat nog onbeslist is contra Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN advocaat verbonden aan de Raad van Brabant die deze Meester HENRICK had geeist van genoemde DANIEL over diens beheer inzake het bezit etc. van wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, de vader van genoemde DANIEL en welk beheer daarvoor door Heer JAN VAN DER AMEIJDEN was gevoerd als voogd van genoemde Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN. DANIEL en GEERTRUID verklaren dat zij binnen 14 dagen voor of na a.s. Maria Lichtmisdag op eerste aanwijzing het vonnis zullen nakomen dat is uitgesproken in de zaak tussen genoemde Meester HENRICK enerzijds en genoemde DANIEL ter andere zijde door de bestuurders van de Leuvense Universiteit. DANIEL en GEERTRUID beloven ook alle kosten terzake van de procedure te zullen voldoen, zowel van de kant van genoemde Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN alsook vanwege henzelf, getuigen HOPPENBROUWERS en VEN die het goedgekeurd hebben

25-6-1556 Aankoop beemd van neef (RA Oirschot Inv 138a akte 210 folio 54r, 54v)
--------------------------------------------
DANEEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, schout te Gestel nabij Den Bosch verkoopt een beemd genoemd de Conincksbeemd gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck aan de rivier de Aa, belend door: de gemeijnte, de kinderen van JANS VAN DER LUSDONCK, LEENAERT HENRICK LIPPERICHSZOON (PHILIPSZOON) VAN HERSEL. Het perceel is afkomstig van wijlen DANIEL VAN DER AMEIJDEN grootvader van genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN en hij verkoopt het perceel nu aan Meester HENRICK zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN zijn neef, en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behoudens een jaarlijkse rente van 27 en een halve stuiver grondchijns aan de abt van Tongerloo. DANIEL mag deze beemd binnen nu en 2 jaar terugkopen en aflossen met 175 gulden tegen betaling van hetgeen deze Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN minder van de vruchten en opbrengst heeft geprofiteerd, dan wanneer dat geld was belegd tegen de penning zestie. Indien DANIEL VAN DER AMEIJDEN deze beemd niet aflost binnen de 2 jaar, dan zal de beemd definitief het eigendom zijn van genoemde (neef) HENRICK VAN DER AMEIJDEN blijven volgens een bepaalde overeenkomst die door deze HENRICK en DANIEL eerder was ondertekend, getuigen PETER DE CROM en VEN

Opm. volgens mij is deze beemd deel van de kwestie en proces dat beiden tegen elkaar eerder hadden lopen voor de Raad van Brabant, zeker gezien het feit dat het 1: uit de erfenis van de grootvader van hun beiden komt, 2: gezien de vermelde overeenkomst die ze gesloten hebben wat men uit de akte van 1-1-1552 van kan opmaken (het stoppen van het proces).
Dus geeft DANIEL deze beemd alvast over aan HENRICK en als DANIEL dat wil kan hij hem dan voor geld weer terugkopen, zodat HENRICK toch aan zijn deel (van de erfenis?) komt, Georgina

4-6-1575 Overdracht brieven etc sterfhuis (RA Oirschot Inv 141b akte 124 folio 365r t/m 366v)
---------------------------------------------------
JAN zoon wijlen JASPER VAN ESCH als gemachtigde zoals hij zei door Meester WILLEMEN VAN BRUEGEL, raadsheer in de Raad van Brabant van Zijne Koninklijke Hoogheid, door deze Raad als uivoerder en voogd aangesteld over AERDEN zoon wijlen Mr. HENRICKS VAN DER AMEIJDEN advocaat in dezelfde Raad toen hij nog leefde, heeft nu verzoch aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN, dat DANIEL alle brieven en dokumenten etc. in handen zou stellen die in het sterfhuis zijn aangetroffen om daarmee te handelen zoals dat Meester WILLEM zal believen.

DANIEL heeft daarop geantwoordt dat hij dat zeker niet zal doen, waarbij deze toevoegde: "ze menen mij er uit te kunnen stoten, maar ik zal zeker zo snel in Brussel zijn als gij. Ik doe er niets van af, want ik wil eerst VAN DER LINDEN (Jonker LODEWIJK VAN LINDEN) spreken".
Daarop heeft JAN VAN ESCH gezegd: wel DANEL gij weet dat het geen moedwil van mij is, want al hetgeen ik in deze zaak doe, doe ik in opdracht en op wens van Meester WILLEM VAN BREUGEL. En als gij daarover kwaad wilt worden dan had gij me dat eerder moeten zeggen, dan zou ik me niet zo lang met deze zaak hebben ingelaten en laten ophouden".
Hij zei nog dat DANIEL hem de bescheiden wel zou moeten uitreiken, waarop DANEL toen antwoorde: "Al zou het mij een half duizend gulden kosten, zo en hijs niet blijven". Nog verder zeggend "uit verstoorde zinne", "gij met uwen aanhang heeft mijn broer meer dan 600 gulden schade gedaan", waarop JAN VAN ESCH antwoorde: IK? Daarop gaf DANIEL als antwoord "Neen, ik bedoel U niet, maar ik bedoel AERT met uw moeder en Uwen aanhang, die hebben dat gedaan".
Daarop zei JAN VAN ESCH weer "Wie ghij... (doelend op van Breugel) .. aan uwen broeder te vermaken gelijk gij ook gedaan hebt, is het te beduchten den grave die gij voor BREUGELEN hebt gegraven, dat gij daar selve in zult vallen", waarop DANIEL antwoordde: nog steeds in "gramme moede" (of woede?): "waert dat saecken dat AERT (bedoelende VAN BREUGEL) mijn zoon ware, ik zou hem op een galg setten, zoals hij mijn broer heeft behandeld".
Met deze en andere beledigende woorden zijn ze uit elkaar gegaan, welke woordeling te langt duurt om hier allemaal uiteen te zetten.

Genoemde VAN ESCH heeft overigens wel duidelijk proces aangetekend inzake de gang van zaken, getuigen NICLAES en HOOPENBROUWERS die het aandroegen

Opmerking Georgina: ik begrijp nu waarom DANIEL ook tegen JAN JASPERS VAN ESCH was, want die was een zwager van genoemde WILLEM VAN BREUGEL hetgeen blijkt uit een akte van d.d. 17-1563 waarin JAN JASPERS van ESCH wordt gevrijwaard door zijn zwager AERT VAN BREUGEL die hij (JAN) had uitgeleend voor Meester WILLEM VAN BREUGEL (AERTS broer) (RA Oirschot Inv 139d akte 051 folio 14v)

22-1-1577 Verzoek arbitrage (RA Oirschot Inv 142a akte 107 folio 43r, 43v)
-----------------------------------
Er is een bepaalde kwestie ontstaan tussen GIJSBRECHT JANSSEN DE HOPPENBROUWER, WILLEM zoon wijlen CORNELIS MUGHOVEL verwekt bij HEILWIGEN dochter van GIJSBRECHT DE HOPPENBROUWER, partij ter enerzijde en LEONAERDUS ZANDERSSN als man van JENNEKEEN dochter van THOMAS DE HOPPENBROUWER, OIJKEN dochter van genoemde THOMAS DE HOPPENBROUWER geassisteerd door THOMAS GERITS DE HAEST haar hierbij gekozen voogd, waarbij genoemde LEONAERT ZANDERS en THOMAES DE HAEST optreden voor PAUWELSEN VAN DEN THOIREN als man van MARGRIETEN, dochter van genoemde THOMAS DE HOPPENBROUWERS, partij ter andere zijde, welk konflikt zijn oorsprong heeft in de vaste erfelijke goederen achtergelaten door MECHTELD dochter van GIJSBRECHT DE HOPPENBROUWER echtgenote van Meester HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, welk bezit deze Meester HENRICK in bezit heeft gehad voor wat betreft het vruchtgebruik. Daarom hebben deze partijen hun konflikt aan arbiters voorgelegd, te weten JAN VAN ESCH, PETER HENRICKS VAN DE SCHOOT, ADRIAEN VAN DER HEIJDEN, JOESTEN AERTS DE LEEUW, JAN DE CROM, PETER JAN GOESSENS en WOUTER VAN DE HOUDT als schepen van Oirschot. Deze arbiters zullen proberen een eensluidende uitspraak te doen en als dat niet lukt, dan mogen partijen elders advies inwinnen bij rechtsgeleerden om daarna een uitspraak te krijgen. Partijen zijn verplicht al hun bescheiden etc. aan de schepene te moeten overhandigen binnen nu en de eerstvolgende 14 dagen tenzij ze belangrijke redenen hebben om daaraan niet te kunnen voldoen. Ieder van de partijen belooft de uitspraak van de arbiters na te zullen komen en daartegen niet te zullen ageren, getuigen HEIJDEN en GOESSEN die het mede ondertekenden
Notitie bij het huwelijk van Helena en Mr. Henrick Aerts: .

VIIa. Jonker Mr. Aert (Aernout) Henricks van der Ameijden, Jonker, raadsheer van de prins van Luik als keurvorst van Keulen, † vóór 19 nov. 1611, tr. Sophia Molens.
Uit zijn relatie met Naam Onbekend:
Gilbert natuurlijke zoon Jonker Aert Henricks van der Ameijden, kapelaan, priest, kanunnik en vicaris te Oirschot, rector van het Sint Barbara altaar te Oirschot, † Oirschot vóór 10 jan. 1622.

Notitie bij het huwelijk van Sophia en Jonker Mr. Aert (Aernout) Henricks: .
Vermoedelijk zijn uit het huwelijk geen kinderen geboren, want zijn nicht THEODORA en haar kinderen (VAN ESCH) zijn de erfgenamen, en verm. ook Mr. DIRCK DANIELS VAN DER AMEIJDEN, want er worden processen gevoerd tegen MARIA VAN POLLUIJN de vrouw van genoemde Mr. DIRCK, mogelijk waren er nog meer erfgenamen, maar die zijn mij nog niet bekend, Georgina

3-6-1578 Verkoop hoeve (Vestbrieven Alphen en Chaam 1525-1717 R 769 folio 079v, 080r)
------------------------------
Op Woensdag 4 juni heeft AERT VAN DER AMEIJDEN aan GIELIS DE SORNAMOIR een hoeve oft stede: huysinge, kove, hovinge en erve, tussen 10 en 12 bdr, in dese doorsteken schepenbrieve begrepen, wel verstaende dat in dit vercoop nuyt mede begrepen is zeker bempdeken (beemdken) 1/2 breed als dat gelegen is omtrent wijlen ANTHONIS GOOSSENS erve aldaar der weduwe en erfgenamen van den selven ANTHONIS GOOSSENS naer deser tijdt vercoft zijnde. Wel verstaende oick dat boven de commer in desen doorsteke brieve begrepen, nu ter tijt noch jaerlicx uutgaen uut dese stede 10 Karolusguldens en 10 stuivers die GEERYT VAN SUNDERT tot Chaam daarop heffende is, noch 14 Karolusgulden den erfgenamen van wijlen Mr. JOOST HENDRICX VAN GHILSE en nog 42 Karolusguldens die de voorkinderen van SOPHIA MOLENS des voirz,. Joncker AERT VAN DER AMEIJDEN huysfrou heffende zijn, al ter quitinge welcke 3 partijen de cooper oick tot zijnder last genomen heeft

19-9-1611 Machtiging (RA Oirschot Inv 147b akte 245v, 246r)
--------------------------
THEODORICA dochter van wijlen WILLEMS VAN BREUGEL (dit is niet goed zij is de dochter van PETER WILLEMS VAN BREUGEL en AGNES AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN) weduwe van JAN (JASPERS) VAN ESCH, machtigt hierbij GASPAER VAN ESCH, haar zoon, om namens haar al haar zaken te behartigen en processen te voeren, zoals eiseres als verdedigende, inzake het bezit dat haar is vermaakt door wijlen Jonker AERNOUT VAN DER AMEIJDEN danwel daarvan een boedelverdeling te laten maken en dat bezit te verkopen of te belasten e.e.a. volgens de voorschriften van de plaats waar dat bezit ligt. De gemachtigde mag het geld ontvangen, kwiteren en verder alles doen wat zijzelf als opdrachtgeeftster ook gedaan zou hebben. Zij belooft alles voor haar gemachtigde na te zullen komen, behoudens dient er naderhand verantwoording te worden gedaan, getuigen VERHOVEN en VERACHTER

21-6-1628 Zittingsdag van Oirschot (RA Inv 153d folio 456v (gedeelte van de zittingsdag)
-------------------------------------------
Voorgezeten door FRANCHOIS PROUVEUR schout van Kempenland en ook voor Oirschot.

Heer en Meester PETER VAN ESCH, kanunnik van de katedrale kerk van de stad Gent, verder JASPER VAN ESCH en HENRICK VAN DER STERRE als man van Joffrouw ANNA VAN ESCH, voor henzelf handelend en ook als gemachtigden voor DIRK VAN DE STERRE als man van Joffrouw PERINA VAN ESCH, verder JOHAN BEIJERS schout van Moergestel als man van Joffrouw AGNES VAN ESCH en nog Senor JOHAN HESIUS als man van Joffrouw HELENE VAN ESCH, nog ALEXANDER VAN DER GOES als man van Joffrouw LOISE VAN ESCH, zijnde allen kinderen van erfgenamen van JAN VAN ESCH en diens vrouw Joffrouw THEODORA dochter van wijlen PETER WILLEMS VAN BREUGEL verwekt door deze PETER VAN BREUGEL bij wijlen Joffrouw AGNES dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN, zijnde eisende partij
contra
Joffrouw MARIA VAN POLLUIN weduwe van Jonker DIRCKS VAN DER AMEIJDEN als destijds vertrouwenspersoon van zaliger Heer en Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN zoon van Heer en Meerster HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN als gedaagde en verdedigende partij

De eisende partij dienen hun aanspraken schriftelijk in (volgens mij heeft dit te maken met de erfenis van Jonker AERT (AERNOUT) VAN DER AMEIJDEN, zie volgende akte

8-12-1631 Machtiging (RA Oirschot Inv 156a akte 372 folio 444 t/m 446)
--------------------------
Indertijd hebben Heer PETER VAN ESCH, zanger in de katedrale Sint-Bavokerk te Gent, Senor JASPAER VAN ESCHE, Senor JOHAN HESIUS als man van Joffrouw HELEEN VAN ESCH, Senor HENRICK VAN DER STERRE als man van Joffrouw ANNA VAN ESCH, Senor ALEXANDER VAN DER GOES als man van Joffrouw LOUISE VAN ESCH, samen en ieder hoofdelijk machtiging gegeven aan aan genoemde Heer PETER VAN ESCH en aan Senoir JASPER VAN ESCH en nog aan Senor HENRICK VAN DER STERRE om namens hen de nalatenschap te regelen van wijlen Jonker ARNOULT VAN DER AMEIJDEN, in zijn leven Raadsheer van de Prins van Luik als keurvorst van Keulen, om overeenstemming te bereiken met de schuldeisers van de nalatenschap en daarvan goede rekening en verantwoording te doen, en die vervolgens af te sluiten, het geld daarvan te innen, te kwiteren etc.
En ze hadden machtiging aan hen verleend om in hun plaats weer andere gemachtigden te benoemen en ze hadden daarbij beloofd alles na te zullen komen, hetgeen door hun gemachtigden zou worden gedaan, welke machtiging destijds was afgegeven in Brussel op 26 juli 1627 opemaakt voor GUILLIAM VAN DEN LANGRIJT als openbaar notaris en voor Jonker PETER DOESMAN en Meester ANTONIS VORSTERMANS als getuigen daarbij.
Daarom zijn nu alhier voor schepenen verschenen genoemde Senor JASPER VAN ESCH en deze HENRICK VAN DER STERRE en hebben nu op grond van die eerder verleende volmacht, hierbij andere en extra gemachtigden benoemd in de persoon van Meester PETER BUNNEN licentiaat in de rechten en advocaat te Oirschot, aan Senor CHARLES WINDERLINCKS en aan MAXMILIAAN VAN ESCH zijnde de zoon van vernoemde JASPER VAN ESCH, beide laatsten in Brussel wonend, om de procedure te vervolgen die nodig is vanwege de eerder verstrekte machtiging en nog speciaal voor hen te bemiddelen voor de pachter genoemde GUILLIAM DE VERWER voor de schepenbank van Huisenberge. Ze verlenen deze 3 nieuwe ondergemachtigden alle bevoegdheden die ze zelf eerder hadden. Ze beloven alles na te zullen komen hetgeen hun plaatsvervangers hierbij voor hen zullen besluiten en beloven hen hiervoor te vrijwaren, getuigen VELDE en KEMPS

27-6-1638 Verhuur land (RA Oirschot Inv 163a akte 207 folio 348, 349)
----------------------------
Onder de volgende voorwaardes heeft Joffrouw HESTER NICOLAES SEGERS als weduwe van JASPER JANSSEN VAN ESCH ten behoeve van haar en haar kinderen en ook voor de erfgenamen van wijlen Jonker AERT VAN DER AMEIJDEN een bocht land verhuurd aan ANTONIS ARIENS VAN OVERBEECK en aan WILLEM JANSSEN VAN KERKOERLE, welk perceel eigendom is van de erfgenamen. Het perceel ligt in Oirschot herdgang de Kerkhof. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren, maar kan door elk van de partijen na 2 jaar worden beeindigd, maar die dat wil, moet de andere in de voorafgaande Kersttijd opzeggen. De huur gaat nu a.s. oogsttijd, stoppelbloot en wel van dit jaar 1638 en de pachters zijn verplicht deze bocht ook zo weer achter te moeten laten. Bij het verlaten ervan moeten de pachters het hebben ingezaaid voor 2/3e deel met gemengd graan en het andere 1/3e deel met het gewas wat de pachter wil. De pachters zullen hiervoor aan de verpachtster jaarlijks voor elk lopenzaad land een pacht betalen van 5 en een half lopen rogge, Oirschotse maat, steeds te leveren aan diegene die de verpachster zal aanwijzen en wel steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag 1640 resp. 1641 en als er niet wordt opgezegd in de tussentijd, vervolgens daarna in het jaar 1642 en 1643. Indien de pachters dan niet zouden betalen of leveren, dan moeten ze de niet geleverde rogge tegen de hoogste marktwaarde van dat jaar betalen. Verder moeten de pachters alle dorpslasten etc. betalen die op het bezit worden geheven. De pachters moeten ook zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Partijen over een weer beloven deze overeenkomst na te zullen komen, getuigen STOCKELMANS en FRANCKEN

13-12-1639 Machtiging (RA Oirschot Inv 164a akte 330 folio 339 t/m 441)
----------------------------
Heer en Meester RICALT DE LEEUW priester en licentiaat in de rechten, verder JOHAN STOCKELMANS onze collega schepen als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen JASPER JANSSEN VAN ESCH, te weten: FLORIS, THEODOOR en ANNEKEN, hebben hierbij machtiging gegeven aan Joffrouw HESTER NICLAES SEGERS weduwe van genoemde JASPER JANSSEN VAN ESCH, zijnde de moeder van deze 3 kinderen en verder aan JAN en HENRICK VAN ESCH en JAN JANSSEN EKERSCHOT als man van MAIJKEN, zijn de resp. hun broers en zwager. Ze machtigen hen hierbij om in overleg te treden met de andere erfgenamen van wijlen de Heer Advocaat VAN DER AMEIJDEN die momenteel in Brussel verblijven, zoals ze denken, om daar het geld te ontvangen dat deze erfgenamen en de minderjarige daar in december 1637 was beloofd. De gemachtigden dienen daarvoor verder dan kwijting te geven en met deze andere erfgenamen ook te komen tot boedelverdeling en verkoop van het bezit dat afkomstig is van deze VAN DER AMEIJDEN en wijlen Heer PETER VAN ESCH, kantor in de Sint Bavokerk te Gent en ... daar ook in de buurt gelegen. De gemachtigden dienen daarbij de noodzakelijke verplichtingen na te komen en verder alles daarin te doen dat de opdrachtgevers zelf ook voor ogen gehad zouden hebben, ook al zouden er daarbij nieuwe machtigingen nodig zijn. De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat door hun gemachtigden hierin zal worden afgesproken en zich daartegen niet te zullen verzetten, onder voorwaarde dat die daarvan later wel rekening en verantwoording voor afleggen, getuigen VELDE en VERHOEVEN, schepenen
Notitie bij Gilbert natuurlijke zoon Jonker Aert Henricks: .
1606/1606/1618 Kapittel van Oirschot (Inv 1261-1811 (Oude Orde 178 M 4-7, 178 M 8-e-f BHIC Den Bosch)
----------------------------------------------
Aanstelling van GILBERT VAN DER AMEIJDEN clericus van Mechelen, als rector 2e fundatie van Sint Barbara, die onder voorwaarden kon geschieden na terugtreden van THEODORICUS VAN DER AMEYDEN uit die funtie, en over zijn wijding tot subdiaken

19-6-1621 Machting (ONA Oirschot Inv 14 folio 115v v RHC Eindhoven)
------------------------
Voor notaris Lambrecht van Boxtel te Oirschot machtigd HENRICK MEREELS koopman uit Venlo, ADRIAEN VAN DER ACHTER en DANIEL VAN DER SCHOOT om bij de priesters REIJNIER DE HEE en GILBERT VAN DER AMEIJDEN 44 gulden te innen voor geleverde wijn aan wijlen kanunnik ALEXANDER TENAGEL (beiden zijn tijdelijke executeurs van de nalatenschap van ALEXANDER TENNAGEL zoals blijkt uit een akte d.d. 19-12-1619 voor de zelfde notaris (Inv 14 folio 39v)

10-11-1622 Inventaris (ONA Oirschot Inv 15 folio 31v v RHC Eindhoven)
---------------------------
Op verzoek van ANTHONIS VERRIJT voor Notaris LAMBRECHTS VAN BOXTEL wordt er een inventaris gemaakt van de boedel en administratie van wijlen GILBERT VAN DER AMEIJDEN, rector van het Sint Barbara altaar

17-11-1622 Inventaris (ONA Oirschot Inv 15 folio 34v v RHC Eindhoven)
---------------------------
Inventaris van de goederen van wijlen GILBERT VAN DER AMEIJDEN opgemaakt voor notaris LAMBRECHT VAN BOXTEL te Oirschot, welke zich bevonden in de O.L. Vrouwekapel en door PEETER HENRICX VAN OSTADE in huis gehaald. ANTHONIS VERRIJTH was de executeur-testamentair

VIc. Jan natuurlijke zoon Aerts Daniels van der Ameijden, † vóór 3 april 1565, tr. 1e Emken Andries Cremers alias Smolders, † Oirschot vóór 23 juni 1558, dr. van Andries Jan Driessen Cremers alias Smolders (de Molder) en Naam Onbekend; tr. 2e Margriet Henricx Peijnenborch, † vóór 22 aug. 1567.
Uit het eerste huwelijk:
1. Andries Jan van der Ameijden.
2. Maeijken Jan van der Ameijden, tr. Claes Colijns, † vóór 16 febr. 1602.
3. Emerentia (Emken) Jan van der Ameijden.
4. Aertken Jans (Arnolda) van der Ameijden, tr. vóór 11 okt. 1562 Jan Lambrechts Boxtel.
5. Frans Jan van der Ameijden.
Uit het tweede huwelijk:
6. Anna Jans van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Margriet Henricx en Jan natuurlijke zoon Aerts Daniels: .
3-4-1565 Vermelding overlijden (Bossche Protocollen Inv R1932 folio 134v)
--------------------------------------
Tot momboirs over de onbejaarde kinderen van ANTONIJ JAN DIRICX (VAN PAESSCHEN) waren gesteld. JAN ARNTS VAN DER AMEIJDEN, Mr. JAN LIEVENS VAN DER PLANCKEN, THOMAS JANSZ DIE BECKER en ANDRIES JAN WUEST, zeijsmacker. De beide eerste momboirs zijn overleden. Hun vervangers zijn: JOEST en JAN zonen van wIjlen RUTGER DIERICX. Beheer van pachten en chijnsen

22-8-1567 Erfdeling (Bossche Protocollen RA Den Bosch Inv 1847 folio 348)
------------------------
JAN LAMBERTS VAN BOXTEL man en momboir van ARNOLDA (AERTKENEN) zijn huisvrouw dochter van wijlen JAN ARTS VAN DER AMEIJDEN, Mr. HENRICK zoon van Mr. JAN LIEVENS VAN DER PLANCKEN en MATTHEUS AELBERTS MESMAECKERS momboirs over JOHANNES onbejaarde zoon van FRANS van JAN ARTS VAN DER AMEIJDEN voorsz. ter eenre,
MARIJKE dochter van wijlen AMBROSIUS HERMANS bij ANNA zijn huisvrouw dochter van wijlen HENRICX PEIJNENBORCH erfgenamen van MARGRIET dochter van wijlen HENRICX PEIJNENBORCH voorsz. en huisvrouw van JAN AERTS VAN DER AMEIJDEN, voor henzelven en voor HENRICK en MARGRIET kinderen van AMBROSIUS en ANNA voorsz. ter andere zijde gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen JAN ARTS VAN DER AMEIJDEN en MARGRIET zijn huisvrouw t.w. chijnsen
Notitie bij het huwelijk van Claes en Maeijken Jan: .
15-2-1602 Afstand vruchtgebruik (RA Oirschot Inv 145b akte 015 folio 288v)
----------------------------------------
MARIEKEN weduwe van NICLAES zoon NICLAES COLIJNS doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake 1/6e gedeelte van een bepaald huis met tuin etc. gelegen in Oirschot, herdgang de Kerkhof belend door: DIRCK VOS, JAN JASPAERS VAN ESCH, JAN VAN DEN VELDE, de gemeenschappelijke straat. Zij doet er nu afstand van dit deel ten behoeve van JAN NICOLAES COLIJNS en AERNT DE LEEUW als voogden over de minderjarige kinderen van genoemde MARIEKEN en wijlen NICOLAES COLIJNS. MARIEKEN belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen H. AELBRECHTS en ROESTENBORCH

23-2-1602 Verkoop 1/6e deel huis (RA Oirschot Inv 145b akte 17, 18 folio 288v, 289)
----------------------------------------
JAN zoon NICOLAES COLIJNS en AERD JOOST DE LEEUW als voogden over de minderjarige kinderen van NICOLAES zoon NICOLAES COLIJNS op grond van een verkregen schepenbankdecreet van Oirschot, verkopen het 6e deel van een huis etc. gelegen in Oirschot herdgan de Kerkhof, belend door: DIERCK VOS, JAN JASPAERS VAN ESCH, JAN VAN DE VELDE, de gemeenschappelijke straat. Zij verkopen dit erfdeel nu aan JAN NICOLAESSEN DE BOURGOIGNE en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen CROM en VAN DER ACHTER

JAN NICOLAES VAN BOIRGOIGNE heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN NICOLAES COLIJNS en AERT JOOST DE LEEUW als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen NICOLAAS COLIJNS een bedrag van 22 gulden te betalen per a.s. Pinksterfeest, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Jan Lambrechts en Aertken Jans (Arnolda): .
22-10-1580 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 142b akte 070 folio 216r, 216v)
--------------------------------
JAN zoon wijlen LAMBRECHTS VAN BOXTEL als man van AERTKENEN dochter van wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij wijlen EMKEN dochter van ANDRIES SMOLDERS, verkopen een rente van 1 gulden per jaar die ze hebben geerfd van wijlen BARBARA dochter van genoemde ANDRIES SMOLDERS en welke rente DANIEL HENRICK DANIELS aan deze BARBARA eerder had beloofd, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot 1 zesterzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: HENRICKS VAN STRIJP, JAN JORIS, de gemeijnte. Ook nog op onderpand van een akker groot ca 4 lopenzaad, genoemd de Braeck, belend door: HENRICK PETERSSN VAN DE VEN, DIRCK GIELIS, GOIJAERT JAN HOPPENBROUWERS, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 31 december 1528. Verder verkoopt hij nog een rente van 1 gulden per jaar die hij op dezelfde wijze heeft verkregen als hierboven en welke rente ANTONIS zoon wijlen HENRICK ERVEN genoemde BARBARA eerder had beloofd steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van dezelfde bezittingen conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 22 januari 1532. Deze rentes worden nu verkocht samen met alle vervallen termijnen aan DIRCK GERIT VOS onze collega schepen en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HEIJDEN en EKERSCHOT
Notitie bij Frans Jan: .
Hij is getrouwd maar nog onbekend met wie, hij heeft een zoon JOHANNES die meedeelt in de erfdeling van zijn grootvader en (stief)grootmoeder d.d. 22-8-1567 (zie aldaar)

Vc. Mr. Aert Daniels van der Ameijden, rentmeester van de Heer van Merode in 1501 en1506, † Oirschot vóór 1 juli 1528, tr. 1e Margriet NN; tr. 2e Catharina Goijaerts.
Uit het eerste huwelijk:
1. Daniel Mr. Aert Daniels, volgt VIe.
2. Margriet Mr Aerts Daniels van der Ameijden, † Oirschot vóór 19 juni 1537.
Uit het tweede huwelijk:
3. Joost zoon Mr Aerts Daniels, volgt VId.

Notitie bij Mr. Aert Daniels: .
Notitie bij het huwelijk van Margriet en Mr. Aert Daniels: .
Op 29-9-1500 wordt hij door zijn vader "uit de brode" gedaan om dat hij studeert te Leuven, hij heeft daarvoor van zijn vader geld gekregen (zie voor volledig akte bij zijn vader)

Wie MARGRIET NN precies is, is niet te vinden in het Rechterlijk Archief van Oirschot, het Rechterlijk Archief van Den Bosch zal hierover uitsluitsel moeten geven.

Mr. AERTS VAN DER AMEIJDEN was eigenaar van de herberg de Leeuw ook genoemd "de Rode Leeuw" zoals vermeld in de akte d.d. 5-2-1506 (zie hieronder)

18-8-1499 Aankoop huis (RA Oirschot Inv 126b akte 142 folio 24r)
-----------------------------
FRANK DE HAEST verkoopt aan Meester ARNDEN DANIELS VAN DER AMEIJDEN een huis met tuin etc. genoemd de Rode Leeuw, geleen in herdgang de Kerkhof aan de Vrijthof daar, belend door: de straat, de Pensenpoel, JAN DIRCKS, DIRCK DE BRESSER. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen ANSEMS en COLEN

12-4-1505 Aankoop uit uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 127a akte 235 folio 46r, 46v)
------------------------------------------------
THOMAS GIELISSEN heeft zijn achterstallige vordering aangetoond inzake een pacht van 1 mud rogge per jaar, die 3 jaar achterstallig is, welke pacht JACOP zoon wijlen WOUTER CUIJPERS eerder aan zijn zoon PETER uit diens eerste huwelijk had beloofd, te betalen na de dood van JACOP en niet eerder, op onderpand van bezit dat PETER heeft geerfd na de dood van zijn moeder JUET en nog zal erven na de dood van zijn vader JACOP. Dat betreft het bezit gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: WILLEM VAN HELMOND, de gemeijnte, HEIJN DIDDEN conform de brief van 5 november 1476. PHILIPS VAN DEN DOREN heeft de uitwinning verzorgd en de koop is gegund aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN voor de achterstand etc. Voor de termijn van 3 dagen is nog verschenen ANTONIS BELAERTS als gemachtigde voor MARGRIET BELAERTS en heeft het bod verhoogd met 2 rijnsguldens per jaar en 14 gulden achterstallig en aangeboden iedereen te betalen die er rechtens een vordering op heeft met brieven die ouder zijn dan die van MARGRIET. Op dezelfde dag is daarna weer Meester AERT VAN DER AMEIJDEN gekomen vanwege de uitvoerders van de nalatenschap van Heer WILLEM AERTS, eerder deken en heeft nog 5 stuivers meer geboden en de koop definitief verworven, getuigen ADRIAEN en Meester AERT

5-2-1506 Openbare verkoop grond met huis (RA Oirschot Inv 127a akte 085 folio P152r
-----------------------------------------------------
Heer JAN VAN DER MEIJDEN priester en kanunnik te Eindhoven, verder Heer ANDRIES COREMAN priester en HENRIK HOSE alle als uitvoerders van de laatste wil van Heer WILLEM AERTS, eerder deken te Oirschot, met assistentie hierin van Meester AERT VAN DER MEIJDEN, hebben een openbare veiling laten houden in de herberg "de Leeuw" (is "de Rode Leeuw" eigendom van Meester AERT VAN DER MEIJDEN) inzake een perceel grond met een huis genoemd de Oerschoren, welk bezit Meester AERT VAN DER MEIJDEN eerder had gekocht van PHILIPS VAN DEN DOREN als vorster en PHILIPS had laten uitwinnen als gemachtigde voor THOMAS GIELIS met een schepenbankvonnis van Oirschot. In die tijd heeft Heer JAN ROBILAERTS priester en kanunnik te Oirschot een bod uitgebracht van 4 mud en 9 lopen rogge per jaar en nog 2 rijnsguldens en 12 stuivers en 16 stuivers, welke bedragen door "goede mannen" waren verteerd. Nadat de kaars was uitgegaan heeft Heer JAN ROBILAERTS de koop verworven en daarna is deze Heer JAN ROBILAERTS hier verschenen en heeft de koop weer overgedragen aan CORNELIS SMEETS als beheerder van het gasthuis ten behoeve ook van dat gasthuis van Oirschot. Het bezit is gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Oerschoren zoals PHILIPS dat had uitgewonnen, getuigen STAYAKKER en AERT JACOPS

5-4-1506 Veiling rogge (RA Oirschot Inv 127a akte 168 folio 169v)
-------------------------------
Op 5 april 1506 heeft Meester AERT VAN DER MEIJDEN als rentmeester voor de Heer VAN MERODE na een kerkelijke oproep hiertoe op een Zondag, de rogge laten veilen die hij namens de Heer VAN MERODE heeft liggen, welke rogge is vervallen met Kerstmis anno 1506, Luikse stijl volgens zijn afrekening hierin. De rogge zal worden geveild in en openbare herberg in aanwezigheid van schepenen, zijnde de herberg "de Leeuw" (is "de Rode Leeuw" eigendom van Meester AERT VAN DER MEIJDEN). Daarop is toen verschenen REIJNER JAN DAEMS en heeft als hoogste bieder de koop ervan verworven, elk mud rogge Oirschotse maat gerekend tegen 28 stuivers. Omdat er verder niemand meer voor heeft geboden, heeft REIJNER de koop behouden, getuigen THOMAS en BEERTKEN

14-9-1506 Kwijting pacht (Ra Oirschot Inv 127a akte 084 folio P151v)
------------------------------
JANNES zoon van Heer JACOP DE BROUWER verklaart dat Meester AERT VAN DER AMEIJDEN aan hem de helft van een pacht van 14 lopen rogge heeft afgelost, welke pacht Heer FRANK DE HAEST en Meester AERT als borg hierin, aan genoemde JANNES DE BROUWER hadden beloofd voor JAN FRANK HAESTEN (de zoon van Heer FRANK DE HAEST) en geeft hem daarvoor kwijting, datum op Kruijsverheffinsdag 1506, getuigen BEERTKEN en MEIJDEN

15-7-1506 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 127a akte 254, 255 folio P194r)
---------------------------------
Meester AERT VAN DER AMEIJDEN belooft aan MARGRIET dochter van HENRICK BELAERTS die voortaan een jaarlijkse rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van een huis, tuin etc. genoemd "de Rode Leeuw" gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: JAN DIRCKS, het erf genoemd het Wermoesbroek, DIRCK BRESSERS, de Vrijthof, de gemeenschappelijke straat, getuigen BEERTKEN en MEIJDEN

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 32 gulden, actum als boven

15-7-1509 Aankoop land (RA Oirschot Inv 128a akte 128, 129 folio P99r)
------------------------------
Heer HENRICK priester en ADRIAEN broers en kinderen van wijlen WILLEM VOS, verder AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als man van LISBETH dochter van genoemde (WILLEM) VOS, verkopen nu aan AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN, die is verwekt bij MARIE dochter van JAN VOS, een stuk land groot een half mudzaad, genoemd de Kerkakker, gelegen in herdgang de Kerkhof belend door: JAN VAN VLIERDEN, AERT als koper waarvan eerder is afgedeeld, DANIEL VAN DER MEIJDEN, een kerkpad. Lasten hieruit zijn 11 lopen rogge per jaar aan GEERTRUIT weduwe van AERT VAN LAARHOVEN en haar kinderen. Nog aan HENRICK JANSSEN VAN DER LULSDONCK een half mud rogge per jaar, getuigen THOMAS en DIRCK

AERT DANIELS VAN DER MEIJDEN uit de vorige akte beloofd aan ADRIAEN WILLEMS VOS die per a.s. Meidag een bedrag van 108 Rijnsguldens te gaan betalen, waarmee een rente kan worden afgelost van 8 guldens per jaar aan Meester GIJSBRECHT VAN DEN VELDE, welke ADRIAEN eerder aan Meester GOIJAERT VAN DEN VELDE in schepenbrieven van Den Bosch had beloofd, actum als boven

22-1-1512 Aankoop stuk beemd (RA Oirschot Inv 128a akte 089 folio P269v)
---------------------------------------
HENRICK HENRICKS VAN BEERSE verkoopt aan AERT DANIELS VAN DER MEIJEN een stuk beemd genoemd dat Henrickslaer, gelegen in herdgang Spoordonk, belend door: KAERLE CLEIJNAEL, SIMON STOEPKENS, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn een halve oude grote als chijns aan "onze genadigde Heer", getuigen STAYAKKER en JAN THIJS

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald, datum de dag na Maria Ontvangenisdag anno 1519

ca 5-12-1512 Vermelding beroep (RA Oirschot Inv 128a akte 073 folio P180r)
---------------------------------------
Meester AERT VAN DER MEIJDEN als rentmeester voor de Heer van Petershem, verhuurd aan PETER MATHIJS VAN BOXTEL de windmolen te Oirschot die eigendom is van de Heer van Petershem. De huurtermijn is 6 jaar ingaande met Sint Jansdag (24 juni) anno 1513 en de pacht moet jaarlijks in 2 termijnen worden voldaan. Voor het eerste jaar 49 mud en 6 lopen rogge te betalen en de andere jaren steeds 43 mud. Verder geschiedt de verpachting volgens de condities zoals JOHANNIS DE BROUWER de molen eerder heeft gepacht gehad volgens het protocol van het jaar 1507, folio 15 (geen datum en getuigen vermeld, maar de volgende akte ook betreffende deze pacht is van Sint Nicolaasdag 1512, getuigen GIELIS en VELDE

7-2-1519 Voldoening pacht (RA Oirschot Inv 129a akte 022 folio P83r)
---------------------------------
HILLEKEN dochter van wijlen GOOSSEN VAN DEN GREIJNDEN (ze was de partner nu van wijlen Meester RICALT VAN MERODE) verklaart dat ze is voldaan door Meester AERT VAN DER MEIJDEN voor een pacht van 4 lopen rogge uit een pacht van 22 lopen rogge per jaar, getuigen BEERTKEN en LAECK

Op 24-6-1522 verkoopt KAERLE CLEIJNAEL aan WILLEM PETERS VAN BREUGEL een stuk eeuwsel gelegen in herdgang Hedel, belend door: HENRICK GOIJAERTS, Meester JAN DE CROM, HENRICK VAN STRIJP. Al extra waarborg voor de verkoop geeft CAERLE aan WILLEM een beemd in onderpand, gelegen in herdgang Spoordonck, belend door: GIJSBRECHT DE CREMER, GERIT PETERS, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 10 en een halve of elf stuivers per jaar aan een man uit Oisterwijk. Daarbij wordt nog vermeld dat genoemde WILLEM PETER WILLEMS belooft aan KAERLE die voortaan een jaarlijkse rente van 3 rijnsguldens te gaan betalen, en die rente mag WILLEM binnen 3 jaar aflossen tegen betaling van 54 rijnsguldens.
Van die 3 gulden zal WILLEM aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN 2 rijnsguldens aflossen of betalen met 37 rijnsguldens en de andere rijnsgulden (per jaar) zal hij aan KAERLE betalen totdat die ook is afgelost. Deze KAERLE CLEIJNAEL zit voortdurend in geldnood en hij leent bij veel mensen geld, de akte dat hij de 2 rijnsguldens per jaar aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN moet betalen, heb ik nog niet kunnen vinden. Voor de akte van 24-6-1522 zie RA Oirschot Inv 129b akte los 004)

1-7-1528 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 130a akte 247 folio 88v, 89r)
-----------------------------
MARGRIET weduwe van Meester AERT VAN DER AMEIJDEN heeft voor ons schepenen verklaard dat ze jaarlijks op Sint Jansdag (24 juni) een rente heft van 6 gulden die haar waren beloofd door Joffrouw LANA VAN VLIERDEN op onderpand van een huis in Den Bosch, staande achter het Wild Verken daar, welk huis inmiddels in andere handen is overgegaan. Ze heeft met de nieuwe eigenaar afgesproken dat hij voor die jaarlijkse rente van 6 gulden nu nog slechts 5 gulden hoeft te betalen, maar die moet dan wel een nieuwe schuldbekentenis op laten maken en hij krijgt toestemming om de rente van 6 gulden te laten verminderen tot 5 gulden en verder moet men handelen zoals de secretarie in Den Bosch zulks voorschrijft. Voor de wijziging benoemd ze haar zoon DANIEL, zijnde kastelein op Herzel (of Herlaer?) verwekt bij wijlen genoemde Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, getuigen MEIJEN en AERT HENRICKS

12-6-1534 Machtiging (RA Oirschot Inv 132a akte 233 folio 71r)
--------------------------
MARGRIET weduwe van wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN heeft hierbij machtiging gegeven aan haar wettige zoon DANIEL en aan LAMBERTEN VAN DEN BORNE samen en ieder hoofdelijk om al haar zaken te behartigen en proces te voeren in de kwestie die nu loopt voor schout en schepenen van de goede stad Den Bosch. De gemachtigden moeten daarin alles doen wat in het belang van de zaak is en hetgeen zijzelf ook gedaan zou hebben, hetzij als eisende hetzij als verdedigende partij, getuigen MEIJEN en AERT

(deze LAMBERT VAN BORNE blijkt uit een akte d.d. 9 december 1534 in hetzelfde protocol op folio 107r, 107v procureur in Den Bosch te zin)
Notitie bij het huwelijk van Catharina en Mr. Aert Daniels: .
Dit huwelijk wordt vermeld in Campina 1971-72 pag 146-147

15-3-1501 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 126c akte 035 folio 8r)
---------------------------------
PETER JOERDENS MEIJERS belooft aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN die per a.s. Sint Andriesdag over 1 jaar een bedrag van 10 rijnsguldens te betalen samen met een rente van 15 stuivers per jaar, getuigen niet bekend

20-1-1502 Emancipatie zoon (RA Oirschot Inv 126c akte 037 folio 6v)
----------------------------------
Meester AERT VAN DER AMEIJDEN heeft met een 1 oude grote (muntstuk) zijn zoon "uitgezet" (onterfd c.a. emancipatie) inzake al zijn bezit zowel roerend als onroerend, datum op Sint Sebastiaensdag, getuigen PETER en HENRICK VAN BERSE
(om welke zoon het gaat staat er niet bij vermeld)
Notitie bij Margriet Mr Aerts Daniels: .
Uit welk huwelijk MARGRIET werkelijk is, is mij nog onbekend, voorlopig heb ik haar bij het 2e huwelijk gezet.

Er is weinig bekend over deze MARGRIET zij wordt alleen vermeld in een akte ca 19-6-1537 betreffende een verkoop van 2 huizen met grond etc. waarin de kopers een rente van 7 stuivers per haar moeten betalen aan de kapelaans te Oirschot voor het anniversarium van MARGRIET dochter van Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN (zie voor akte RA Oirschot Inv 132c akte 227 folio 71r)

VId. Joost zoon Mr Aerts Daniels van der Ameijden.
Zijn dochter:
Josijnen (Joestken) Joost Aerts van der Ameijden, † vóór 17 jan. 1536, tr. 1e omstr. 1530 Dirck die Weer (Sweers, Sweders), † Oirschot omstr. 23 april 1535; tr. 2e vóór 13 dec. 1535 Natael Adriaens Vos, Schout van Oirschot en beheerder gruitrecht op 21-2-1542, † vóór 10 dec. 1574, zn. van Adriaen Willem Vos van Beerse en Jenneken (Jannen, Johanna) NN.

Notitie bij het huwelijk van Dirck en Josijnen (Joestken) Joost Aerts: .
Uit dit huwelijk 1 zoon t.w. JOOST DIRCKS SWEERS getrouwd met CATHELIJN dochter GEERLICKS HOPPENBROUWERS

25-2-1521 Betalingsbelofte aan JOESTKEN (RA Oirschot Inv 129a akte 063 folio P162v)
---------------------------------------------------
THOMAS RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE heeft beloofd om aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van JOESTKEN wettige dochter van JOEST zoon Meester AERT VAN DER AMEIJDEN die voortaan een rente van 2 Rijnsguldens per jaar te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: Heer JAN DE RONDE, DIRCK CORSTENS VAN DE VELDE, de gemeenschappelijke straat, getuigen HOPPENBROUWER en MEIJEN

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 38 Rijnsguldens, actum als boven

Opmerking:
deze rente is op 26-9-1611 nog steeds niet afgelost, want dan verkopen met alle achterstalligheid DIRCK zoon wijlen RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE en JAN zoon wijlen WILLEM CORNELISSEN (VAN DIESSEN) als man van MARIJKE dochter van genoemde RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE aan hun broer en zwager JAN RUTGERS VAN KERKOERLE (RA Oirschot Inv 147b akte 252a folio 248)

22-4-1522 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129b akte 232 folio P268v)
---------------------------------
THOMAS GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS heeft beloofd om aan Meester AERT VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van diens nicht (is fout, lees hier zijn kleinkind) JOEST dochter van wijlen diens zoon JOEST VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Sint Thomasdag op onderpand van de helft van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, belend door: voor het geheel, Heer GERARD VAN DER SCHAUT, JAN GOESSEN, JAN SCHEPENS en meer anderen, de gemeijnte, getuigen GOIJAERT AELBRECHTS en LAECK

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Sint Thomasdag tegen betaling van 32 rijnsguldens, actum als boven

in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 12 april 1644 (akte is doorgestreept) dus na 122 jaar pas afgelost !!!

15-3-1535 Verklaring (RA Oirschot Inv 132a akte 110 folio 40, 40v)
-------------------------
Alle degenen die deze openbare brief zullen lezen, gegroet!
Wij schepenen van Oirschot, verklaren dat vandaag voor de rechter en voor ons zijn verschenen DIRCK DIE WEER als wettige man van JOESTEN wettige dochter van wijlen JOEST zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en heeft de volgende personen voor hem op laten roepen om een verklaring af te laten leggen.

Hierbij verscheen HENRICK BELAERTS oud ca 78 jaar, GOESSENS SCEPENS oud ca 46 jaar, PETER VAN DER AMEIJDEN oud ca 52 jaar, AERT HENRICKS oud ca 48 jaar, JASPAR VAN ESCH oud ca 54 jaar, JAN VAN DEN SCOET oud ca 40 jaar, HENRICK HOPPENBROUWERS oud ca 64 jaar en WILLEM AELBRECHTS oud ca 39 jaar zijnde gezworene en raadslieden van Oirschot en deze hebben hun verklaring afgelegd en zulks onder de eed die ze eerder als schepenen hebben afgelegd en nadat de rechter hen zulks had gevraagd.

Het is volgens hen zo, dat wanneer een man en een vrouw wettig zijn gehuwd en wettige kinderen hebben verkregen en als één van hun wettige kinderen dan komt te overlijden, terwijl zij zelf nog in leven zijn, als die overledene een wettig kind achterlaat, dat dat kind of die kinderen na de dood van genoemde man en vrouw, mee zal of zullen erven in al hun bezit, zowel roerend als onroerend, welk bezit zal versterven op al hun wettige kinderen of kleinkinderen en dat daarbij een kindskind in de plaats komt te staan van de vader of moeder mits zulks gebeurt in de rechte en nederdalende lijn van erfopvolging.

Als oorkonde opgemaakt en voorzien van schependomszegel, getuigen alle schepenen in rechtsprekende vergadering.

Opm. Heer Jan Toirkens: hij zag de dood naderbij komen blijkbaar, want op 26 april blijkt hij overleden te zijnen wilde dit voor zijn kind zeker stellen)

26-4-1535 Voogdijschap (RA Oirschot Inv 132a akte 141 folio 47r, 47v)
-----------------------------
Voor de rechter en voor ons schepenen is verschenen JOEST(KEN) VAN DER AMEIJDEN, weduwe van DIRK DIE WEER in gezelschap van haar minderjarige zoon JOEST verwekt bij genoemde DIRCK en heeft kenbaar gemaakt, middels haar gemachtigde dat ze binnen Oirschot geen naaste familie had om de voogdijschap uit te oefenen voor haar zoon JOEST die het beheer zou kunnen hebben over het bezit van dat kind en dat de schulden in het sterfhuis groot nadeel teweeg zou brengen en daarom wil ze dat er een voogd door de rechter wordt aangewezen. Na aanwijzing van de rechter hebben wij als schepenen vonnis afgegeven, omdat er binnen Oirschot geen familie van hem woont en we hebben wel degelijk het kind nu gezien en daarom bepaald dat er daadwerkelijk een voogd wordt benoemd, maar daarbij moeten wel de rechten van anderen worden gerespecteerd en zulks op kosten van het minderjarige kind en er moet goede verantwoording worden overlegd van het beheer. Er is nog wel verklaard dat er 2 of 3 dagen terug Meester JACOP VAN GELDROP is verschenen, deken te Oirschot als oom van wijlen DIRCK DIE WEER van zijn moederskant, en nog DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN als oom van genoemde JOESTEN VAN DER AMEIJDEN vanwege haar vaders familie. Maar omdat de genoemde deken een geestelijke is en omdat DANIEL buiten Oirscot woont, hebben ze gewild dat PETER THOMAS VAN DER AMEIJDEN de voogdijschap op zich zou nemen, maar die heeft thans geweigerd, maar wel aangeboden daarin zijn best te willen doen. Maar in het vonnis is nu bepaald dat PETER die voogdijschap moet aanvaarden en hem zulks nadrukkelijk wordt meegedeeld, getuigen alle schepenen

Nu begrijp ik waarom, Heer JACOP VAN GELDROP zijn voogdijschap weigert, hij laat namens GOIJAERT MOREL beslag leggen op het bezit zoals blijkt uit de volgende akte!!

25-4-1535 Beslagname bezit, machtiging (RA Oirschot Inv 132a akte 143 folio 48r, 48v)
-------------------------------------------------
Meester JACOP VAN GELDROP deken in de Sint Peterskerk te Oirschot heeft verklaard dat hij beslag heeft doen leggen in zijn naam op 21 jongstleden hetgeen is gebeurd door JACOP BERNAERTS als vorster op het bezit van wijlen DIRCK DIE WEER en zulks is gebeurd namens GOIJAERT MOREEL die hierbij aanwezig is en zulks heeft bevestigd. Meester JACOP beweert dat hij in het verleden altijd machtiging heeft gehad vanwege deze GOIJAERT MOREEL, maar die machtiging is kwijtgeraakt en GOIJAERT laat daarom nu een nieuwe machtiging opmaken en verleent die nu aan Meester JACOP als deken en aan THOMAS HOPPENBROUWER samen en ieder hoofdelijk vanwege die beslaglegging, ook alles daarin te doen wat rechtens nodig is. De gemachtigden dienen daarbij alles te doen wat hij als opdrachtgever zelf ook gedaan zou hebben, getuigen AERT ROEFS en LEEMAN
Notitie bij het huwelijk van Natael Adriaens en Josijnen (Joestken) Joost Aerts: .
13-12-1535 Afstand aanspraken erfenis (RA Oirschot Inv 132a akte 308, 309 folio 108r, 108v, 109r)
------------------------------------------------
NATAEL zoon wijlen ADRIAEN VOS als man van JOESTEN wettige dochter van wijlen JOESTEN wettige zoon Meester AERT VAN DER AMEIJDEN en genoemde JOESTEN daarbij aanwezig zijnde, doet hierbij afstand van al haar aanspraken, hetzij vast of roerend bezit, rentes, vorderingen of wat dan ook terzake van bezit, waarvan geen officiele overdracht heeft plaatsgehad, dat is nagelaten door wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN of diens vrouw MARGRIET. Ze doet afstand van alle dokumenten etc. daarover ten behoeve van DANIEL zoon wijlen Meester DANIELS VAN DER AMEIJDEN die dat bezit kan aanvaarden. Ze belooft deze verkoop van haar rechten altijd gestand te zullen doen. Ze doet ook afstand van enig voorrecht dat afbreuk zou kunnen doen aan deze overdracht, getuigen VLUETEN en HEIJMERICK

NATAEL en JOEST uit de vorige akte doen afstand van alle leenbezit of erfdelen daarin van welke aard dan ook waarop zij enigermate rechten zouden kunnen hbben in het nagelaten bezit van wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN en diens vrouw MARGRIET. Ze doen er afstand van en dragen de rechten daarvan over aan DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen en ze doen afstand van enige uitzonderingspositie, datum als boven, getuigen als leenmannen zijn: JAN VAN VLIERDEN, WILLEM LAMBRECHTS en PETER WILLEM (VAN BROGEL)

17-1-1536 Betaling rente (RA Oirschot Inv 132b akte 022 folio 7v)
------------------------------
NATEL VOS als wettige man van JOESTEN dochter van wijlen JOOST VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat hij van DANIEL zoon wijlen meester AERT VAN DER AMEIJDEN, een bedrag van 100 Karolusguldens heeft ontvangen, waarmee die een jaarlijkse rente van 6 Karolsguldens heeft afgelost, die DANIEL eerder had laten beloven en wel vanwege een bepaalde minnelijke overeenkomst over de twist die er was tussen hem DANIEL en wijlen DIRCK DIE WEER als destijdse man van genoemde JOESTEN VAN DER AMEIJDEN. Die rente had DANIEL verkocht (waarschijnlijk beloofd) aan Meester JAN REIJNERS ten behoeve van genoemde JOESTEN en ten behoeve van JOESTEN minderjarige zoon van genoemde DIRCK en JOESTEN steeds vervallend op 1 april op onderpand van het 3e deel van een huis, etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 28 apil 1535. Genoemde NATAEL zal dat geld opnieuw beleggen ten behoeve van het minderjarige kind en wel zodanig dat DANIEL daarvoor verder gevrijwaard blijft, getuigen GOESSEN en LULSDONCK

26-4-1536 Voogdijbenoeming (RA Oirschot Inv 132a akte 141 folio47v)
-----------------------------------
Voor de rechter en ons schepenen is verschenen JOEST VAN DER AMEIJDEN weduwe van DIRCK DIE WEER in gezelschap van haar minderjarige zoon JOEST verwekt bij genoemde DIRCK en heeft ons kenbaar gemaakt middels haar gemachtigde dat ze binnen Oirschot geen naaste familie had om de voogdijschap uit te oefenen voor haar zoon JOEST die het beheer zou kunnen hebben over dat bezit van het kind en dat de schulden in het sterfhuis groot nadeel teweeg zou kunnen brengen en daarom wil ze dat er een voogd door de rechter wordt aangewezen. Na aanwijzing van de rechter hebben wij als schepenen vonnis gewezen, omdat er binnen Oirschot geen familie van hem woont en we hebben wel degelijk het kind nu gezien en daarom bepaald dat er daadwerkelijk een voogd wordt benoemd, maar daarbij moeten wel de rechten van anderen worden gerespecteerd en zulks op kosten van het minderjarig kind en er moet goede verantwoording worden overlegd van het beheer. Er is nog wel verklaard dat er 2 of 3 dagen terug Meester JACOP VAN GELDROP is verschenen, deken te Oirschot als oom van wijlen DIRCK DIE WEER van zijn moeders kant, en nog DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN als oom van genoemde JOESTEN VAN DER AMEIJDEN vanwege haar vaders familie. Maar omdat de deken een geestelijke is en omdat DANIEL buiten Oirschot woont, hebben ze gewild dat PETER THOMAS VAN DER AMEIJDEN de voogdijschap op zich zou nemen, maar die heeft thans geweigerd, maar wel aangeboden daarin zijn best te willen doen. Maar in het vonnis is nu bepaald dat PETER de voogdijschap moet aanvaarden en hem zulks nadrukkelijke wordt meegedeeld, getuigen alle schepenen

27-10-1536 Aankoop 2/8 deel in huis etc (RA Oirschot Inv 132b akte 328, 329 folio 117v, 118)
-------------------------------------------------
Heer HENRICK priester en JACOP broers en wettige kinderen van wijlen ADRIAEN VOS, verkopen hierbij hun 2/8e deel en aanspraken in een huis, tuin, grond etc. en inzake 2 akkers met alle toebehoren, gelegen in Oirschot herdgang de Hovel, belend door: de rector van het Sint Brigiddealtaar te Oirschot, de gemeenschappelijke straat, DIRCK VAN KUIJCK. Nog verkopen ze hun rechten in een weiland genoemd de Papenvoort, gelegen in Oirschot aan de Papenvoort, belend door: PETER VAN DER AMEIJDEN, de kinderen van AERTS VAN DER AMEIJDEN, de gemeenschappelijke straat, het erf van JAN PETER GIELIS. Nog verkopen ze hun aanspraken in een stuk weiland, genoemd de Rijsingen gelegen nabij genoemde Papenvoort. Nog hun rechten in een akker genoemd de Lerpt, gelegen in Oirschot nabij Liempde, belend door: het Hertogenland, het gasthuis te Oirschot, de kinderen van DIRCK CORSTIAENS, ALEIJT AERT DIRCKS. Ze hadden dat bezit van wijlen hun vader geerfd en waarvoor hun moeder JENNEKEN afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan. Ze verkopen hun erdelen nu aan hun broer NATAEL VOS en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, getuigen GOESSEN en CORT

NATAEL VOS uit de vorige akte heeft beloofd om aan zijn broer JACOP die voortaan een jaarlijkse rente van 5 Karolusguldens te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van de helft van het huis, grond en bezit zoals vermeld in de voorgaande akte. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 80 gouden Karolusguldens, datum en getuigen als boven

21-2-1542 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 134c akte 082, 083 folio 26v)
--------------------------------
NATAEL VOS schout van Oirschot en namens HENRICK VAN MERODE, Heer van Petershem, Herlaer, Oirschot etc. heeft als schuldenaar beloofd om aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN, kasteelbeheerder op Herlaer, ten behoeve van deze HENRICK VAN MERODE, vanwege het schoutambt te Oirschot, die een jaarlijks bedrag van 14 gulden te gaan betalen en daarnaast vanwege het gruitrecht (belasting voor de Heer van Oirschot van bier, hop etc.) te Oirschot wat betreft het aandeel van genoemde Heer HENRICK VAN MERODE daarin, die een bedrag van 36 gulden te zullen betalen, steeds vervallend met Kerstmis en voor de eerste keer per a.s. Kerstmis, getuigen ESCH, GOESSEN en CORT die het aandroegen

Op dezelfde dag heeft genoemd NATAEL VOS in aanwezigheid van ons als schepenen zijn eed afgelegd.

7-2-1550 Verkoop huis (RA Oirschot Inv 136b akte 107, 108 folio 22)
----------------------------
NATAEL VOS verkoopt hierbij een huis, tuin, grond etc. groot ca 1 zesterzaad gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel alhier, belend door: WILLEM HUBRECHTS VAN DEN SCHOOT, JAN VERHOEVEN, de kinderen van PETER THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN, de gemeenschappelijke straat. Hij verkoopt dit bezit nu aan JACOP AERT SMETSERS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een rente van 6 gulden per jaar aan JAN PETER GIELISSEN, getuigen CROM en JAN

JOIRDEN AERT SMETSERS heeft als schuldenaar beloofd om aan NATAEL VOS die een bedrag van 26 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Pasen, datum en getuigen als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

6-6-1551 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 137a akte 200 folio 40)
-------------------------------
WILLEM ERVART RUTGERS als man van MARIEN dochter van wijlen DIRCK CORSTIAENS VAN DE VELDE heeft beloofd om aan NATAEL VOS ten behoeve van diens vrouw JOZIJNEN die daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar zoon JOOST uit haar eerste huwelijk daarvan het erfrecht, die een jaarlijkse rente van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Absentiedag en voor de eerste keer per a.s. Absentiedag op onderpand van een huis, grond etc. groot ca 2 mudzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof aan het Moleneinde aldaar, belend door: PETER CLAESSEN, de gemeenschappelijke straat, Jonker RICALT VAN MERODE Heer van Oirschot, BARTOLOMEUS STOCKELMANS, de gemeijnte. De rente is altijd aflosbaar op Absentiedag van elk jaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 48 gulden en de achterstallige termijnen, getuigen ESCH en JAN JOORDENS die het aandroegen.

2-1-1554 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 137b akte 012 folio 4v, 5)
------------------------------
NATAEL VOS voor zichzelf handelend en vanwege JOESTKEN dochter van wijlen JOEST VAN DER AMEIJDEN weduwe van DIRCK SWEERS zijn wettige vrouw nu, partij ter ener zijde en JOEST wettige zoon van wijlen genoemde DIRCK verwekt bij genoemde JOESTKEN in aanwezigheid van ROELANDEN VAN DER AMEIJDEN als zijn voogd, partij ter andere zijde, hebben een kontrakt gemaakt om bepaalde ruzie in de toekomst uit te sluiten tussen NATAEL VOS en diens kinderen verwekt bij genoemde JOESTKEN en genoemde JOEST DIRCK ZWEERTS. Omdat deze JOEST DIRCK ZWEERS nog een jongeman is, die geen bezit heeft om zich daarmee te kunnen onderhouden of zich daarmee te kleden naar zijn staat of om elders een vak te leren, waarin genoemde NATAEL geen enkele verplichting heeft, tenzij hij dat zelf wenst, is overeengekomen en door deze JOEST DIRCK ZWEERS ook toegezegd, dat hij als zijn bezit dat door zijn moeder JOESTKEN in vruchtgebruik wordt gehouden en welk bezit deze JOOST DIRCK SWEERS pas na de dood van zijn moeder zal erven, daarvan niet meer krijgt dan één van zijn broers of zusters (halfbroers of halfzusters) verwekt bij genoemde NATAEL VOS. Daarvan doet hij nu afstand ten behoeve van deze broers en zusters (halfbroers en zusters) en daarmee zal hij net als de anderen erven in het bezit van NATAEL en JOESTKEN, in welk bezit NATAEL deze JOEST DIRCK ZWEERS toezegt mee te zullen laten erven, getuigen SCHOET en SCHOET

Zoon JOOST (JOEST) DIRCK ZWEERS is getrouwd voor 31-12-1576 met CATHALIJN GEERLICK HOPPENBROUWERS

20-1-1555 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 137c akte 167 folio 47v)
------------------------------
NATAEL VOS als man van JOOSTEN dochter van wijlen JOOST Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij een jaarlijkse rente van 2 gulden, welke rente THOMAS GIJSBRECHTS HOPPENBROUWERS eerder had beloofd aan Meester AERDEN VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van genoemde JOOSTEN, steeds vervallend op Sint Thomasdag op onderpand van de helft van een huis met tuin, grond etc. in totaal ca 24 lopenzaad groot, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: Heer GERAERTS VAN DER SCHAUT, JAN GOESSENS, JAN SCEPENS en meer anderen, conform een schepenbrief van Oirschot (d.d.d. 22-12-1522). Hij verkoopt deze rente nu aan Meester HENRICK HENRICKS VAN OSTADEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VLUETEN en JAN HOPPENBROUWERS die het aandroegen

3-11-1559 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 138b akte 192, 193 folio 55, 55v)
---------------------------------------------------
NATAEL VOS weduwnaar van JOZIJN dochter van wijlen JOOST VAN DER AMEIJDEN, doet afstand van het recht van vruchtgebruik inzake een jaarlijkse rente van 3 gulden, welke rente WILLEM ERVAERT RUTGERSZOON eerder aan deze NATAEL had beloofd ten behoeve van JOZIJN die daarvan het vruchtgebruik kreeg en waarvan haar wettige zoon JOOST uit haar eerste huwelijk het erfrecht kreeg. De rente wordt geheven op onderpand van een huis, tuin, etc. groot ca 2 mudzaad, gelegenen in herdgang van de Kerkhof aan het Moleneinde, belend door: PETER CLAESSEN, de gemeenschappelijke straat en vervalt elk jaar op Heren Hemelvaartsdag, conform een schepenbrief van Oirschot daarover d.d. 6 juni 1521. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van JOOST zoon DIRCK SWEERS verwekt bij genoemde JOZIJNE VAN DER AMEIJDEN en NATEL belooft alle llasten van zijn kant af te handelen, getuigen CROM en VLUETEN

JOOST zoon wijlen DIRCK SWEERS verwekt bij JOZIJNEN dochter van JOOST VAN DER AMEIJDEN verkoopt de jaarlijkse rente van 3 gulden met de lopende termijn, welke rente WILLEM ERVART RUTGERS als man van MARIEN dochter van wijlen DIRCK CORSTIAENS VAN DE VELDE eerder aan NATAEL VOS had beloofd ten behoeve van diens vrouw JOZIJNEN die daarvan het vruchtgebruik kreeg en ten behoeve van haar zoon JOOST die daarvan het erfrecht kreeg. De rente vervalt elk jaar op Heren Hemelvaartsdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 2 mudzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof aan het Moleneinde, belend door: PETER CLAES, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 6 jun 1551 (*) De rente wordt nu verkocht aan GOIJAERDEN zoon GOIJAERT KEIJMPS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, datum en getuigen als boven

(*) de datum 6-6-1551 staat hier fout moet zijn 6-6-1521

7-2-1562 Afstand vruchtgebruik (RA Oirschot Inv 139b akte 256 folio 78v, 79)
---------------------------------------
NATAEL VOS doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake een jaarlijkse rente van 3 gulden welke rente HENRICK zoon RUTGERS VAN DEN STAEIJAKKER eerder had beloofd aan DANIELEN zoon van Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, steeds vervallend met Pinksteren in ’s-Hertogenbosch te betalen, op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, belend door: het godshuis van Oirschot , de kinderen van wijlen DIRCK DIE LEEGE, de gemeijnte, genoemde RUTGER VAN DEN STAIJAKKER. Ook nog op onderpand van een stuk weiland groot ca 3 bunders, ter zelfder plaatse geleen, belend door: de kinderen van DIRCK MOELS, de kinderen van wijlen DANIELS VAN DEN DIJCK, de gemeijnte, DIELIS HOPPENBROUWERS. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van JOESTEN zoon wijlen DIRCK ZWEERS (NATAEL’S stiefzoon), getuigen VLUETEN en AERDT

4-6-1562 Verkoop erfdeel aan stiefvader (RA Oirschot Inv 139b akte 254 folio 78r, 78v)
-------------------------------------------------
JOEST zoon wijlen DIRCK ZWEERS verkoopt zijn erfdeel en aanspraken van welke aard en waar dan ook gelegen, zonder enige uitzondering zoals hij die zal geerfd hebben van JOSIJNA dochter van Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van NATAEL VOS om dat erfdeel zolang deze NATAEL leeft te mogen gebruiken maar niet langer, getuigen CROM en KEMP

29-7-1562 Verkoop heiveld (RA Oirschot Inv 139v akte 317a folio 98 zie boek 139D (398r)
--------------------------------
NATAL VOS, JOOST DIRCK ZWEERS (NATAEL’S stiefzoon) en MARIA de oudste dochter van NATAEL VOS met haar voogd RUTGER JANSSEN en nog MARIA met mij als haar voogd (secretaris) die ook optreden voor JAN zoon wijlen (???) genoemde NATAEL VOS, verder DANIEL VERMEIJDEN (AMEIJDEN) en NATAEL als voogden over ELISABETH dochter wijlen HENRICK VERMEIJDEN (AMEIJDEN) verkopen nu met diverse vonnisbrieven daarover een heiveld genoemd de Papenvorot, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel aldaar, belend door: RUTGERS VERMEIJDEN, NATAEL VOS en zijn kinderen, de gemeijnte, PETER HENRICKS VAN DE SCHOET, ANTONIS PETERS VAN DER VLUETEN. Het perceel wordt nu verkocht aan DIRCK DIELIS HOPPENBROUWERS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 20 stuivers aan de erfgenamen van wijlen JAN GHIJSKENS, nog 1 klein hoen aan het Kapittel te Oirschot en de dorps lasten, getuigen CROM, SCHOET en VLEUTEN

2-4-1564 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 139d jaar 1565 ! akte 174 folio 53v)
-----------------------------
JOEST DIRCK ZWEERS verkoopt hierbij een jaarlijkse rente van 2 gulden welke rente NATAEL VOS als man van eerder JOSIJNEN dochter van wijlen JOEST Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN in bezit had, voor wat betreft het vruchtgebruik daarvan en vandaag voor ons schepenen daarvan afstand heeft gedaan ten behoeve van genoemde JOEST. De rente was eerder door JAN zoon wijlen AERT JACOPS als man van AGNESEN dochter van wijlen GIJSBRECHTS genoemd BERTKEN VAN DEN SPIJKER beloofd aan MARGRIET weduwe van wijlen Meester ERTS VAN DER AMEIJDEN steeds vervallend op Sint Philips en Sint Jacopsdag op onderpand van een akker genoemd de Groote Cuijpers Hoeve, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, belend door: DIRCK STOCKELMANS, de kinderen van DIRK DIE LEEGE, JAN DANIELS, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 25 april 1525. JOOST verkoopt deze rente nu aan AERDEN WERNAERTS VAN DER STRAETEN, getuigen SCHOET en P.H. SCHOET

19-7-1564 Belofte rente (RA Oirschot Inv 139d akte 302 ! los stuk A folio 117v)
------------------------------
JOOST DIRK ZWEERS heeft verklaard dat NATAEL VOS zijn stiefvader hem een jaarlijkse rente van 10 gulden heeft beloofd en daarbij heeft JOOST nu beloofd aan deze NATAEL dat hij die niet meer lastig zal vallen op welke wijze dan ook en geen aanspraken zal doen gelden op NATAEL of diens kinderen inzake zijn erfrechten wat betreft het bezit van zijn moeder, welke erfdeel JOOST eerder aan zijn stiefvader had verkocht, die daarvan het vruchtgebruik mocht genieten zolang die zou leven. Verder zal JOOST bij de verdeling zolang niet meedelen totdat JAN VOS en MARIA VOS zijn broer en zuster (lees halfbroer en halfzuster) ook elk een rente van 10 gulden hebben gehad en pas daarna zal JOOST weer meeparten inzake het bezit dat NATAEL nu heeft betreffende het vruchtgebruik daarvan, getuigen SCHOET en P.H. SCHOET die het aandroegen.

19-7-1564 Overdracht rente (RA Oirschot Inv 139d akte 301, 302 !! los stuk B folio 117v)
----------------------------------
JOOST DIRCK SWEERS heeft verklaard dat NATAEL VOS zijn stiefvader hem een jaarlijkse rente heeft overgedragen en daarvoor heeft deze JOOST nu beloofd dat hij NATEL verder niet meer zal lastig vallen op welke wijze dan ook. Verder zal hij niet weer opnieuw aanspraken stellen ten opzicht van de kiinderen van genoemde NATAEL VOS inzake de erfenis van zijn moeder, welke erfenis deze JOOST eerder aan zijn stiefvader NATAEL VOS heeft opgedragen, die daarvan zolang die leeft het vruchtgebruik van heeft gekregen en ook dat hij dat bezit inderdaad door deze NATAEL zal laten gebruiken, en dat na het overlijden van NATAEL VOS, hij zolang niet in de erfenis mee zal delen totdat JAN VOS en MARIA VOS, resp. broer en zuster (lees halfbroer en halfzuster) van genoemde JOOST ook elk eerst 10 gulden jaarlijkse rente zullen hebben gehad en daarna zullen samen pas de rest delen, getuigen SCHOET en P.H. SCHOET die het aandroegen

(opmerking Heer Jan Toirkens: dit is het handschrift van JERONIMUS VAN KELST, dus waarschijnlijk is deze akte pas zo’n 40 jaar later op schrifte gesteld of opnieuw uitgeschreven )

19-7-1564 Betaling rente (RA Oirschot inv 140a akte 118 folio 88r)
------------------------------
JOOST DIRCK SWEERS heeft verklaard dat zijn stiefvader NATAEL VOS hem een jaarlijkse rente van 10 gulden heeft overdragn en JOOST heeft hiervoor beloofd dat hij NATAEL daarvoor niet meer zal lastigvallen op welke wijze dan ook inzake het bezit van zijn moeder, welke aanspraken JOOST eerder aan zijn vader had overgegeven, die daarvan het vruchtgebruik kreeg zolang NATAEL leeft. Na het overlijden van NATAEL moet JOOST zolang op zijn erfdeel wachten totdat JAN VOS en MARIA VOS, broer en zusters (halfbroer en halfzuster) ook ieder van die 10 gulden hebben gehad. Daarna zullen ze gelijkelijk verdelen in de erfenis, getuigen SCHOET EN SCHOET die het middels H.... aandroegen

10-12-1574 Erfdeling (RA Oirschot Inv 141b akte 033, 034 folio 283v, 284, 284v)
---------------------------
JAN zoon wijlen NATAEL VOS verwekt bij wijlen JOZIJNA dochter van wijlen JOOST AERTS VAN DER AMEIJDEN, JOOST zoon DIRCKS SWEERS verwekt bij wijlen JOZIJNA en nog EVERAERT VAN AMELZOIJ (AMMELROIJ) als man van MARIEKEN dochter van wijlen NATAEL en JOZIJNA, hebben een boedelverdeling gemaakt inzake de bezittingen die ze hebben geerfd door het overlijden van NATAEL en JOZIJNA.

Bij deze verdeling krijgt JAN NATAEL VOS het huis met schuur, etc. de sloot en de vijver gelegen in Oirschot herdgang Kerkhof aan de Heuvel, belend door: de gemeenschappelijk straat, de rector van het Sint Brigidealtaar en JAN HENRICK SGRAETS, DIRCK VAN CUIJCK. Uit dit erfdeel moet jaarlijks anderhalf mudde rogge worden betaald, maat van Den Bosch en in Den Bosch te leveren aan het kapittel aldaar, nog 7 lopen gerst per jaar, Oirschotse maat aan het kapittel van Oirschot, nog 2 gouden guldens per jaar aan CORNELIS DIE BEVERE, nog 4 gulden per jaar aan de executairs van de nalatenschap van Heer GIJSBRECHT VLEMMINGS, nog 1 gulden per jaar aan DIRCK HOPPENBROUWER, nog 16 gulden eenmalig aan JOOSTEN SWEERS, nog de grondchijns en nog 16 gulden eenmalig aan genoemde EVERDEN.

Bij deze verdeling krijgt JOOST DIRCK SWEERS het huis met tuin, etc. deels akker en deels weiland genoemd de Papenvoort, gelegen in Oirschot herdgang Kerkhof aan de Huevel, belend door: de gemeenschappelijke straat, JAN PETER DIELIS, JAN HUIBRECHTS, DIRCK DIR HOPPENBROUWER. Verder krijgt hij een weiland genoemd de Rijsdonck, gelegen ter zelfder plaatse, belend door: PETER HENRICKS VAN DEN SCHOET, de gemeijnte. Ook krijgt hij de helft van een beemd genoemd de Horstenbeemd, nog onverdeeld, gelegen in herdgang Spoordonck, belend door: het Beersveld, LAMBRECHT LAMBRECHTSSN. Verder krijgt hij een rente van 3 gulden per jaar te ontvangen uit het bezit van JAN ROEF BACKS, nog 16 gulden eens te ontvangen van JAN als mede-erfgenaam. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 1 mudde rogge worden betaald aan het kapittel te Oirschot, nog 1 mudde rogge per jaar aan de rector van het Sint Anna-altaar en de grondchijns.

Bij deze verdeling krijgt genoemde EVERT het huis met tuin etc. gelegen in Oirschot aan de Heuvel, belend door: JAN HENRICK VAN BEERSE, de gemeenschappelijk straat. Verder krijgt hij een akker groot ca 7 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: PETER BOGAERTS, de gemeenschappelijke straat, PAUWEL GOIJAERTS. Verder krijgt hij een beemd genoemd Dlitschoor, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: de gemeijnte, Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN, LEENAERT LIPKENS. Verder krijgt hij een rente van 2 gulden per jaar te ontvangen van JAN DE ..... en nog 18 (moet zijn 16) gulden eens te ontvangen van JAN VOS. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 4 gulden worden betaald aan het kapittel en nog 2 en een halve gulden per jaar aan de oude kapellanen en de grondchijns.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen blijven doen, getuigen P. SCHOET en CROM

Genoemde EVERT VAN AMMELROIJ heeft beloofd om JOOST 50 gulden te geven vanwege hun wisseling van hun erfdeel, datum en getuigen als boven

VIe. Daniel Mr. Aert Daniels van der Ameijden, schout te Sint Michielsgestel, Kastelijn te Herlaer, kasteelbeheerder van Herlaer, tr. Geertruid Jan van Vlierden, † vóór 11 febr. 1570, dr. van Jan en Lana Goijaerts de Jeger.
Uit dit huwelijk:
1. Aleijt dochter Daniel Aerts van der Ameijden, † vóór 21 aug. 1602, tr. vóór 11 febr. 1570 Jonker Jan Christiaens van der Tommen, † vóór 4 sept. 1587.
2. Jonker Goijaerts Daniels (Godefroidt), volgt VIIb.
3. Heer Nicolaus Daniels van der Ameijden, deken van Eindhoven, † 17 maart 1585.
4. Mr. Jan Daniels van der Ameijden, Mr. Raedt tot Salzborch, † Ingelstadt vóór 31 dec. 1597.
5. Jacop Daniels van der Ameijden.
6. Aert Daniels van der Ameijden.
7. Heijlken Daniels van der Ameijden, † vóór 31 dec. 1597, tr. NN van Rijswijck, Gouveneur van den Grave.
8. Margarita Daniels van der Ameijden, † Ingelstadt vóór 3 dec. 1597, tr. Hans Rompel van Eldieckhuijsen (Eldreshuysen), geb. Augusburg, † Ingelstad vóór 31 dec. 1597.
9. Arnolda Daniels van der Ameijden.

Notitie bij Daniel Mr. Aert Daniels: .
hij is herbergier (kastelein) op Herzel (of Herlaer)
Notitie bij het huwelijk van Geertruid Jan en Daniel Mr. Aert Daniels: .
DANIEL AERTS DANIELS VAN DER AMEIJDEN was o.a. kastelein te Herlaer, kasteelbeheerder en kasteelheer op Herlaer, schout te Gestel (Sint Michielsgestel) bij Den Bosch.
De kinderen worden vermeld in Campinia 1971-1972 pag 146-147

27-2-1523 Verkoop huis (RA Oirschot Inv 129b akte 217 folio P329r)
-----------------------------
DANIEL zoon Meester AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN verkoopt het huis en bezit met nog 3 lopenzaad land, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel daar, belend door: PETER VAN DER AMEIJDEN, het erf waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt hij een heiveld, in dezelfde herdgang gelegen aan de Papenvoort, belend door: HENRICK VAN BERSE, de gemeenschappelijke straat, JACOP WOUTERS VAN DEN DIJCK en meer anderen. Dat bezit had genoemde DANIEL eerder vanwege het recht van vernadering verkregen van Heer HERMAN CLEIJNAEL, kanunnik en Heer HERMAN op zijn beurt had het verkregen van de kinderen van wijlen HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN. Hij verkoopt het bezit nu aan Heer JAN VAN DER HAGEN (soms ook DUMO genoemd) priester en kanunnik te Oirschot. Als er in de toekomst van deze verkoop en huis etc. een andere brief blijkt te bestaan aan Heer JAN VAN DER HAGEN, dan komt deze brief van hierboven te vervallen, getuigen HOPPENBROUWER en BERSE

21-1-1536 Aankoop perceel land (RA Oirschot Inv 132b akte 036 folio 12r)
---------------------------------------
JASPAR VAN ESCH onze collega schepen en JAN PETER DANIELS daarvoor gemachtigd zijnde vanwege JAN LONIS ROTAERTS, verkopen hierbij een stukje land, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: een weg daar, het erf dat eerder van FRANCK DE HAEST was, de weduwe en kinderen van PETER MATHIJSSEN, een akkertje genoemd het Sint Jorisakkertje. Genoemde JAN had dat stukje land geerfd bij de dood van zijn vader LONIS en zijn moeder KATARIJN. Zijn vader had het weer geerfd bij de dood van diens moeder KATARIJN, dochter van LONIS COSTERS en wijlen de laatste KATARIJNEN had het geerfd van GERARD en HERMANS broers en kinderen van AERT VOS en van meer anderen, conform schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen het perceel nu met alle dokumenten daarover van JAN aan DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten namens henzelf en namens JAN LONIS ROTAERTS af te handelen, getuigen GOESSEN, CORT en SCHOET

28-5-1537 Overdracht weilandje (RA Oirschot Inv 132c akte 216 t/m 218 folio 67v t/m 68v)
---------------------------------------
JAN CORSTIAEN LANEN, verder PETER LANEN en RUT VERAFTER als voogden en toeziende voogden over de wettige minderjarige kinderen van DANIEL CORSTEN LANEN verwekt bij ENGELEN dochter van DANIEL CLOENEN (waar voor genoemde DANIEL CORSTEN LANEN op dezelfde dag afstand van zijn vruchtgebruik heeft gedaan) dragen hierbij een weilandje over genoemd ’t Venne, groot ca 1 zesterzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke straat, PETER LANEN, MICHIEL JOOSTEN, DANIEL zoon wijlen MEESTER AERT VAN DER AMEIJDEN, na rijpe beraadslagingen hierover, en ze ruilen het perceel nu omdat het voordeliger is voor de genoemde kinderen, voor een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge uit een pacht van 4 mud rogge per jaar en nog voor een éénmalige levering van 6 mud en 9 lopen rogge eens in de zak. Ze dragen hun perceel nu over aan DANIEL zoon Meester AERT VAN DER AMEIJDEN en de voogden beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. De nieuwe eigenaar moet wel overpad aan anderen verlenen, getuigen VOS en SCHOET

PETER DANIEL LANEN draagt hierbij een weilandje over genoemd ’t Venne met recht van overpad over het perceel dat nu eigendom is van DANIEL zoon wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN, gelegen in Oirschot, herdgang de Notel, belend door: het erf dat eerder van DANIEL CORSTEN LANEN was en nu van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, MICHIEL JOESTEN. Nog draagt hij een weilandje over, groot ca 1 lopenzaad, gelegen in Oirschot, herdgang de Notel, belend door: genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN, PETER DANIEL LANEN waarvan is afgedeeld, de gemeijnte. Hij ruilt deze percelen nu voor een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge uit een jaarlijkse pacht van 4 mud rogge en nog de leveren van 6 mud en 3 lopen rogge eenmalig uit de zak en draagt het bezit over aan DANIEL zoon wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN. PETER belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, maar DANIEL op zijn kosten moet wel een perceelafscheiding maken tussen zijn erf en dat van PETER, actum als boven

DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat PETER DANIEL LANEN en DANIEL CORSTEN LANEN als weduwnaar van ENGEL, en verder JAN CORSTIAEN LANEN, PETER LANEN en RUT VERAFTER als toeziende voogden van hiervoor, aan hem in ruil met hun overdracht van bepaalde percelen aan hem, op die manier aan hem een jaarlijkse rente hebben afgelost van 4 mud rogge per jaar. Die pacht had DANIEL zoon wijlen DANIEL natuurlijke zoon van Heer HENRICK, eerder beloofd aan zijn broer PETER, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. genoemd de Dries en uit een akker genoemd de Braeck en een groesveld genoemd dat Venne, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 7 december 1464. DANIEL doet nu afstand van die rogpacht en geeft kwijting, actum als boven

Opm. Heer Jan Toirkens: behalve de levering van wat rogge in de zak, gebeurt de ruil met gesloten beurzen!)

ca 21-2-1542 Vermelding beroep (RA Oirschot Inv 134c akte 082 folio 26v)
--------------------------------------
NATAEL VOS schout van Oirschot en namens HENRICK VAN MERODE, Heer van Petershem, Herlaer, Oirschot etc. heeft als schuldenaar beloofd om aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN kasteelbeheerder op Herlaer, ten behoeve van deze HENRICK VAN MERODE vanwege het schoutsbamt te Oirschot, die een jaarlijks bedrag van 14 gulden te gaan betalen en daarnaast vanwege het gruitrecht te Oirscot wat betreft het aandeel van genoemde Heer VAN MERODE daarin, die een bedrag van 36 gulden te zullen betalen, steeds vervallend met Kerstmis voor de eerste keer per a.s. Kerstmis, getuigen ESCH, GOESSEN en CORT die het aandroegen

1-1-1552 Afstand procedure, proces (RA Oirschot Inv 137a akte 154 folio 49, 40)
--------------------------------------------
DANIEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en GEERTRUID VAN VLIERDEN zijn vrouw hebben hierbij afstand gedaan, zonder dat zij daartoe door iemand zijn gedwongen, terzake van de procedure of proces dat loopt of nog zal lopen tegen de deken van de Sint Peterskerk te Oirschot en dat nog onbeslist is contra meester HENRICK VAN DER AMEIJDE, advocaat verbonden aan de Raad van Brabant. De kwestie handelt over de verantwoording die deze Meester HENRICK had geeist van genoemde DANIEL over diens beheer inzake het bezit etc. van wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, de vader van genoemde DANIEL en welk beheer daarvoor door Heer JAN VAN DER HEIJDEN was gevoerd als voogd van genoemde Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN. DANIEL en GEERTRUID verklaren dat zij binnen 14 dagen voor of na a.s. Maria Lichtmisdag op eerste aanwijzing het vonnis zullen nakomen dat is uitgesproken in de zaak tussen genoemde Meester HENRICK enerzijds en genoemde DANIEL ter andere zijde door de bestuurders van de Leuvense universiteit. DANIEL en GEERTRUID beloven ook alle kosten terzake van de procedure te zullen voldoen zowel van de kant van genoemde Meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN alsook vanwege henzelf, getuigen HOPPENBROUWERS en VEN die het goedgekeurd hebben.

19-2-1554 Verkoop weiland (RA Oirschot Inv 137b akte 116 folio 30v)
---------------------------------
DANEEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, kasteelheer van Herlaer, verkoopt hierbij een weiland gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof belend door: het erf van de koper, de Helle, de weduwe van JANS VAN VLIERDEN, een gemeenschappelijke kerkpad. Hij verkoopt dit perceel nu aan (zijn neef) DANIELS AERTS VAN DER AMEIJDEN (deze laatste DANIEL is verm. de zoon van AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en DIRCKSKE HENRICKS DIRCKS VAN BOXTEL) en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen GOESSEN en JAN VAN DEN SCHOET

Op 25-6-1556 verkoopt DANEEL zoon wijlen Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN schout te Gestel nabij Den Bosch aan zijn neeft HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN een beemd, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck aan de rivier de Aa met daarbij nog een speciale afhandeling wat betreft het betalen van die beemd (zie voor volledige akte bij HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN (RA Oirschot Inv 138a akte 210 folio 54r, 54v)

1-4-1558 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 138b akte 135 folio 33v, 34)
-------------------------------
DANIEL zoon wijlen Meester AERT VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan JAN ROEFS GOIJAERTSZOON voortaan een jaarlijkse rente van 15 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag (24 juni) en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag over 1 jar, op onderpand van een beemd genoemd de Elsdonck, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: de Heer VAN FRENTSZ, de weduwe en kinderen van GOIJAERT HOPPENBROUWER, de kinderen van JAN HUISKENS, de gemeijnte. Ook nog op onderpand van een huis, tuin etc. genoemd de Hoeve, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeijnte, DANEEL LANEN, MICHIEL JOOST MICHIELS, getuigen VELDE en VLUETEN

JAN ROEF GOIJAERTSZOON staat aflossing van de rente altijd toe op Sint Jansdag van elk jaar, mits er een halfjaar vooraf is opgezegd, tegen betaling van 210 gulden en de achterstallige termijnen. DANIEL zal de rente ook in termijnen van elk 105 gulden mogen aflossen, actum als boven

Op 23-12-1597 is er een overeenkomst tussen de zoon van DANIEL t.w. GOIJAERT met de erfgenamen van JAN ROEFS GOIJAERT over deze rente (zie bij zoon GOIJAERT voor volledige akte)

18-10-1566 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 140a akte 271 folio 134v, 135r)
--------------------------------
DANEEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge, welke pacht CATHARIJNEN DROENEN met haar voogd eerder had beloofd aan PETER natuurlijke zoon van Heer HANS VAN BAEST, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: MEUS DECKERS, het erf dat van JANS VAN DOEREN was, de gemeenschappelijke straat, conform een Oirschotse schepenbrief d.d. 13 april 1439. Hij verkoopt deze pacht n aan JAN ROEF GOIJAERTSZOON en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen SCHOET en HOPPENBROUWERS

Onderstaande verkoop van erfdelen heeft volgens mij plaats na het overlijden van GEERTRUID JAN VAN VLIERDEN, want DANIEL AERTS leeft nog op 29-7-1579 (zie verder akte van deze datum)

11-2-1570 Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 141a akte 072 t/m 089 folio 18r t/m 23r)
----------------------------------
Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouw ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een akker genoemd den Eusselakker groot 5 lopenzaad en 13 en 1/4e roeden, die hij voor 9 delen heeft verkregen door koop van de kinderen van DANIEL en GEERTRUID en voor het 10e deel door hem is geerfd bij het overlijden van genoemde DANIEL en Joffrouw GEERTRUID. De akker ligt te Oirschot herdgang de Notel, belend door: ADRIAEN RUTGERS, JAN PETER DIELIS, MARTEN PETER HEIJLIGEN, de gemeenschappelijke straat en wordt nu verkocht aan WILLEM GOIJAERTS VAN DEN MAERSELAER en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 1 stuivers grondchijns per jaar, datum 11 februari 1570, stijl van Luik, getuigen als schepenen CROM en VEN

WILLEM GOIJAERTS VAN DEN MAERSELAER heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 205 gulden en 12 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, zonder rente danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestie" vrij van alle belastingen en heffingen, actum als boven
in marge: met instemming van partijen doorgehaald

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouwe ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een akker genoemd den Cloosterakker en een stuk akker dat erbij hoort, die nog niet is afgescheiden, die hij voor 9 delen heeft verkregen door koop van de kinderen van DANIEL en Juffrouwe GEERTRUID en voor het 10e deel door hem is geerfd bij het overlijden van genoemde DANIEL en Jouffrouw GEERTRUID. De akker ligt te Oirschot herdang de Kerkhof belend door: AERT PETER ALAERTS, de gemeijnte, de kinderen van DIRCK SIJKENS. Het perceel wordt nu verkocht aan WILLEM GOIJAERTS VAN DEN MAERSELAER en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge per jaar aan de kosterij te Oirschot, waarvan de eerste termijn voor de koper vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, actum als boven

WILLEM GOIJAERTS VAN DEN MAERSELAER heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 60 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "den penning zestien" vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouw ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERT VAN DER AMEIJDEN verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een beemd met een daarbij gelegen heiveld genoemd het Langschoer, dat hij voor 9 delen heeft verkregen door koop van de kinderen van DANIEL en Jouffrouw GEERTRUID en voor het 10e deel door hem is geerfd bij het overlijden van genoemde DANIEL en Jouffrouw GEERTRUID. De beemd is gelegen te Oirschot herdgang de Notel aan de Cortendijck, belend door: AELBRECHT JANSSOEN, JAN VAN CUIJCK, de gemeijnte, LAUWREIJS VERHOEVEN en meer anderen en wordt nu verkocht aan JAN VAN HERSEL als man van ALEIJT wettige dochter van wijlen WILLEMS VAN BREUGEL. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van 2 blanken min 1 negenmenneken, actum als boven

JAN VAN HELSELE (moet zijn VAN HERSEL) als man van ALEIJT dochter van WILLEM VAN BROEGEL heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 160 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien" vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouwe ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een huis met schuur, stal, schop, bakhuis etc. met een boomgaard en een akkertje dat achter het bakhuis ligt en nog mt 3 eeuwsels die erbij liggen en de vijver die erbij hoort, met het land genoemd het Haverland dat tegen de vijver aanligt en een huisje (hoesken staat er) dat rondom in het water ligt, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: THOMAS JANSSN, DANIEL LANEN, de gemeijnte, JAN VAN TULDEN. Het bezit wordt nu verkocht aan ANNA weduwe van GOIJAERT GOESSENS en aan GOESSEN, HENRICK en IJKEN broers resp. zuster. De verkoper belooft alle lasten af te handelen behalve een jarlijks rente aan de erfgenamen van FRANS BOGAERTS van 12 gulden aflosbaar met 200 gulden, waarvan de eerste termijn voor de kopers vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar en verder nog 1 stuivers en 1 moorken grondchijns per jaar, actum als boven

ANNA weduwe GOIJAERT GOESSEN met haar voogd ADRIAEN DANIELS, verder GOESSEN en HENRICK broers en kinderen van genoemde GOIJAERT GOESSENS die voor henzelf handelen en ook voor hun zuster IJKEN, hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 550 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien" vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouw ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een akker genoemd de Hertog, groot ca 3 lopenzaad min 2 en 1/4e rode, met recht van overpad over een akker genoemd de Faesakker en over de gemeijnte aldaar, die hij voor 9 delen heeft verkregen door koop van de andere kinderen van DANIEL en Jouffrouw GEERTRUID en voor het 10e deel door hem is geerfd bij het overlijden van genoemde DANIEL en Jouffrouw GEERTRUID. De akker ligt te Oirschot herdgang de Notel, belend door: PETER HENRICKS VAN DE SCHOET, het Gasthuis van wijlen Heer AMELRIJCK BOETS (BOOTS), de gemeenschappelijke straat, de Faesakker. Het perceel wordt nu verkocht aan THOMAES JANSSN VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 2 stuivers min 1 negenmenneken grondchijns, actum als boven

THOMAS JANSSN VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 118 gulden en 6 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien" vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouwe ALEIJTEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een akker genoemd den Faesakker, groot ca 4 en een halve lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de kinderen van WILLEM DIE METSERE, het Gasthuis van Heer AMELRIJCK BOOTS, JAN PETER BIERKENS, een akker genoemd de Gemeijnt met het recht van overpad over die akker genoemd de Gemeijnt. De sloot tussen de Faesakker en de gemeijnte zal THOMAS JANSSN VAN DER AMEIJDEN voor de helft krijgen en de andere helft daarvan is van NICLAES VLEMMINCKS. Het perceel wordt nu verkocht aan THOMAS JANSSN VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 1 stuiver min 1 moorken grondchijns actum als boven

THOMAS JANSSEN VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 180 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel 1 jaar daarna op Maria Lichtmisdag met een rente van "de penning zestien", vrij van alle belastingen, actum als boven

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouw ALEIJTEN in zijn hoedanigheid als hiervoor vermeld, verkoopt het huis met tuin, schaapskooi etc. en de akker die erbij ligt, groot in totaal ca 11 lopenzaad en 35 en een halve roeden, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: ROEF DIELISSEN, DANIEL LANEN, de gemeijnte. Dit bezit wordt nu verkocht aan ROEFFEN DIELISSEN en kan per a.s. oogsttijd worden aanvaard. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 2 stuivers min 1 moorken grondchijns, actum als boven

ROEF DIELISSEN heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 538 gulden en 14 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien", vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven

in marge 1:
Met instemming van Jouffrouw ALEIJDT VAN DER AMEIJDEN, weduwe van Jonker JAN VAN DER TOMMEN en haar broer Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN, doorgehaald en door een andere akte vervangen d.d. 4 september 1587 zoals vermeld in het protocol aldaar. (zie voor volledige akte bij ALEIJT zelf, Georgina)
in marge 2:
Daarna heeft Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN ook nog op 12 oktober 1593, op dezelfde wijze verklaard te zijn voldaan
(dit is niet in het protocol van 1593 te vinden, Georgina)

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Juffrouwe ALEIJTEN VAN DER AMEIJDEN dochter van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij deze DANIEL VAN DER AMEIJDEN en bij GEERTRUID dochter van JANS VAN VLIERDEN, verkoopt een akker genoemd de Notelakker, groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: GERARD PENNINCKS, HAPPO DIRCK LAUWREIJSSEN, AELBRECHT JANSSOEN, de gemeenschappelijke straat. Het perceel wordt nu verkocht aan JAN JOORDEN WILLEMS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de dorpslasten actum als boven

JAN JOORDEN WILLEMS heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 360 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien", vrij van alle heffingen en belastingen, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

Jonker JAN VAN DER TOMMEN als man van Jouffrouw ALEIJDT zoals vermeld in de voorgaande aktes, verkoopt een akker genoemd de Gemeijnte, groot 5 lopenaad en 40 en 1/4 roeden, samen met de helft van de sloot tussen de Faesakker en de gemeijnte, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: THOMAS JANSSEN VAN DER AMEIJDEN, WILLEM SERVAES, het erf van de koper, de gemeenschappelijk straat. Hij verkoopt dit perceel nu aan NICLAES GIJSBRECHTS VLEMMINCKS en de verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een halve braspenning per jaar grondchijns. Verder is de koper verplicht het hek te onderhouden zonder de palen ervan, dat hangt tussen het erf van ELSKEN DIELIS ROEFS en het erf van de kinderen van WILLEM DE METSER. Verder moet het perceel recht van overpad verlenen aan de akker genoemd de Hertog en aan de Faesakker, actum als boven

Genoemde NICLAES uit de voorgaande akte heeft beloofd om aan Jonker JAN VAN DER TOMMEN een bedrag van 232 gulden te zullen betalen, per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente, danwel a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van "de penning zestien" vrij van alle heffingen, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

18-4-1570 Verkoop akker, heiveld (RA Oirschot Inv 139a jaar 1561 !!! akte 015, 016 folio 6)
----------------------------------------
RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE als gemachtigde vanwege Jonker JAN VAN DER TOMMEN zoals ons voldoende is gebleken uit een schepenmachtiging van Oirschot d.d. 12 februari 1570,verkoopt hierbij een akker met een daaraan gelegen heiveldje, genoemd Swevers Hoefken, groot ca 5 lopenzaad, en 13 en 1/4 roede, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: HENRICK VAN DE SCHOOT, JAN JOIRDEN WILLEMS met meer anderen, NICOLAES VLEMMINGS, de gemeenschappelijke straat. Hij verkoopt het perceel nu aan WILLEM DIRCK MICHIELSEN en de verkoper belooft alle lasten namens deze Jonker JAN VAN DER TOMMEN af te handelen, behalve de dorpslasten, getuigen CROM en VEN

WILLEM DIRCK MICHIELSEN heeft als schuldenaar beloofd om aan RUTGER JANSSEN ten behoeve van Jonker JAN VAN DER TOMMEN die en bedrag van 189 gulden te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente danwel per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente tegen de "penning zestien", getuigen getekend: WOUTER THOMAES VAN DE VEN en PETER JANS DE CROM

Opm Heer Jan Toirkens: waarom deze aktes in het protocol van het jaar 1561 terecht komen is een raadsel

Ik heb de bedragen van het totale bezit wat verkocht werd in de vorige aktes opgeteld en kwam tot een totaalbedrag van 2404 gulden en 6 stuivers !!!!!!
Notitie bij het huwelijk van Jonker Jan Christiaens en Aleijt dochter Daniel Aerts: .
Zij woonden verm. niet te Oirschot.

5-9-1573 Overdracht boerderij te Son (RHC Eindhoven Inv 17 flio 15v)
---------------------------------------------
Overdracht door JAN VAN DER ESCHE JASPERSSEN namens JAN VAN DER TOMEN CHRISTIAENSEN en ALEIJDA VAN DER AMEIJDEN aan HENRICK VAN DER AMEIJDEN van een boederij te Son, verder genoemde namen in deze akte: DAENDEL VAN AMEIJDEN vroegere eigenaar,
GEERTRUIJT VAN VLIERDEN vroegere eigenaar, CATELIJN, MARTEN ROEFS, HENRICK VAN DER AMEIJDEN, GEVERARDT VAN DOM schepen, JEWAEN VAN HOVEL schepen

7-3-1578 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 142a akte 035, 036 folio 100r)
-------------------------------
WILLEM zoon DIRCK TIMMERMANS alias FAES heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker JANS VAN DER TOMMEN een bedrag van 94 gulden en 11 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, getuigen HOPPENBROUWERS en AFTER

Afgesproken is dat als het land minder groot is, dan in de voorwaarden staat vermeld, dat WILLEM dat op diens koopsom in mindering mag brengen voor zover dat nog niet is gebeurd, actum als boven

Waar dit op slaat is mij een raadsel, of het moet te maken hebben met de verkochten landen in februari 1570 uit de erfenis van DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN en GEERTRUID JAN VAN VLIERDEN, hoewel deze WILLEM DIRCK TIMMERMANS niet voorkomt in die aktes.

4-9-1587 Bezwaar kapitaal (RA Oirschot Inv 143b akte 214 t/m 217 folio 260)
--------------------------------
Joffrouw ALEIJDT VAN DER AMEIJDEN weduwe van Jonker JAN VAN DER TOMMEN geassisteerd door JONKER GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN haar broer en voogd, heeft bezwaar aangetekend bij ROEFFEN DIELIS HOUBRAKEN, vanwege een bepaald kapitaal en de rente daarvan, welk kapitaal deze ROEF eerder aan genoemde VAN DER TOMMEN had beloofd vanwege een koop van grond, en dat hij wordt verzocht op te komen dagen om door een arbitragecommissie een besluit te laten nemen, waarbij de kosten en schades die ze hierdoor lijden voor zijn rekening komen, getuigen ENGELANT en EKERSCHOT

Er is zeker een overeenkomst gemaakt van de volgende akte verkoopt ROEF DIELIS HOUBRAKENS een rente aan ALEIJD t.w.:

ROEF zoon wijlen DIELIS HOUBRAKENS verkoopt een rente van 12 gulden per jaar die hij heeft geerfd van JAN VAN DE SCHOOT zijn zwager en die deze JAN VAN DEN SCHOOT had verkregen van HENRICK DE HOPPENBROUWER en welke rente GERARD HENRICK PENNINCKS eerder had beloofd aan HENRICK DE HOPPENBROUWER. De rente vervalt elk jaar op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis etc. groot ca 6 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: JAN PENNINCKS, ALAERT LIPPEN. Ook nog op onderpand van een ekker van 4 lopenzaad, belend door: DIRK JOORDENS. Ook nog uit een beemd ter Ameijden aan de Schoomdonck, ook nog op onderpand van een weiland in de Notel, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 4 februari 1547. Deze rente verkoopt hij nu met de termijn die per a.s. Maria Lichtmisdag begint, aan Joffrouw ALEIJDEN VAN DER AMEIJDEN weduwe van Jonker JAN VAN DER TOMMEN. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen H. HOEVEN en EKERSCHOT

Hierbij is afgesproken dat Jouffrouw ALEIDT de genoemde schuldbrief alsnog aan genoemde ROEF zal overhandigen om daarmee zijn achterstallige termijnen daarvan te incasseren, actum als boven

Hiermee is ook de belofte komen te vervallen vanwege een aankoop die ROEF eerder aan deze Jonker JAN VAN DER TOMMEN had gedaan en is daarmee volledig afgehandeld, actum als boven

29-10-1589 Overeenkomst betaling (RA Oirschot Inv 143a akte 279 folio 194v)
-------------------------------------------
GIJSBERT zoon wijlen NICLAES VLEMMINCKS geassisteerd door DANELEN VAN DEN SCHOOT als voogd over de minderjarige kinderen van genoemde NICLAES VLEMMINCKS, vanwege het feit dat deze NICLAES een bepaald stuk land had gekocht van Jonker JAN TOMMEN, zijnde een weiland en een beemd genoemd het Rot, welk land nooit volledig is betaald, maar hebben daarvoor een jaarlijkse rente van 10 gulden beloofd, die nu 8 jaar onbetaald zijn en hebben daarom nu aan Joffrouw ALEIJDEN VAN DER AMEIJDEN weduwe van deze Jonker VAN DER TOMMEN, een bedrag van 30 gulden beloofd te zullen betalen vanwege 4 termijnen, waarbij er dus 1 termijn is kwijtgescholden, behalve dat GIJSBERT nog 2 gulden en 10 stuivers nog direkt heeft betaald. Daarnaast blijven er dan nog 4 termijnen achterstallig en GIJSBERT cum suis beloven nu dat ze naast de genoemde pacht elk jaar nog 10 gulden extra zullen betalen met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, derhalve in totaal 20 gulden, idem per Maria Lichtmisdag anno 1589 20 gulden, idem per Maria Lichtmisdag anno 1590, 20 gulden en idem per Maria Lichtmisdag anno 1591, 20 gulden. Met ingang van Maria Lichtmisdag anno 1592 zal er weer normaal 10 gulder per jaar worden betaald. De termijn van 10 gulden die per a.s. Maria Lichtmisdag betaald moet worden, zullen ze zo snel mogelijk betalen, getuigen alle schepenen, aangedragen door SCHOOT
Notitie bij Heer Nicolaus Daniels: .
Volgens een akte van 25-2-1572 was hij deken te Eindhoven (ARA Vonnisboeken Brussel Inv 525-673 fiche 8 Inv 645 periode 1572, Henk Beijersarchief)
Notitie bij Mr. Jan Daniels: .
hij was raad te Salzburg
Notitie bij Jacop Daniels: .
JACOP was bijgenaamd "den Swarten Ruijter"
Notitie bij het huwelijk van NN en Heijlken Daniels: .
Uit dit huwelijk een zoon die gouveneur van Grave was

VIIb. Jonker Goijaerts Daniels (Godefroidt) van der Ameijden, kastelein van Oud-Herlaer toto 13-10-1586.
Zijn zoon:
Daniel natuurlijke zoon Goijaert (Goedevaert) van der Ameijden.

Notitie bij Jonker Goijaerts Daniels (Godefroidt): .
Beschrijving Kasteel Herlaer (Brabantse Leeuw jaar 1976 jaargang 28 pag 87)
--------------------------------
(gedeelte tekst)
Het Herlaer werd beheerd door Rentmeesters, maar deze bewoning van het kasteel door de rentmeesters gaf ook wel aanleiding tot moeilijkheden als een andere rentmeester werd aangesteld. Zo leest men in een brief van ADRIAEN LEUNISZ VAN HEEZE secretaris van Sint Michiels Gestel van 13 October 1586, dat GOYAERT VAN DER AMEIJDEN die als kastelein werd opgevolgd door HENRICK DACHVERLIES weigert zijn opvolger in het kasteel toe te laten (familiearchief van de Merode Inv 328)

23-12-1597 Overeenkomst betaling rente (RA Oirschot Inv 144c akte 386, 387 folio 521v, 532)
--------------------------------------------------
Er was een geschil ontstaan tussen JAN JAN ROEF GOIJAERTS als partij enerzijds en Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN als partij anderzijds vanwege een rente van 15 gulden per jaar, welke rente DANIEL Meester AERT VAN DER AMEIJDEN (de vader van Jonker GOIJAERT) eerder aan JAN ROEF GOIJAERTS had beloofd op vervaldag Sint Jan Baptistdag (Sint Jansdag, 24 juni) op onderpand van een beemd genoemd Deldonck (de Elsdonck) gelegen in Oirschot herdgang Straten en ook nog op onderpand van een huis etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 1 april 1558.
Om eventuele verdere processen daarover te vermijden, zijn voor ons schepenen verschenen deze JAN zoon JAN ROEF (GOIJAERTS) en GEERLICK ANTHONIS als man van JENNEKEN dochter van JAN CORSTIAENS VAN DE ZANDE verwekt bij CATHARIJN dochter van genoemde JAN ROEFFEN, partij enerzijds en genoemde Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN partij anderzijds en hebben door bemiddeling van een arbitragecommissie het volgende afgesproken.
De genoemde rente van 15 gulden per jaar zal worden teruggebracht tot een rente van 14 gulden die aflosbaar zijn, zoals in de brief daarover staat aangegeven met 200 gulden. Aangaande de betalingsachterstand en de kosten van de rechtsprocedure, belooft Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN aan genoemde JAN en GEERLICK een bedrag van 70 gulden te zullen betalen en wel per a.s. Sint Bavodag.
Partijen beloven elkaar dit kontrakt te zullen nakomen, getuigen GESTEL, OUDENHOEVEN, KEIJMPS en BUCKINCX

in marge:
aangaande de gehele achterstand en de kosten zijn deze door GOOSSEN aan JAN zoon JAN ROEFFEN betaald en wel middels een kwitantie van 11 oktober 1602 die door JAN JAN ROEFFEN is ondertekend, zoals dat door mij als secretaris is gebleken op 30 december 1609, quod attestor J. DE KELST secretaris

Afgesproken is dat de eerste termijn van deze 14 gulden per jaar vervalt op Sint Jansdag.

23-12-1597 Verkoop beemd en rente (RA Oirschot Inv 144c akte 388, 389 folio 532r, 532v)
--------------------------------------------
Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN verkoopt een beemd genoemd de Kaerskorf, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: HENRICK JAN GERARTS, GEERTRUIT weduwe en kinderen van JAN WILLEM JOORDENS, GERART JANSSEN VAN BEERS, de gemeijnte genoemd het Bebbelaer. Hij verkoopt dit perceel nu aan GOOSSEN GOIJAERT GOOSSEN en belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalva ca 1 stuiver min 1 penning grondchijns, getuigen KEIJMPS en BUCKINCKX

JONKER GOIJAERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een rente van 12 gulden per jaar, die hij heeft geerfd van Joffrouw ALEIJT zijn zuster, en deze ALEIJT had verkregen van ROEF HOUBRAKENS en deze ROEF had verkregen van JAN VAN DE SCHOOT en deze laatste weer van HENRICK GILLIS HOPPENBROUWERS en welke rente GERART HENRICK PENNINCKS eerder had beloofd aan HENRICK GILLES HOPPENBROUWERS met vervaldag Maria Lichtmisdag en wel vrij van alle belastingen en tiendes, op onderpand van een huis en tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: JAN PENNINCKS, ALAERT LIPPEN. Ook nog op onderpand van een akker genoemd het Streepken, groot ca 1 zesterzaad, aldaar gelegen. Ook nog op onderpand van een akker groot ca 4 lopenzaad aldaar gelegen, belend door: HENRICK JOORDENS, nog uit een beemd ter Ameijden gelegen, genoemd de Schomdonck, nog uit een eeuwsel onder de Notel gelegen, belend door: THOMAS VAN DER AMEIJDEN zoals blijkt uit een schepenbrief van Oirschot d.d. 1547. Hij verkoopt deze rente nu aan GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS en dien zuster IKEN en belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, actum als boven

31-12-1597 Testament (ONA Oirschot Inv 8 folio 7v)
---------------------------
Op 31-12-1597 maakt GOEDEVAERT VAN DER AMEIJDEN die van plan is naar Ingelstadt te vertrekken voor Notaria WILLEM DE METSER te Oirschot zijn testament. Genoemde personen in dit testament zijn: DANIEL VAN DER AMEIJDEN overleden, JANNEN VAN DER AMEIJDEN woonplaats Ingelstadt overleden, MARGRIETEN VAN DER AMEIJDEN, woonplaats Ingelstadt overleden, HANS RONPHEL VAN ELDRECHSHUIJSE woonplaats Ingelstadt overleden, CATHARIJNEN SEVERIJNS woonplaats Vorst dienstbode, JANNEN VAN RIJSWIJCK, BARBARA VAN RIJSWIJCK, FRANCHOIS VAN RIJSWIJCK, HEIJLWIGEN VAN DER AMEIJDEN, GOIJAERDEN GOOSSENS GOYAERTS, DANIELEN VAN DER AMEIJDEN natuurlijke zoon GOEDEVAERT, AERDEN SGRAETS, WILLEMEN DE METSER, als getuigen traden op MICHIEL VAN DE MEREVOIRT priester en DIRCKEN DE HOPPENBROUWER

1602 (http://www.lwgh.laakdal.be/schepenakten.htm)
--------
In 1602 verkocht Jonker GOIJAERT VAN DEN AMEIJDEN bezittingen van het Hof (landerijen, lenen en cynzen) aan JAN VAN HAMME, die toen secretaris van Vorst was en dien voordien meier van het hof. Deze deed het vervallen hof herstellen en ging het zelf bewonen. JAN VAN HAMME deed ook het schrijfwerk van het Hof enz.

21-8-1602 Verkoop helft beemd (RA Oirschot Inv 145b akte 133 t/m 135 folio 320r, 320v)
--------------------------------------
Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN verkoopt de helft van een beemd genoemd de Meulsbeemd, die hij heeft geerfd bij het overlijden van Joffrouwe ALEIJT VAN DER TOMMEN zijn zuster (VAN DER AMEIJDEN) gelegen in Oirschot herdgang de Notel aan de Vaerhovel, belend door: JAN GERARTS VAN KERKOERLE, de kinderen van PAUWEL SUETERICKS, CORNELIS WILLEMS VAN BEERWINKEL, de gemeijnte. Het perceel wordt verkocht aan GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behouden de grondchijns, getuigen VAN DER HOEVEN en CROM

Genoemde GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS heeft als schuldenaar beloofd om aan Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN vanwege deze verkoop en ook vanwege eerdere diensten die deze VAN DER AMEIJDEN aan hem had verleend, en in mindering daarop de kosten van verteer dat VAN DER AMEIJDEN bij hem had genoten, als nog een bedrag van 32 gulden te betalen en wel meteen, actum als boven

Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat hij vanwege de betalingsbelofte van deze GOOSSEN volledig is voldaan, actum als boven

23-8-1602 Verzoek vonnis (RA Oirschot Inv 145c jaar 1605 !!akte los 024 folio los 15v)
-------------------------------
GOOSSEN zoon GOIJAERT GOOSSENS als gemachtigde voor Jonker GOIJAERTS VAN DER AMEIJDEN die een uitspraak op een vonnis heeft verkregen, vanwege een in beheer gegeven geldsom die onder berusting is van GHIJSBRECHT en MARTEN NICLAES VLEMMINCX en bij GERARD GERARD PENNINCKS, waarvoor RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE namens Jonker LAMBERT MILLINC VAN GERWEN (zoals hij zei) op de gebruikelijke wijze had bemiddeld, waarbij GOOSSEN ondanks deze interventie vandaag opnieuw zijn rechten heeft bekend gemaakt dat hij zonder enig verzoek zijn onderpand wil laten executeren. Daarom is GHIJSBRECHT NICLAES VLEMMINCX voor hemzelf en ook voor zijn broer MARTEN en voor GERART GERART PENNINCX voor de executie van het pand naar het huis gegaaan van RUTGER VAN KERKOERLE als bemiddelaar in de kwestie en omdat hij niet thuis was, is aan zijn vrouw verzocht om direkt vanwege de genoemde som, voor zover zij daar enig recht op hebben, te willen bemiddelen of dat ze anderes hun verdere recht zouden willen doen halen, waarbij ze protest indienen, getuigen GOIJAERT ROESTENBORCH en WOUTER DE CROM schepenen en AERT DE LEEUW vorster

31-8-1605 Machtiging (RA Oirschot Inv 146a akte 089 folio 17v)
--------------------------
Jonker GOIJAERTS VAN DER AMEIJDEN machtigt GEORG THOMAS DIRCKS DE VESSEM om namens hen alle zaken te behartigen, getuigen DIELEN en VERACHTER

13-5-1610 Machtiging voor proces door tegenpartij (RA Oirschot Inv 147a akte 201 folio 66v)
-------------------------------------------------------------
WOUTER VAN ELMPT schout van Oirschot als man van Joffrouw CERISKEN dochter van wijlen JACQUES CHERIS (of VAN HERSEL?) machtigt hierbij Meester JAN AVOERTA, procureur verbonden aan de Raad van Brabant, afwezig danwel aanwezig zijnde, om namens hem in deze Raad van Brabant, het verzoek en de genomen conclusie daarover te aanhoren vanwege Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN als verkrijger van een openbare aanklachtbrief contra WOUTER VAN ELMPT. De gemachtigde moet alle rechtsmiddelen daarbij in acht nemen en handelend zowel als eisende als verdedigende partij en daarvoor eventueel de eed afleggen namens hem. Hij belooft alles nat e zullen komen wat door zijn gemachtigde zal worden afgesproken. Voorzien van zegel, getuigen D. HOPPEMBROUWERS en VEN

15-5-1610 Overeenkomst betaling (RA Oirschot Inv 147a akte 214, 215 folio 70r, 70v, 71)
----------------------------------------
Indertijd heeft Jonker JOHAN VAN DER TOMMEN als man van Joffrouwe ALEIJD, wettige dochter van wijlen DANIEL Meester AERT VAN DER AMEIJDEN door deze DANIEL verwekt bij Joffrouw GEERTRUIT dochter van wijlen JANS VAN VLIERDEN, aan ANNEKEN weduwe GOIJAERT GOOSSENS en aan GOOSSEN, HENRICK en IKEN, broer en zuster en kinderen van GOIJAERT GOOSSENS, die een huis met schuur, schuur, stal, schop bakhuis, tuin en erven verkocht met de boomgaard en een akkertje achter dat bakhuism, alles conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 11 februari 1570, Leuvense tijdstijl, maar daarbij was een rente verzwegen van 14 gulden per jaar, af te lossen tegen de penning 14 (dus 196 kapitaal) en wel te betalen aan JAN ROEF GOIJAERTS zoals bij die overdracht duidelijk is gebleken.
Omdat nu Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN als erfgenaam van vermeld Joffrouw ALEIJT zijnde zijn zuster, het bezit van haar heeft geerfd bij haar dood, heeft deze GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS deze Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN direkt na afgelopen Pasen over deze rente van 14 gulden aangesproken, dat die hem daarvoor vergoeding zou geven samen met alle achterstand ervan. Omdat genoemde AMEIJDEN verklaart dat hij voor zijn zaken zich buiten Oirschot moet begeven en daarom nu niet direkt kan voldoen, belooft hij daarom om tussen nu en Sint Bavodag weer terug te komen en deze rente van 14 gulden en de achterstand te voldoen. Daarmee heeft GOOSSEN nu ingestemd, getuigen D. HOPPENBROUWER en VEN

Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN machtigt hierbij AERDEN JOOST DE LEEUW vorster van Oirschot om namens hem zijn belangen te behartigen, die hij nu danwel elders buiten Oirschot heeft lopen. De gemachtigde moet alles doen wat daarbij nodig is, actum als boven

25-10-1610 Borgstelling (RA Oirschot Inv 147a akte 373, 374 folio 136r)
-----------------------------
GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS blijkt aan Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN (zie ook akte hiervoor) een bedrag van 9 gulden en 16 stuivers schuldig te zijn, voor welke bedrag WOUTER VAN ELMPT als schout van Oirschot GOOSSEN heeft verzocht om dat bedrag van hem in ontvangst te nemen. Omdat Jonker GOIJAERT VAN DER AMEJDEN het geld nu nodig heeft en waarbij GOOSSEN hem daarin niet wil tegenwerken of bedriegen, heeft AERT JOOST DE LEEUW als vorster van Oirschot zich borg gesteld voor Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN voor dat bedrag van 9 gulden en 16 stuivers, getuigen D. HOPPENBROUWERS, H. HOPPENBROUWERS en GOOSSENS

Genoemde AERT DE LEEUW verklaart het bedrag in ontvangst te hebben genomen van GOOSSEN namens deze Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN, actum als boven

31-8-1612 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 147c akte 234 folio 456r t/m 457v)
-------------------------------
Indertijd heeft Jonker GOIJAERTS VAN DER AMEIJDEN op 1 februari 1606 een vonnis opgelegd gekregen door schepenen van Oirschot contra WOUTER VAN ELMPT schout van Oirschot en wel vanwege 160 gulden, vrij van belastingen, omdat deze ELMPT het sterfhuis heeft aanvaard van wijlen Joffrouw ALEIJT VAN BRUEGEL, weduwe van JAN VAN HEERSEL. Deze van ELMPT was zulks schuldig te betalen vanwege de aankoop van een beemd met een heideveld, genoemd Langschoer, gelegen in Oirschot (de brief dateert 11-2-1570 zie bij vader van Jonker GOIJAERTS). Het geld was verschuldigd met een rente daarover tegen de penning 16 voor de jaren sinds de vervaldag daarvan, eventueel de betaalde bedragen daarop in mindering te brengen.
Dit vonnis is onder meer door de Raad van Brabant op 14 juli 1612 bekrachtigd om ten uitvoer te worden gelegd, waarbij Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN op 18 juli 1612 nogmaals een openbare brief daarover had verkregen van deze Raad van Brabant om het vonnis ten uitvoer te mogen brengen. Daarna heeft de veroordeeld (VAN ELMPT dus) op 18 augustus zich weer opnieuw tot deze Raad van Brabant gewend om een aanklacht in te mogen diens volgens Oirschots recht om vermindering te bekomen van de koopsom al naar rato van de slechtse staat van het perceel en het in onbruik zijn geraakt. Daarop is deze Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN bij SPLUNTER VAN VOEREN deurwaarder van de Raad van Brabant opgeroepen geweest om te verschijnen voor HENRICK MARTEN BUCKINCKS en JAN HERBERTS VAN WINTELRE als afgevaardigde voor Oirschot en wel op 29 augustus j.l., waarmee de jonker heeft ingestemd. Omdat echter op dezelfde dag de samenkomst niet kon worden geeffectueerd, is de samenkomst verzet naar 30 augustus voor vermelde HENRICK MARTEN BUCKINCKS omdat wordt aangenomen dat JAN HERBERTS VAN WINTELRE, ander werk had te doen voor de gemeente Oirschot en in Heusden was, en vervolgens is Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN verschenen voor HENRICK MICHIELS VAN DE SCHOOT schepen zijnde en ook optredend als afgevaardigde voor Oirschot.
Voor de eisende partij is verschenen JAN DE METSER als openbaar notaris in Oirschot residerend als partij ter ener zijde en Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN als gedaagde hierbij, geassisteerd door JOORIS DE LOUW ook notaris die in Den Bosch resideert als partij ter andere zijde. Genoemde DE METSER heeft namens de veroordeelde een bepaald overzicht verstrekt van rekeningen samen met een eis en conclusie.
Daarop werden door Jonker VAN DER AMEIJDEN diverse mondelinge toelichtingen verstrekt die in tegenspraak met de feiten leken te zijn.
Na veelvuldig overleg zijn schepenen tenslotte als volgt overeengekomen.
Genoemde WOUTER VAN ELMPT zal verplicht zijn om vanwege het vermelde eerdere vonnis aan Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 185 gulden te moeten betalen (oorspronkelijk in februari 1606 een bedrag van 160 gulden *) welk bedrag in Den Bosch moet worden betaald, vrij van belastingen en waarvan door de veroordeelde al direkt 100 gulden zijn betaald. De resterende 85 gulden moeten binnen nu en de 2 eerstkomende maanden zijn betaald, zonder enig verder uitstel.
Daarmee zijn alle andere en vorige aanspraken en verhaal op elkaar van gerechtelijke kosten aan beide zijde hiermee volledig komen te vervallen en afgehandeld. Genoemde VAN DER AMEIJDEN behoudt zich het recht voor om met zijn brieven laterop eventueel deze 85 gulden te mogen invorderen indien er niet wordt voldaan.
Partijen verklaren over en weer deze belofte na te zullen komen en uit te voeren. Men doet ook afstand van enig privilege of uitzonderingspositie van enig gerechtshof, getuigen GESTEL en WINTELRE

* de akte van februari 1606 is niet in het protocol van Oirschot te vinden, mogelijk heeft dit in Den Bosch plaatsgevonden, Georgina

1-9-1612 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 147c akte 248 folio 460v t/m 462r)
------------------------------
Er is een bepaalde kwestie ontstaan tussen Jonker GOIJAERT VAN DER AMEIJDEN als partij ter ener zijde en GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS als partij ter andere zijde over een jaarlijkse rente van 14 gulden, waarvan deze GOOSSEN zegt dat deze VAN DER AMEIJDEN die dient te betalen omdatie, onder voorbehoud van boedelschrijving, zoals hij zei, het destijdse bezit heeft aanvaard van Joffrouw ALEIJT VAN DER AMEIJDEN, zijnde diens zuster en weduwe van Jonker JANS VAN DER TOMMEN, uit wier bezit deze rente verschuldigd is.

GOOSSEN heeft indertijd een perceel gekocht vrij van lasten, van deze VAN DER TOMMEN, zonder dat die daarbij melding had gemaakt van deze rente die erop drukte, die betaald moest worden aan wijlen JAN ROEFFEN die in Boxtel woont en die niet door deze VAN DER TOMMEN in de brief waren vermeld noch door diens vrouw Joffrouw ALEIJT. Vermelde GOOSSEN GOIJAERTS heeft daarom beslag laten leggen op het bezit van deze Jonker VAN DER AMEIJDEN ter afhandeling van deze verzwegen rente van 10 gulden (moet zijn 14 gulden) en nog ter afdoening van een andere rente, die deze VAN DER AMEIJDEN heeft geheven op het bezit van de erfgenamen van wijlen CLAES GIJSBERT VLEMMINCKS, veronderpand op een beemd genoemd ’t Roth, welke beemd deze VAN DER AMEIJDEN heeft geerfd van vermeld Joffrouw ALEIJT VAN DER AMEIJDEN, omdat deze VAN DER AMEIJDEN nu al geruime tijd deze rente van 14 jaar per jaar aan deze GOOSSENS had willen kwijten met verrekening van de vermelde rente van 10 gulden, en omdat de kinderen en erfgenamen van wijlen NICLAES GIJSBERT VLEMMINKS deze rente van 14 gulden ondertussen vanwege aankoop van vermelde JAN ROEFFEN hadden verkregen (volgens een verkoopakte d.d. 19 november 1609 (RA Oirschot Inv 146c akte 330 folio 404r, 404v).
Daardoor waren er ook grote meningsverschillen gerezen tussen deze kinderen van CLAES GIJSBERT VLEMMINKS en deze VAN DER AMEIJDEN, omdat deze rente van 10 gulden die als betalingsverplichting door hen van deze VAN DER AMEIJDEN was overgenomen te betalen aan deze GOOSSEN, noch in kapitaal, noch in jaarlasten gelijk waren met de rente van 14 gulden per jaar, desondanks toch echter ook verplicht waren om aan GOOSSEN GOIJAERTS namens deze VAN DER AMEIJDEN die wat betreft die 10 gulden te voldoen.

Daarom zijn nu alhier verschenen deze Jonker VAN DER AMEIJDEN geassisterd door JAN DE METSER als notaris ter ener zijde en verder MARTEN NICLAES VLEMMINKS als voogd over de kinderen van wijlen GIJSBERT CLAES VLEMMINGS en verder DIELIS en PETER, broers en kinderen en erfgenamen van vermelde NICLAES GIJSBERT VLEMMINGS als partij ter andere zijde en hebben nu de volgende overeenkomst gesloten om alle geschillen op te lossen.

Deze kinderen van wijlen GIJSBERT VLEMMINGS hebben zich verplicht om inzake van de vermelde rente van 14 gulden per jaar, die ze door aankoop hebben verkregen, noch ook inzake enige achterstand daarvan, deze GOOSSEN daarover nimmer meer last zullen vallen en de rentebrief daarmee als vervallen zullen beschouwen. Genoemde VAN DER AMEIJDEN belooft van zijn kant de genoemde kinderen van wijlen NICLAES GIJSBERT VLEMMINGS inzake de rente van 10 gulden hen daarover nimmer lastig te vallen, ook niet wat betreft enige betalingsachterstand en stemt ook in met doorhaling van de rentebrief daarover.
Daarbij heeft deze VAN DER AMEIJDEN nu daarnaast beloofd om de vermelde kinderen van NICLAAS GIJSBERT VLEMMINGS per heden datum over 2 maanden een bedrag van 85 gulden te zullen voldoen. Als onderpand geeft deze Jonker VAN DER AMEIJDEN nu een betalingsbelofte van 85 gulden over, welk bedrag WOUTER VAN ELMPT schout van Oirschot vandaag aan deze VAN DER AMEIJDEN had beloofd, waarbij de vermelde VAN DER AMEIJDEN aan de kinderen mag voldoen op diens kosten.

Partijen beloven deze overeenkomst over en weer na te zullen komen. Ze doen wederzijds afstand van enig rechtsprivilege. Echter als de kinderen van wijlen NICLAES GIJSBERT VLEMMINGS hun betaling niet zullen krijgen, dan mogen ze opnieuw de rente van 14 gulden invorderen, totdat alsnog betaling is gedaan. Verder behouden de erfgenamen van VLEMMINGS hun aanspraken in een bedrag van 15 gulden eens, die deze kinderen beweren betaald te hebben aan GOOSSEN ten behoeve van vermelde AMEIJDEN, welk bedrag hiermee niet is komen te vervallen, getuigen BUCKINCKS en WINTELRE die het aandroegen

in marge 1:
DIELIS en PETER, broers en zonen van wijlen NICLAES GIJSBERT VLEMMINCKS, verder HERBERT PHILIPS als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen GIJSBERT zoon NICLAES VLEMMINCKS, hebben verklaard dat deze belofte van 85 gulden hen niet aangaat, maar alleen en uitsluitend MARTEN zoon wijlen NICLAES GIJSBERT VLEMMINGS en ze doen afstand van deze vordering ten behoeve van deze MARTENa, 23 november 1613, getuigen VENNE en GOOSSENS

in marge 2:
Vervolgens verklaar MARTEN zoon wijlen NICLAES GIJSBRECHT VLEMMINKS, van Juffouw CATHARINE CERIS weduwe van WOUTER VAN ELMPT schout van Oirschot destijds, het bedrag van 85 gulden te hebben ontvangen samen met de renteachterstand ervan, te weten 6 gulden, 23 november 1613, getuigen VENNE en GOOSSENS
Notitie bij Daniel natuurlijke zoon Goijaert (Goedevaert): .
hij wordt vermeld in het testament van zijn vader d.d. 31-12-1597

Vd. Heer Mr Corstiaens (Corsten) Daniels van der Ameijden, kanunnik te Eindhoven daarna van Sint Maarten te Luik in 1519, † vóór 1525.
Uit zijn relatie met Katalijn Heer Peter Bressers, dr. van Heer Peter Dirck en Geertruit natuurlijke dochter Aert Rutgers van Oudenhoven (Audenhoven):
1. Peter natuurlijke zoon Meester Corstiaen, volgt VIf.
2. Bartholomeus natuurlijke zoon Heer Corstiaens van der Ameijden, † 1550.
Uit zijn relatie met Naam Onbekend:
3. Heer Corstiaen natuurlijke zoon Heer Corstiaen, volgt VIg.

Notitie bij de relatie van Katalijn Heer Peter en Heer Mr Corstiaens (Corsten) Daniels: .
1-4-1477 Aflossing pacht (RA Oirschot Inv 125a (2355) jaar 1486 akte 023, 024 folio P4v, P5r)
-------------------------------
Komen is KATALIJN natuurlijke dochter van Heer PETER BRESSERS met haar voogd, welke KATALIJN was verwekt bij (GEER)TRUIJDEN natuurlijke dochter van AERT zoon HEER RUTGERS VAN OUDENHOVEN (BEIJS) en verklaart dat HENRICK WOUTERS VAN DEN CHAEM (haar oom) haar een pacht heeft afgelost van 7 lopen rogge lijfpacht, die HENRICK eerder aan deze KATALIJN had beloofd en aan haar natuurlijke zuster BARBARA ook dochter van genoemde Heer PETER en ook verwekt bij deze GEERTRUIJD, steeds te betalen op Maria Lichtimisdag op onderpand van een huis, tuin etc. in Oirschot, belend door: HENRICK PETERS, KORSTIAEN PETERS, verder rondom in de gemeijnte. Genoemde KATARIJN en haar moeder GEERTRUIJT en haar wettige man (van GEERTRUIJT) HNERICK VAN GESTEL doen afstand van deze rogpacht en beloven alle lasten af te handelen, 1 april 1477

Voetnoot: Is door KATARINA overgedragen aan haar broer DIRCK, getigen HOPPENBROUWER en VLIERDEN (hoort waarschijnlijk bij volgende akte waar in de belofte van de pacht staat vermeld:

Komen is HENRICK VAN GESTEL en met hem zijn vrouw GEERTRUID en beloven aan ..(niet ingevuld).. ten behoeve van haar natuurlijke dochter KATALIJN een pacht van 7 lopen rogge als lijfpacht, maat van Oirschot, en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag na de dood van haar moeder GEERTRUID op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerhof, belend door: de kinderen van JOERDEN DANIELS, het erf eerder van WILLEM SNIJDERS, GRIETKEN dochter van Heer JAN, PETER JACOPS VAN ESCH, de Vrijthof daar. DE schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voorde betaling van de pacht, actum als boven

12-10-1502 Aankoop huis en pacht (RA Oirschot Inv 126c akte 251 t/m 254 folio 41r, 41v)
------------------------------------------
JAN HENRICKS VAN GESTEL verkoopt aan zijn zuster (halfzuster dan zeker?) KATARINA dochter van Heer PETER BRESSERS, ten behoeve van haar en ten behoeve van haar natuurlijke kinderen die ze heeft verwekt bij Meester CORSTEN VAN DER AMEIJDEN (ook priester) het huis, tuin etc. genoemd "de Engel", gelegen in herdgang de Kerhof aan het Vrijthof daar, belend door: de gemeenschappelijke straat, JAN FAES SMETSERS, het erf van de gemeente Oirschot, JAN VAN OS. Lasten hieruit zijn een half mud rogge aan de H. Geest van Oirschot, een kwart van 1 oude grote aan de diakonie, anderhalf pond paijment aan de erfgenamen van AERNT BERNTS. Verder nog 4 lopen rogge aan de kinderen van MARIEKE dochter van Heer PETER BRESSERS, zijn de deze MARIEKEN haar zuster (KATARINA’S zuster). Als KATARINA geld nodig zou hebben voor haar onderhoud etc. dan mag ze dat huis belasten of verkopen, zonder daarvoor goedkeuring van haar kinderen nodig te hebben, getuigen ADRIAEN en HENRICK

KATARIJN dochter van Heer PETER BRESSERS met HAPPO VOS als haar voogd hierin, belooft aan JAN HENRICKS VAN GESTEL haar broer zijnde, die voortaan jaarlijks een pacht van anderhalf mud rogge te gaan betalen, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het huis etc. van hiervoor genoemd "de Engel". Als extra zekerheid voor de betaling van die anderhalf mudde rogge, zet ze als onderpand een pacht van 11 lopen rogge, ook te heffen op hetzelfde huis, getuigen ADRIAEN en HENRICK

De pacht uit de vorige akte is aflosbaar tegen betaling van 28 peters per geheel mud gerekend, maar er kan ook per half mud worden afgerekend, actum als boven

DIRCK natuurlijke zoon Heer PETER BRESSERS verkoopt met een schepenbrief en een testament aan zijn zuster KATARINA die het 1/3e deel van een pacht van 2 halve muddes rogge, welke pacht ANSEM JAN DEENEN eerder had overgedragen aan Heer PETER DIRCKS BRESSERS priester en aan DIRCK zijn natuurlijke zoon verwekt bij GEERTRUIT natuurlijke dochter van AERT zoon Heer RUTGERS (VAN OUDENHOVEN). Het ene halve mud had ANSEM JAN HANNEN beloofd aan LISBETH dochter van JACOP VAN STRIJP en haar kinderen op onderpand van een huis met tuin etc. eerder eigendom van GERARD WEVERS, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: diens zwager JOERDEN, de straat, ANSEM zelf. Het anderhalve mud rogge had ANSEM HANNEN verklaart schuldig te zijn aan GERARD natuurlijke zoon de Heer Deken te Oirschot, op onderpand van een deel van een huis en tuin zoals is afgepaald, dat hij had gekocht van de kinderen van GERARD SWEVERS, met de middelste muur, staande in herdgang de Kerkof aan de Vrijthof daar, belend door: JOERDEN ANSEMS, de straat, behalve daarvan 8 roedes land voor het erf van JAN SNEIJERS waarop 2 huizen staan, de Vrijthof, HENRICK SMANS, getuigen ADRIAEN en HENRICK

1502 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 126c akte 279 folio 46r)
------------------------
DIRCK natuurlijke zoon van Heer PETER BRESSERS verkoopt aan zijn zuter de helft van een pacht van 3 lopen rogge die zijn eigendom zijn, welke 3 lopen rogge HENRICK WOUTERS VAN DER KAEM als man van ALEIJT natuurlijke dochter van wijlen AERT zoon Heer RUTGER VAN OUDENHOVEN priester, had verkocht aan PETER zoon van wijlen DIRCK BRESSERS priester (dit is de vader van eerstgenoemde DIRCK in de akte) en welke pacht genoemde ALEIJT was vermaakt in het testament van haar moeder KATARINA dochter van wijlen GIJBSRECHT BIEN, volgens de brief d.d. 14 oktober 1465, getuigen ADRIAEN en HENRICK

(in de akte van 14-10-1465 wordt moeder KATARINA genoemde BEIJS

19-6-1504 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 127a akte 134, 135 folio 24v)
---------------------------------
Heer CORSTIAEN VAN DER MEIJDEN priester en kanunnik van de Sint Peterskerk te Boxtel en met hem Meester AERT VAN DER MEIJDEN (zijnde zijn broer) hebben beloofd aan Heer JAN VAN DER MEIJDEN priester (hun andere broer) als uitvoerder van het testament van Heer WILLEM AERTS deken te Oirschot, die voortaan een rente van anderhalve rijnsgulden per jaar te gaan betalen, steeds op Sint Jansdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, genoemd de Rode Leeuw, belend door: DIRCK BRESSERS, JAN DIRCKS, de gemeenschappelijke straat. De schuldenaars beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen SNEPSCHUET en CROM

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betalings van 24 rijnsguldens, actum als boven

Heer CORSTIAEN VAN DER MEIJDEN belooft zijn broer Meester AERT dat hij deze rente van anderhalve rijnsgulden altijd zo zal betalen dat Meester AERT en diens bezit en erfgenamen na hem daarvoor gevrijwaard blijven, actum als boven

16-7-1533 Verkoop land (RA Oirschot Inv 131c akte 247 folio 72r)
-----------------------------
PETER natuurlijke zoon van Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN priester en kanunnik in de Sint Maartenskerk te Luik (volgens mij is zijn broer daar priester en kanunnik en niet zijn vader!) daarvoor gemachtigd zijnde zoals ons dat is gebleken uit een dokument gepasseerd voor ANTONIS OTTEN als notaris, heeft voor een bepaald geldbedrag n.l. 14 Karolusguldens en 7 stuivers, waarvoor PETER verklaard te zijn betaald, aan JAN JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE die de helft van een stuk land verkocht genoemd ’t Roth, gelegen in Oirschot herdgang de Notel aan de Aelsdonck (Elsdonck) daar, belend door: DIRCK GROOT JANS, de straat, ADRIAEN GEENKENS. PETER als verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve de helft van een pacht van 15 lopen rogge per jaar, getuigen ESCH en CORT

12-2-1544 Machting tot verkoop (RA Oirschot Inv 135a akte 058 folio 22v)
---------------------------------------
BARTHOLOMEUS natuurlijke zoon van wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN heeft hierbij machtiging gegeven aan zijn broer PETER ook natuurlijke zoon van deze Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN, om namens hem diens erfdeel en aanspraken te verkopen inzake het huis, tuin etc. genoemd den Engel, gelegen in Oirschot aan de Vrijthof alhier. De verkoper mag het geld ontvangen, kwijting geven etc. en al datgene doen wat daarbij noodzakelijk is. BARTHOLOMEUS belooft alles na te zullen komen wat zijn gemachtigde zal afspreken en zal hem daarvoor vrijwaren. De gemachtigde dient naderhand wel rekening en verantwoording af te leggen, getuigen PETER en HEIJMERICK

27-6-1544 Afstand, verkoop (RA Oirschot Inv 135a akte 171 t/m 173 folio 16v, 17)
----------------------------------
Voor ons is verschenen KATHALIJN BRESSAERTS (BRESSERS) met haar voogd en heeft nu afstand gedaan van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin etc. staande ... het Raadhuis van Oirschot, en wel ten behoeve van haar 2 kinderen.
(op 21-11-1550 is vermeld dat het huis stond in de herdgang de Kerkhof verm. op het Vrijthof)

Voor ons zijn verschenen PETER zoon Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN voor zichzelf en ook optredend voor PETERS broer BARTHOLOMEUS op grond van een schepenbankmachtiging van Oirschot en hij verkoopt nu aan MARGRIET JAN HUIBENDOCHTER een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof dat hij heeft geerfd van zijn vader en moeder. Het is gelegen in Oirschot, belend door: het Raadhuis van Oirschot, WILLEM VAN HOVE, de gemeenschappelijke straat, Heer GERART MENGELEN. De verkoper belooft mede in zijn hoedangheid alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van een half mud rogge aan de tafel van de H. Geest, nog het 4e deel van 1 oude grote als grondchijns aan de dekanij te Oirschot, nog anderhalf pond paijment per jaar aan de erfgenamen van AERDEN BERNAERTS, samen dus 10 stuivers, verder nog een pacht van 4 lopen rogge per jaar aan JASPER en PETER kinderen van AERT EMONTS, nog 14 stuivers per jaar aan dezelfde kinderen, aflosbaar met 12 gulden, nog anderhalve mud rogge per jaar aan de weduwe en kinderen van JAN VAN GESTEL, die met een deeltermijn van een hlaf mud mag worden afgelost en wel voor elk half mudde 13 peters, waarbij elke peter 18 stuivers waard is. Verder moeten de dorpslasten en de kosten van de brandheffing worden betaald, getuigen GERIT en EMBRECHT
(in marge: duplicaat aan CORNELIS SCELLEKENS en diens vrouw MARGRIET vanwege de borgstelling)

Verschenen is MARGRIET JAN HUIBEN met haar voogd die haar is gegeven, en heeft beloofd om voortaan aan KATALIJN BRESSAERTS die daarvan het vruchtgebruik krijgt en waarvan haar twee kinderen PETER en BARTHOLOMEUS het erfrecht krijgen, die voortaan een jaarlijkse rente van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis etc. gelegen aan de Kerkhof, belend door: het Raadhuis van Oirscot, JAN DIE BRESSER (of WILLEM VAN HOVE zie vorige akte), GERIT MENGELEN, de straat, actum als boven

Genoemde PETER mede namens diens broer uit de vorige akte, staat aflossing van de rente altijd toe tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven
Notitie bij Bartholomeus natuurlijke zoon Heer Corstiaens: .
Verm. woont deze BARTHOLOMEUS niet in Oirschot, hij komt dan ook bijna niet voor in het Rechterlijk Archief.

VIf. Peter natuurlijke zoon Meester Corstiaen van der Ameijden, † vóór 20 mei 1560, tr. Barbara Meester Andries Janssen, dr. van Meester Andries Janssen alias Diessen en Katalijn Joerden Ansems van Liefveld.
Uit dit huwelijk:
1. Daniel Peters Corstiaens van der Ameijden, speelman te Antwerpen op 17-1-1555.
2. Jan Peter Corstiaens (Hans), volgt VIIc.
3. Christiaen (Corstiaen) Peter Corstiaens van der Ameijden, zanger, componist Sixtijnse Kapel in Rome, begr. Rome in de Santa Maria dell’ Anima kerk omstr. 20 nov. 1605.
4. Margriet Peters van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Barbara Meester Andries en Peter natuurlijke zoon Meester Corstiaen: .
15-10-1527 Verkoop kamer (RA Oirschot Inv 130am akte 328 t/m 331 folio 470 t/m 374)
--------------------------------
PETER natuurlijke zoon van Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN als man van BARBARA dochter van wijlen Meester ANDRIES JANSSEN (som van DIESSEN) verwekt bij KATALIJN JOERDEN ANSEMS, heeft aan BARTHOLOMEUS DIRCK CORSTIAENS VAN DE VELDE een kamer verkocht, zijnde de kamer aan de oostkant, met het voorhuis en de middelste muur met het gespant erbij, omdat er in het midden van het huis een scheiding is, die bij het voorhuis blijft behoren, samen met het 1/3e deel van de totale tuin of hoeve waarin KATALIJN is gestorven, samen met het erf van buiten de kamer. In dat 1/3e deel is ook inbegrepen het recht om de put te gebruiken (er staat schootput, verm. een afvalput) en het moet worden afgemeten vanaf de palen die er staan. Dat 1/3e deel heeft PETER geerfd van zijn schoonmoeder KATALIJN JOERDEN ANSEMS en het is alles gelegen in de herdgang de Kerkhof, belend door: ANNA dochter van Meester ANDRIES waarvan het is afgedeeld, DIRCK CORSTIAENS VAN DEN VELDE, ALEIJT dochter Heer LAMBRECHT PELSER, de gemeenschappelijke straat daar. Lasten uit dat 1/3e deel zijn: 1/3e deel van 8 lopen rogge per jaar aan de dekanij van Oirschot, verder moet BARTHOLOMEUS toestaan dat MICHIEL JOSEPH HENRICK WOUTERS en genoemde ANNA de genoemde put mogen gebruiken en ook de pad die er naar toe loopt, getuigen BELAERT en ESCH

Eerder had PETER natuurlijke zoon van Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN aan MICHIEL JOSEPH HENRICK WOUTERS, 30 gouden Karolusguldens beloofd en nog aan ANNA dochter van Meester ANDRIES 24 gouden Karolusguldens. Voor ons als schepenen is nu verschenen BARTHOLOMEUS DIRCK CORSTIAENS VAN DEN VELDE en heeft beloofd de vermelde 30 gulden aan MICHIEL en de 24 gulden aan ANNA (zie erfdeling ouders BARBARA), zodanig te betalen dat PETER daarvoor verder gevrijwaard blijft, actum als boven

BARTHOLOMEUS DIRCK CORSTIAENS VAN DEN VELDE heeft beloofd om aan PETER natuurlijke zoon van Meester KORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN die 40 gouden Karolusguldens te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven
(in marge: met instemming van PETER doorgehaald)

Genoemde BARTHOLOMEUS uit de vorige akte heeft beloofd om voortaan aan PETER Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse rente van 2 gulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het voorhuis en het 1/3e deel van het erf etc. zoals in de voorgaande brief is vermeld, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, tegen betaling van 40 gouden Karolusguldens, actum als boven

10-9-1540 Aankoop/ruil land met huis (RA Oirschot Inv 134a akte 307 t/m 310)
--------------------------------------------
Heer JAN VAN DER HAEGEN priester en kanunnik in de Sint Peterskerk te Oirschot verkoopt hierbij een stuk land met het huis en de betimmering erop gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: een gemeenschappelijk kerkpad, DIRCK DIE CROM, ELISABETH VOS en haar kinderen, de Nieuwstraat. Genoemde Heer JAN heeft dit bezit eerder verkregen van Heer WOUTER en JAN gebroeders en wettige kinderen van CORNELIS WOUTERS, verder nog van JAN JANS BROUWERS als man van MARIE wettige dochter van wijlen genoemde CORNELIS en van hun beider wettige kinderen, conform een schepenbrief van Oirschot. Hij draagt dit bezit nu in de vorm van een ruil over aan PETER natuurlijke zoon van wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VOS en HUIJSKENS

PETER natuurlijke zoon van wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: het erf dat eerder van Heer JAN PIERNA was, het erf dat eerder van de kinderen van GIELIS LUCAS was, de Nieuwstraat. Genoemde PETER had dit bezit eerder verkregen van HENRICK GOIJAERTS als man van KATALIJN wettige dochter van wijlen GOIJAERT ZWEERS en wijlen deze GOIJAERT had het verkregen van Heer MARCELISSEN zoon van wijlen MARCELIS WILLEMS en Heer MARCELIS op zijn beurt weer van Heer WILLEM VAN DEN BOGAERT, conform schepenbrieven van Oirschot. Hij draagt dit bezit nu over in de vorm van een ruil aan Heer JAN VAN DER HAEGEN, priester en kanunnik te Oirschot en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, actum als boven

De onderstaande aktes betreffende de betaling van de rente, komen allemaal uit het huis dat JAN VAN DER HAEGEN in bezit had:

PETER zoon wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan Heer MARCELISSEN zoon van wijlen MARCELIS WILLEMS die een jaarlijks rente van 2 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste ker per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. zoals in één van de voorgaande aktes staat beschreven op de vorige bladzijde (de voor voorgaande akte), actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

PETER natuurlijke zoon van wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan Heer JAN VAN DER HAEGEN kanunnik die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag van elk jaar en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van een huis etc. zoals in de voorgaande akte.

De rente uit de voorgaande akte is altijd aflosbaar op Sint Jansdag (24 juni) van elk jaar tegen betaling van 20 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

20-5-1560 Verkoop land en huis (RA Oirschot Inv 138c akte 217 folio 54r, 54v)
--------------------------------------
DANEL en JAN wettige kinderen van wijlen PETER natuurlijke zoon van Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN voor henzelf en ook optredend voor hun broer CHRISTIAEN, verkopen een stuk land met een huis en betimmering etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de gemeenschappelijke kerkpad, het erf van de koper, ELISABETH VOS en haar kinderen, de Nieuwstraat. Genoemde PETER had dat dit bezit eerder verkregen van Heer JAN VAN DER HAGEN priester en Heer JAN op zijn beurt van Heer WOUTER en JAN broers en wettige kinderen van wijlen CORNELIS WOUTERS en van JAN JAN BROUWERS als man van MARIE dochter van genoemde CORNELIS WOUTERS en diens kinderen, conform diverse schepenbrieven van Oirschot. Het bezit wordt nu verkocht aan JAN LAMBRECHTS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 7 stuivers aan het Kapittel te Oirschot, nog 1 gulden per jaar aan de armen van Heer AMELRIJCK BOOTS, nog 1 gulden per jaar aan Heer JAN VERHAGEN, nog 2 gulden per jaar aan de erfgenamen van Heer MARCELIS, die aflosbaar is met 30 gulden, nog 2 gulden per jaar te betalen aan een persoon in Den Bosch en verder nog de dorpslasten, getuigen SCHOET, ESCH en METSERE
Notitie bij Daniel Peters Corstiaens: .
DANIEL PETERSZOON VAN DER AMEIJDEN treedt op 15 oktober 1556 als voogd over de drie wettige kinderen van HENRICK HENRICKS VAN BEERZE en MECHTELD AERTS VAN NISTELROIJ, omdat MECHTELD weer voor 15-10-1556 in het huwelijk is getreden met AERT JANSSOEN VAN HOBBELEN (RA Oirschot Inv 138a akte 313 folio 84v, 85r)
Notitie bij Christiaen (Corstiaen) Peter Corstiaens: .
hij woonde te Rome samen met zijn zuster MARGRIET

www.petersparochie.nl/html/algemeen/ameijden.html:
-----------------------------------------------------------------
Over de Oirschotse periode van deze Heer CHRISTIAEN VAN DER AMEIJDEN is weinig bekend, men zegt tradiotioneel dat hij geboren is in het huis Nieuwstraat 5 en dat hij een zus heeft gehad MARGRIETE die in Rome voor hem zorgd. In Rome is een deel van de pricépapieren teruggevonden van CHRISTIAEN allemaal in het Italiaans, waaruit blijkt dat hij ook nog een "onbekend" broer had JOHANNES die in 1566 vanuit Rome naar Napels is gegaan en is daar in 1573 overleden. JOHANNES had een dochter SUSANNA. Van MARGRIET ontbreekt verder elk spoor.
CHRISTIAEN trad in september 1563 toe tot als componist en zanger in de Capella Sistine, de pauselijk privézangkapel, waarin hij in de dagelijkse verslagboeken wordt vermeld. CHRISTAEN heeft een hele reeks functies in deze kapel uitgeoefend met name in de jaren 1570.
Uit eindelijk in 1593 en 1594 werd hij mastro di capella van de Capelle Sistina (Sixtijnse Kapel?) en als zodanig de directe collega van Palestrina die dezelfde funtie uitoefende in de Capella Giulia, de zangkapel van de Sint Pieter
Notitie bij Margriet Peters: .
zij woonde te Rome met haar broer PETER

VIIc. Jan Peter Corstiaens (Hans) van der Ameijden, speelman te Antwerpen 17-1-1551, † Napels 1573, tr. Naam Onbekend.
Uit zijn relatie met Cathalijn Niclaes Verheijden:
1. Peterken natuurlijke dochter van Jan Peters van der Ameijden.
Uit zijn huwelijk:
2. Susanna Jan Peters Corstiaens van der Ameijden.

Notitie bij de relatie van Cathalijn Niclaes en Jan Peter Corstiaens (Hans): .
30-9-1556 Testament (RA Oirschot Inv 138a akte 306 folio 82v, 83r)
---------------------------
CATHALIJN wettige dochter van wijlen NICLAES VERHEIJDEN gezond van lichaam en zich realiserend dat de mens sterfelijk is zonder de tijd daarbij te kennen, heeft haar testament opgemaakt. Ze beveelt haar ziel, zodra ze is komen te overlijden aan bij de Almachtige God en wil dat haar lichaam in gewijde grond wordt begraven. Vanwege begane zonden en onrechtvaardighedn vermaakt ze aan de Sint Lambertsfabriek te Luik 1 stuiver eens na haar dood te betalen. Als pure gift vermaakt ze aan haar natuurlijke dochter PETERKEN verwekt bij JAN PETERSZOON VAN DER AMEIJDEN, al haar goederen, rentes, roerende en onroerende zaken, van welke aard dan ook, welke bezit deze PETERKEN na de dood van de testatrice in bezit mag nemen. Als deze PETERKEN komt te overlijden zonder wettige nageslacht te hebben verwekt of nadat ze dat bezit nog niet geheel heeft opgemaakt, dan zal dat bezit versterven op de wettige erfgenamen van CATHALIJN. Verder vermaakt CATHALIJN al haar erfgenamen ieder 1 oude grote eens die na haar dood betaald wordt en daarmee worden deze van haar erfenis uitgesloten. CATHALIJN behoudt zich het recht voor om haar testament nadien te wijzigen, getuigen CROM en LAUWER

Het is niet zeker of dochter PETERKEN inderdaad in leven is gebleven, zij wordt nergens meer vermeld in het Rechterlijk Archief van Oirschot
Notitie bij Susanna Jan Peters Corstiaens: .
mogelijk is zij een dochter uit deze relatie en woont zij te Rome bij haar oom CORSTIAEN (CHRISTIAEN)

VIg. Heer Corstiaen natuurlijke zoon Heer Corstiaen van der Ameijden, priester, † Oirschot vóór 29 dec. 1541.
Uit zijn relatie met Annen Aert Jacops, † Oirschot vóór 18 febr. 1580, dr. van Aert Jacobs en Mechteld Willem Deckers:
1. Corstiaen natuurlijke zoon van Heer Corstiaen, volgt VIId.
2. Aert Corstiaens van der Ameijden.

Notitie bij het overlijden van Heer Corstiaen natuurlijke zoon Heer Corstiaen: .
hij is in ieder geval overleden voor 27-6-1544, want hij wordt niet meer vermeld bij de verkoop van een huis van hun moeder (zie aldaar)
Notitie bij de relatie van Annen Aert en Heer Corstiaen natuurlijke zoon Heer Corstiaen: .
30-12-1534 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 132a jaar 1535! akte 001 folio 1r)
-----------------------------------
WOUTER JAN TOIRKENS heeft beloofd aan Heer CORSTIAEN VAN DER AMEIJDEN priester, ten behoeve van het gilde van Sint Barbara die een jaarlijks rente van 14 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Barbaradag en voor de eerste keer per a.s. Sint Barbaradag op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 1 zesterzaad, gelegen onder Ameijden hier, belend door: JAN JOERDENS, de gemeenschappelijke straat, JAN VERHOEVEN. Hij belooft het bezit in goede staat te houden ten behoeve van de gildebroeders, zodat die de inkomsten kunnen gebruiken voor het jaargetijde van wijlen Meester CORSTIAEN VAN DER AMEIJDEN, destijds kanunnik in de Sint Maartenskerk te Luik, waarvoor een gezongen vigilie wodt gehouden. WOUTER mag de rente altijd aflossen op Sint Barbaradag tegen betaling van 12 gouden Karolusguldens, mits hij 2 maanden vooraf opzegt, datum de voorlaatste dag van december 1534, getuigen GERART en AERT

29-12-1541 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 134a jaar 1540 ! akte 413 folio 127v)
----------------------------------
PETER natuurlijke zoon van wijlen Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan PETER WILLEMS ten behoeve van de minderjarige natuurlijke kinderen van wijlen Heer CORSTIAENS natuurlijke zoon van genoemde Meester CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN, die een jaarlijkse pacht van 15 lopen rogge te betalen, maat van Oirschot en wel zodra deze minderjarige kinderen 15 of 16 jaar oud zullen zijn geworden. Daarvoor verbindt deze PETER VAN DER AMEIJDEN zijn persoon en bezit, datum 29 december 1541 kerststijl, getuigen VOS en GEVAERTS

18-2-1580 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 142b akte 021 folio 197v, 198)
------------------------------
CHRISTIAEN natuurlijke zoon van wijlen Heer CHRISTIAEN VAN DER AMEIJDEN verwekt bij wijlen ANNEN dochter van AERT JACOPS, op grond van een bepaald testament dat deze ANNEN eerder had gemaakt voor AERDEN SGRAETS notaris en getuigen d.d. 6 oktober 1578 * en zoals ons schepenen is gebleken, verkoopt een rente van 3 gulden per jaar uit een rente van 5 gulden die genoemde ANNEN heeft geerfd van haar moeder MECHTELDEN WILLEM DECKERS en welke rente WILLEM zoon wijlen WILLEM DECKERS deze MECHTELD eerder had beloofd steeds vervallend op Sint Jansdag op onderpand van een akker genoemd de Dijckakker, gelegen in Oirschot herdgang Straten ter Ameijden, belend door: WILLEM HENRICKS VAN GHEENEN, WILLEM MOIJEN met meer anderen, ARIEN MARCELIS MERCKS, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 8 juli 1567. De rente wordt nu verkocht met 1 vervallen en een lopende termijn aan DIRCK GERIT VOS onze collega schepen en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen HEIJDEN en EKERSCHOT

* de akte is niet van 6 oktober 1567 maar van 8 juli 1578!
Notitie bij het overlijden van Annen Aert: .
zij is overleden tussen 6 oktober 1578 (datum testament) en voor 18-2-1580 (akte verkoop rente)

VIId. Corstiaen natuurlijke zoon van Heer Corstiaen van der Ameijden, † Oirschot vóór 19 juli 1585, tr. vóór 4 jan. 1566 Maria natuurlijke dochter Heer Jacop van Geldrop, dr. van Heer en Meester Jacop.
Uit dit huwelijk:
1. Catharina Christiaens van der Ameijden.
2. Mr. Aert Corstiaens, volgt VIIIa.
3. Marieken (Maria) Corstiaens van der Ameijden.
4. Henrick Corstens, volgt VIIIb.

Notitie bij het huwelijk van Maria natuurlijke dochter Heer Jacop en Corstiaen natuurlijke zoon van Heer Corstiaen: .
4-1-1566 Verkoop kapitaal (RA Oirschot Inv 140a jaar akte 001 folio 42v)
-------------------------------
CORSTIAEN zoon wijlen CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN als man van MARIE natuurlijke dochter van wijlen Heer JACOPS VAN GELDROP priester en deken toen hij nog leefde van de Sint Peterskerk te Oirschot, verkoopt een kapitaal van 45 gulden en 9 stuivers welk bedrag genoemde Meester JACOP eerder had beloofd aan ANTONISSEN VAN DER STRATEN, Raad en Rentmeester voor de keizer over het gebied Brabant kwartier Den Bosch volgens een openbare brief daarover waarbij dit gebied verdedigd dient te worden tegen de Koning van Frankrijk. Hij verkoopt deze rente nu aan JAN VAN ESCH ten behoeve van VROUWE GEERTRUIDE weduwe van wijlen Heer RICALT VAN MERODE en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen SCHOET en STOCKELMANS

12-2-1582 Verklaring (RA Oirschot Inv 142c akte 041 folio 356r, 356v, 357r)
-------------------------
Al degenen die deze certificatiebrief zullen zien etc. gegroet!
Wij MICHIEL VAN DER VLEUTEN, BARTHOLOMEUS LENAERTS VAN GESTEL schepenen in Oirschot, verklaren dat vandaag op 12 februari 1582 voor ons is verschenen BARTHOLOMEUS zoon wijlen GOIJAERTS VAN DEN HEUVEL oud ca 63 jaar die op verzoek van CORSTIAEN VERMEIJEN (VAN DER AMEIJDEN) als man van MARIE en op verzoek van JENNEKEN weduwe van Meester FASTERAERT LINTERMANS, gezusters en natuurlijke kinderen van wijlen Heer en Meester JACOP VAN GELDROP, indertijd deken te Oirschot, onder ede het volgende heeft verklaard.

Het is hem bekend, dat genoemde Heer en Meester JACOP VAN GELDROP toen hij nog leefde van wijlen AERT SPRINCEN in die tijd koster te Vessem, een erfelijke rente heeft verkregen van 6 gulden, voor welke rente JAN DANIEL WILLEM COLEN en GOIJAERT VAN DEN HEUVEL, vader van genoemde BARTHOLOMEUS, hun onderpanden hebben beleend, waarbij zij deze heer JACOP beloofd hebben hem te zullen vrijwaren.
De kinderen van WILLEM JAOP KEIJMPS hebben ook 1/3e deel van het onderpand en ook de last van het 1/3e deel van die 6 gulden, die ze nog steeds betalen, zijnde 2 gulden per jaar.
Aangaande de andere 4 gulden per jaar, waarvan GOIJAERT zoon GOIJAERTS VAN DEN HEUVEL, broer van genoemde BARTHOLOMEUS VAN DEN HEUVEL een kapitaal van 53 gulden heeft ontvangen en verder met de verpachting van tiendes en andere ruil in geld is betaald geweest voor de voldoening van deze 4 gulden per jaar, waarbij die heeft beloofd die rente van 4 gulden zodanig te betalen aan AERDEN SPRINCEN dat Heer JACOP VAN GELDROP en diens bezit daarvoor verder gevrijwaard zou blijven.
BARTHOLOMEUS verklaart nog, dat het hem bekend is, dat zijn broer GOIJAERT de rente heeft veronderpand op een stuk akker genoemd den Mispelakker groot ca 3 en een halve lopenzaad, die destijds eigendom van deze GOIJAERT was en welke akker diens kinderen hebben verkocht aan AERDEN ANDRIES PETERNEEFS en bij de doorverkoop aan deze AERDEN deze rente bekend hebben gemaakt.
Daarbij is bepaald dat die rente van 4 gulden aan AERDEN SPRINCEN voortaan verplicht is te betalen, hetgeen steeds zonder bedrog is gebeurd.

Verder verklaren wij als schepenen nog dat is verschenen CORSTEN zoon wijlen GOIJAERTS VAN DEN HEUVEL die in Boxtel woont en het volgende heeft verklaard.
Hij heeft op 23 februari onder ede verklaard, dat het hierboven vermelde de waarheid is, zoals zijn broer BARTHOLOMEUS heeft verklaard, behalve dat het hem niet bekend is, wie de 2 gulden uit de rente van 6 gulden moet betalen.

Als extra zekerheid hebben wij als schepenen onze schependomszegel aan de akte gehangen, datum als boven vermeld

19-7-1585 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 143a akte 169 t/m 171 folio 119r, 119v)
---------------------------------------------------
MARIKEN dochter van PHILIPS (? moet volgens mij zijn JACOP PHILIPS) VAN GELDROP priester, weduwe van van wijlen CHRISTIAEN CHRISTIAEN VAN DER AMEIJDEN, geassisteerd door JACOP MARCELIS WALRAVENS haar hierbij gekozen voogd, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof in de Koestraat, belend door: AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, ANDRIESSEN MOLENPAS, de kinderen van JOORDEN VAN DEN VELDE, PETER VAN DE SCHOOT, de Koestraat. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van haar meerderjarige en minderjarige kinderen verwekt bij deze CHRISTIAEN en MARIEKE belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen VLUETEN, AELST en THOERKENS

CATHARINA dochter van wijlen CHRISTIAENS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij MARIKEN dochter van wijlen (JACOP) PHILLIPS VAN GELDROP geassisteerd door JACOP MARCELIS WALRAVENS haar voogd en deze JACOP en JAN LAMBRECHTS VAN BOXTEL als voogden over de andere kinderen minderjarige kinderen van deze CHRISTIAEN en MARIKEN op grond van een verkregen schepenbrief, verkopen nu het huis etc. uit de vorige akte aan GOIJAERDEN zoon wijlen DIELIS VRANCKEN. Genoemde CATHERIJN en de voogden beloven alle lasten van hun kant af te handelen behalve een jaarlijkse rente van 2 mudden rogge aan de dekanij te Oirschot, actum als boven

GOIJAERT zoon wijlen DIELIS VRANCKEN heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde voogden en kinderen van wijlen CHRISTIAENS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van deze kinderen, een bedrag van 35 gulden te zullen betalen en wel meteen, daarnaast nog 35 gulden per a.s. Maria Lichtmisdag , actum als boven
(in marge: de koopsom bedraagt 70 gulden, zonder de kosten van de slagen en de lijfkoop) verm. op een veiling verkocht, Georgina

21-1-1614 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 148a akte 015 folio 370r, 370v)
-------------------------------
HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf optredend en nog namens MARIEKEN zijn zuster, zoals hij verklaart en nog mede namens een machtiging die hem is verleend door Meester AERDEN CHRISTIAENS (VAN DER AMEIJDEN) chirurg die in Brecht woont, conform een akte daarover d.d. 7 januari j.l. opgemaakt voor GERAERT VAN DEN POEL als notaris te Brecht en getuigen zoals ons schepenen is gebleken, verklaart hierbij dat GIJSBERT HENRICK NICLAES ALAERTS aan hem een jaarlijkse rente heeft afgelost van 2 gulden samen met alle achterstand daarvan, als deze HENRICK ALAERTS samen met zijn broer en zuster en daarvoor wijlen hun moeder MARIEKEN, steeds heeft betaald op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Aerle, welk bezit deze GIJSBERT van zijn vader had geerfd. De brief daarover is in het ongerede geraakt door deze roerige tijden zoals HENRICK verklaarde, maar als deze toch nog te voorschijn mocht komen, dan zal men daar geen rechten meer aan ontlenen, getuigen CROM en VERACHTER
Notitie bij Marieken (Maria) Corstiaens: .
zij wordt vermeld in een akte d.d. 21-1-1614 en d.d. 6-2-1619 (zie laatste datum verder bij haar broer HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN

VIIIa. Mr. Aert Corstiaens van der Ameijden, chirurg te Brecht, † Brecht Belgie vóór 24 sept. 1645, tr. 1e Brecht Belgie 5 mei 1598 Catharina Henricx Joos van Pulle, † vóór 12 juni 1618; tr. 2e 1616 Barbara Jacob Geertsen Geertsen, † Brecht 1658.
Uit het eerste huwelijk:
1. Cornelis Aert Christiaens van der Ameijden.
2. Digna Aert Christiaens van der Ameijden.
3. Silvester Aert Christiaens, volgt IXa.
4. Henrick Aert Christiaens van der Ameijden.
5. Christiaen Aert Christiaens, volgt IXb.
Uit het tweede huwelijk:
6. Jacobus Aert Christiaensen van der Ameijden, ged. Brecht Belgie 16 okt. 1617, † ald. 1619.
7. Jacobus Aert Christiaensen van der Ameijden, ged. Brecht 19 mei 1619.
8. Philippus Aert Christiaense van der Ameijden, ged. Brecht 26 dec. 1621.
9. Maria Aert Christiaens van der Ameijden, ged. Brecht 24 maart 1624, tr. 1e Brecht 29 jan. 1644 Frans Merten Cornelis Aerts; tr. 2e Brecht 26 aug. 1651 Cornelis Cornelissen.
10. Catharina Aert Christiaensen van der Ameijden, ged. Brecht 6 dec. 1629, † ald. 6 mei 1700, tr. Willem Jan Cornelis Goris, ged. Brecht 19 maart 1623, † ald. 27 okt. 1666.
11. Christiaen Aert Christiaens van der Ameijden, ged. Brecht 26 mei 1632.

Notitie bij Mr. Aert Corstiaens: .
Meester AERT CORSTIAENS wordt ook wel AERDEN CHRISTIAENS genoemd en zijn familienaam VAN DER AMEIJDEN wordt in Brecht ook wel gevoerd als VAN DER MEIJDEN, hij heeft 11 kinderen bij 2 echtgenotes (bron Marinus Goossens)

Verm. is dit de plaats Brecht gelegen in Belgie arrondissement Antwerpen.
Notitie bij het huwelijk van Catharina Henricx Joos en Mr. Aert Corstiaens: .
op de ondertrouw akte staat ook vermeld: ondertrouw te Brecht
Notitie bij Cornelis Aert Christiaens: .
hij verbleef op 25-9-1648 in het buitenland
Notitie bij Digna Aert Christiaens: .
verbleef op 25-9-1648 in het buitenland
Notitie bij Henrick Aert Christiaens: .
woont in 1649 binnen de stad en de universteit van Leuven
Notitie bij het huwelijk van Willem Jan Cornelis en Catharina Aert Christiaensen: .
Deze WILLEM JAN GORIS is de stamvader van de familie GORIS en van MARIA GORISSEN, van wie deze gegevens alsmede meerdere gegeven betreffende de familie VAN DER AMEIJDEN afkomen, Georgina

IXa. Silvester Aert Christiaens van der Ameijden, † Kapellen Belgie 10 april 1680, tr. Brecht 22 juli 1633 Joanna Henrici Bouckaerts.
Uit dit huwelijk:
1. Christiaen Silvester van der Ameijden, ged. Brecht Belgie 14 mei 1634, † Kapellen Belgie 19 dec. 1640.
2. Catharina Silvester van der Ameijden, ged. Brecht Belgie 17 dec. 1635.
3. Joannes Silvester van der Ameijden, geb. omstr. 1640, † Kapellen Belgie 1 dec. 1640.
4. Joannes Silvester van der Ameijden, ged. Kapellen Belgie 12 jan. 1642.
5. Anna Silvester van der Ameijden, ged. Kapellen Belgie 22 maart 1645.
6. Marie Silvester van der Ameijden, ged. Kapellen Belgie 6 april 1648.
7. Arnoldus Silvester van der Ameijden, ged. Kapellen Belgie 10 maart 1652.
8. Cornelis Silvester van der Ameijden, ged. Kapellen Belgie 22 april 1655.

IXb. Christiaen Aert Christiaens van der Ameijden, ged. Brecht Belgie 20 sept. 1598, begr. Kalmhout Belgie 16 sept. 1626, tr. Brecht 24 aug. 1620 Tanneke Peters Mathijssen.
Uit dit huwelijk:
1. Anna Christiaens Aert van der Ameijden, tr. 1646 Melchior Lenaerts Coninck.
2. Jan Christiaen Aerts van der Ameijden, † vóór 13 dec. 1650.
3. Catharina Christiaen Aerts van der Ameijden, ged. Kalmhout Belgie 13 okt. 1621, tr. Jan Peeter Niclaessen.

VIIIb. Henrick Corstens van der Ameijden, † Oirschot vóór 6 febr. 1619, tr. 1e omstr. 1595 Cornelia Adriaens Joosten (Neelken) Laerhoven (Laarhoven), dr. van Adriaen Joost en Anna (Anneken) Adriaens Mathijs Roefs; tr. 2e omstr. 1615 Barbara Pauwels Anthonius van Ghinhoven (Ghijnhoven), dr. van Pauwels Antonius Henricks en Geertruijt Willem Henricks en wed. van Jan Henrick Goijaert Vogels; zij hertr. vóór 11 dec. 1625 Matheeus Jan Sijmons van Aelst.
Uit het eerste huwelijk:
1. Gerard (Gerit) Henrick Corstiaens, volgt IXc.
2. Cornelia Henrick Corstiaens van der Ameijden, geb. omstr. 1595, † Oirschot vóór 30 okt. 1628.

Notitie bij het huwelijk van Cornelia Adriaens Joosten (Neelken) en Henrick Corstens: .
Op 15-7-1619 is er een boedelinventaris van de ouders van CORNELIA t.w. ADRIAEN JOOSTEN VAN LAERHOVEN en zijn vrouw ANNEKEN ten behoeve van kun kleinkinderen. In deze akte wordt vermeld dat HENRICK CORSTENS en NEELKEN VAN LAERHOVEN overleden zijn. De boedelinventaris is opgemaakt voor Notaris Lambrecht van Boxtel te Oirschot (RHC Eindhoven Inv 14 flio 26vv)
Op 14-11-1619 wordt er in een akte voor schepenen van Oirschot 3/4e delen van de helft van een stuk beemd genoemd het Henrikslaer verkocht door ADRIAEN GREEFS en FRANS LUCASSEN (HOVELMANS/VELDHOVEN) als aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van DIELIS ADRIAENS (JOOSTEN) VAN LAARHOVEN en over de minderjarige kinderen van wijlen HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN verkocht en waarvan de 1/4e deel in bezit is van JOOSTKEN ARIENS (ADRIAENS) VAN LAARHOVEN. HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN wordt hier met zijn volledige naam vermeld, terwijl in andere aktes hij alleen als HENRICK CORSTENS genoemd wordt (zie voor akte 14-11-1619 (RA Oirschot Inv 149a akte 254, 255 folio 143 t/m 145).
Mogelijk zijn er toch nog andere kinderen geweest, maar die worden nergens meer vermeld (of het is een schrijffout en moet er 1 kind staan, Georgina

6-2-1608 Vermelding huwelijk (RA Oirschot Inv 146b akte 054, 055 folio 223r, 223v)
-----------------------------------
HENRICK CORSTIAENS (VAN DER AMEIJDEN) als man van NEELKEN dochter van wijlen ADRIAENS JOOSTEN (VAN LAERHOVEN) en GOIJAERT RUT JANSSEN als man van JOOSTGEN dochter van genoemde ADRIAEN JOOSTEN, zijnde allen erfgenamen van wijlen IJKEN THIJSSEN (ROEFS) de tante van hun vrouwer, verkopen 32 roeden en 10 voeten land van een akker genoemd de Arien Thijs Hoeve, gelegen in Oirschot hergang Spoordonk op de Kattenberg, belend door: de kinderen van LUCAS THIJSSEN, ARIEN ARIEN JOOSTENS, JACOP DIRCKS VAN DE VELDE, de gemeijnte. De grond wordt overgedragen aan DANIEL ARIENS VAN GERWEN en genoemde HENRIK en GOIJAERT beloven alle lasten af te handelen, behalve de gemeentelijke belastingen, getuigen H. AELBREGTS en VERHOEVEN

DANIEL ARIENS VAN GERWEN heeft beloofd als schuldenaar aan genoemde HENRIK en GOIJAERT in hun hoedanigheid een bedrag van 8 gulden te betalen en wel per halfvastentijd a.s., actum als boven

16-1-1610 Verkoop deel beemd (RA Oirschot Inv 147a akte 020, 021 folio 8v, 9r)
------------------------------------------
HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN verkoopt het 3e deel dat hem toekomt uit 12 delen van een beemd gelegen in Oirschot, herdgang Spoordonck aan de Vloet aldaar, belend door: de baanderheer van Duffel als Heer van Oirschot, JACOP DIRCKS VAN DE VELDE onze collega schepen, de gemeijnte aldaar. Hij verkoopt dit deel nu aan DANIEL ARIENS GERWEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 18 stuivers 3 oort aan de beheerders van het Zinneloos Huis in Den Bosch, verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen STOCKELMANS en VELDE

De koopsom hiervan, naast de lasten bedraag 11 gulden en de kosten van de lijfkoop zijn 12 stuivers (?)
Notitie bij het huwelijk van Barbara Pauwels Anthonius en Henrick Corstens: .
BARBARA was weduwe van JAN HENRICK VOGELS met wie zij ca 1603 getrouwd was en JAN HENRICK VOGELS is overleden voor 21-1-1605, na het overlijden van HENRICK CORSTENS VAN DER AMEIJDEN (voor 6-2-1619), trouwt zij voor 11-12-1625 met MATHEEUS zoon JAN SIJMONS VAN AELST

21-1-1614 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 148a akte 015 folio 370r, 370v)
-------------------------------
HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf optredend en nog namens MARIEKEN zijn zuster, zoals hij verklaarde, nog mede namens een machtiging die hem is verleend door Meester AERNDEN CHRISTIAENS (VAN DER AMEIJDEN) chirurg die in Brecht woont, conform een akte daarover d.d. 7 januari j.l. opgemaakt voor GERAERT VAN DEN POEL als notaris te Brecht en getuigen en zoals ons schepenen is gebleken, verklaart hierbij dat GIJSBERT HENRICK NICLAES ALAERTS aan hem een jaarlijkse rente heeft afgelost van 2 gulden samen met de achterstallige termijnen, als deze HENRICK ALAERTS samen met zijn broer en zuster en daarvoor wijlen hun moeder MARIEKEN steeds heeft betaald gehad op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot, welke bezit deze GIJSBERT van zijn vader had geerfd. De brief daarover is in het ongerede geraakt door deze roerige tijden zoals HENRICK verklaarde, maar als deze toch nog te voorschijn komt, dan zal men daart geen rechten meer aan ontlenen, getuigen CROM en VERACHTER

6-2-1619 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 149a akte 036, folio 19v, 20r)
------------------------------
BARBARA weduwe van HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat CATHARINA weduwe van DIRCK TOIRKENS aan wijlen haar man de 3/6e delen heeft afgelost in een rente van 9 gulden per jaar die deze CATHARINA of haar ouders (JAN DE CROM) moesten betalen aan JENNEKEN de echtgenote van wijlen SILVESTER LINTERMANS, waarvan 1/3e deel ten behoeve van de vermelde HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN was bestemd, 1/3e deel ten behoeve van diens broer Meester AERT en het andere 1/3e deel ten behoeve van diens zuster MARIEKEN, waarvan genoemde Meester AERT en MARIKEN zoals BARBARA verklaart aan wijlen haar man opdracht had gegeven om deze rente af te laten lossen, getuigen GOOSSENS en STOCKELMANS

14-11-1619 Verkoop land door voogden (RA Oirschot Inv 149a akte 254 folio 143, 144)
------------------------------------------------
ADRIAEN GREEFS en FRANS LUCASSEN (HOVELMANS soms VAN VELDHOVEN) als aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van DIELIS ADRIAENS (JOOST) VAN LAARHOVEN en over de minderjarige kinderen van wijlen HENRICK CORSTIAENS VAN DER AMEIJDEN, verder hierbij ARIEN WOUTERS (op folio 140 heet hij nog JAN WOUTERS die in Nispen woont) als man van WILLEMKEN dochter van genoemde ARIEN VAN LAARHOVEN, waarbij deze voogden handelen op grond van een schepenbankdecreet van Oirschot, verkopen hierbij de 3/4e delen van de helft van een stuk beemd genoemd het Henrikslaer, waarvan de Heer VAN DUFFEL de andere helft in bezit heeft, onverdeeld zijnde en waarvan het resterende 4e deel van deze helft in handen is van GOIJAERT RUTGER JANSSEN als man van JOOSTKEN ook dochter van vermelde ARIENS VAN LAARHOVEN. Het perceelsgedeelte is gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: JAN JANSSEN HAU BRAKEN, SILVESTER LINTERMANS, DIRCK ANTONIS VAN DER VLEUTEN, de gemeijnte aldaar. Ze verkopen het bezit nu tegen het hoogste bod, na een openbare veiling daarvan, aan DANIEL ARIENS VAN GERWEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve het 3/4e deel van een jaarlijkse pacht van 7 lopen rogge aan het Sint Brigide altaar tot nu toe met geld betaald, maar verder volgens de brieven daarover, over te nemen met 1 vervallen en de lopende termijn, verder de dorpslasten. De koper moet de burenplichten nakomen, getuigen HOPPENBROUWER en VELDE
Notitie bij Cornelia Henrick Corstiaens: .
30-10-1628 Verkoop aanspraken erfdelen (RA Oirschot Inv 153b akte 324, 325 folio 467, 468)
--------------------------------------------------
JOSINA (JOOSTKEN) dochter van ADRIAAN JOOSTEN (VAN LAERHOVEN) weduwe van GOIJAERT RUTGERS (GERITS) geassisteerd met haar zoon ADRIAEN GOIJAERTS en JAN DIRCKS VAN DE VEN als haar voogden die samen ook nog optreden voor RUTGER en JAN, kinderen van wijlen genoemde GOIJAERT RUTGERS, hebben nu, waarbij JOSINA verklaart dat haar zoon ADRIAEN nu 24 jaar oud is, samen afstand gedaan van alle aanspraken die JOSINA en haar kinderen hebben geerfd van wijlen hun nicht CORNELIA dochter van wijlen HENRICK CORSTENS (VAN DER AMEIJDEN) wier moeder was CORNELIA dochter van ADRIAEN JOOSTEN (VAN LAERHOVEN). Ze verkopen deze aanspraken nu aan FRANS LUCASSEN VAN VELDHOVEN en genoemde JOSINA, ADRIAEN en JAN DIRCKS VAN DE VEN beloven deze overdracht van rechten altijd gestand te zullen doen en daarin alle lasten van hun kant af te handelen, getuiigen GOOSSENS en STOCKELMANS

De koop som van het overgedragen bezit is 11 pattacons, die JOSINA verklaart te hebben ontvangen van genoemde FRANS LUCAS VAN VELDHOVEN, actum als boven

IXc. Gerard (Gerit) Henrick Corstiaens van der Ameijden, tr. Oirschot 11 febr. 1624 Jenneke Daniel Goossens Schepens, dr. van Daniel Goijaert Daniels en Elke Goijaert Loijs van Ostade.
Uit dit huwelijk:
1. Henricus Gerardus van der Ameijden, ged. Oirschot 22 april 1625.
2. Joannes Henricus van der Ameijden, ged. Oirschot 29 juni 1634.
3. Antonius Gerardus van der Ameijden, ged. Oirschot 17 jan. 1638.

Notitie bij het huwelijk van Jenneke Daniel Goossens en Gerard (Gerit) Henrick Corstiaens: .
7-1-1627 Huur huis etc (RA Oirschot Inv 152a akte 007 t/m 011 folio 8 t/m 12)
----------------------------
HENRICK GIJSBERT VLEMMINCKS verhuurt hierbij aan GERIT HENRICK CORSTEN de navolgende bezittingen, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, zijnde een huis, schaapskooi, tuin, dries en gronden met nog de helft van een hooibeemd genoemd de Leechendonck en nog de helft van het daaraan gelegen heideveld. Verder verhuurt hij nog de akker genoemd de Schaerekker, en nog een nieuw stuk land dat hij als verpachter nu van zijn broer DIELIS in gebruik heeft. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren, maar ieder der partijen kan de huur na 2 jaar beeindigen, maar die zulks wenst te doen, dient dat wel in de voorafgaande Kersttijd op te zeggen. De huur gaat in wat betreft het driesland en de hooibeemd met de beethof (bietentuin) per half maart, het huis met Pinksteren en het akkerland met de kanten er omheen in de oogsttijd daarna, alles ingaande dit jaar 1527 en zo zal de pachter het ook weer na 2 of na 4 jaar dienen te verlaten. Indien de (ver)pachter van plan is om zich later in het dorp Zundert te vestigen en wanneer hij daar door het krijgsvolk zou worden verjaard, dat de verpachter dan direkt daarop in de vermelde schaapskooi mag komen wonen en in dat geval zal de pachter het bezit resp. per half maart, Pinksteren en oogst daarna weer moeten verlaten. De huursom bedraagt een bedrag van 41 gulden en nog jaarlijks 25 pond boter te leveren in de spurrietijd en og 50 eieren met Pasen en 4 koppels jonge hoenderen van kuikens per maart, voor de helft van de hennen en de helft hanen zijnde, te leveren als dezelfde hoenderen volwassen zullen zijn. Het fruit in de boomgaard wordt samen gedeeld tussen de pachter en de verpachter. Verder zal de pacher het land bewerken, inzaaien, bemesten, de oogst maaien, binden, opzetten, tellen, binnen halen en dorsen zoals een pachter dat betaamt volgens pachtrecht en daarbij goed toezicht houden op het bezit. De pachter moet jaarljks aan de verpachter 3 vijmen goed dakstro leveren voor het huis en laten dekken, waarmee de verpachter zijn gerief kan doen. De pachter is verplicht het vermelde huis goed te onderhouden met het materiaal dat de verhuurder zal leveren en moet ook het dak en de vensters onderhouden zonder dat hij zulks in mindering op de huurprijs mag brengen. Verder zal de pachter tijdens de huur alle dorpslasten etc. betalen en moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Partijen beloven over een weer deze pachtovereenkomst na te zullen komen, getuigen H. VAN DE SCHOOT en G. GOOSSENS

JAN DANIEL GOOSSENS, die nu 25 jaar oud is zoals hij verklaarde verkoopt hierbij zijn erfdeel en aanspraken in alle vaste bezit dat hij van wijlen zijn grootvader GOORT GOORT LOIJS en zijn grootmoeder HEIJLKEN JANSEN VAN DE VENNE heeft geerfd, alles gelegen in Oirschot herdgang de Notel. Hij verkoopt zijn erfdeel nu aan GERARD zoon HENRICK CORSTENS (VAN DER AMEIJDEN) en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, 7 januari 1627, getuigen SCHOOT en HUIJSKENS

GERIT HENRICK CORSTENS belooft JAN DANIEL GOOSSENS uit de vorige akte vanwege diens aankoop die per a.s. Driekoningendag anno 1628 een bedrag van 50 gulden te zullen betalen en nog 3 gulden als rente. Indien GERIT het geld dan niet betaalt, zal hij daarna steeds dezelfde vermelde rente moeten blijven totdat de hoofdsom is voldaan, actum als boven
(met instemming van partijen doorgehaald, datum 10 juni 1629, quod attestor G. GOOSSENS, secretaris 1629)

JAN DANIEL GOOSSENS uit de vorige akte die zich bewust is van de broosheid van het menselijk bestaan, heeft uitdrukkelijk gewild dat in het geval hij komt te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben, dat zijn halfzuster CORNELIA, natuurlijke dochter van diens vader wijlen DANIEL GOOSSENS van de hiervoor vermelde 50 gulden de helft zal ontvangen, derhalve krijgt ze 25 gulden en wel puur als gift. De rest van het bedrag vermaakt hij aan zijn wettige erfgenamen indien hij zonder kinderen komt te overlijden, actum als boven, dit merk + is door JAN als donateur gesteld.

9-3-1627 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 152a akte 097, 098 folio 110)
-------------------------------
GERIT HENRICK CORSTEN heeft beloofd om aan HENRICK HENRICKS VAN GHINHOVEN en aan DANIEL JANSSEN VAN DE SCHOOT als voogden over de minderjarige kinderen van JAN NICLAES COLEN en ook ten behoeve van die kinderen een bedrag van 150 gulden te zullen gaan betalen, per a.s. maart over 1 jaar anno 1628, met onderwijl een rente van 9 gulden. Indien GERIT het geld dan niet terugbetaalt, zal hij daarna steeds dezelfde rente moeten blijven betalen aan deze kinderen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen VERHOEVEN en LOON
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 11 maart 1628, quod attestor G. GOOSSENS secretaris 1628)

GERIT HENRICK CORSTEN uit de vorige akte beloofd om aan ARIEN JAN THOMAS VERMEIJEN (VAN DER AMEIJDEN?) die een bedrag van 200 gulden te zullen gaan betalen (akte is niet afgeschreven en ook niet doorgestreept, Jan Toirkens)

9-3-1627 Verkoop aanspraken erfdelen (RA Oirschot Inv 152a akte 108 folio 118)
-----------------------------------------------
GERIT HENRICK CORSTENS (VAN DER AMEIJDEN) als man van JENNEKEN dochter van wijlen DANIEL GOOSSENS, waarvan de moeder was ELCKEN dochter GOIJAERT LOIJS (VAN OSTADEN), verkoopt hierbij het erfdeel van zijn vrouw, inzake alle bezit dat zijn vrouw heeft geerfd bij de dood van ELKENS ouders en mede ook het versterf in dat bezit afkomstig van de broer van zijn vrouw, zijnde JAN DANIEL (GOOSSENS) zoals hem dat hiervoor schepenen te Oirschot is opgedragen op 11 januari 1627. Hij verkoopt die aanspraken nu zonder enige uitzondering en waar dat bezit ook is gelegen, nu aan zijn neef LAURENS ARIENS en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen VERHOEVEN, LOON en SCHOOT

15-3-1627 Aankoop huis en hofstad etc. (RA Oirschot Inv 152a akte 109 folio 118, 119)
------------------------------------------------
CATHARINA dochter van wijlen HENRICK TOIRKENS daarbij geassisteerd door NICLAES GIJBSERT VLEMMINCKS als haar hierbij gekozen voogd, verder HENRIK HENRICK TOIRKENS die is gemachtigd volgens een procuratie alhier voor schepenen van Oirschot opgemaakt door zijn broer JOORDEN d.d. 12 juli 1626 zoals het scheen hem daarin verleend, verkopen hierbij een huis, hofstand, tuin en grond etc. gelelen in Oirschot herdgang Spoordonck, ter plaatse genoemd op de Cruijweg, belend door: JENNEKEN weduwe van LAURENS HENRICK GOORTS VAN DEN HEUVEL, JAN WILLEM ERFVEN, de gemeenschappelijke straat, JAN ERF GEVERTS. Ze verkopen het bezit nu in het openbaar na 3 voorafgaande openbare afkondigingen ervan aan AERDEN JAN CORSTEN ten behoeve van GERIT HENRICK CORSTEN en genoemde CATHARINA met haar voogd belooft samen met genoemde HENRIK TOIRKENS om deze verkoop en overdracht altijd gestand te zullen doen en alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 3 muddes rogge aan de beheerder van het Sint Sebastiaens-altaar in de Oirschotse kerk, nog 3 gulden per jaar aan NICLAES WILLEMS VAN BEST, nog 35 stuivers aan de kinderen van NICOLAES VAN DE LAER en de grondchijns die op het bezit drukt en de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen en men moet overpad verlenen aan de kinderen van LAURENS HENRICK GOIJAERTS VAN DEN HEUVEL, getuigen VERHOEVEN, LOON en SCHOOT.

IVc. Henrick Aerts van der Ameijden, † Oirschot vóór 1474, tr. vóór 19 febr. 1469 Kathalijn Goijaert Heer Rutgers van Oudenhoven (Audenhoven), geb. 1435, † omstr. 1485, dr. van Heer Godevaert Rutger Henrick Godfried en Lisbeth Berthen van Aerle.
Uit dit huwelijk:
1. Aert Henricks, volgt Ve.
2. Kathalijn Henricks Aerts van der Ameijden.
3. Henrick Henrick Aert Henricks van der Ameijden.
4. Geertruijt Henrick Aert Henrix van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Kathalijn Goijaert Heer Rutgers en Henrick Aerts: .
Mogelijk heeft deze HENRICK AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN nog 2 kinderen t.w. HENRICK en GEERTRUIJT, zij worden samen met hun vader vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) periode okt 1469 - sept 1470 folio 53r

12-4-1464 Aankoop stuk land (RA Oirschot Inv 122a akte 228 folio P77v)
-----------------------------------
Verschenen zijn DANIEL en PETER broers en kinderen van wijlen DANIEL (Heer) HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, verder DIRCK LAMBRECHT VAN OVERBEECK als man van LISBETH en nog HENRICK OESTEN als man van ALEIJT beide dochters van genoemde DANIEL Heer HENRICKS en ze verkopen nu aan HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN ten zijnen behoeve van ten behoeve van diens broer DANIEL een stuk land genoemde de Gemeijnte gelegen in Oirschot, herdgang de Notel, belend door: het erf dat eerder van AERT SCAUBROECKS was, HEIJN OESTEN, de gemeijnte, de kinderen van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN, GIJBEN BRUIJNEN. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, geen datum en getuigen vermeld

3-2-1468 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 070, 071 folio P215, P215v)
-------------------------------
Verschenen is JAN DE WOLF en belooft nu aan HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van hemzelf, verder ten behoeve van zijn vrouw KATALIJN dochter van GOIJAERTS VAN OUDENHOVEN en ten behoeve van diens dochter KATALIJN die voortaan een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge, Oirschotse maat, te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd de Sleebosch, groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: DANIEL zijn zwager, JAN VAN BERCKT, de Grevenweg daar die eigendom is van LOIJEN VAN HERSEL, Meester AERT VAN WEIJLHUSEN, de gemeenschappelijke weg. JAN als schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht. Zodra genoemde HENRICK, diens vrouw KATALIJN en diens dochter KATALIJN allen zijn komen te overlijden dan versterft de pacht weer op genoemde JAN DE WOLF of op diens erfgenamen na hem, getuigen JOERDEN, SNEPSCHUET en HAGELAER

Verschenen is genoemde HENRICK uit de vorige akte en staat aan JAN DE WOLF toe dat die de rogpacht van 2 mud rogge altijd mag aflossen tegen betaling van 28 Peters, elke Peter tegen 18 stuivers gerekend, samen met alle achterstallige termijnen, actum als boven

19-2-1469 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 053, 054 folio P237 (11r)
---------------------------------
Verschenen is hier HERMAN WOUTERS VAN AERLE en belooft aan HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN die ten behoeve van diens vrouw KATHALIJN dochter van GOIJAERT Heer RUTGERS (VAN OUDENHOVEN) die voortaan 1 mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervalllend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk heiveld gelegen achter in de Haperdonk in hergang Straten hier, belend door: zijn broer HENRICK waarvan is afgedeeld, JAN BRUIJSTENS. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Indien HENRICK en zijn vrouw beiden zijn komen te overlijden, dan versterft de pacht weer op genoemde HERMAN of op diens erfgenamen na hem, getuigen DIRCK GOESSENS en GERART MATHIJSSEN

Verschenen is genoemde HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte en staat aan HERMAN toe dat die de rogpacht van 1 mud rogge altijd mag aflossen tussen nu en 20 jaar verder tegen betaling van 14 gouden Peters, elke Peter gerekend tegen 18 stuivers, samen ook met alle achterstallige termijnen, datum en getuigen als boven

6-3-1469 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 067, 068 folio P275r (13r)
-------------------------------
Verschenen is DIRCK GOESSEN NEVENS onze collega schepen en belooft nu aan HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN die voortaan een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: ALEIJT COCKS en haar kinderen, de gemeenschappelijke straat, MARGRIET VREIJSSEN, de gemeijnte daar. DIRCK als schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen DIRCK, SNELLAERTS en HUIJSKENS

Genoemde HENRICK VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte staat aan DIRCK toe de rogpacht van 2 mud per jaar te mogen aflossen tegen betaling van 40 Peters, elk mud van 20 Peters, elke Peter gerekend tegen 18 stuivers, datum en getuigen als boven

1474 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 123a (2353) jaar 1471 !akte 298 folio P121v)
----------------------------------
Komen is DANIEL AERT SCABROECKS en belooft aan THOMAES AERTS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van KATALIJN dochter van GOIJAERT HENRICK RUTGERS als weduwe van HENRICK ... en ten behoeve van haar wettige zoon AERT verwekt bij genoemde HENRICK een pacht van 2 mud rogge per jaar, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd het Heegbroek, gelegen in herdgang (...de Notel verm.) belend door: LISBETH BROUWERS en haar kinderen, ... VAN HERSEL, AELBRECHT SCABROEKS zijnde zijn broer, de straat. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te hoduen voor de pacht. Als KATALIJN en AERT beiden zijn komen te ...........(er zou iet moeten volgen zoals --- ze beiden zijn overleden --- etc. maar het vervolg ontbreekt akte is gezien de inktsoort en handschrift van het jaar 1474)

24-2-1481 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 124b akte 082 folio P262v)
---------------------------------
DIRCK GOESSEN (NEVEN) belooft als schuldenaar aan KATHALIJN zijnde de vrouw van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN die per a.s. halfvasten 3 en een halve mud rogge te leveren en per Sint Jansdag erna of 1 maan ervoor nog eens 4 en een halve mud rogge, alles Oirschotse maat, datum op Sint Mathijsdag getuigen GERART MATHIJSSEN en HAGELAER

4-4-1483 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 124b akte 192 folio P354r)
-------------------------------
JAN natuurlijke zoon van Heer LUPPEN VAN HERSEL priester, belooft als schuldenaar om aan KATARINA weduwe van wijlen HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN die per a.s. Sint Jacopsdag een bedrag van 12 kronen te betalen, elke kroon tegen 24 stuivers, vanwege 3 mud rogge die DIRCK GOOSSENS aan haar schuldig was voglens schepenbrieven van Oirschot en nog per a.s. Maria Lichtmisdag anderhalf mud rogge, maat van Oirschot. Verder belooft hij dat DIRCK GOOSSENS haar 2 kronen zal laten brengen, getuigen LIEVELD en CROM
(kopnoot: KATARINA VAN DER AMEIJDEN is voldaan, getuigen ESCH)

ca 23 oktober 1485 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 124b akte 166, 167 folio 455v)
---------------------------------------------
Verschenen is EVA dochter van wijlen GOIJAERT DELIEN met haar voogd en verkoopt nu met schepenbrief aan ARNDEN zoon van wijlen HENRICK AERTS VAN DER MEIJDEN die een pacht van 2 mud rogge per jaar uit een pacht van 3 mud, Oirschotse maat samen met 3 vervallen termijnen. Deze pacht had KORSTIAEN MATHIJS HOEZEN eerder beloofd aan GOIJAERT GOIJAERT DELIEN steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: LAMBERT (?) VAN DE PAS, de gemeijnte daar, de Standaard. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen ook namens haar vader GOIJAERT, datum op Sint Assumptionisdag in oktober 1485, getuigen HAES, AERT VEN en CLAES THOMAS

Genoemde AERT uit de vorige akte belooft aan EVA die per a.s. Maria Lichtmisdag 56 peters te betalen en een rente van 2 mud Oirschotse maat met nog 2 mud achterstallige pacht, actum als boven
Voetnoot:
Hierop verklaart AERT op 26 januari 1486 van HENRICK JACOPS VAN ESCH als gemachtigde 43 peters te hebben ontvangen en verder heeft hij op 28 januari daarna 13 peters ontvangen

ca april 1511 Ruil rogpachten (RA Oirschot Inv 128a akte 203 folio P252r, P252v)
-----------------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN en AERT PETER ROEFS hebben met elkaar een ruil gedaan van bepaald rogpachten zoals hierna omschreven.

AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN draagt aan AERT PETER ROEFS die een pacht over van 16 lopen rogge per jaar en nog een pcht van 14 lopen rogge per jaar,, welke pachten MAES HENRICK MAES VAN DEN SNEPSCHUET eerder aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN had beloofd en de andere pacht die HENRICK THOMAS VAN DEN SNEPSCHUET eerder had beloofd aan KATARINA dochter van GOIJAERT RUTGERS, weduwe van HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN, ten behoeve van haarzelf en ten behoeve van haar wettige zoon AERT, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen volgens 2 verschillende schepenbrieven van Oirschot.

Daarna is verschenen AERT PETER ROEFS en draagt aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN een pacht over van 2 mud en 3 lopen, welke pacht AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN eerder aan genoemde AERT PETER ROEFS had beloofd volgens schepenbrief van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen, datum op het feest van XPI (wie is dat) 1511, getuigen MAERSELAER en JAN GOOSSENS

2 april 1511:
THOMAS GIELIS en AERT DANIELS VAN DER MEIJDEN (akte is niet verder afgemaakt, blanko gelaten)

Ve. Aert Henricks van der Ameijden, molenaar op de windmolen te Oirschot 1495-1498, † Oirschot vóór 11 mei 1535, tr. vóór 24 juni 1496 Elisabeth Willems Vos van Beerse, dr. van Willem Willems Vos en Katharina Wouters van de Velde en wed. van Michiel Jan Willems Wilneven (Neven).
Uit zijn relatie met Margriet Jan de Bie (Biens):
1. Henrick Aert Henricks van der Ameijden.
Uit zijn huwelijk:
2. Henrick Aert Henricks, volgt VIh.
3. Kathalijn Aert Henricks de Jongste van der Ameijden, † Oirschot vóór 1 aug. 1533, tr. omstr. 1530 Willem Aelbrechts van Duurstede, † Oirschot vóór 11 mei 1535.
4. Kathalijn Aerts Henricks de Oudste van der Ameijden, † Oirschot vóór 14 jan. 1550.
5. Heer Willems Aert Henricks van der Ameijden, † Oirschot vóór 8 aug. 1538.
Uit zijn relatie met Jutta Jans van der Hoeven, † Oirschot vóór 2 okt. 1538; zij tr. vóór 11 jan. 1528 Henrick Rutgers Belaerts:
6. Kathalijn natuurlijke dochter Aert Henricks van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Elisabeth Willems en Aert Henricks: .
In de akte van erfeling staat ELISABETH vermeld als ELISABETH JAN VOS, maar dat is volgens mij niet goed, want zij wordt in diverse andere aktes wel degelijk als ELISABETH WILLEMS VOS vermeld ook in het blad Taxandria van jaargang 43, 1898 bl. 257 t/m 266 wordt zij als ELISABETH WILLEMS VOS vermeld. Mogelijk heeft AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN een relatie gehad met MARGRIET JAN BIENS en uit dat huwelijk is een zoon HENRICK AERTS VAN DER MEIJDEN geboren (zie akte d.d. 8-8-1508)
Verm. heeft deze AERT ook een relatie gehad met JUTTA JANS VAN DER HOEVEN die later trouwt met HENRICK RUTGERS BELAERTS, gezien de periode waarin het afspeelt moet het bijna wel deze AERT zijn, Georgina

Zij hebben 5 kinderen te weten: Heer WILLEM AERTS VAN DER AMEIJDEN, HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN, CATALIJN, CATALIJN getrouwd met WILLEM VAN DUERSTEDE en AERT AERTS VAN DER AMEIJDEN (Taxandria 1898 jaargang 43 blz. 260)

In oktober 1485 op Sint Assumptionisdag koopt ARNDEN zoon wijlen HENRICK AERTS VAN DER MEIJDEN een pacht van 2 mud rogge per jaar uit een pacht van 3 mud rogge, Oirschotse maat met 3 vervallen termijnen van EVA (YEVEN) dochter GOIJAERT DELIEN en haar voogd voor een bedrag van 56 peters en een rente van 2 mud rogge, Oirschotsemaat met nog 2 mud achterstallige pacht (zie voor volledige akte bij EVA GOIJAERTS DELIEN (RA Oirschot Inv 124b akte 166 folio 455v)

21-3-1495 Pacht windmolen (RA Oirschot Inv 126a akte 041 folio 9r)
---------------------------------
ADRIAEN VOS schout en verder als rentmeester voor jonker GOIJAERT TORCK echtgenoot van Joffrouw MARGRIET VAN EGMONT, eerder weduwe van Jonker JAN VAN MERODE EN PETERSHEM verpacht nu aan AERNDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN de windmolen te Oirschot staande in herdgang de Kerkhof. De pacht is voor 6 jaar lang te beginnen per Sint Jansdag (24 juni) a.s. en de pachtsom is 42 en een half mud rogge voor het eerste jaar en daarna steeds 43 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, steeds in 2 termijnen te voldoen, de eerste termijn per a.s. Kerstmis en de 2e op Sint Jansdag midden in de zomer en die pacht moet op de molen of in de nabijheid worden geleverd. De pachter moet voor de pachttermijn de molen goed onderhouden wat betreft zeilen, "heckesceijden", kammen, spillen, etc. wat betreft doofhout (verrot hout), zonder dat hij iets in rekening kan brengen bij de verpachter en zoals tot nu toe steeds gebruikelijk is geweest. Als de molen daardoor niet kan malen, dan moet AERT dat meteen aan de rentmeester meedelen en vanaf dat moment dat de molen stilstaat mag dat in mindering worden gebracht op de pachtsom, totdat die molen weer kan draaien. Behalve als de molen binnen een termijn van 24 uur (weer) draait, dan wordt er niets verrekend. Als de molen verongelukt door brand, wind of vernieling, door schuld of verzuim van de pachter, dan moet de pachter de molen laten repareren naar goeddunken van goede mannen en volgens molenrecht. Genoemde AERT en met hem DANIEL AERTS VAN DER AMEIJDEN (de oom van AERT) en ADRIAEN VOS als schout hebben samen en hoofdelijk beloofd de pachtovereenkomst zo uit te zullen voeren, onder beding van parate executie, waarbij geen beroep kan worden gedaan op privileges van poorterschap, klerkdom etc., getuigen SNEPSCHUET en MELIS

Genoemde AERT belooft zijn borgen te zullen vrijwaren voor de door hen gedane belofte en daarvan willen ze een brief hebben, actum als boven

30-4-1496 Huur huis etc. (RA Oirschot Inv 126a akte 103 t/m 105 folio 17r, 17v)
-------------------------------
JAN JAN RONDEN verhuurt nu aan AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN die voor "100 jaar en dagen" een huis, tuin, betimmering etc. gelegen in herdgang de Kerkhof genoemd "de Zwaan" belend door: de kerkmuur van het O.L. Vrouwekerkhof, het erf van GOIJAERT ROESTENBERGS (genoemd DE BOER is doorgestreept), de Steenweg, de gemeenschappelijke straat. Daaruit moet de pacht jaarlijks van 3 mud rogge betaald worden aan WILLEM MOEL HAUBRAKEN, maat van Oirschot, 1 oude grote aan de O.L. Vrouwekapel, nog 21 hoenderen aan de Heer VAN MERODE. JAN belooft deze verhuur altijd na te zullen komen en hij mag het huis voor die termijn nooit aan iemand ander verhuren of verkopen. En JAN belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen DIRCK en JACOP

AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte belooft aan JAN JANS RONDEN dat hij vanaf nu de pacht van 3 mud rogge, 1 oude grote en de 21 hoenderen zodanig zal gaan betalen dat JAN DE RONDE en zijn nakomelingen daarvoor verder gevrijwaard zijn, behalve dat ze samen tot aan Maria Lichtmisdag deze lasten ieder voor de helft zullen betalen, actum als boven

Op 4-5-1496 (dus 4 dagen later verkoopt JAN JAN RONDEN dit zelfde huis uit de vorige akte aan dezelfde AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, waarom hij dit doet is een raadsel, de aktes schijnen beide rechtsgeldig te zijn, op 15 mei 1496 blijkt dit een huis en herberg genoemd "de Zwaan" te zijn, zoals blijkt uit de volgende akte:

15-5-1496 Vrijwaring (RA Oirschot Inv 126a akte 111 folio 18r)
-------------------------
JAN DE RONDE heeft beloofd aan AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN dat hij hem zal vrijwaren voor alle aanspraken die iemand zou mogen hebben op het huis en herberg genoemd "de Zwaan", welk bezit AERT VAN JAN heeft gekocht, staande aan het O.L. Vrouwenkerkhof. Hij zal AERNT daarbij in alles tegemoet komen, behalve wat betreft de afgesproken pacht zoals op het vorig blad bovenaan staan vermeld, die lasten zal AERT zodanig beetalen dat JAN en zijn erfgenamen na hem daarvoor altijd gevrijwaard zullen zijn, getuigen JOERDEN en JACOP

9-9-1498 Overname pacht windmolen (RA Oirschot Inv 126a jaar 1495 !! akte 043, 044 folio 9v)
---------------------------------------------
In het jaar 1498 op 9 september hebben JAN JANSSEN VAN HOELST VAN MOL (of uit Mol) voor één helft en PETER MATHIJS MOLLERS van Boxtel voor de andere helft, aan AERNDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN beloofd dat ze hem zullen ontslaan voor de 3 laatste jaren van de pacht van de windmolen en de pacht zullen overnemen, zoals AERT die molen had gepacht van de Heer VAN MERODE, staande in herdgang de Kerkhof en zoals eerder gepacht van ADRIAEN VOS schout etc. zoals vermeld (in de akte van 21-3-1495). De pacht voor de nieuwe pachters vangt aan per a.s. Sint Jansdag 1498 en dat voor 3 jaar lang, met alle verplichtingen dienaangaande zoals in dat eerder kontrakt staan vermeld. AERT is verplicht de 2 nieuwe pachters te ontlasten voor de termijn van afgelopen Sint Jansdag tot aan Sint Jacopsdag erna. Genoemde JAN VAN HOELST en met het GERART JANSSEN VAN DE VEN, voor één helft en PETER MATHIJS SMOLLERS samen met RUTGER RUGTER CLUIJSTERMANS en CLAES HEIJMERICK SCEPENS voor wat betreft de andere helft, beloven alle toekomende huurterijmen zo te betalen, dat AERNT VAN DER MEIJDEN en zijn borgen daarvoor verder gevrijwaard blijven. De huurtermijnen moeten betaald worden onder beding van parate executie en men kan geen beroep doen op privileges, poorterschap of klerkdrom, getuigen JORDEN HOPPENBROUWERS en DANIEL LEEUW

JAN JANSSEN VAN HOELST voor de éne helft en PETER MATHIJSSEN van hiervoor voor de andere helft beloven geen beroep te zullen doen op enig voorrecht etc. voor de betaling van de huurterijmen en de andere verplichtingen, actum als boven

6-1-1501 Overdracht huis (RA Oirschot Inv 126c akte 007, 008 folio 3r)
--------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN draagt aan DANIEL DE LEEUW die de verhuur over van een huis en betimmering, genoemd "de Zwaan" (is herberg "de Zwaan") samen met alle rechten en brieven daarvan, zoals AERT dat bezit had verkregen van JAN DE RONDE, belend door: de kerkmuur van de O.L. Vrouw, de erfgenamen van GOIJAERT ROESTENBERGS, de Steenweg daar, de straat, datum op Epifiendag (Driekoningen) getuigen BELAERTS en SNEPSCHUET

Genoemde DANIEL uit de vorige akte beloofd aan AERT die per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar een bedrag van 112 rijnsguldens te betalen samen met een pacht van 4 lopen rogge, actum als boven

Op 19-5-1502 koopt AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN (AMEIJDEN) een pacht van een half mud rogge van HENRICK zoon JAN JAN ROELOFS VAN DER MEIJDEN, welke pacht LISBETH weduwe van WILLEM KNAPEN met haar voogd en verder met JAN, DANIEL en JOERDEN als kinderen van genoemde WILLEM eerder aan JAN JAN ROELOFS VAN DER MEIJDEN DE JONGSTE had beloofd op onderpand van een stuk beemd gelegen achter de Vleesslag onder Erdbruggen (zie voor volledige akte bij HENRICK zoon JAN JAN ROELOFS VAN DER MEIJDEN (RA Oirschot Inv 126c akte 150 folio 26r)

7-6-1502 Aankoop stuk land met schuur (RA Oirschot Inv 126c akte 161, 162 folio 28r, 28v)
------------------------------------------------
WOUTER en SEGER, kinderen van wijlen GOORIS VAN KUIJCK verkopen aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN een stuk land waarop een schuur staat gelegen in herdgang de Kerkhof belend door: de straat, JACOP WOUTERS VAN DEN DIJCK. Lasten hieruit zijn 4 lopen rogge. Verder moet de koper de voorste post van het hek onderhouden, waarmee dat hek sluit, gelegen naast dit erf, getuigen ADRIAEN en RUTGER

(Voor dit stuk land met schuur hadden LISBETH weduwe van JOERDEN SMETSERS en haar dochters MECHTELD, LIJSKEN, ELKEN (ALEIJT) en ARIKEN en nog TRUIKEN afstand van hun aanspraken op dit perceel t.b.v. genoemde WOUTER en SEGER kinderen van GOORIS VAN KUIJCK)

AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN als man van ELISABETH dochter van WILLEM VOS, verkoopt aan SEGER GOORIS VAN KUIJCK, die een pacht van 9 lopen rogge uit een pacht van 1 mud, maat van Oirschot, welke pacht Meester AERT VAN WEIJLHUIJSEN eerder had overgedragen aan WILLEM WILLEM VOS en welke pacht JAN BEERTKENS VAN DEN SPIJKER eerder had beloofd aan CORSTEN DE HOSE ten behoeve van Meester AERT (VAN DER AMEIJDEN) steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. op Gheen Dunnen (geen is ver weg), gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: HENRICK RIEMSLEGER, de gemeijnte, JAN HEIJLIGEN, JACOP VAN BAEST. Die pacht van 9 lopen had AERNT als man van LISBETH geerfd zoals hij zei, getuigen ADRIAEN en RUTGER


21-3-1505 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 126c akte 038 t/m 041 folio 8v, 9r)
---------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN verkoopt aan ANDRIES MATHIJS CORSTENS VAN BERSE een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: CLAES SCHEPENS, JAN DIRCK FRANCKEN, de erfgenamen van HENRICK VAN BERSE, de gemeennschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 2 oude groten en 4 schillingen paijment aan het kapittel van Oirschot, nog 1 mud rogge aan MARIE dochter van JAN PETERS VAN BANTSVOORT of ook wel VAN KERKOERLE genoemd, nog 8 lopen rogge samen aan de H. Geest en aan de O.L. Vrouwkapel, de Sint Peterskerk te Oirschot en de Sint Odulphuskapel te Best, verder nog een rente van 2 rijnsguldens per jaar aan MARGRIET BELAERTS, nog 2 gouden guldens per jaar aan het kapittel van Den Bosch, nog anderhalf mud rogge aan genoemde AERT als verkoper. ANDRIES als koper belooft alle genoemde chijnsen en pachten etc. behoorlijk te zullen betalen, getuigen BELAERTS en CREMER

ANDRIES MATHIJS CORSTENS VAN BERZE uit de vorige akte belooft alle genoemde lasten en pachten van hiervoor zo te betalen dat AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN en diens bezit daarvoor altijd gevrijwaard zal zijn, actum als boven

ANDRIES MATHIJS CORSTENS uit de vorige akte belooft aan AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN die voortaan jaarlijks een pacht van anderhalf mud rogge te betalen, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van het bezit van hiervoor, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen 28 peters voor elk mud rogge gerekend, actum als boven

13-10-1505 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 127a akte 231, 232 folio 45v)
--------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN verkoopt met alle brieven en dokumenten ervan aan Meester AERT VAN DER MEIJDEN die een pacht van anderhalf mud rogge, welke pacht ANDRIES MATHIJS CORSTENS eerder aan genoemde AERT VAN DER MEIJDEN had beloofd, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: CLAES SCEPENS, JAN DIRCK FRANCKEN, de erfgenamen van HENRICK VAN BERSE, de gemeenschappelijke straat, getuigen AELBRECHTS en GIELIS

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 28 peters voor elk mud rogge, actum als boven

26-4-1507 Pacht windmolen (RA Oirschot Inv 127a akte 124 folio 26v
---------------------------------
ADRIAEN VOS, JANNES zoon van Heer JACOP DE BROUWER en AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN beloven hierbij aan Meester AERT VAN DER MEIJDEN als rentmeester voor de Heer VAN PETERSHEM en die van MERODE, 6 jaar lang voor de huur van de water- en slagmolen te Spoordonk, in 2 termijnen, de eerste ervan per a.s. Kerstavond anno 1508 volgens tijdsstijl van het Hof van Luik, en de andere termijn met Sint Jansdag (24 juni) erna, elke termijn ervan de helft en wel voor het eerste jaar 46 en een halve dubbelen te betalen en de andere jaren 44 dubbelen, elke dubbele gerekend tegen 30 stuivers. De pachters moeten de 2 molens goed onderhouden wat betreft de kammen, spillen en alle verrot hout etc. zoals vanouds gebruikelijk is. Als er reparatie nodig is, moet de molenaar dat direkt aan de rentmeester kenbaar maken en zijn stilstand rekenen. Als de reparatie binnen 3 dagen kan plaatsvinden, mag er geen stilstand aan de Heer worden berekend, en als de stilstand langer is dan de 3 dagen, mag de molenaar dat al naar tijdsgelang in mindering brengen op de pachtsom, maar voor niet meer dan dat. Als er geen water is om mee te malen, dan mag de molenaar dat in mindering brengen. De pachter moet de beide molens beschermen tegen ongelukken, brand etc. en als hij daarbij in gebreke blijft en er schade ontstaat moet dat volgens molenaarsrecht worden vergoed, waarbij elke dag stilstand gerekend wordt tegen anderhalve dag zoals gebruikelijk. De dijken rondom de vloet dienen behoorlijk te worden onderhouden op kosten van de pachter en er mag ook geen willigenhout worden gekapt of geknot, zonder verlof hiertoe van de rentmeester en als het hem tijdig is medegedeeld zal de rentmeester hem het hout aanwijzen. De pachters beloven geen beroep te doen op poorterschap, klerkdom of uitzonderinngen en privileges die in tegenspraak zouden zijn met dit kontrakt en alle beloftes zijn gedaan onder het beding van parate executies, getuigen BERSEN en LEEUW

16-3-1506 Vrijwaring (RA Oirschot Inv 127a akte 126 folio P160v)
-------------------------
AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN belooft aan broeder WILLEM VAN VECHEL, ten behoeve van het klooster van de Preekheren in Den Bosch, dat hij hem zal vrijwarten voor alle kosten, schades etc. inzake een schuur die AERT aan het klooster heeft verkocht gehad staande op het erf bij de windmolen van de Heer VAN MERODE te Oirschot, belend door: de gemeenschappelijk straat, JACOP WOUTERS VAN DEN DIJCK. Als er voor het klooster schade zou ontstaan dan zal AERT daarvoor instaan, behoudens dat het klooster wel de houtbelasting aan de rentmeester zal voldoen, getuigen HENRICK VAN DER MEIJDEN, JAN MATHIJS en BEERTKEN

26-6-1506 Overdracht rente (RA Oirschot Inv 127a akte 236 folio P190r)
-----------------------------------
HENRIK VOS, AERT VERMEIJDEN als man van LISBETH zijnde wettige kinderen van WILLEM VOS, dragen aan hun broer ADRIAEN WILLEM VOS met schepenbrieven van de stad Antwerpen een jaarlijkse rente over van 3 rijnsguldens, die ze hebben geerfd van LAUWREIJS PETER HEIJNS hun neef zijnde en welke rente men jaarlijks ontvangt in het dorp Roosendaal onder Antwerpen, getuigen THOMAS en DIRCK

19-12-1507 Aankoop land (RA Oirschot Inv 127a akte 187 t/m 191 folio 44v)
-------------------------------
ROEF, GERARD en AERT broers en kinderen van wijlen PETER ROEFS, verder DILLEKEN dochter van wijlen ANDRIES ROEFS met haar oom ROEF als haar voogd hierin, voor henzelfd handelend en voor de wettige kinderen van hun broer JAN en voor de kinderen van hun broer ANDRIES, verkopen aan AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN een heide en weiland, aan elkaar gelegen in de herdgang de Kerkof aan de Papenvoort daar, belend door: de Papenvoort van Heer JAN ROBILAERTS, DANIEL DE LEEUW, JAN HENRICKS VAN DER VLOETEN, de kinderen van PETER JACOPS VAN ESCH daar. Lasten hieruit zijn 1 kapoen aan de dekanij van Oirschot, getuigen LEEUW, CREMER en BERSE

Als de brief van hiervoor geen rechtsgeldigheid heeft, zoals behoort, dan zullen de verkopers de originele brief van het bezit leveren voor a.s. Kerstmis, geen datum en getuigen vermeld, akte is doorgestreept

AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN heeft beloofd om aan AERT zoon wijlen PETER ROEFS die voortaan een pacht van 2 mud en 3 lopen rogge per jaar te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van het bezit uit de vorige akte. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, actum als boven

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag met 1 mud rogge per keer of meer, elk mud rogge tegen 28 peters gerekend, geen datum en getuigen vermeld

AERT hoeft de eerste keer van de pacht niet meer dan anderhalf mud rogge te betalen, actum als boven

8-8-1508 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 166, 167 folio 27r)
-------------------------------
AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan HAPPO JAN VOS, die een rente van 45 stuivers te gaan betalen, steeds op Sint Petrusdag in de oogstmaand (augustus) op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof belend door: JAN VAN HERSEL, JAN LEBBENS, de erfgenamen van Meester RICALT VAN MERODE, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een beemd onder Ameijden hier, belend door: (HEIJN IEVEN is doorgestreept) de weduwe van HENRICK VAN DER BOCHT en diens kinderen alias IEVEN, GEVART VAN ONSTADEN, de straat. De lasten op het onderpand zijn niet meer dan 15 lopen rogge per jaar en de grondchijns. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de renten, getuigen HERMAN en JAN GOOSSENS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 36 gulden, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, actum als boven

15-7-1509 Verkoop stuk land (RA Oirschot Inv 128a akte 128, 129 folio P99r)
----------------------------------
Heer HENRICK priester en ADRIAEN broers en kinderen van wijlen WILLEM VOS, verder AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als man van LISBETH dochter van genoemde WILLEM VOS, verkopen aan AERT DANIELS VAN DER MEIJDEN die is verwekt bij MARIE dochter JAN VOS een stuk land, groot een half mudzaad, genoemd de Kerkakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: JAN VAN VLIERDEN. AERT als koper waarvan eerder is afgedeeld, DANIEL VAN DER MEIJDEN, een kerkpad. Lasten hieruit zijn 11 lopen rogge per jaar aan GEERTRUIT weduwe van AERT VAN LAARHOVEN en haar kinderen. Nog aan HENRICK JANSSEN VAN DER LULSDONCK een half mud rogge per jaar, getuigen THOMAS en DIRCK

AERT DANIELS VAN DER MEIJDEN uit de vorige akte belooft aan ADRIAEN WILLEM VOS die per a.s. Meidag een bedrag van 108 rijnsguldens te betalen, waarmee een rente kan worden afgelost van 8 gouden guldens per jaar aan Meester GIJSBRECHT VAN DEN VELDE, welke rente ADRIAEN eerder aan Meester GOIJAERT VAN DE VELDE in schepenbrieven van Den Bosch had beloofd, actum als boven

8-5-1513 Verkoop rente (RA Oirschot jaar 1512 !Inv 128a akte los 003)
------------------------------
Wij, LOIJWICH VAN HERSEL, BEERTRAMS VAN DEN SPIJKER, GIJSBRECHT DE CREMER, HENRICK VAN BERSE, HENRICK VAN DER LULSDONK, AERT DANIELS VAN DER AMEIJDEN en ANDRIES LOIJEN, schepenen te Oirschot, verklaren hierbij plechtig dat voor ons is verschenen AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN en heeft beloofd om aan GERIT JAN HENRICKS die voortaan een jaarlijkse rente van 16 stuivers en 3 oort te gaan betalen, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de hei daar, de gemeijnte, GIJSBRECHT LEBBENS, JAN VAN HERSEL. Die rente van 16 stuivers en 3 oort werden eerder betaald door GERIT JAN HENRICKS of door de erfgenamen van PETER VAN GESTEL aan de erfgenamen of kinderen van Heer RICALT VAN MERODE, getuigen CREMER en LULSDONK

7-5-1521 Verkoop huis etc. (RA Oirschot Inv 129a akte 151 t/m 153 folio P180r)
---------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verkoopt aan AERNT HENRICK BONTEN die een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof nabij de windmolen daar, belend door: GIJSBRECHT LEBBENS, JAN VAN HERSEL. Lasten hieruit zijn3 lopen rogge per jaar aan het kapittel van Oirschot, 23 stuivers grondchijns aan PHILIPS HINCKAERT en 1 negenmenneken aan de Hertog, nog een rente van 16 stuivers en 3 ooirt aan Meester DANIEL VAN HERZEL (nog 2 mud rogge aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN = doorgestreept), nog 8 Rijnsguldens per jaar aan PETER VAN DEN EEKHOF alias VLEMMINCK, welke rente aflosbaar is volgens de brieven ervan, getuigen VELDE en AMEIJDEN

AERT HENRICK BONTEN uit de vorige akte belooft voortaan aan AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van het bezit uit de vorige akte, actum als boven

De pacht uit de vorige akte is altijd aflosbaar na de dood van AERNT VAN DER AMEIJDEN en diens vrouw LISBETH tegen betaling van 42 Rijnsguldens, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald (akte en de voorgaande zijn doorgestreept)

Volgens mij is de onderstaande pacht de betaling van het huis in de vorige akte vermeld!

7-5-1521 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 129a akte 155 folio P180v)
------------------------------
AERNT HENRICK BONTEN verkoopt aan AERNT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 3 mud rogge, op onderpand van de oude hofstad en het huis, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de straat, Heer ANTONIS BRUIJNINCKS, GERIT VAN GESTEL, JAN VAN HERSEL, AERNT VAN DER AMEIJDEN. Nog op onderpand van een weiland genoemd de Braecke, zelfde herdgang als hiervoor, belend door: AERT DE METSERS, de kinderen van HENRICK DE KEMMER, de straat. Nog op onderpand van een beemd genoemd dat Langschoer gelegen in herdgang de Notel, belend door: de kinderen van JOERDEN WILLEMS, de straat en meer anderen, GIELIS GIELIS HOPPENBROUWERS. Die pacht had AERNT HENRICK BONTEN toebedeeld gekregen als man van MARGRIET dochter van JAN LEBBENS, welke pacht GIJSBRECHT LEBBENS (de broer van MARGRIET JAN LEBBENS) eerder had beloofd. De pacht is aflosbaar tegen betaling van 125 Rijnsguldens, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald (akte is doorgestreept)

9-3-1525 Verkoop land en huis (RA Oirschot Inv 129b jaar 1522 ! akte 086 folio P240r)
------------------------------------
AERT HENRICK VAN DER AMEIJDEN verkoopt aan THOMAS HENRICKS VAN DEN VENNE een stuk land met een huis erop, dat eerder een akker was, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de straat, het erf van JACOP WOUTER VAN DEN DIJCK (VAN DER OERSCHOREN?) dat nu aan de koper behoort. Dat stuk land had AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN eerder gekocht van WOUTER en ZEGER kinderen van wijlen GOORIS VAN KUIJCK volgens schepenbrieven van Oirschot, getuigen HERZEL en VOS die het aandroegen

1-8-1533 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 131c akte 260 folio 76r)
-----------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, hierin wat betreft het vruchtgebruik, verder zijn zoon HENRICK AERTS en dochter KATALIJN AERTS met JAN RUTGERS als haar voogd, voor henzelf handelend en voor hun broer Heer WILLEM en voor de minderjarige kinderen van hun zuster KATALIJN (getrouwd met WILLEM AELBRECHTS VAN DUURSTEDE) verkopen hierbij een pacht van een half mud rogge, met 1 vervallen en de lopende termijn, die ze hebben verkregen van IEWEIJN KUIJST en van diens vrouw KATALIJN dochter van EVERAERT PETER WOUTERS en welke pacht deze IEWEIJN en KATALIJN hadden geerfd bij de dood van JAN VAN HEIJST en JAN weer had verkregen van ADRIAEN HENRICKS VAN DEN DOEREN. De pacht was oorspronkelijk door HENRICK AERT SMOLLERS en diens zuster COVEGONDEN beloofd aan genoemde ADRIAEN, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land, groot ca 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: GOIJAERT SMOLLERS, conform schepenbrieven van Den Bosch en van Oirschot. Ze verkopen de pacht nu aan WILLEM DE CORT als beheerder van de tafel van de H. Geest ten behoeve ook van deze tafel en ze beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. De pacht kan altijd worden afgelost tegen betaling van 31 Karolusguldens, getuigen BELAERT en GOESSEN

11-5-1535 Erfdeling (RA Oirschot Inv 132a akte 152 folio 52r, 52v, 53r)
------------------------
Heer WILLEMS VAN DER AMEIJDEN priester en HENRICK broers, verder hun zuster KATALIJN met haar gekozen voogd JAN RUTGERS, nog PETER VAN DER AMEIJDEN als aangestelde voogd voor ANNEN en CORNELIA gezusters en minderjarige kinderen van wijlen WILLEM VAN DUURSTEDE verwekt bij diens wettige vrouw KATALIJN (de tweede KATALIJN dus) zijnde alle vier wettige kinderen van wijlen AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij ELISABETH dochter van JAN VOS, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd.

Bij deze deling krijgt WILLEM een huis met grond, boomgaard etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, belend door: JAN PETER GIELIS, FRANK VAN DEN DOEREN, de gemeenschappelijke straat, ALEIJT GOESSENS. Lasten hieruit zijn 4 kleine hoenderen als chijns aan de dekanij te Oirschot, nog een half lopen raapzaad aan de kapel van Onze Lieve Vrouw te Oirschot.

Genoemde HENRICK, KATALIJN en PETER VAN DER AMEIJDEN, ten behoeve ook van de kinderen (VAN DUURSTEDE) van hiervoor, krijgen een huis met tuin, akkerland, beemd, dries etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, belend door: ANNA weduwe van HENRICK PHILIPS VAN HERSEL en haar kinderen, Heer GOIJAERT STEVENS priester en JAN TOIRKENS, de gemeijnte, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgen ze een akkertje zijnde eerder een hopveld, ter zelfder plaats als hiervoor, belend door: de erfgenamen van Heer WILLEM VAN PETERSHEM, JAN PHILIPS VAN HERSEL, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgen ze een weiland, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof nabij de Papenvoort, belend door: de kinderen van ADRIAN VOS, PETER VAN DER AMEIJDEN, GERART JANSSEN, HENRICK PHILIPS, het Bersveld daar. Nog krijgen ze 1 lopenzaad daar vlakbij gelegen in de Boterwijkse akkers, belend door: GIJSBRECHT PELS, MARGRIET CREMERS, een weg daar. Hieruit jaarlijks 1 mud rogge te betalen aan de rector van het Sint Katharina-alataar te Oirschot, nog 2 en een halve kapoen per jaar aan de erfgenamen van Heer WILLEM VAN PETERSHEM, nog 2 gulden 5 stuivers per jar aan HAPPO VOS, nog 2 gulden per jaar aan WILLEM PHILIPS VAN GELDROP in Den Bosch, nog 3 gulden per jaar aan WILLEM CLAESSEN VAN DELFT, nog 1 blank voor het jaargetijde aan de rector van het H. Geestaltaar in Oirschot, nog 1 kapoen als chijns aan de dekanij te Oirschot en nog de grondchijns. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgen ze een rogpacht van 2 mud rogge per jaar te ontvangen uit het bezit van eerder AERT DIE BONT en nu van JAN LEBBENS.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat het erfdeel van de andere daarvoor gevrijwaard zal blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken of dat het minder waard is, dan zullen ze dat gezamenlijk voor hun rekening nemen, getuigen GERART en HOUBRAKEN

11-6-1535 Verkoop erfdeel en machtiging (RA Oirschot Inv 132a akte 173, 174 folio 61r, 61v)
-------------------------------------------------
Heer WILLEM zoon wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN priester, verkoopt hierbij het 4e deel en aanspraken in alle roerende en onroerend bezit, ook oogstgewassen, vee, gevogelte etc. dat hij van zijn vader AERT en ELISABETH zijn moeder heeft geerfd en welk bezit AERT en ELISABETH zijn gestorven. Hij verkoopt het nu aan HENRICK en aan KATALIJN (er ziijn 2 KATALIJN in dit gezin, Jan Toirkens) zijn broer en zuster zijnde en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve hetgeen Heer WILLEM er uit heeft gehouden en verder houdt hij 2 vijmen dakstroo en 1 eiken platen. Heer WILLEM belooft alle lasten van zijn kant hierin af te handelen, getuigen GERART en HEIJMERICK

HENRICK zoon wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN en diens zuster KATALIJN samen met haar voogd JAN RUTGERS hebben hierbij machtiging gegeven aan Heer WILLEM hun broer, om het 4e deel van al hun schulden, rentes, pachtn etc. die door hun ouders zijn nagelaten, voor hen te betalen en wel zodanig dat WILLEM en zijn bezit daarvoor verder gevrijwaard blijft (*) WILLEM heeft beloofd om aan de kinderen van CLAES VAN DELFT (VAN HENKSTEM) die in Boxtel wonen alle termijnen van rentes of pachten etc. zodanig voor de opdrachtgevers te betalen dat het huis etc. dat aan WILLEM was toebedeeld in de boedeldeling met zijn broers en zusters daarvoor verder gevrijwaard blijft. Als tegen prestatie zal WILLEM van JAN MOLENPAS het geld ontvangen dat JAN was verschuldigd vanwege de jaarlijkse huur van het genoemde huis etc. en welk huur zal vervallen per a.s. Sint Jansdag, datum 12 jun i 1535, getuigen GERARD en HEIJMERICK

24-7-1536 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 132b akte 236 folio 84r)
---------------------------------
HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN, verder KATALIJN AERTS VAN DER AMEIJDEN met mij (secretaris) als haar voogd, nog ANNA en NEELKEN gezusters en wettige kinderen van wijlen WILLEM AELBRECHTS (soms ook van DUURSTEDE genoemd) verwekt door wijlen deze WILLEM bij wijlen diens vrouw KATALIJN AERTS VAN DER AMEIJDEN (er zijn dus 2 zusters KATALIJN!) met hun voogd PETER VAN DER AMEIJDEN beloven hierbij om aan WILLEM DE CORT onze collega-schepen die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag op onderpand van 1 lopenzaad akkerland, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk te Boterwijk, driehoekig zijnde, belend door: MARIE SCREMERS, GIJSBRECHT PELS, de straat. Ze beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 16 gouden Karolusguldens, getuigen ESCH en CORT
Notitie bij de relatie van Margriet Jan en Aert Henricks: .
14-3-1489 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 125a akte 183 folio P172r)
----------------------------------------
AERT HENRICKS VAN DER MEIJEN belooft aan MARGRIET dochter van JAN DE BIE, die voortaan een jaarlijkse pacht van anderhalf mud rogge te gaan betalen, zolang ze leeft en na haar door te betalen aan HENRICK VAN DER MEIJEN haar natuurlijke zoon die ze bij genoemde AERT VAN DER MEIJEN heeft verwekt gehad. ALS HENRICK AERTS (VAN DER MEIJEN) als natuurlijke zoon zonder wettige nageslacht sterft dan komt de pacht van anderhalf mud rogge weer toe aan genoemde AERT HENRICKS VAN DER MEIJEN of diens ergenamen na hem. De pacht steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd gelegen in herdgang Hedel, belend door: de gemeente, HENRICK LEBBENS, het erf eerder van Heer WILLEM VAN GELDLROP. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht, getuigen VLIERDEN en DORMALEN

Op 3-4-1489 leent AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN aan WILLEM en CLAES kinderen van wijlen HENRICK VAN DER HEIJDEN 64 gulden uit, tegen een rente van 4 rijnsguldens per jaar op heel veel onderpanden. (RA Oirschot Inv 125a akte 202, 203 folo P173r, P174)
De akte is volledig vermeld bij HENRICK VAN DER HEIJDEN’s gezin

8-8-1508 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 128a akte 168 folio 27r)
------------------------------
Meester AERT VERMEIJDEN en GERARD VAN DEN BROEK hebben een uitspraak gedaan in het conflcit tussen AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN en MARGRIET JAN BIENS inzake een pacht van anderhalf mud rogge per jaar, die deze AERT VAN DER MEIJDEN eerder aan MARGRIET had beloofd qua vruchtgebruik en haar zoon HENRICK AERTS (VAN DER MEIJDEN) verwekt bij genoemde MARGRIET daarvan het erfrecht. De brief daarover komt te vervallen, tegen betaling van 40 peters, die AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN vandaag aan MARGRIET heeft betaald. Nadat MARGRIET van het geld het vruchtgebruik heeft genoten, valt het geld na haar dood toe aan zoon HENRICK verwekt bij genoemde AERT (HENRICKS VAN DER AMEIJDEN). Genoemde MARGRIET en haar broer MATHIJS beloven dat ze haar zoon HENRICK later afstand zal laten doen van die pacht van anderhalf mud rogge en beide partijen zijn tevreden met de uitspraak en GERARD VAN DEN BROEK beloofd dezelfde HENRICK afstand te zullen laten doen voor de rogpacht tussen nu en a.s. Sint Bavodag, of hem zelf de 40 peters te laten betalen, getuigen BELAERTS en JAN GOOSSENS
Notitie bij de relatie van Jutta Jans en Aert Henricks: .
Volgens mij heeft deze AERT HENRICKS ook een relatie gehad met deze JUTTA JANS VAN DER HOEVEN, gezien de tijd waarin het afspeelt.
Zie verdere verklaring onder onderstaande akte, Georgina

25-5-1528 Verklaring (RA Oirschot Inv 130a akte 221 folio 79v, 80r)
-------------------------
HENRICK RUTGER BELAERTS en diens wettige vrouw JUTTA JANS VAN DER HOEVEN heeft voor schepenen hier een verklaring afgelegd, welke HENRICK gezond van lijf en leden en naar waarheid het volgende verklaart en is eventueel daarvoor bereid is een eed af te leggen als hij daarom gevraagd zal worden. Verder hierbij ook aanwezig genoemde JUTTA die ziek in bed ligt en de H. Sacramenten zijn toegediend, en deze laatste heeft ook naar waarheid verklaard en ze zou beriekt zijn zelf daarvoor direkt te sterven als het God belieft indien ze niet de waarheid zou spreken, dat het zo is, dat ze KATALIJN natuurlijke dochter van AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij genoemde JUTTA hebben horen zeggen, dat die 18 gulden onder zich zou hebben, die eigendom zijn van ALEIJT natuurlijke dochter van ANSEM VAN LIEVELT verwekt bij wijlen HEIJLWICH STEVENS, en welk bedrag deze ALEIJT van haar moeder HEIJLWICH had geerfd en wel vanwege kleding, linnegoed en wol en dergelijke, en dat deze KATALIJN ook nog gezegd had "Ik zal het geld zolang bij mij houden en mijn zaken (nering) daarmee bekostigen totdat ALEIJT meerderjarig zal zijn, en daarna zal ik haar het geld uitbetalen alles me de gebruikelijke rente", getuigen MEIJEN en AERT

Als je bovenstaande akte leest, moet genoemde KATALIJN wel meerderjarig zijn omdat zij geld onder haar beheer heeft, en dat kan niet als zij nog heel jong geweest zou zijn, dus ik vermoed dat zijn rond 1500 geboren is.
Notitie bij het huwelijk van Willem Aelbrechts en Kathalijn Aert Henricks de Jongste: .
Volgens mij zijn WILLEM VAN REIJMEN (ook genoemd RIENEN in een akte) en WILLEM AELBRECHTS VAN DUURSTEDE één en dezelfde persoon, gezien de dochters CORNELIA (NEELKEN) en ANNEN (ANNEKEN)

ca 4-2-1549 Verkoop helft van 1/3e deel huis (RA Oirschot Inv 136b akte 090 folio 22v)
------------------------------------------------------
WOUTER JAN LEMMENS als man van ANNEKEN dochter van KATALIJNEN VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij de helft van het 3e deel van het huis, tuin, grond etc. nog onverdeeld zijnde gelegen in herdgang Spoordonck ter plaatse genoemd Boterwijk, belend door: ANNA weduwe en kinderen van HENRICK PHILIPS VAN HERSELE, GOIJAERT STEVENS, ELISABETH weduwe van HENRICK VAN DER AMEIJDEN, de gemeenschappelijke straat daar. ANNA heeft dit bezit geerfd en was haar toebedeeld met haar andere erfgenamen bij het overlijden van haar "heerken" (grootvader) AERDEN VAN DER AMEIJDEN (*) zoals hij zei en verkoopt het nu aan PETER WOUTER SCRAEIJMAKERSZOON (RAIJMAKERS) en de verkoper belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen verm. WILLEM en HUIJSKENS

14-1-1550 Betaling stuk land (RA Oirschot Inv 136b akte 043 folio 9v)
----------------------------------
LAUREIJS WOUTER CLAES HOUTLOECKS als man van CORNELLIEN, verder WOUTER JAN LEMMENS als man van ANNEN, hebben verklaard dat JAN PHILIPS VAN HERSEL, hen heeft betaald inzake een bedrag van 25 gulden, welke bedrag deze JAN aan hen schuldig was en wel vanwege een stuk land genoemd het Hopveldeken dat wijlen (verm. hun tante) KATALIJN AERTSDOCHTER VAN DER AMEIJDEN in haar testament had vermaakt aan genoemde JAN PHILIPS VAN HERZEL, getuigen PETER en LAUWER

* het klopt niet helemaal wat hier staat, want niet ANNEKEN maar haar moeder KATALIJN erft dit huis voor 1/3e deel, dus krijgen ANNEKEN en CORNELIA daarvan ieder weer de helft van dit 1/3e deel, Georgina

25-6-1554 Verkoop huis (RA Oirschot Inv 137b akte 290 folio 71v, 72r)
----------------------------
PETER zoon wijlen WOUTER SCRAIJMAKERS voort wat betreft één helft, verder LAUWEREIJS zoon wijlen WOUTER HOUTLOECKS als man van CORNELIA dochter van wijlen WILLEMS VAN RIENEN (?) voor wat betreft de andere helft daarvan, verkopen hierbij het huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: ANNA weduwe en kinderen van HENRICK PHILIPS VAN HERSEL, Heer GOIJAERT STEVENS, ELISABETH weduwe van HENRICK VAN DER AMEIJDEN, de gemeenschappelijke straat. Genoemd PETER had die helft verkregen voor schepenen van Oirschot van WOUTER JAN LEMMENS als man van ANNEKEN dochter van CATHELIJN VAN DER AMEIJDEN en genoemde LAUWREIJS heeft zijn helft verkregen als man van CORNELIS (CORNELIA) bij het overlijden van CATHELIJN VAN DER AMEIJDEN. Ze verkopen dit bezit nu aan JAN zoon wijlen JANS VAN DEN SCHOET en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen ESCH en PETER VAN DEN SCHOET.

Ook hier is weer een fout gemaakt, zijn hebben niet de helft van het huis, maar PETER heeft de helft van 1/3e en LAUWEREIJS heeft ook maar de helft van 1/3e deel.
Ik vermoed dat dit vergeten is bij het opschrijven, want het ander 2/3e deel hebben immers HENRICK en PETER de ooms van ANNEN en CORNELIA gekregen! Zie hiervoor de erfdeling van hun grootouders AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN en ELISABETH WILLEMS VOS VAN BEERSE d.d. 11-5-1535 (RA Oirschot Inv 132a akte 152 folio 52r, 52v, 53r)

12-2-1555 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 137c akte 119 folio 32v, 33r)
------------------------------
LAUWEREIJS zoon wijlen WOUTER CLAES HOUTLOECKS als man van CORNELIA dochter van wijlen WILLEMS VAN REIJNEN verwekt bij wijlen CATHALIJN dochter van AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij de helft van een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge met de lopende termijn uit een pacht van 2 mudden rogge, welke pacht deze LAUWEREIJS toebedeeld is geweest zoals hij zei, bij de dood van genoemde CATHALIJN dochter van AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN zijnde zijn tante (en van CORNELIA dus) en ook van CATHELIJN dochter van genoemde AERT HENRICKS, de moeder van genoemde CORNELIA VAN REIJMEN.
De kinderen van deze AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN te weten: HENRICK, CATHELIJN en CATHELIJN hebben deze pacht geerfd van JAN zoon wijlen JAN LEBBENS verwekt bij ERMGAERDEN dochter van CORSTEN PETERS (VAN DE VEN) en genoemde JAN heeft deze pacht weer geerfd bij de dood van diens tante HEIJLWICH dochter van CORSTEN PETERS (VAN DE VEN). De oorspronkelijke pacht van die 2 mudde rogge werd eerder door JAN WOUTER ANSEMS als man van genoemde HEIJLWICH dochter van CORSTEN PETERS (VAN DE VEN) verkregen vanwege de verhuur van de helft van het huis, tuin, grond, schuur etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: JAN WOUTER BRUIJSTENS en meer anderen, van GIELISSEN DIRCK HOPPENBROUWERS en van genoemde ERMGAERDEN dochter van CORSTEN PETERS (VAN DE VEN). De pacht vervalt elk jaar met Maria Lichtmisdag op onderpand van dat bezit conform een schepenbrief van Oirschot daarover en hij verkoopt dat deel daarvan nu aan NATAEL VOS zoon wijlen ADRIAENS VOS. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen H. HOPPENBROUWERS, WILLEM en EECKERSCHOT
Notitie bij Kathalijn Aerts Henricks de Oudste: .
14-1-1550 Betaling stuk land (RA Oirschot Inv 136b akte 043 folio 9v)
-----------------------------------
LAUREIJS WOUTER CLAES HOUTLOECKS als man van CORNELIEN, verder WOUTER JAN LEMMENS als man van ANNEN, hebben verklaard dat JAN PHILIPS VAN HERSEL, hen heeft betaald inzake een bedrag van 25 gulden welk bedrag deze JAN aan hen schuldig was en wel vanwege een stuk land genoemd het Hopveldeken, dat wijlen KATALIJN AERTS VAN DER AMEIJDEN in haar testament had vermaakt aan genoemde JAN PHILIPS VAN HERZEL, getuigen PETER en LAUWER
Notitie bij Heer Willems Aert Henricks: .
7 juli 1535 Gift huis tegen lijfrente (RA Oirschot inv 132a akte 196, 197 folio 68v, 69r)
-----------------------------------------
Heer WILLEM VAN DER AMEIJDEN priester, verkoopt hierbij een huis, tuin etc. hoeve, boomgaard gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel, belend door: JAN PETER GIELIS, FRANK VAN DEN DOEREN, de gemeenschappelijke straat, ALEIJT GOESSENS, welk huis deze WILLEM heeft geerfd van zijn ouders AERT en ELISABETH en hem was toebedeeld in de deling met zijn broer en zusters en zijn vader weer eerder had verkregen van IJWAEN KUIJST en diens vrouw KATALIJN conform schepenbrieven van Den Bosch en Oirschot (*). Hij draagt dit bezit nu als gift tijdens het leven over aan Heer GERARDEN VAN DER SCAUT priester en kanunnik te Oirschot, welk bezit Heer GERARD direkt kan aanvaarden. Heer WILLEM belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen getuigen HOUBRAKEN en HEIJMERICK

Heer GERART VAN DER SCAUT priester en kanunnik te Oirschot heeft beloofd om aan Heer WILLEM VAN DER AMEIJDEN zoon van wijlen AERT VAN DER AMEIJDEN, priester en kapelaan in de Sint Peterskerk te Oirschot, die een lijfrente van 10 gouden Karolusguldens te gaan betalen, zolang hij leeft maar niet langer, steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag op onderpand van een perceel genoemd de Paeliaert gelegen in Oirschot herdgang Aerle aan de gemeijnte daar genoemd die Verdonck en de Bodemsteegde. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, datum 9 juli 1535, getuigen HOUBRAKEN en HEIJMERICK

(*) de overdracht heeft volgens mij in Den Bosch plaatsgevonden, in het Rechterlijk Archief te Oirschot is tot nu toe niets te vinden daarover
Georgina

Op 8-8-1538 verkoopt Heer GERART VAN DER SCHAUT dit huis weer aan ADRIAEN LANEN (RA Oirschot Inv 133a akte 178 folio 83v) en op 19-2-1544 verkoopt ADRIAEN DANIEL LAENEN dit weer aan WILLEM natuurlijke zoon wijlen PETER VOS (RA Oirschot Inv 135a akte 069 folio 24v, 25r)
Notitie bij het overlijden van Heer Willems Aert Henricks: .
Heer WILLEM zal overleden zijn voor 8-8-1538, want dan verkoopt Heer GERARD VAN DER SCHAUT het huis wat hij van Heer WILLEM heeft gekregen als gift tegen een lijfrente d.d. 7 en 9 juli 1535, er is in de akte geen sprake meer van de vermelde lijfrente, dus zal Heer WILLEM dan mogelijk overleden zijn, Georgina
Notitie bij Henrick Aert Henricks: .
1-3-1540 Aflossing beemd, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 134a akte 147, 148 folio 39v, 40r)
----------------------------------------------------
DANIEL zoon wijlen AERDT DANIELS VAN DER AMEIJDEN heeft verklaard dat HENRICK zoon wijlen AERDT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN hem een rente van 12 gulden per jaar heeft afbetaald, waarvoor hem vandaag nog 2 gulden zijn beloofd, waarmee deze HENRICK een beemd heeft afgelost en teruggekocht gelegen in Oirschot herdgang Hedel belend door: het erf dat eerder van GIJSBRECHT DIE CREMER was, de kinderen van RUTGER BELAERTS, de gemeijnte. Dit perceel had HENRICK met schepenbrieven van Oirschot aan wijlen genoemde AERDEN DANIELS overgedragen waarbij het mocht worden afgelost volgens die brief. DANIEL doet er nu afstand van en belooft alle lasten van zijn kant en namens zijn broers en zusters en die van wijlen AERD zijn vader, af te handelen, getuigen VOS en GEVAERTS

HENRICK zoon wijlen AERDT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan DANIEL zoon wijlen AERDT DANIELS die een jaarlijkse rente van 2 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd uit de vorige akte, actum als boven

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

VIh. Henrick Aert Henricks van der Ameijden, † Oirschot vóór 4 nov. 1564, tr. Elisabeth Jan Gijsbrechts van Kerkoerle; zij hertr. Goijaert Henrick Lambrechts.
Uit dit huwelijk:
1. Aert Henricks, volgt VIIe.
2. Elisabeth Henrick van der Ameijden, tr. vóór 13 febr. 1576 Marcelis Gerit Willem Happen, zn. van Goijert Willems en Geertruid NN.

Notitie bij het huwelijk van Elisabeth Jan Gijsbrechts en Henrick Aert Henricks: .
4-11-1564 Betalingsbelofte rente (RA Oirschot Inv 139d akte 200 folio 78v, 79r)
----------------------------------------
WILLEM JAN VOS en diens zuster MARIA met AERDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als haar voogd beloven hierbij samen om aan NATAEL VOS en DANIEL VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van LISBETH HENRIKS dochter VAN DER AMEIJDEN, die voortaan een jaarlijkse rente van 2 gulden te zullen gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jorisdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jorisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: HENRICKS VAN LILLE, de kinderen van HENRICKS VERHAGEN, JAN VAN KUIJCK, de gemeenschappelijke straat, getuigen SCHOET en METSER

De rente is altijd aflosbaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven
Opm. deze rente werd op 27-1-1606 verkocht met 22 jaar achterstand door ANTHONIS JANSSEN VAN KERKOERLE aan HENRICK GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS !!!

10-4-1579 Verkoop erdeel huis (RA Oirschot Inv 142a akte 008, 009 folio 164v t/m 165v)
-------------------------------------
MARCELIS zoon GEERIT HAPPEN als man van ELISABETH dochter van wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij ELISABETH dochter van JAN GIJSBERS VAN KERKOERLE, verkoopt zijn erfdeel en aanspraken inzake en huis, schuur, schop etc. groot ca 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: EVERAERT VAN AMMELROIJE, de erfgenamen van PETERS VAN DER AMEIJDEN, de weduwe en kinderen van ANTONIS VAN DER VLEUTEN, de gemeenschappelijke straat. Dit bezit wordt nu verkocht aan ANTONIS zoon PETER AERT ROEFS en aan CORNELIS JAN GIJSBRECHTS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen OSTADEN en MAERSELAER

ANTONIS zoon PETER AERT ROEFS en CORNELIS JAN GIJSBRECHTS hebben beloofd om aan MARCELIS GERIT HAPPEN die voortaan een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, schuur etc. uit de voorgaande akte. De betaling van deze 6 gulden zal geschieden aan ELISABETH dochter van JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE, weduwe zijnde, zolang ze leeft en na haar dood zijn ANTONIS en CORNELIS verplicht deze rente af te lossen per eerstvolgende Maria Lichtmisdag na haar overlijden en wel aan genoemde MARCELIS met een bedrag van 100 gulden en de achterstallige termijnen. Aangezien er tussen partijen enig meningsverschil was vanwege een beemd genoemd de Posdonck en inzake een weiland genoemd de Moesten, hebben partijen nu verklaard dat de Posdonck voortaan in het bezit blijft van genoemde MARCELIS en de Moesten zullen in het bezit blijven van genoemde ANTONIS en CORNELIS. Partijen verklaren over en weer deze overeenkomst gestand te zullen blijven doen, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Marcelis Gerit Willem en Elisabeth Henrick: .
13-2-1576 Verkoop 4e deel pacht (RA Oirschot Inv 141c akte 067 folio 419v, 420r)
---------------------------------------
MARCELIS zoon GERITS HAPPEN als man van LIJSKENEN dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN verkoopt het 4e deel van een pacht van 2 mudden rogge per jaar, welke pacht DIELIS DIRCK HOPPENBROUWER en ERMGAERT KORSTEN PETERS verkregen hadden van JAN WOUTER ANSEMS als man van HEIJLIGEN ook dochter van genoemde KORSTEN PETERS. De rente vervalt elk jaar op Maria Lichtmisdag op onderpand van een half huis, tuin etc. en de schuur, gelegen in Oirschot herdang de Kerkhof, belend door: JAN WOUTER BRUISTENS, de gemeenschappelijke straat, het erf van genoemde ERMGAERT KORSTEN PETERS en haar zuster CATHARINA waarvan is afgedeeld. Ook nog op onderpand van een stuk hei ter zelfder plaatse gelegen, met een houtbosje daar aan grenzen, belend door: de gemeenschappelijke straat, het erf dat ervan wordt afgedeeld, het erf van DIELIS GOOSSENS, genoemde JAN WOUTER ANSEMS, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 27 februari 1570. De rente wordt nu verkocht aan RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen MAERSELAER en BROUWER

26-9-1605 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 146a akte 094 folio 19v)
------------------------------
MARCELIS GERITS verkoopt een rente van 2 gulden per jaar, elk jaar opeisbaar met Sint Jorisdag en te betalen uit een huis met tuin en erbij gelegen gronden, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof. Deze rente werd indertijd door WILLEM JAN VOS en zijn zuster MARIA met haar voogd AERDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN beloofd aan NATAEL VOS en DANIEL VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van LIJSBETH HENRICKS VAN DER AMEIJDEN e.e.a. volgens schepenbrieven van Oirschot d.d. 4 november 1564 en MARCELIS verkoopt deze rente nu aan ANTHONIS JANSSEN VAN KERCKOERLE. Genoemde MARCELIS belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VERHOEVEN en CROM

3-10-1612 Verkoop stuk land (RA Oirschot Inv 147c akte 286, 286 folio 473r, 473v)
----------------------------------
MARCELIS GERIT HAPPEN verkoopt hierbij een stuk land, deels akkerland en deels weide, groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, belend door: HENRIK GOIJAERT LOIJS, MARIJKE weduwe van JAN WOUTERS en haar kinderen, NICLAES WILLEMS VAN BEST, de gemeijnte aldaar. Hij verkoopt het perceel nu aan DIELIS WOUTER DIELISSEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 3 gulden en 10 stuivers per jaar aan SEGER SEGER die in Den Bosch woont, nog 10 stuivers per jaar aan de kinderen van JANS VAN HOUT, nog 25 stuivers per jaar aan de armenstichting van het gasthuis van Heer AMELRIJCK BOOTS, nog ca 3 en een halve stuiver grondchijns aan het Kapittel van Oirschot, nog de helft van 1 oude grote grondchijns aan de baanderheer van Duffel als Heer van Oirschot en verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. De lasten dienen overgenomen te worden met 2 vervallen en een lopende termijn, getuigen BUCKINCKS en WINTELRE

DIELIS zoon WOUTER DIELISSEN verkoopt hierbij de akker, deels akkerland en deels weide, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, groot ca 3 lopenzaad, belend door: HENRICK GOORT LOIJS, MARIJKE weduwe en kinderen van JAN WOUTERS, NICLAES WILLEMS VAN BEST, de gemeijnte daar. Hij had dit perceel gekocht van MARCELIS zoon wijlen GERART WILLEMS HAPPEN, conform een schepenbrief van 3 oktober 1612 en verkoopt het nu aan HENRICK HENRICKS VAN GINHOVEN als man van ELISABETH dochter van vermelde MARCELIS zoon wijlen GERART WILLEMS HAPPEN. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de dorpslasten, getuigen GESTEL en BUCKINKS

24-9-1619 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 149a akte 229 folio 130r)
------------------------------
MARCHELIS GERAERT HAPPEN als man van LIJSKEN dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij een jaarlijkse rente van 6 gulden, met 4 vervallen termijnen, welke rente BARTHOLOMEUS COLEN eerder had beloofd ten behoeve van JAN GHIJBEN en diens vrouw ALEIJD CLAES SCHEPENS voor één helft en wel op de 3e dag na Maria Boodschapsdag in ht jaar 1544 en voor de andere helft op 31 januari 1564, op onderpand van een beemd groot ca 1 bunder, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: DIRCK WILLEMS VAN BEERSE, de gemeenschappelijke straat, ZEBERT VAN CUIJCK, JAN GERAERTS. De rente was beloofd in 2 verschillende brieven van elk 3 gulden per jaar en MARCELIS danwel diens vrouw heeft de rentes geerfd van Meester PAUWELS zoon GOIJAERT HENRICKS als man van MARGRIET, welke Meester PAUWELS de broer was van zijn vrouw (LIJSKEN). De rente wordt vandaag de dag betaald door de kinderen van WOUTERS VAN DEN HOVE en hij verkoopt de rentes nu aan ANDRIES AERT VAN HOUT en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen H. HOPPENBROUWERS en GOOSSENS

Opm. Heer Jan Toirkens: begrijp ik het goed dan is Meester PAUWELS GOIJAERTS HENRICKS de broer van LIJSKEN dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN, dan is het dus waarschijnlijk een halfbroer, 2 vaders en 1 moeder)

Volgens mij is Meester PAUWELS GOIJAERT HENRICKS dus ook een zoon van ELISABETH JANS GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE en was haar 1e huwelijk met HENRICK VAN DER AMEIJDEN die overleden is voor 4-11-1564. Op 10-5-1577 hebben ELISABETH JANS GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE en GOIJAERT HENRICK LAMBRECHTS hun testament opgemaakt dus moet dit wel het 2e huwelijk van ELISABETH zijn geweest, Georgina

13-1-1628 Verkoop bezit (RA Oirschot Inv 153a akte 009 foloo 9r)
------------------------------
MARTEN en HENRICK gebroeders en zoons van wijlen MARCELIS GERITS verkopen hierbij hun 2/3e delen inzake alle bezit, zowel roerend als onroerend zonder enige uitzondering daarin, zowel in als buiten Oirschot, dat ze van hun ouders hebben geerfd en hun dood. Ze verkopen dat bezit aan WOUTER zoon HENRICK HENRICKS VAN GHIJNHOVEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen behalve de dorpslasten, getuigen STOCKELMANS en FRANCKEN

10-4-1630 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 155a akte 148 folio 241 t/m 243)
---------------------------------
HENRICK HENRICKS VAN GINHOVEN als vader en toeziend voogd over zijn minderjarige kinderen JAN en MARIA, verder hierbij WOUTER en DIELIS gebroeders en kinderen van vermelde HENRIK voor henzelf handelend en naast hun vermelde vader, nog handelend voor hun afwezige broer HENRICK en ook voor de vermelde minderjarige, waarbij vermelde WOUTER nog in opdracht handelt voor de kinderen van wijlen MARCHELIS GERITS HAPPEN conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 13 januari 1628, verkopen hierbij bij hun huis, hofstad, huis, tuin en grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, in de Lubberstraat aldaar aan het Lieveld, belend door: DIRK WILLEMS, de weduwe van AERT DE SNIJDER, JAN WILLEMS, JAN JAN GOORTS, de gemeenschappelijke straat, met uitzondering van het erf dat eigendom is van de kinderen van JAN VAN ESCH in deze hofstad, zoals ze verklaarden. Ze verkopen dat bezit nu na 3 voorafgaande openbare verkoopdagen aan DIRCK DIRCKS VAN OSTADEN, AERT DE CORT en aan CORNELIS CORNELISSEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 gulden en 1 pot wijn aan de fabriek van de Sint Peterskerk in Oirschot en de grondchijns en dorpslasten, verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen HUIJSKENS en LOON

11-2-1633 Goedkeuring verkoop huis (RA Oirschot Inv 158a akte 038 folio 70r)
--------------------------------------------
Indertijd hebben HENRICK HENRICKS VAN GINHOVEN en diens zonen WOUTER en DIELIS bij de verkoop van het bezit dat is nagelaten door MARCELIS HAPPEN respectievelijk zijnde diens schoonvader en grootvader, zich garant gesteld voor HENRICK resp. diens zoon, resp. hun broer, voor wat betreft HENRICKS deel daarvan, bij de verkoop van dat bezit aan DIRCK DIRCKS VAN OSTADEN, verder aan GOIJAERT AERTS DE CORT en CORNELIS CORNELISSEN als kopers van dat bezit en deze hebben ook destijds het geld van deze koper(s) ontvangen inclusief het deel van genoemde HENRICK. Voor ons als schepenen zijn nu verschenen genoemde HENRICUS HENRICKS (HENRICKS) VAN GINHOVEN en heeft alsnog de destijdse verkoop van zijn kindsdeel daarin goedgekeurd en verklaart dat hij voor dat erfdeel betaald is geworden. Hij geeft zijn vader HENRICK en diens broers hiervoor nu kwijting en vrijwaring, getuigen LOON en EKERSCHOT

30-1-1638 Goedkeuring verkoop erfenis (RA Oirschot Inv 163a akte 042 folio 79, 80)
------------------------------------------------
MARIA dochter van HENRIK HENRICKS VAN GINHOVEN geassisteerd door MARTEN MARCHELISSEN zijnde haar oom en voogd, verder GIELIS zoon wijlen JERONIUMUS VAN KELST, daartoe gemachtigd met een machtigingsbrief van de stad Den Bosch d.d. 28 januari 1638, hem daarin gegeven door JAN HENRICKS VAN GHINHOVEN ruiter in de compagnie van Kurassiers onder Ritmeester van WIJNTELRE, hebben de verkoop goedgekeurd van het bezit dat genoemde MARIA en JAN hadden geerfd van hun grootvader MARCHELIS GERITS HAPPEN en welk bezit hun vader HENRIK VAN GHINHOVEN en hun broers WOUTER en DIELIS in het jaar 1629 (is 1628) hadden verkocht aan DIRCK DIRCKS VAN OSTADEN, aan GOIJAERT AERTS DE CORT en aan CORNELIS CORNELISSEN. Ze doen er nu afstand van en beloven deze belofte altijd gestand te zullen doen en alle lasten daarin van hun kant af te handelen, getuigen VELDE en STOCKELMANS

VIIe. Aert Henricks van der Ameijden, organist op 3-8-1592, † vóór 18 jan. 1619, tr. vóór 28 jan. 1572 Marieken Willem Jan van Hersel, † Oirschot vóór 22 sept. 1593, dr. van Willem Jansz en Fijken Jan Michiels.
Uit dit huwelijk:
1. Anneke (Anna) Aert Henricks van der Ameijden, tr. Henrick Peters de Louwe (Louw).
2. Cathalijn Aerts Henricks van der Ameijden, † vóór 24 april 1631.
3. Mr Henrick Aerts Henricks, volgt VIIIc.
4. Thomas Aert Henricks, volgt VIIId.
5. Margriet (Margaretha) Aert Henricks van der Ameijden.
6. Aleijden Aert Henricks van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Marieken Willem Jan en Aert Henricks: .
De kinderen van AERT HENRICKS t.w. Meester HENRICK, THOMAS, MARGRIET en CATHARINA (CATHALIJN) verkopen op 13 october 1607 voor schepenen van Den Bosch een klein huisje etc. aan hun nichtje ALEIJT dochter van HENRICK PETERS VAN DE LOUW (en ANNEKEN AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN) zie voor volledige aktes bij dochter ANNEKEN

Op 30 maart 1593 zijn de kinderen van AERT HENRICKS en MARIEKEN vermeld als erfgenamen bij de verkoop van een beemd genoemd de Hedinge, gelegen in herdgang Hedel afkomstig van Heer en Meester GERART VAN HERSEL zoon van Heer JAN VAN HERSEL volgens zijn testament d.d. 3 september 1590 opgemaakt voor notaris DANELEN VERRIJT (RA Oirschot Inv 144a akte 156 folio 106, 106v) zie voor volledige akte bij genoemde GERART VAN HERSEL

3-8-1592 Betaling jaarlijks aandeel (RA Oirschot Inv 144a akte 250 folio 44)
------------------------------------------
AERT zoon wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als organist, DIRK WIJGERGANKS vicaris en baskonter te Oirschot en THOMAS zoon van genoemde AERT VAN DER AMEIJDEN als vader van diens zoon WILLEM en in die hoedanigheid een aandeel hebbend in het gasthuis van Heer AMELRIJK BOOTS in Oirschot, hebben verklaard dat WILLEM DE METSER als rentmeester van de heren van het kapittel te Oirschot en van het genoemde gasthuis aan hen een bepaald bedrag heeft betaald inzake hun jaarlijkse aandeel daarvan, aanvang nemende van afgelopen Sint Jansmis en eindigend op Sint Jansmis a.s. en zij geven hiervoor volledige kwijting, getuigen EKERSCHOT, HOPPENBROUWER en VEN

22-9-1593 Aflossing pacht (RA Oirschot Inv 144a akte 260, 261 folio 127r, 127v )
--------------------------------
AERT zoon wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN weduwnaar van MARIEKEN dochter van wijlen WILLEM VAN HERSEL, MARGRITET docher van genoemde AERT en MARIKE, geassisteerd door GHIJSBRECHT PAUWELS van CROONENBORCH haar hierbij gekozen voogd, van haarzelf en ook optredend voor de andere kinderen van genoemde AERT en MARIKEN, verder JAN zoon LENAERTS JANSSEN als man van CATHARIJN dochter van LUCAS GOIJAERT SMIDTS, zijnde enige erfgenamen van Meester DIRCK VOS en van WILLEM VOS zoals zij verklaarden, hebben vastgesteld en bekennen dat WILLEM AERT LEIJTEN aan hen heeft terugbetaald de helft van een pacht van 1 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, welk zij geerfd hebben vanwege het overlijden van genoemde Meester DIRCK VOS en WILLEM VOS middels een testament en dat verder KORSTEN AERTSSEN VAN DER ACHTER indertijd heeft bekend schuldig te zijn aan HENRIK PETERS VAN DE VENNE, welke pacht elk jaar op O.L. Vrouwedag vervalt en wordt geheven op een stuk land genoemd ’t Geloeckt, gelegen in Oirschot onder hergang van Spoordonk, en nog uit een eeuwsel met het huis daarop ook ter zelfder plaatse gelegen, welke schepenbrief dateert van 25 juli anno 1548. Men zal nooit meer enige aanspraak vanwege de rentebrief voor dit mud rogge maken, dan alleen inzake het restant van een half mud rogge en men geeft hierbij volledige kwijting, getuigen EKERSCHOT en HENRICK

Genoemde WILLEM heeft verklaard, dat ingeval Meester WILLEM LUCAS, zwager van genoemde JAN LEENAERTS zich hiermee niet zal verenigen, dat die dan zijn aandeeld, zijnde anderhalf lopen rogge per jaar zoals zij verklaarden, wederom in het halve mud rogge zal mogen opeisen en ontvangen, onder voorwaarde dat genoemde JAN aan genoemde WILLEM dan 10 gulden zal restitueren, actum als boven

7-12-1594 Machtiging (RA Oirschot Inv 144b akte 361 folio 281r)
--------------------------
AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN machtigt hierbij zijn zoon meester HENRICK VAN DER AMEIJDEN om de achterstand in de helft van een rente van 6 gulden en 1 braspenning per jaar te incasseren, die hij heeft verkregen middels het testament van zijn oom Meester GERART VOS en ook vanwege het overlijden van zijn neef WILLEM VOS, zoals hij zei, getuigen TOERKENS en BUCKINCX

18-1-1619 Testament (RHC Eindhoven Inv 14 folio 3v)
---------------------------
Op 18-1-1619 testeren vor Notaris LAMBRECHT VAN BOXTEL te Oirschot, MARGRIET en CATHARINA dochters van wijlen AERT HENRICX VAN DER AMEIJDEN, hun vader is dan al overleden, als getuigen treden op WOUTER VAN CUIJCK priester en kanunnik en DIRCK WEIJGERGANCX vicaris

16-2-1619 Testament (RHC Eindhoven Inv 14 folio 7v)
--------------------------
Op 16-2-1619 testeert voor notaris LAMBRECHT VAN BOXTEL te Oirschot, DIRCK WEIJGERGANCKX, vicarus in de Sint Peterskerk te Oirschot, als zijn erfgenamen worden genoemd: JANNEN HENRICKX DE LOUWE dochter van HENRICK DE LOUWE (hij is overl. voor 16-2-1619), JAN JACOBS alias MAES COX wonende te Wintelre, THOMAS JANSE VAN CUIJCK, MARGRIET AERTS VAN DER AMEIJDEN, CATHARINA AERTS VAN DER AMEIJDEN dochter van AERT VAN DER AMEIJDEN overleden, als getuigen treden op FRANCHOIIJS AELBRECHTS priester en ADRIAEN VAN DER ACHTER priester

Op 18-3-1619 is DIRCK WEIJGERGANGCKX overleden want dan wordt zijn testament uitgevoerd, en als getuige treedt dan op THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN koster te Eindhoven (RHC Eindhoven Inv 14 folio 15v)

19-2-1621 Aanvulling testament dochters (RHC Eindhoven Inv 14 folio 105v)
--------------------------------------------------
Op 19-2-1621 maken MARGARETHA AERTS HENRICKS VAN DER AMEIJDEN en haar zuster CATHARINA AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN voor Notaris LAMBRECHT VAN BOXTEL te Oirschot een aanvulling op hun testament van 18-1-1619, genoemde personen in deze aanvulling zijn: JAN HENRICKS DE LOUWER, MARIJKE HENRICKS DE LOUWE, ALEIJDT HENRICKS DE LOUWE, MICHIEL HENRICKS DE LOUWE, MARIJKEN THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, AELKEN AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, HENRICK DE LOUWE, MARGRIET HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN begijn in Den Bosch, MARIJKEN HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN, CATHARINA HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN, MICHIEL HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN overleden, de getuigen waren GERARDT WILLEMS VAN BILSEN en JAN JANS HOUBRAKEN DE JONGE

Opm. de kinderen DE LOUWE zijn kinderen van hun zuster ANNEKEN AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN met HENRICK PETERS DE LOUWE, de kinderen AELKEN, MARGRIET, MARIJKEN, CATHARINA en MICHIEL zijn kinderen van hun broer Mr. HENRICK AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, Georgina
Notitie bij het huwelijk van Henrick Peters en Anneke (Anna) Aert Henricks: .
16-4-1619 Verkoop 2 huizen (RA Oirschot Inv 149a akte 113, 114 folio 76, t/m 78)
----------------------------------
HENRICK PETERS DE LOUWE als man van ANNEKEN dochter van wijlen AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt hierbij 2 huizen, het ene een oud huis en het andere een nieuw, met een bakhuisje, grond en aanliggend erf etc. in totaal groot 9 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend aan de oostkant: CORSTIAEN SANDER JANSSEN en JAN RUTGERS VAN KERKOERLE, JAN JANSSEN HAUBRAKEN, DIELIS DIELIS HENRIKS, de Koestraat daar. Verder verkoopt hij een weiland genoemd de Moelsbroeken, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: WOUTER DE CROM, wijlen HERMAN STOCKELMANS, het altaar van Sint Antonius in de Sint Peterskerk hier, de pad die erbij hoort, met de plicht om daarover overpad te verlenen. Hij had dat bezit middels zijn vrouw verkregen en verder nog van Meester HENRICK en THOMAS broers, en van MARGRIET hun zuster, kinderen van vermelde AERTS VAN DER AMEIJDEN die voor henzelf handelen alsook voor hun zuster CATHARINA, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 13 oktober 1607 zoals hij zei. Hij verkoopt het bezit nu aan Heer WOUTER VAN CUIJCK priester en kanunnik te Oirschot, aan Heer ANTONI VERRIJT en Heer DIRCK DE METSER, beiden priester en vicarissen te Oirschot als uitvoerders van het testament van wijlen Meester DIRCK zoon CORSTIAENS WEIJGERGANCKS ten behoeve ook van deze nalatenschap. Dat bezit had genoemde Meester DIRCK WEIJGERGANCKS al tijdens zijn leven gekocht, maar was nog niet eerder officieel overgedragen. De genoemde verkoper reserveert voor zichzelf het kleine huisje dat tussen de beide huizen staat met zijn dakafvoer. Verder behoudt hij het recht op de bakoven en de waterput aldaar en nog 4 roedes land in het vierkant gelegen tussen de beide tuinen van de huizen, zdat hij dat als tuin kan gebruiken en hij wenst de gang te mogen gebruiken tussen dit kleine huisje en het nieuwe huis tot aan de tuin van het kleine huisje toe en het gebruik van de schuur, dit laatste tot a.s. Kerstmis. HENRICK als verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 17 lopen rogge, Oirschotse maat aan de dekanij te Oirschot, met de termijn vervallen voor het jaar 1618, nog 12 gulden per jaar aflosbaar met 200 gulden aan MARGRIET, verder 12 gulden per jaar aflosbaar met 200 gulden aan CATHARINA, beiden gezusters en dochters van wijlen AERTS VAN DER AMEIJDEN samen met de termijn vervallen in 1619, en nog 12 gulden per jaar aan ANDRIES ROELOFS danwel ALEIJT WEIJGERGANCKS die door hen zijn verkregen van THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN met dezelfde vervallen termijn als hiervoor en verder moeten de uitvoerders zelf nog 800 gulden betalen die genoemde WEIJGERGANCKS zelf als schuld op het huis had, ook met dezelfde vervallen termijn als hiervoor. Verder moeten de kopers de dorpslasten betalen en zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen HOPPENBROUWER en STOCKELMANS

Heer WOUTER VAN CUIJCK, Heer ANTONI VERRIJT en Heer DIRCK DE METSER uit de vorige akte hebben beloofd om aan HENRICK DE LOUW een bedrag van 239 gulden 16 stuivers en 2 oort te zullen betalen binnen nu en 6 weken, behoudens dat men nog een nadere afrekening zal houden van de diverse posten zowel van de kant van de verkoper als de kant van de kopers, actum als boven

24-4-1631 Verkoop klein huisje (RA Oirschot Inv 156a akte 176 folio 203, 204)
-------------------------------------
ALEIJT dochter van wijlen HENRICK PETERS DE LOUW met haar voogd, voor haarzelf handelend en ook voor de 2 minderjarige kinderen van wijlen haar zuster MARIE, dochter ook van deze HENRIK PETERS DE LOUW, welke MARIE eerder was gehuwd met Monsieur JOAN BAPTISTA VAN DER LINDEN, verkoopt hierbij een klein huisje met de regenwaterafvoer, verder het gebruiksrecht van een bakoven en de put of waterkuil en 4 roedes tuin in het vierkant en het gebruik van de gang tussen dat kleine huisje en het erf van CORNELIS DIRCK GIELISSEN naar die tuin toe. Het bezit is gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: genoemde CORNELIS DIRCK GIELISSEN, de erfgenamen van GERARTS VAN BILSEN, de gemeenschappelijke straat daar genoemd de Koestraat, de erfgenamen van genoemde CORNELIS. Ze had dat bezit zelf (volgens mij had haar vader dat gekocht!) eerder gekocht van Meester HENRICK en THOMAS gebroeders en van hun zuster MARGRIET, kinderen van AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, die destijds voor henzelf handelden en ook voor hun zuster CATHARINA ook dochter van genoemde AERT VAN DER AMEIJDEN conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 13 october 1607. Daarna had HENRICK DE LOUW bij de verkoop ervan aan Meester DIRCK WEIJGERGANCKS op 12 december 1618 *, dit genoemde bezit voor zichzelf behouden. Ze verkoopt het nu aan MARCHELIS JACOP EVERTS VAN DE VELDE en de verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, behalve de dorpslasten, getuigen FRANCKEN en STOCKELMANS

* mogelijk was dat dan de mondelinge transactie 12 december 1618, de officieele overdracht was op 16-4-1619 zie voor-voorgaande akte
Notitie bij Cathalijn Aerts Henricks: .
17-3-1631 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 156a akte 122, folio 143 t/m 145)
---------------------------------
CORNELIS zoon DIRCK DIELISSEN heeft hierbij beloofd om voortaan aan PETER JANSSEN VAN VALCKENBURG als man van CATHARINA *
dochter (Meester) HENRICK AERTS (HENRICKS) VAN DER AMEIJDEN * ten zijnen behoeve en ook ten behoeve van de andere erfgenamen van wijlen CATHARINA dochter AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse rente te gaan betalen van 15 gulden, steeds vervallend op Sint Jansdag (24 juni) en voor de eerste keer vervallend per a.s. Sint Jansdag, vrij van alle belastingen en heffingen, op onderpand van een huis, hofstad, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, ter plaatse genoemd in de Koestraat, belend door: de kinderen van GERIT WILLEMS VAN BILSEN, DIRCK JAN HOUBRAKEN en meer anderen, Senor FRANCHOIS PROUVEUR als schout van Kempenland, SILVESTER LINTERMANS, de gemeenschappelijke straat aldaar genoemd de Koestraat. Hij belooft de onderpanden n goede staat te houden ter betaling van de rente, gtuigen GOOSSENS en FRANCKEN, schepenen

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar tegen betaling van 300 gulden samen met de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd. Hiermee zullen alle andere betalingsbeloftes zijn komen te vervallen die hij aan de genoemde erfgenamen schuldig zou zijn te betalen, zowel de beloftes die zijn gedaan voor schepenen van Den Bosch danwel te Oirschot als prive voor andere personen. Partijen over en weer verklaren niet anders van elkaar te hebben te vorderen of aan elkaar schuldig te zijn dan de vermelde rente van 15 gulden, actum als boven

24-4-1631 Verkoop erfdeel en aanspraken (RA Oirschot Inv 156a akte 195 folio 225, t/m 227)
--------------------------------------------------
PETER JANSSEN VAN VALKENBURG als man van CATHARINA * dochter van (Meester) HENRICKS AERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij zijn erfdeel en aanspraken in een jaarlijkse rente van 15 gulden, aflosbaar met 300 gulden, welk aandeel hierin een bedrag beloopt van 116 gulden, waarvan de rest van dit kapitaal eigendom is van de hierna vermelde koopster en eigendom is van de andere erfgenamen van wijlen CATHARINA AERTS VERMEIJEN (VAN DER AMEIJDEN). Deze rente had PETER VAN VALCKENBURG ten zijnen behoeve, en ook ten behoeve van de andere erfgenamen van deze CATHARINA AERTS VAN DER AMEIJDEN gekocht van CORNELIS DIRK DIELISSEN en die moet die rente jaarlijks betalen op Sint Jansdag van elk jaar, op onderpand van een huis, hofstad etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van GERIT WILLEMS VAN BILSEN, JAN HOUBRAKEN en meer anderen, senor FRANCHOIS PROUVEUR schout van Kempenland, Senor SILVESTER LINTERMANS, de gemeenschappelijke straat aldaar genoemd de Koestraat, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 17 maart 1631. Hij verkoopt dit kapitaal nu aan ALEIJT HENRICKS DE LOUW (dochter van HENRICK PETERS DE LOUW en ANNA dochter AERTS HENRICKS VAN DER AMEIJDEN) als erfgenaam van vermelde CATHARINA AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, ten behoeve van deze ALEIJT DE LOUW en ten behoeve van het natuurlijke kind van haar broer JAN DE LOUW, ook erfgenaam zijnde van vermelde CATHARINA die een legaat aan dat kind had vermaakt. Hij belooft deze verkoop altijd gestand te zullen doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuige JAN STOCKELMANS en FRANCKEN



* De Heer Jan Toirkens geeft hierbij zelf aan dat de eerstgenoemde CATHARINA getrouwd met PETER JANSSEN VAN VALCKENBURG een dochter is van Meester HENRICK AERTS HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, Georgina

VIIIc. Mr Henrick Aerts Henricks van der Ameijden.
Zijn kinderen:
1. Catharina Meester Henricks Aerts van der Ameijden, tr. vóór 24 april 1631 Peter Janssen van Valckenburg.
2. Margriet Hendrick Aerts van der Ameijden.
3. Marijke Hendrick Aerts van der Ameijden.
4. Michiel Hendrick Aerts van der Ameijden, † vóór 19 febr. 1621.

Notitie bij het huwelijk van Peter Janssen en Catharina Meester Henricks Aerts: .
24-4-1631 Verkoop erdeel en aanspraken (RA Oirschot Inv 156a akte 195 folio 225 t/m 227)
--------------------------------------------------
PETER JANSSEN VAN VALKENBURG als man van CATHARINA dochter van (Meester) HENRICK AERTS VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij zijn erfdeel en aanspraken in een jaarlijkse rente van 15 gulden, aflosbaar met 300 gulden, welk aandeel hierin een bedrag beloopt van 116 gulden, waarvan de rest van die kapitaal eigendom is van de hierna vermelde kooptstuk en eigendom is van de andere erfgenamen van wijlen CATHARINA AERTS VERMEIJDEN. Deze rente had PETER VAN VALCKENBURG ten zijnen behoeve en ook ten behoeve van de andere erfgenamen van deze CATHARINA AERTS VAN DER AMEIJDEN gekocht van CORNELIS DIRCK DIELISSEN en die moet deze rente jaarlijks betalen op Sint Jansdag van elk jaar, op onderpand van een huis, hofstad etc. gelelgen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van GERIT WILLEMS VAN BILSEN, JAN HOUBRAEKEN en meer anderen, senor FRANCHOIS PROUVEUR schout van Kempenland, SILVESTER LINTERMANS, de gemeenschappelijke straat aldaar genoemd de Koestraat, conform een schepenbrief van Oirschot 17 maart 1631. Hij verkoopt dit kapitaal nu aan ALEIJT HENRICKS DE LOUW (haar vader HENRICK PETERS DE LOUW was gehuwd met ANNA dochter AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, als erfgenaam van vermelde CATHARINA AERT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van ALEIJT DE LOUW en ten behoeve van het natuurlijke kind van haar broer JAN DE LOUW, ook erfgenaam zijnde van vermelde CATHARINA die een legaat aan dat kind had vermaakt. Hij belooft deze verkoop altijd gestand te zullen doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen JAN STOCKELMANS en FRANCKEN
Notitie bij Margriet Hendrick Aerts: .
zij was begijn in Den Bosch

VIIId. Thomas Aert Henricks van der Ameijden, koster te Eindhoven op 18-3-1619, tr. Naam Onbekend.
Uit dit huwelijk:
Willem Thomas Aerts van der Ameijden.

IVd. Thomas Aerts Henricks de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1440, † Oirschot vóór 18 juli 1499, tr. omstr. 1465 Iken Willems (Yda) van den Borchacker (Borgekker), geb. omstr. 1440, † Oirschot vóór 15 febr. 1512, dr. van Willem Henricks van de Borchacker (Borchekker) en Elisabeth Vrancken van Cuyck (Kuyk).
Uit dit huwelijk:
1. Frank Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden.
2. Daniel Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, † Oirschot vóór 15 febr. 1512.
3. Peter Thomas Aert de Oudste, volgt Vf.
4. Marie Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1465, † Oirschot vóór 17 febr. 1521, tr. Rutger Jan Gijsbrechts Kerckoerle, geb. omstr. 1470, † vóór 17 febr. 1521, zn. van Jan Gijsbrechts Kerckoerle (Costers van Kerckoerle) en Aleijt natuurlijke dochter Peter Zibben.
5. Henrick Thomas Aerts de Oudste, volgt Vg.
6. Jan Thomas Aerts de Oudste, volgt Vh.
7. Henrick(ske) Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1469, † vóór 18 sept. 1527, tr. omstr. 1494 Jan natuurlijke zoon Wouter Henrick Peters Toirkens, geb. omstr. 1469, † na 4 april 1549, zn. van Wouter Henrick Peters en Margriet Jan Heijlgenen.
8. Elisabeth Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1470, † Oirschot vóór 15 febr. 1512, tr. Gijsbrecht Roelofs.
9. Willem Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1470.
10. Margriet Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1471, tr. Goijaert Goijaert Kemps (Keijmps), zn. van Goijaert Goijaert Jacop en Naam Onbekend.

Notitie bij het huwelijk van Iken Willems (Yda) en Thomas Aerts Henricks de Oudste: .
8-1-1465 Betalingsbelofte pacht (RA Oirschot Inv 122a akte 115, 116 folio P108v)
---------------------------------------
Verschenen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE en heeft beloofd om voortaan aan ANTONIS ROELOFS VAN DER AMEIJDEN die een pacht van een half mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van zijn erfdeel, in een huis, tuin en grond etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: DANIEL SCROMMEN, diens zusters en broers, DANIEL LANEN, de gemeenschappelijke straat. THOMAS belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht, getuigen HEERBEECK en VOS

Verschenen is ANTONIS uit de vorige akte en heeft beloofd dat THOMAS de rogpacht van een half mud rogge per jaar, altijd mag aflossen tegen betaling van 13 en een halve peter, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, samen ook met de achterstallige termijnen, actum als boven

2-7-1466 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 122a akte 088, 089 folio P140r (15r)
-------------------------------
Verschenen is GOEDEVAERT zoon wijlen GOEDEVAERT BIERKENS en belooft nu aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE, die een jaarlijkse pacht van 2 mud rogge te gaan betalen, steeds vervallend met Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in Oirschot onder Erdbruggen hier, belend door: de "Heerstraat" daar, MATHIJS HUIJSKENS, de oude "smisse" (smidse), het erf dat eerder van HENRICK HOPPENBROUWERS was, BERTHOUT zoon wijlen HENRICK DIDDEN en wijlen diens vrouw HEIJLWICH. Genoemde GOIJAERT belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de rogpacht, getuigen ....

Verschenen is genoemde THOMAS uit de vorige akte en staat toe aan GOIJAERT dat die de rogpacht van 2 mud altijd mag aflossen tegen betaling van 26 peters, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, steeds ook met alle achterstallige termijnen naar tijdsgelang, actum als boven

10-3-1472 Aankoop huis etc. (RA Oirschot Inv 123a akte 041 t/m 043 folio P132r)
----------------------------------
Komen is LUPKEN wettige dochter van WOUTER ZEELEN GIJSBRECHTS VAN BAESSCHOT met haar voogd en verkoopt met schepenbrief van Oirschot aan THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDE, een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, aldaar "begraven bij een beloekt" en verder rondom in de gemeijnte, welke bezit eerder eigendom van HENRICK ANSEMS was en WOUTER ZEELEN dat eerder vanwege zijn vrouw had geerfd en daarna had LUPKEN na de dood van haar vader WOUTER en van haar moeder HADEWIJCH dat geerfd en van welke bezit (ALEIJT LUPPEN is doorgestreept) LUPKEN het deel nog daarvan hadden verkregen van haar zwager PETER BLIECKS die wettige man was van KATARIJN zijnde de zuster van LUPKEN volgens schepenbrief van Oirschot. Dat bezit had ALEIJT LUPPEN VAN HERSEL eerder in pacht verkregen van HENRICK HANNEN BOLLAERTS VAN DEN NOTELEN en JAN LUPPEN HERMANS (?) verder hadden verkregen van ALEIJT LUPPEN VAN HERSEL voor de pacht van een half mud rogge, maat van Oirschot en 40 s. (schillingen?) payment, zoals steeds was betaald door HENRICK HANNEN BOLLAERTS volgens een schepenbrief van Oirschot. LUPKEN met haar man doen nu afstand van het bezit en beloven alle lasten af te handelen, mede namens de andere erfgenamen, getuigen HUIJSKENS en SNELLAERTS

Komen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDE en belooft als schuldenaar aan LUPKEN wettige dochter van WOUTER ZEELEN, die per a.s. Maria Lichtmisdag na datum van deze brief over 2 jaar, een bedrag van 20 peters te betalen, elke peter gerekend tegen 18 stuivers, en onderwijl steeds een rente van 9 lopen rogge per jaar, maakt samen 27 lopen, actum als boven

Apud me ESCH:
Komen is genoemde THOMAS uit de vorige akte en belooft aan LUPKEN en aan haar zwager PETER BLIECKS die per a.s. Maria Lichtmisdag 41 peters te zullen betalen, elke peter tegen 18 en een halve stuiver gerekend, welk bedrag LUPKEN eerder aan haar zwager had beloofd volgens schepenbrief van Oirschot op Maria Lichtmisdag te voldoen. Hij zal zodanig betalen dat LUPKEN daarvoor gevrijwaard blijft, actum als boven

23-3-1474 Betalingsbelofte rente (RA Oirschot Inv 123a akte 051 folio P172v)
----------------------------------------
Komen is WOUTER RUTTEN (VAN OUDENHOVEN) en belooft als schuldenaar aan THOMAS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE die per a.s. Sint Jacopsdag een bedrag van 2 peters te gaan betalen, samen met 3 mud rogge, maat van Oirschot en elke peter gerekend tegen 18 stuivers. Er kan geen bezwaar tegen de betaling worden gemaakt, getuigen DIRCK MATHIJSSEN en JOERDEN VAN LIEVELD

13-5-1474 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 124a akte 075 folio 1r)
-------------------------------
Verschenen is HENRICK zoon wijlen AERT VAN BEST en verkoopt aan THOMAS zoon wijlen AERTS VAN DER MEIJDEN DE OUDE (hij is de oudste van de 2 THOMASSEN in het gezin) een pacht van 1 mud rogge per jaar, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag waarvan de eerste termijn per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van het kindsdeel dat HENRICK heeft verkregen van zijn broer AERT, waar zich dat bezit ook mag bevinden. HENRICK draagt dat bezit nu over aan JANNEN VAN DEN DOREN ten behoeve van genoemde THOMAS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, datum op Sint Servaes bisschopsdag 1474, getuigen CLEIJNAEL en BROUWER

30-3-1481 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 124b akte 105, 105 folio P264v)
---------------------------------
Verschenen is THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDSTE en belooft aan JAN VAN ESP ten behoeve van hem en ten behoeve van zijn vrouw MARGRIET dochter van HENRIK VAN DER BRAKEN, die voortaan een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge als lijfpacht te betalen op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, rondom in de gemeijnt. THOMAS belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de pacht.

THOMAS mag aflossen, mits hij 2 maanden vooraf opzegt tegen 12 peters, met de achterstallige rente ect. naar tijdgelang, getuigen "mihi"(secretaris zelf als getuigen)

16-3-1491 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 125b akte 107 folio 15r, 15v
---------------------------------
THOMAS AERTS VAN DER MEIJDEN DE OUDSTE verkoopt aan AERT HENRICKS VAN DER MEIJDEN een huis, tuin etc. dat HENRICK THOMAS eerder had verkregen van JAN VAN ESP en welk bezit JAN had uitgewonnen als gemachtigde voor schout en schepenen te Oirschot volgens 2 vonnisbrieven, getuigen CLAES, KAERLE en WUEST

Op 7-3-1501 verkoopt IDA weduwe van THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN aan haar zoon HENRICK en zijn broers en zusters die het te erven bezit van haar vader WILLEM BORCHAKKERS, onder voorwaarde dat HENRICK met zijn broers en zusters 30 rijnsguldens aan IDA betaalt voor dat de boedeldeling plaatsvindt van hun vader THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN (zie voor volledige akte bij WILLEM BORCHAKKERS (RA Oirschot Inv 126c akte 019 folio 5v, 6r)

2-7-1503 Kwijting betaling (RA Oirschot Inv 126c akte 193 folio 36v)
-------------------------------
LISBETH dochter van wijlen THOMAS AERTS VAN DER MEIJDEN verklaart te zijn voldaan door haar moeder IKEN dochter van WILLEM VAN DEN BORGAKKER voor hetgeen ze (LISBETH) heeft geerfd van haar vader en LISBETH geeft daarvoor kwijting aan haar moeder. LISBETH belooft dat ze na de dood van haar moeder niemand meer lastig zal vallen met verdere aanspraken inzake het bezit dat haar moeder IKEN van haar vader WILLEM VAN DEN BORGAKKER heeft geerfd, getuigen THOMAS en BRAXATORIS (?)

4-2-1505 Belofte nakoming verkoop (RA Oirschot Inv 127a akte 049 folio 9r)
------------------------------------------
JAN, DANIEL en FRANK broers, nog RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE als man van MARIE, JAN WOUTER TOERKENS als man van HENRICK(EN) en GOIJAERT GOIJAERT KEIJMPS als man van MARGRIET, voor henzelf handelend en voor hun broer WILLEM, allen wettige kinderen van THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, hebben aan HENRICK THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN beloofd de verkoop na te komen die door genoemde HENRICK namens hen was gedaan, inzake een pacht van 4 Bossche muddes rogge per jaar, welke pacht ANTONIS MEEUSSEN, LIJSKEN VAN DER SCHOET en PETER PRIEM en meer anderen hadden afglost en waarvan het geld door HENRICK was ontvangen, die zijn broers en zusters daarvan het geld heeft overhandigd, getuigen BELAERTS en METSELAER

17-5-1509 Betalingsbeloftes door zwagers (RA Oirschot Inv 128a akte 096 t/m 099 folio P89r, P89v)
---------------------------------------------------
JAN zoon wijlen WOUTER TOIRKENS heeft beloofd aan RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE die voortaan een rente van 1 rijnsgulden per jaar te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen onder Boterwijk, belend door: LUPPRECHT JANSSEN VAN HERSEL en diens kinderen, JAN PERSOENS, de straat. Verder nog op onderpand van een erfenis die JAN als echtgenoot van HENRICK(SKEN) zal erven van haar moeder. JAN zal die erfenis niet eerder verkopen, dan nadat hij deze rente van 1 gulden per jaar heeft afgelost, getuigen JAN HENRICKS en HAPPO VOS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 16 gulden, mits er vooraf met Kerstmis is opgezegd, actum als boven

GOIJAERT GOIJAERT KEIJMPS heeft beloofd om voortaan aan JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: DANIEL DE LEEUW, LISBETH weduwe van JOERDEN SMETSERS en haar kinderen, de straat, datum 17 mei getuigen JAN en HAPPO

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 32 gulden, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als boven

1512 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 162, 163 folio P282v)
---------------------------
IDA weduwe van THOMAS AERTS VAN DE VENNE daartoe gemachtigd met een testament ervan en in aanwezigheid van HERMAN CLEIJNAEL en HENRICK THOMAS VAN DE VENNE als haar voogd, samen met genoemde HERMAN en HENRICK beloven aan JAN WILLEM GOIJAERTS die voortaan jaarlijks een rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds op Sint Maartensdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Maartensdag over 1 jaar, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel belend door: HENRICK HEIJLIGEN, de gemeijnte, AERT MERCELIS VAN DER ACHTER, datum op Sint Lambrechtsdag 1512, getuigen JAN HENRICKS en GIELIS DE HOPPENBROUWER

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar, na 3 jaar en niet eerder op Sint Maartensdag tegen betaling van 16 gulden, mits er een halfjar vooraf is opgezegd, actum als boven

15-2-1512 Verkoop huis en land aan broer (RA Oirschot Inv 128a akte 008 t/m 010 folio P168r t/m 169r)
--------------------------------------------------
PETER en FRANCK broers, JAN natuurlijke zoon van WOUTER TOERKENS als man van HENRICK(SKEN), RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE als man van MARIE, GOIJAERT GOIJAERT KEIJMPS als man van MARGRIET zijnde alle wettige kinderen van THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, welke personen voor henzelf handelen en ook voor GERITKEN, THOMAS, MERIEKEN, LIJKSEN en KATARIJNKEN, jonge minderjarige kinderen van hun broer HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN die hij had verwekt bij LISBETH, verder nog handelend door ROELOF en ADRIAEN broers en kinderen van wijlen hun zuster LISBETH (LISBETH dochter van THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN) verwekt bij GIJSBRECHT ROELOFS, waarvoor ze beloven dat als die meerderjarig zullen zijn, ze hen alsnog afstand van het bezit te laten doen, verkopen samen aan hun broer JAN zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN, een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke straat, de erfgenamen van DANIEL LANEN. Nog verkopen ze hem een akker genoemd de Bekkersakker groot 5 lopenzaad, belend door: DANIEL DE METSERS , de Lijstraat (of de Lijkstraat), de erfgenamen van DANIEL VERMEIJDEN. Nog verkopen ze hem een beemd, belend door: de Langendijk, GOIJAERT HENRICKS VAN OSTADEN, de erfgenamen van CLAES DE MESMEKER, HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN DE OUDE. Nog verkopen ze hem een rente van 1 peter per jaar die ze hebben geerfd van hun broer DANIEL, die jaarlijks wordt betaald door THEEUWEN VAN DIESSEN. Verder zal JAN als koper ook alle roerend en onroerend bezit krijgen dat door hun moeder IJKEN is nagelaten. Lasten uit de genoemde beemd zijn anderhalf mud rogge per jaar aan de erfgenamen van DANIEL AERTS VAN DER MEIJDEN, verder nog na de dood van MERCELIS SCHOEFS 2 mud rogge per jaar, welke pacht WEIJNDELKEN dochter van KATARIJN AERTS VAN DER MEIJDEN jaarlijks uit dit bezit heeft ontvangen. JAN houdt wel zijn deel van die laatste pacht als het bezit versterft op de genoemde erfgenamen. Verder nog de grondchijns uit het bezit te betalen, getuigen THOMAS en JAN HENRICKS

JAN zoon wijlen THOMAS VAN DER MEIJDEN uit de vorige akte belooft aan zijn broers PETER en FRANK, aan JAN WOUTER TOERKENS als man van HENRICK, aan RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE als man van MARIE, elk van hen die voortaan een pacht van 1 mud rogge per jaar te gaan betalen en aan GERIT en THOMAS broers en MERIEKEN, LIJSKEN en KATARIJN, gezusters en alle wettige kinderen van HENRICK THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN samen ook een pacht van 1 mud rogge per jaar, nog aan ROELOF en ADRIAEN broers en wettige kinderen van ELISABETH dochter van wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN ook samen 1 mud rogge per jaar, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het huis, tuin, etc. uit de vorige akte, actum als boven
(in marge: KATARINA nam de brief in het jaar 1530)

JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte mag elk mud aflossen tegen betaling van 30 rijnsguldens, steeds op Maria Lichtmisdag, mits er met Allerheiligen (1 november) vooraf wordt opgezegd. Verder zal JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN voor 4 personen aflossen aan JAN TOERKENS, actum als boven

30-1-1527 Verkoop land en pacht (RA Oirschot Inv 130a akte 069 t/m 071 folio 272 t/m 274)
-----------------------------------------
PETER VAN DER AMEIJDEN voor hemzelf optredend en voor de wettige kinderen van zijn broer JAN, namens de wettige kinderen van wijlen zijn zuster ELISABET, allen wettige kinderen van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij diens vrouw YDA wettige dochter van wijlen WILLEM BORCHAKKERS, verder GOIJAERT KEIJMPS als man van MARGRIET ook wettige dochter van genoemde THOMAS en IJKEN, verder GERARD HENRIKS VAN DER AMEIJDEN voor hemzelfd handelen en voor MARIKEN, ELISABETH en KATALIJN zijnde zijn zusters wettige kinderen van wijlen HENRICK VAN DER MEIJEN (AMEIJDEN) wettige zoon van genoemde THOMAS en IJKEN, verder THOMAS en JAN broers, voor henzelf handelend en voor hun zuster WILLEM zijnde wettige kinderen van wijlen RUTGERS JANSSEN VAN KERKOERLE verwekt bij MARIE die een wettige dochter was van wijlen genoemde THOMAS en IJKEN, nog DIRCK DIRCK BRESSERS als man van KATALIJN wettige dochter van genoemde RUTGER VAN KERKOERLE, zijnde allen wettige erfgenamen van wijlen genoemde THOMAS en IJDA dochter van WILLEM VAN DEN BORCHAKKER, verkopen nu aan JAN TOIRKENS als man van ...(blanko gelaten maar moet zijn HENRIEKSKEN dochter van genoemde THOMAS en IJKEN) hun 6e gedeeltes waarvan JAN als koper al het 1/7e deel bezit. Het betreft hun delen in een stuk land groot 8 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van PETER VAN GESTEL, HENRICK MEEUS, CORNELIA dochter WILLEM VAN DEN BORCHEKKER, waarvan het is afgedeeld. Lasten hieruit zijn anderhalf Bosch mud rogge en 2 zesters, in Den Bosch te leveren aan GERARD VAN DEN BROECK, nog 1 mud rogge en 5 en een halve lopenzaad rogge aan het kapittel van Oirschot, nog 1 mud rogge en 1 pont payment aan de kapelaans te Oirschot, getuigen GOIJAERT en GERART

Voetnoot op folio 272:
Welk bezit zoals ze verklaarden, deze verkopers hebben geerfd bij de dood van IJDA als weduwe van THOMAS VAN DER AMEIJDEN, wettige dochter van WILLEM VAN DEN BORCHAKKER, en welk bezit deze IDA met een schepenbrief van Oirschot toebedeeld was geworden.

JAN WOUTER TOIRKENS uit de vorige akte heeft beloofd om de genoemde pachten voortaan zelf zodanig te gaan betalen, dat de verkopers van het perceel daarvoor verder gevrijwaard blijven, datum en getuigen als boven

Alle genoemde personen en verkopers uit de vorige akte hebben aan JAN WOUTER TOERKENS die een jaarpacht verkocht van 6 Bossche zesters rogge, behalve 1/7e deel van diezelfde rogpacht dat al in het bezit is van genoemde JAN als man van HENRIEKEN dochter van wijlen genoemde THOMAS VAN DER AMEIJDEN en IJDA BORCHAKKERS. Ze verkopen hun delen van die 6 Bossche zesters samen met de achterstand erin van 6 jaar zoals ze zeiden, welke pacht onderdeel is van een pacht van 3 en een halve Bossche muddes rogge, en deze 6 zesters worden betaald door MATHIJS BRUGMANS als inwoner van Den Bosch of diens erfgenamen na hem en ze hebben deze zesters rogge geerfd van IJDA wettige dochter van wijlen genoemde WILLEM BORCHAKKERS.
Notitie bij Frank Thomas Aerts de Oudste: .
1-2-1505 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 127a akte 042, 043 folio 7v, 8r)
--------------------------------
GIELIS en AERT, broers en kinderen van CORSTEN GIELIS (CRIJNS) voor henzelf handelend en voor hun andere broers en zusters en met hen, hun moeder HEIJLWICH hebben beloofd om voortaan aan FRANCK zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN een rente van 1 Philipsgulden en 1 stuiver te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang Straten, belend door: de kinderen van JAN ESEN, PAUWELS VAN SEELST, ADRIAEN VAN DOREN, getuigen BELAERTS en AELBRECHT

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag over 2 jaar en niet eerder tegen betaling van 20 rijnsguldens, actum als boven

9-11-1511 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 059, 060 folio P161v)
---------------------------------
FRANK zoon wijlen THOMAS VAN DER MEIJDEN en met hem RUTGER GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE hebben beloofd aan HEIJLWIG dochter van wijlen RUTGER BELAERTS ten behoeve van haar tante MARGRIET BELAERTS die voortaan een jaarlijks rente van 1 rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Sint Maartensdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Maartensdag (11 novemer) over 1 jaar, op onderpand van het kindsdeel en geerfd bezit dat FRANK heeft geerfd van zijn vader of nog zal erven van zijn moeder. Nog op onderpand van het huis etc. eigendom van genoemde RUTGER, belend door: de erfgenamen van JAN RONDEN, DIRCK CORSTENS. Nog op onderpand van een stuk land gelegen in het Moelsbroek, belend door: de erfgenamen van RUTGER BELAERTS, de straat, de erfgenamen van DIRCK NEEFS, getuigen AELBRECHT en JACOP

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Sint Maartensdag tegen betaling van 16 rijnsguldens, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven
Notitie bij Daniel Thomas Aerts de Oudste: .
hij is waarschijnlijk jong overleden
Notitie bij het huwelijk van Rutger Jan Gijsbrechts en Marie Thomas Aerts de Oudste: .
26-8-1502 Aankoop huis (RA Oirschot Inv 126c akte 212 t/m 214 folio 35v)
------------------------------
ELISABETH weduwe van GOIJAERT ROESTENBERGS met MERTEN VLEMMINCKS als haar voogd hierin, met instemming van haar kinderen DIRCK en WILLEM verkoopt aan RUTGER zoon wijlen JAN GIJSKENS (GIJSBRECHTS) VAN KERKOERLE die een huis, tuin etc. belend door: het erf van DANIEL DE LEEUW genoemd "de Zwaan" (herberg), met de voorkant aan de steenweg, met de achterkant aan de straat. Lasten hieruit zijn 7 hoenderen aan de Heer VAN PETERSHEM en een rente van anderhalve rijnsguldens aan de kinderen van DIRCK VOS, getuigen STRIJP en OS

(ELISABETH en DIRCK en WILLEM hadden dit huis eerder de dag ervoor op 25 -8-1502 verhuurt aan HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN, of die huur ervan moet niet doorgegaan zijn, hoewel dat niet werd vermeld bij de aktes, hoewel overigens alles wel binnen de familie van der AMEIJDEN blijft)

RUTGER als koper juit de vorige akte belooft LISBETH als weduwe steeds op Sint Jansdag en wel zolang LISBETH leeft daarvan wat betreft het vruchtgebruik en waarvan haar kinderen DIRCK en WILLEM het erfrecht hebben, op onderpand van het huis uit de vorige akte. Verder nog op onderpand van een stuk land groot 1 zesterzaad, gelegen in de Moelsbroeken, belend door: de kinderen van RUTGER BELAERTS, de straat, een pad, actum als boven

De rente uit de vorige akte is aflosbaar op Sint Jansdag, na de dood van LISBETH tegen betaling van 40 peters, actum als boven

17-2-1521 Erfdeling (RA Oirschot Inv 129 a akte 056 folio P160v t/m P161v)
-----------------------
JAN en THOMAS broers en verder DIRCK DIRCK BRESSERS als man van KATALIJN, verder WILLEMKE met JAN GIJSBRECHTS (VAN KERKOERLE) als haar voogd, alle wettige kinderen van RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE verwekt bij MARIE dochter THOMAS VAN DER AMEIJDEN hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na de dood van hun vader RUTGER en hun moeder MARIE hebben geerfd.

Genoemde JAN krijgt de helft van een akker, zijnde het achterste stuk, gelegen in herdgang de Kerkhof in de Moesbroeken, belend door: THONIS BELAERTS, de straat, DIRCK DIRCK BRESSERS waarvan is afgedeeld. Lasten hieruit zijn 1 stuiver als chijns aan PHILIPS HINCKAERT en1 lopen rogge per jaar aan de H. Geest van Oirschot.

Genoemde THOMAS krijgt een huis met tuin etc. gelegen in Oirschot, belend door: Heer JAN DE RONDE, DIRCK CORSTENS VAN DE VELDE, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 1 Rijnsguldens per jaar aan HENRICK BELAERTS, nog 1 Rijnsgulden per jaar aan GERIT JAN STEVENS, beide rentes zijn aflosbaar. Nog 2 Rijnsguldens te betalen steeds op Maria Lichtmisdag aan WILLEKE dochter van RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE zijnde zijn zuster, aflosbaar tegen 32 Rijnsguldens. Nog 7 hoenderen aan de Heer VAN PETERSHEM. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd de Posdonk, gelegen in herdgang Hedel, belend door: PETER JACOPS VAN ESCH, DIRCK BRESSERS, JACOP ANSEMS, de dijk daar genoemd de Posdonk. Lasten hieruit zijn een half mud rogge aan WILLEM VAN ELSEN.

Genoemde DIRCK als man van KATARINA krijgt een akker zijnde het voorste stuk waarvan JAN RUTGERS de andere achterste helft heeft, gelegen in herdgang de Kerkhof in de Moesbroeken, belend door: ANTONIS BELAERTS, de straat, genoemde JAN (RUTGERS) waarvan is afgedeeld. Lasten hieruit zijn 1 stuiver chijns aan PHILIPS HINCKAERT en 1 lopen rogge aan de H. Geest van Oirschot. Nog krijgt hij een rente van 1 Rijnsgulden per jaar te ontvangen van CLAES HARNISMAKERS. Nog krijgt hij een jaarlijks rente van 26 stuivers te ontvangen van de kinderen van wijlen CORSTEN GIELIS

Genoemde WILLEMKE krijgt een jaarlijkse rente van 2 Rijnsguldens die THOMAS haar vandaag heeft beloofd op onderpand van het huis dat hem vandaag is toebedeeld, staande aan de Steenweg daar, waarin hun vader RUTGER is gestorven. Die rente kan THOMAS aflossen. Nog krijgt ze een rente van 1 Philipsgulden van 25 stuivers, te betalen door WOUTER BARTHOLOMEUS BRAECKMANS die men ook wel WOUTER TIMMERMANS noemt. Nog krijgt ze een rente van 1 peter per jaar of 18 stuivers te betalen door JAN GIJSKENS, getuigen HOVEL en AMEIJDEN

14-7-1522 Verkoop stuk beemd (RA Oirschot Inv 129b akte 140 folio 250v)
--------------------------------------
THOMAS RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE, verkoopt aan PETER DIRCK BRESSERS die een stuk beemd genoemd de Posdonk, gelegen in herdgang Hedel, belend door: PETER JACOPS VAN ESCH, de erfgenamen van DIRCK BRESSERS, de erfgenamen van JACOP ANSEMS, de dijk daar genoemd de Posdonk. Die beemd had genoemde RUTGER gekocht van de beheerders van de tafel van de H. Geest te Oirschot en genoemde THOMAS was de beemd na de dood van zijn vader RUTGER toebedeeld in de deling tussen hem en zijn broers en zusters. Lasten uit dit bezit zijn een half mud rogge eens, dat vervallen is per afgelopen Maria Lichtmisdag, getuigen HENRICK GOIJAERTS en VLIERDEN
Notitie bij het overlijden van Henrick(ske) Thomas Aerts de Oudste: .
Henrieksken is overleden tussen 30-1-1527 (erfdeling ouders) en 18-9-1527 verkoop rogpacht wat Jan doet als weduwnaar
Notitie bij het huwelijk van Jan natuurlijke zoon Wouter Henrick Peters en Henrick(ske) Thomas Aerts de Oudste: .
8-5-1509 Betalingsbelofte (RA Oirschot inv 128c akte 096, 097 folio P89v, P89v)
-------------------------------
JAN zoon wijlen WOUTER TOIRKENS heeft beloofd aan RUTGER JAN GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE die voortaan een rente van 1 Rijnsgulden per jaar te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van en huis, tuin etc. gelegen onder Boterwijk, belend door: LUPPRECHT JANSSEN VAN HERSEL en diens kinderen, JAN PERSOENS, de straat. Verder nog op onderpand van de erfenis die JAN als echtgenoot van HENRICK(EN) VAN DER AMEIJDEN zal erven van haar moeder. JAN zal die erfenis niet eerder verkopen dan nadat hij deze rente van 1 gulden per jaar heeft afgelost, getuigen JAN HENRICKS en HAPPO JAN VOS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 16 gulden, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als boven

Op dezelfde datum 5-2-1512 koopt JAN natuurlijke zoon WOUTER HENRICK TOERKENS van zijn natuurlijke broer HENRICK wettige zoon van WOUTER HENRICK TOERKENS het bezit, roerend zowel als onroerend, wat HENRICK van zijn tante IKEN HENRICK TOERKENS heeft geerfd.
(zie bij haar voor volledige akte), verm. moet hij daar geld voor lenen want de op dezelfde datum leent hij geld van JAN LUPPEN VAN HERSEL zoals blijkt uit onderstaande akte.

5-2-1512 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128a akte 005, 006 folio P167v)
-------------------------------
JAN (natuurlijke) zoon van WOUTER HENRICK TOERKENS heeft beloofd om aan JAN LUPPEN VAN HERSEL die voortaan jaarlijks een rente van 1 rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het erfdeel in een huis, tuin etc. dat hij als man van HENRICK dochter van wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN heeft geerfd van haar ouders, getuigen JAN HENRICKS en GIELIS HOPPENBROUWERS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 14 rijnsguldens, mits er in de 4 kerstdagen vooraf wordt opgezegd, geen datum en getuigen vermeld

18-9-1527 Verkoop rogpacht (RA Oirschot Inv 130a akte 305 t/m 307 folio 440 t/m 444)
-----------------------------------
MARIE weduwe van WILLEM ROLANT BUIJSERS met haar voogd JAN RUTGERS (VAN KERCKOERLE, secretaris van Oirschot) door haar als zodanig gekozen en gegeven daarin gemachtigd zoals ons is gebleken met een machtigingsbrief uit De Hage (’s-Gravenhage) in Holland, door JAN JANS KINDEREN, zijnde procureur voor het Hof van Holland, zijnde deze JAN echtgenoot van KATHARIJNA dochter van genoemde MARIE en genoemde WILLEM ROLANTS, welke machtiging is gedateerd 27 october 1525, heeft met schepenbrieven van Den Bosch en van Oirschot aan JAN TOIRKENS een rogpacht van 2 mud rogge verkocht uit een pacht van 3 mudde rogge. Genoemde JAN TOIRKENS krijgt daarvan het vruchtgebruik en zijn wettige kinderen verwekt bij wijlen HENRICK dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN daarvan het erfrecht en dat mudde rogpacht had wijlen HENRICK BRANT eerder beloofd (verpacht) aan WILLEM natuurlijke zoon van Heer WILLEM VAN DER MEER op onderpand van het bezit dat die had onder Boterwijk aan de westzijde daar, richting de Moest. Dat bezit bestaat uit een huis met tuin en een beemd genoemd de Sroedenbeemd en een stuk land daar genoemd de Beertenhof. De genoemde 2 mudde rogge had genoemde KATHARIJNA geërfd van haar vader WILLEM ROLANTS BUIJSERS en WILLEM op zijn beurt had de pacht geërfd van GOIJKEN "moije" zijnde de tante van genoemde WILLEM BUIJSERS. Van deze 2 mudde rogge betaalde genoemde JAN TOIRKENS jaarlijks 20 lopen en GOIJAERT PERSOENS daarvan 4 lopen. De lasten van de overdracht die de gemeente Oirschot heft komen voor rekening van JAN TOIRKENS, getuigen GOESSEN, GOIJAERT, GEERLACK en JAN
(in marge met instemming van partijen doorgehaald)

Genoemde JAN TOIRKENS en diens zoon WOUTER uit de vorige akte hebben beloofd aan MARIE als weduwe van WILLEM ROLANTS BUIJSERS, die een bedrag van 97 en een halve gouden Karolusguldens te zullen betalen, van de nieuwe muntsoort en dat bedrag in Den Haag te moeten brengen in Holland, en zulks op kosten van de schuldenaar. Indien men niet zou kunnen reizen, als het water is afgesloten (hoog water) of bevroren is, in dat geval zal men mogen wachten totdat het water weer toegangkelijk is. Indien de schuldernaars het geld daar niet op tijd zouden betalen, dan mag MARIE of haar erfgenamen als ze genoodzaakt zijn om daarvoor van Den Haag naar Oirschot te komen, die kosten verhalen en JAN en WOUTER beloven al die kosten van het heen en weer reizen te zullen betalen in geval en zulks volgens schatting van goede mannen. MARIE zal aan diegene die het geld naar Den Haag brengt die een gouden Karolusgulden betalen, datum en getuigen als oven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

Genoemde JAN TOIRKENS en diens zoon WOUTER, waarbij WOUTER voor hemzelf handelt en voor zijn broers en zusters, hebben verklaard dat DIRCK BEERTKENS VAN DEN SPIJKER als man van ELISABETH dochter van wijlen GOIJAERT PERSOENS aan hen de 4 lopen rogge per jaar heeft afgelost, die JAN en zijn wettige kinderen hadden verkregen (bedoeld is hier: afgelost en betaald) van MARIE weduwe van WILLEM ROLANT BUIJSERS, die op haar beurt was gemachtigd door JAN JANS KINDEREN, procureur verbonden aan het Hof van Holland als man van KATHARINA dochter van genoemde MARIE en WILLEM BUIJSERS. Van de eerdervermelde 2 mud rogge had MARIE daarvan 4 lopen rogge jarenlang geheven uit het bezit van wijlen GOIJAERT PERSOONS en de andere 20 lopen op onderpand van het bezit van JAN TOIRKENS, alles uit de 3 mudde rogge van het bezit onder Boterwijk, aan de westelijke kant daar richting de Moest, datum en getuigen als boven

29-12-1536 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 132b akte 003 t/m 008 folio 1, 1v, 2)
-----------------------------------------------------
JAN TOIRKENS weduwnaar van HENRIEKEN dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, doet hierbij afstand van het recht van vruchtgebruik in de helft van een beemd nog onverdeeld zijnde, genoemd dat Henrickslaer, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: de Gemeijnen Beemd daar, HEIJLKEN weduwe van PETER BRESSERS en haar kinderen. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van al zijn wettige kinderen verwekt bij genoemde HENRIEKEN, getuigen SCOET en CORT.

THOMAS, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE, broers en wettige kinderen van JAN TOIRKENS, voor henzelf en ook voor hun broer WILLEM, verkopen hierbij de helft van een beemd genoemd dat Henrickslaers, gelegen zoals in de vorige akte omschreven, welk deel ze van hun moeder HENRIEK hebben geerfd en waarvoor hun vader JAN afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan. Ze verkopen het nu aan hun broer WOUTER DE OUDSTE en de verkopers mede namens hun broer WILLEM beloven alle lasten hierin af te handelen, datum en getuigen als boven

WOUTER JAN TOIRKENS SENIOR heeft zijn vader JAN beloofd die voortaan een jaarlijkse rente van 2 Karolusguldens te gaan betalen steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van de helft van de beemd uit de vorige akte. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, datum en getuigen als boven

JAN TOIRKENS weduwnaar uit de vorige akte doet hierbij afstand van het recht van vruchtgebruik in al zijn roerende en onroerende bezit, van welke aard dan ook en waar zich dat ook bevindt, ten behoeve van zijn wettige zoon WOUTER DE OUDSTE. Hij belooft deze toezegging altijd gestand te zullen blijven doen, datum en getuigen als boven

WOUTER JAN TOIRKENS DE OUDSTE verkoopt hierbij zijn 1/5e deel en kindsdeel inzake alle roerende en onroerende bezit, waar dat ook bevonden zal worden, dat hij bij de dood van wijlen zijn moeder HENRIEKEN heeft geerfd en waarvoor zijn vader afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan, en ook alle bezit dat in in de toekomst nog van zijn broers zal mogen erven. Hij verkoopt die aanspraken nu aan THOMAS, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE, zijnde zijn broers en kinderen van JAN TOIRKENS. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, datum en getuigen als boven

WOUTER JAN TOIRKENS SENIOR heeft als schuldenaar beloofd om aan THOMAS, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE zijn broers die samen 6 Karolusguldens te zullen gaan betalen en wel meteen na de dood van hun vader JAN zodat die daarvan een eerlijke uitvaart kunnen laten doen waarvoor WOUTER SENIOR zijn persoon en bezit verbindt, datum en getuigen als boven (WOUTER SENIOR verhuisd naar Antwerpen)

7-6-1536 Afstand vruchtgebruik, verkoop (RA Oirschot Inv 132b akte 191 t/m 194 folio 65v, 66)
--------------------------------------------------
JAN TOIRKENS weduwnaar van HENRICKEN dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, doet hierbij afstand van het recht van vruchtgebruik inzake een akker groot ca, 8 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel, belend door: PETER VAN DER AMEIJDEN, WILLEM HUBRECHTS (VAN DE SCHOET) LAMBERT LAUREIJSSEN, JAN GOOSSENS VAN DER HOEVEN en meer anderen, Heer JAN VAN DER HAGEN kanunnik te Oirschot, GERARD JANSSEN VAN DER VLUETEN, de weduwe en kinderen van HENRICK VAN BERSE. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van al zijn wettige kinderen verwekt bij genoemde HENRIEKEN en belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen GOESSEN en SCOET

WILLEM, THOMAS, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE broers en wettige kinderen van JAN TOIRKENS voor henzelf handelend en voor hun broer WOUTER DE OUDSTE (deze woon in Antwerpen), verkopen hierbij een akker met recht van overpad tussen het erf van Heer JAN VAN DER HAGEN en LAMBERT LAUREIJSSEN, groot ca 8 lopenzaad zoals in de vorige akte beschreven. Ze verkopen het perceel nu aan JAN zoon wijlen JANS VAN DE SCHOET en het bezit is per a.s. oogsttijd stoppelbloot te aanvaarden. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve de helft van 2 en een halve mud rogge per jaar, maat van Den Bosch en in Den Bosch te leveren aan LAMBERTEN VAN DEN BROECK daar, nog 1 mud en 5 en een halve lopen rogge per jaar, maat van Oirschot aan het kapittel te Orischot, nog 1 mud rogge en 1 pond payment per jaar aan de kapelaans te Oirschot, alle rentes en pachten te betalen met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar. Verder moet er overpad worden verleend, datum en getuigen als boven

Vervolgens is hier verschenen JAN zoon wijlen JANS VAN DEN SCHOET en heeft beloofd alle hiervoor vermelde lasten met ingang van a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar zodanig te betalen, dat de verkopers en hun bezit daarvoor verder gevrijwaard blijven. Daarvoor verbindt JAN JAN VAN DE SCHOOT zijn persoon en bezit, datum en getuigen als boven

JAN zoon wijlen JANS VAN DEN SCHOET heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN TOIRKENS die daarvan het vruchtgebruik krijgt en waarvan WILLEM THOMAS, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE daarvan het erfrecht, die 18 gouden Karolusguldens te gaan betalen per a.s. Sint Petrus en Paulusdag, datum en getuigen als boven

25-2-1540 Afstand vruchtgebruik, ruil land (RA Oirschot Inv 134a akte 126 t/m 128 oflio 34r, 34v)
---------------------------------------------------
JAN TOIRKENS weduwnaar van HENRICKEN dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake een beemd genoemd Tsroeden Beemd, gelegen in Oirschot onder Boterwijk alhier, belend door: Heer GOIJAERT STEVENS (VAN DER DONCK), de gemeijnte genoemd ’t Lieveld, HENRICK VAN DER MEIJDEN en de zijnen, de kinderen van CORNELIS VAN PELT. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van THOMAS, WILLEM, DANIEL en WOUTER DE JONGSTE, zijnde zijn 4 wettige kinderen verwekt bij genoemde HENRIECKEN. Genoemde JAN belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VOS, en HENRICK GEVAERTS

THOMAS JAN TOIRKENS weduwnaar van zijn vrouw ALEIJT doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake het 4e deel van de beemd uit de voorgaande akte en wel ten behoeven van zijn wettige zoon AERDEN, actum als boven

THOMAS JAN TOIRKENS voor hemzelf handelend en ook vanwege zijn broer WILLEM JAN TOIRKENS, waarvoor hij met een machtiging van de stad Antwerpen is gemachtigd en verder DANIEL JAN TOIRKENS voor hemzelf handelend en ook vanwege AERDEN wettige minderjarige zoon van zijn broer THOMAS en ook nog optredend vanwege zijn broer WOUTER JAN TOIRKENS, verkopen hierbij een beemd genoemd Tsroeden Beemd, gelegen zoals in de voorgaande akte. Ze ruilen deze deze beemd nu tegen een jaarpacht van 2 mudden rogge met Heer GOIJAERDEN STEVENS VAN DER DONCK en zij beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve 1 brasdenarius grondchijns aan de kapittel te Oirschot actum als boven

8-2-1546 Afstand vruchtgebruik, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 135b akte 104, 105 folio 19r)
------------------------------------------------------------
Voor ons is verschenen JAN TORKENS en doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik voor een enkel erfdeel en wel het erfdeel van zijn zoon DANIEL ten einde dat die daarop een jaarlijkse pacht kan opnemen van 6 lopen rogge bij WILLEM RUT WILLEMS, Oirschotse maat, getuigen HUISKENS en HOPPENBROUWERS

Voor ons is verschenen DANIEL JAN TORKENS en heeft beloofd om aan WILLEM RUT WILLEMS die voortaan een jaarlijkse pacht van 6 lopen rogge te gaan betalen steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van zijn erfdeel waarop hij recht heeft. Als extra zekerheid heeft WOUTER JAN TORKENS voor deze pacht van 6 lopen rogge een stuk akker in onderpand gegeven, gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: de lange straat, ARIKE STEPKENS (STOEPKENS), WILLEM AELBRCHTS, de gemeenschappelijke straat, actum als boven

4-4-1549 Afstand vruchtgebruik, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 136b akte 219, 220 folio 51v)
------------------------------------------------------------
JAN TOIRKENS weduwnaar van HENRIEKEN dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN doet hierbij afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake de helft van een huis, grond etc. in totaal ca 14 lopenzaad, gelegen onder Boterwijck alhier, belend door: ANNA weduwe en kinderen van HENRICK PHILIPS VAN HERZELE, HENRICK VAN BERENDONCK en kinderen, NATAEL VOS, de gemeenschappelijke straat. Hij doet er nu afstand van ten behoeve van zijn zoon DANIEL en wel in zoverre dat die daarop van WOUTER DIRCKS VAN HOUT een jaarlijkse rente van 1 gulden mag opnemen en niet meer dan dat. Genoemde JAN TOIRKENS belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VEN en LOIJWIJCH die het aandroegen.

DANIEL JAN TOIRKENS heeft beloofd om aan WOUTER DIRCKS VAN HOUT die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag op onderpand van de helft van het huis, grond etc. uit de voorgaande akte. De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 16 gulden en de achterstallige termijnen, datum en getuigen als boven

31-12-1551 (Kerststijl) Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 136b akte 411, 412 folio 91v)
-------------------------------------------------
ADRIAEN VAN PAESSCHEN en JAN PETERS VAN DER AMEIJDEN als voogden over de wettige minderjarige kinderen van wijlen WILLEM JAN TOIRKENS, die daartoe zijn gemachtigd door de weesmeesters van de stad Antwerpen, zoals blijkt uit een bepaalde brief daarover, verkopen hierbij alle roerende en onroerende bezittingen die deze kinderen hebben geerfd vanwege JAN TOIRKENS en diens vrouw, zijnde hun grootvader en grootmoeder. Ze verkopen deze aanspraken nu aan DANIEL JAN TOIRKENS en de voogden beloven namens deze kinderen alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen BROGEL en LEEMANS

DANIEL JAN TOIRKENS heeft als schuldenaar beloofd om aan de voogden uit de vorige akte die een bedrag van 80 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Sint Jansdag, datum en getuigen als boven
Notitie bij het huwelijk van Gijsbrecht en Elisabeth Thomas Aerts de Oudste: .
hun kinderen ROELOEF en ADRIAEN worden vemeld in de akte van de verkoop van een huis etc. gekomen van de ouders van ELISABETH d.d. 15-2-1512 aan JAN zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN de broer van ELISABETH (zie bij ouders ELISABETH)
Notitie bij het huwelijk van Goijaert Goijaert en Margriet Thomas Aerts de Oudste: .
In de akte van 7-3-1501 betreffende de erfenis van haar grootvader WILLEM VAN DEN BORGAKKER, die haar moeder IDA aan haar kinderen verkoopt staat GOIJAERT GOIJAERT KEMPS (KEIJMPS) vermeld als GOIJAERT GOIJAERT MESMEKERS. Ik vermoed dat dit een fout van de secretaris is, want er komt nergens in het protocollen een GOIJAERT GOIJAERT MESMEKERS voor en wel bij de familie KEIJMPS, Georgina

Vf. Peter Thomas Aert de Oudste van der Ameijden, schepen van Oirschot, † vóór 8 sept. 1545, tr. vóór 2 maart 1506 Beatricx Jansdr van der Bogaert, † Oirschot vóór 8 febr. 1558.
Uit dit huwelijk:
1. Catharina Peter Thomas Aerts van der Ameijden, tr. vóór 8 febr. 1558 Antonis Bartholomeus van Esch alias Thonis de Mulder, † vóór 21 nov. 1578.
2. Thomas Peters Aerts, volgt VIi.
3. IJken Peters Thomas van der Ameijden, tr. Hubert Janszoon.
4. Mariken (Marie) Peter Thomas van der Ameijden, tr. Jan Rutgers van Sceijndel.
5. Jan Peter Thomas, volgt VIj.
6. Rutger Peter Thomas, volgt VIk.

Notitie bij het huwelijk van Beatricx Jansdr en Peter Thomas Aert de Oudste: .
3-5-1488 Belofte meeparten erfenis (RA Oirschot Inv 125a akte 055 folio P81v)
--------------------------------------------
ADRIAEN dochter van wijlen GERIT SEELMAKERS met haar voogd verklaart dat BEATRIJS dochter van JAN VAN DE BOGAERT zijnde haar zuster (halfzuster) na de dood van hun beider moeder KATARINA zal mogen meedelen in alle roerend en onroerend bezit, waarvan deze KATARINA vandaag de dag nog het vruchtgebruik heeft, ook ondanks het feit dat, dat bezit alleen aan ADRIAEN toekomt maar ze doet dit vanwege door BEATRIJS gemaakte kosten en aan JAN VAN DEN BOGAERT geleend geld, getuigen AERT VOS, AERT SCOMAKERS en WIJLEN VAN DER VLOETEN

20-3-1506 Verkoop, afstand huis (RA Oirschot Inv 127a akte 129 t/m 131 folio 161r, P161v)
----------------------------------------
ADRIAEN dochter van wijlen GERARD ZEELMAKERS en HENRIK THOMAS VAN DER AMEIJDEN namens diens broer PETER, waarvoor hij belooft in te staan, totdat PETER als man van BEATRIJS dochter van JANS VAN DEN BOGAERT zelf hier komt om afstand te doen van zijn rechten daarin, en daarna zullen ze voor hem hierin ontslagen zijn, verkopen aan LENAERT JACOPS KEIJMPS die een huis, tuin etc. groot 1 zesterzaad, gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: GOIJAERT VAN GELOVEN, WOUTER WILLEM GERARDS, de gemeenschappelijke straat. Lasten uit het bezit zijn 8 lopen rogge en 7 stuivers. Verder moet er overpad aan anderen worden verleend die daar recht op hebben, getuigen MEIJDEN en BEECK

LENAERT JACOP KEIJMPS uit de vorige akte belooft aan genoemde ADRIAEN en aan HENRICK VAN DER AMEIJDEN die per a.s. Maria Lichtmisdag een bedrag en 27 en een halve peter te betalen, aktes is niet afgemaakt en doorgestreept

Kopnoot:
PETER VAN DER MEIJDEN verklaart het geld te hebben ontvangen van LENAERT JACOPS en daarom is deze akte doorgestreept, want we hebben de brief niet gevonden, 30 januari (? welk jaar? getuigen CORNELIS JAN DIRCKS, GEERTRUIT VINCK en AER PETERS WIJF

Genoemde ADRIAEN en HENRICK uit de vorige akte zullen tot aan MARIA Lichtmisdag de huur van het bezit betalen en de oogstopbrengst houden, geen datum en getuigen vermeld

2-2-1508 Aankoop huis (RA Oirschot Inv 128a akte 065, 066 folio 10v, 11r)
----------------------------
DANIEL DE LEEUW verkoopt aan PETER THOMAS (AERTS DE OUDSTE) VAN DER AMEIJDEN een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel daar, belend door: de erfgenamen van WILLEM VAN DEN BORGAKKER, CLAES SCHEPENS, DINGEN SCOETS, de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt hij een stuk beemd en een weiland genoemd de Proesbroeken, belend door: de Papenvoort, de erfgenamen van WILLEM VAN DEN BORCHAKKER, FRANK VAN DEN DOREN. Die percelen had DANIEL eerder gekocht van JAN DE RONDE en diens kinderen en zoals Heer JAN VAN GELDROP dat bezit had uitgewonnen volgens een vonnisbrief van Den Bosch, welk bezit eerder eigendom was van JACOP VAN DORMALEN. Lasten uit dit bezit zijn 3 mud rogge en 3 oude groten per jaar aan Heer JAN VAN GELDROP, nog 2 mud rogge aan de rector van het Sint Sebastiaensaltaar. Nog moet er aan JAN DE RONDE 2 mud rogge per jaar worden betaald die LISBETH STUWEN eerder heeft ontvangen, zolang zij leefde, nog aan de Sint Petruskerk te Oirschot, 12 ouden groten, getuigen BELAERTS en JAN GOOSSENS

Genoemde DANIEL DE LEEUW uit de vorige akte beloofd aan PETER dat hij het huis per a.s. Sint Jansdag zal ontruimen, waarbij het land kan worden aanvaard per a.s. oogsttijd, stoppelbloot. PETER zal de beemd en het weiland nu direkt aanvaarden en daarvoor zal hij per a.s. Maria Lichtmisdag 3 mud rogge betalen en DANIEL van zijn kant zal alle pachten en chijnsen betalen tussen heden Maria Lichtmisdag tot over 1 jaar, actum als boven

Dit huis wordt pas op 8-2-1558 verkocht door de kinderen van PETER, dus hij heeft bijna heel zijn leven daarin gewoond, Georgina

6-9-1534 Testament (RA Oirschot Inv 132a akte 357 folio 121r)
-------------------------
PETER VAN DER AMEIJDEN onze collega-schepen en diens wettige vrouw BEATE hebben met elkaars instemming hun testament opgemaakt, dat ze willen te worden nagekomen en ze reserveren hierin hun recht om het later te wijzigen. Ze bevelen hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en diens moeder Maria en willen hun lichamen in gewijde grond hebben begraven en willen dat de uitvaart uit hun meest courante middelen wordt betaald. Voor begane onrechtvaardigheden vermaken ze aan de fabriek van de Sint Lambrecht te Luik die 1 stuiver eens na hun beider dood, verder krijgt de fabriek van de Sint Peterskerk hun beste hamelschaap tot reparatie van de O.L. Vrouwekapel te Oirschot, en het altaar van Sint Barbara en dat van Sint Katharina te Oirschot krijgen elk 1 stuiver eens en de arme mensen krijgen elk 2 "waggen" (wegge of stuk brood) van elk 1 oort waarde. Verder vermaken de testateurs aan de langstlevende van hen beiden het vruchtgebruik van al hun nagelaten bezit en met dat bezit inclusief het vee etc. mag de langstlevende naar eigen keuze handelen, maar de langstlevende moet daaruit wel de schulden en de uitvaart en kerkrechten betalen, zonder dat één van hun kinderen daartegen bezwaar kan maken. Na hun dood zal al hun bezit onder de kinderen gelijkelijk worden verdeeld, waarbij de dode hand mt de levende deelt en de kindskinderen staan daarbij in de plaats van hun ouders, getuigen AERT en PETER

7-9-1545 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 135b akte 306 folio 64)
--------------------------------
PETER PETER LEIJTEN heeft beloofd om aan BEATRICKS weduwe van PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN volgens het testament dat deze PETER VAN DER AMEIJDEN daarover heeft gemaakt, die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag van elk jaar en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag, op onderpand van een huis, tuin, grond etc. groot ca 10 of 11 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck in de Broekstraat aldaar, belend door: BARTHOLOMEUS GERIT JACOPS, WILLEM VERHOEVEN, de gemeenschappelijke straat, SIMON CORTTEN, getuigen SCHOET en ESCH

17-7-1553 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 137b akte 365, 366 folio 84r)
--------------------------------
JAN zoon wijlen HENRICKS VAN BEERZE heeft als schuldenaar beloofd om aan BATEN weduwe van PETERS VERMEIJEN die een bedrag van 32 gulden te zullen gaan betalen, per a.s. Sint Jacopsdag over 2 jaar en daarbij elk een rente van 2 gulden, getuigen BRUEGEL en LAUWER

HENRICK zoon HENRICK EMMERTS DE JONGE heeft hierbij verplicht om de 32 gulden die JAN HENRICKS VAN BEERZE beloofd heeft aan BATEN weduwe PETERS VERMEIJEN te betalen per a.s. Sint Jacopsdag over 2 jaar en nog een jaarlijkse rente van 2 gulden, dat hij die aan deze BAETEN zal gaan betalen en wel zodanig dat genoemde JAN en diens bezit daarvoor gevrijwaard blijft, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar, tegen betaling van 18 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

8-2-1558 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 138b akte 053 t/m 61 folio 15v t/m 18r)
--------------------------------
THOMAES zoon wijlen PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN, HUBERT JANSZOON als man van IJKEN dochter van genoemde PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN, JAN RUTGERS (VAN KERCKOERLE? de secretaris?, Jan Toirkens) als man van MARIEN dochter van genoemde PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN, verder ANTONIS MEUS VAN ESCH als man van CATALIJNEN dochter van genoemde PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN, NATAEL VOS en GEERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen JAN zoon wijlen PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN, verkopen een huis met toebehoren, met 2 akkers en nog een akkertje genoemd de Koijweije gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, zoals PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN dat bezit had verkregen van DANIEL DIE LEEUW en DANIEL op zijn beurt van JAN DIE RONDE en diens zoon Heer JAN DIE RONDE en JAN DIE RONDE weer van Heer JAN VAN GELDROP volgens bepaalde bescheiden daarover uit Den Bosch en van Oirschot en zoals on is gebleken. Het bezit wordt nu een daarover afgegeven schepenbankdecreet verkocht aan hun broer RUTGER PETER THOMAES VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 ouden groten, nog 3 mudden rogge per jaar Oirschotse maat aan bepaalde geestelijken te Sint Oedenrode, nog 2 mudden rogge, zelfde maat per jaar aan de rector van het Sint Sebastiaensaltaar, nog 12 oude penningen per jaar grondchijns aan het kapittel. De eerste termijn voor rekening van de koper vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen EEKERSCHOT en BOGAERT

THOMAS, HUBERT, JAN RUTGERS en RUTGER PETERS met NATAEL VOS en GEERITS HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als voogden uit de vorige akte, verkopen een akker groot ca 8 lopenzaad, gelelgen in Oirschot aan de Heuvel, zoals PETER THOMASSEN die heeft verkregen van JAN DIE NASTELMAKER, genoemd JAN JAN VAN DEN SCHOET en deze JAN heeft verkregen van de kinderen van JAN TOIRKENS en JAN TOIRKENS eerder had verkregen van de kinderen van wijlen THOMAES VAN DER AMEIJDEN verwekt bij IJDA dochter WILLEM BORCHAKKERS en zoals deze IJDA dat bij een boedelverdeling was toebedeeld. Het perceel ligt in Oirschot, belend door: JAN HENRICKS VAN BEERZE met meer anderen, RUT PETERS, PETER ANTONISSEN VAN DER AMEIJDEN, de kinderen van GERIT VAN DER VLEUTEN. Het perceel wordt nu verkocht aan ANTONISSEN MEEUWSEN VAN ESCH en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de helft van 3 en een halve mudde rogge per jaar, maat van Den Bosch en ook daar te leveren aan de erfgenamen van LAMBRECHT VAN DEN BROECK, nog de helft van 4 mudde rogge per jaar, maat van Den Bosch in Oirschot te leveren en nog 1 pond paijment aan het kapittel te Oirschot. Indien er meer lasten op zouden blijken te drukken, dan zullen zij dat aan de koper vergoeden, actum als boven

RUTGER zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN, JAN RUTGERS als man van MARIE dochter van genoemde PETERS VAN DER AMEIJDEN, NATAEL VOS en HENRICK GERITS VAN DER AMEIJDEN als voogden, verkopen een beemd genoemd de Proestbroecken, zoals PETER die heeft verkregen van DANIEL DE LEEUW zoals in de voorgaande brief. Ze verkopen daarvan hun aandeel aan THOMAS PETERS VAN DER AMEIJDEN voor één helft en aan HUBERT JANSSOEN en ANTONIS MEEUS VAN ESCH voor de andere helft. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, actum als boven

RUTGER zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan JAN RUTGERS als man van MARIEN dochter van genoemde PETERS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 6 gulden en 5 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis etc. uit de voorgaande brief, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 100 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

Genoemde RUTGER uit de vorige akte heeft beloofd om aan HUBERTEN JANSSEN als man van IJKEN dochter van genoemde PETER VAN DER AMEIJDEN een jaarlijks rente te gaan betalen van 20 stuivers, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. zoals in de voorgaande akte, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 16 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

Genoemde RUTGER heeft beloofd aan NATAEL VOS en aan GEERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van de minderjarige kinderen van JAN PETERS VAN DER AMEIJDEN, voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. uit de voorgaande akte, actum als boven
(in marge: met instemming van NATAEL VOS als voogd over de kinderen van wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN doorgehaald... datum 1 september 1558)

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 16 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

HUIJBERT JANSSEN als man van IJKEN dochter van PETER VAN DER AMEIJDEN en ANTONIS MEEUS VAN ESCH als man van CATHELIJN dochter van genoemde PETER VAN DER AMEIJDEN, hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan NATAEL VOS en aan HENRICK GERITS (hij heette toch GEERIT HENRICKS) VAN DER AMEIJDEN als voogden over de minderjarige kinderen een jaarlijkse rente van 3 gulden en 2 en een halve stuiver te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een beemd genoemd de Proestbroeken uit de voorgaande aktes, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

THOMAES zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan NATAEL VOS en GEERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van de minderjarige kinderen van wijlen JAN PETERS VAN DER AMEIJDEN, een jaarlijkse rente van 3 gulden en 2 en een halve stuiver te gaan betalen steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van de helft van een beemd, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel, belend door: NATAEL VOS, MICHIEL GERITS, RUTGER PETERSSOEN, actum als boven

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

THOMAS en RUTGER broers, verder JAN RUTGERSSOEN als man van MARIE, ANTHONIUS MEEUWSEN als man van CATHALIJNEN, allen kinderen van PETER VAN DER AMEIJDEN, nog NATEL VOS en GEERIT HENRICKSZOEN VAN DER AMEIJDEN als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen JAN PETERSZOON VAN DER AMEIJDEN verkopen een jaarlijkse rente van 20 stuivers, steeds vervallend op Sint Jansdag van elk jaar, die wordt betaald door PETER STUPKENS. Ze verkopen deze rente met 1 vervallen en de lopende termijn nu aan HUBERT JANSSEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, actum als boven
Notitie bij het overlijden van Catharina Peter Thomas Aerts: .
21-11-1578 Verkoop akker (RA Oirschot Inv 142a akte 173 folio 156, 156v)
--------------------------------
JAN, PETER, HENRICK, DANIEL, ADRIAEN, WILLEM SENIOR en WILLEM JUNIOR broers en verder ELISABETH en JENNEKEN gezusters en kinderen van wijlen ANTHONIS BARTHOLOMEUS VAN ESCH verwekt bij wijlen CATHARINA dochter van PETERS VAN DER AMEIJDEN, genoemde ELISABETH en JENNEKEN, geassisteerd door hun voogd JAN ALAERT SCHEPENS, voor henzelf en ook nog optredend voor hun broer BARTHOLOMEUS indien die nog in leven is, verkopen een akker groot ca 6 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: het erf van de koper, CORNELIS JAN GIJSBERTS met meer anderen, HENRICK EIJMBRECHT SCEPENS, ROELANT VAN DER AMEIJDEN, de weduwe en kinderen van ANTONIS PETERS SCHOOTS. Het perceel wordt nu verkocht aan GOIJAERDEN Heer GOIJAERTS VAN DER DONCK en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een pacht van 7 Bossche zesters rogge aan WILLEM KIESPENNING en in Den Bosch ook te leveren, verder nog 2 mudde rogge per jaar Bossche maat en van Oirschot, verder de dorpslaten. De eerste pachten voor rekening van de koper vervallen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen HOPPENBROUWER en ACHTER
Notitie bij het overlijden van Mariken (Marie) Peter Thomas: .
13-1-1593 Verkoop rentes (RA Oirschot Inv 144a akte 016, 017 folio 77v, 078)
-------------------------------
CORNELIS zoon wijlen WOUTER JASPARS als man van HEIJLKEN dochter van JAN RUTTEN VAN SCEIJNDEL verwekt bij MARIKEN dochter van PETERS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt een rente van 6 gulden en 5 stuivers per jaar, welke rente RUTGER VAN DER AMEIJDEN eerder had toegezegd aan genoemde JAN RUTTEN VAN SCHIJNDEL en die jaarlijks vervalt op Maria Lichtmisdag op onderpand van een akker van ca 8 lopenzaad groot, gelegen in Oirschot aan de Heuvel, belend door: JAN HENRDRICKS VAN BEERZE en meer andern, RUTH PETERSS (akte is doorgestreept en niet verder afgemaakt)

CORNELIS zoon WOUTER JASPARS als man van HILLEKEN dochter van JAN RUTGGERSSN verwekt bij MARIKEN dochter PETERS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt een rente van 6 gulden per jaar, welke rente RUTGER PETERS VAN DER AMEIJDEN eerder had beloofd te betalen aan genoemde JAN RUTTEN. De rente vervalt op Maria Lichtmisdag en wordt geheven op onderpand van een huis met tuin etc. met 2 akkers en nog een akker genoemd die Koeweide, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan den Heuvel, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 8 februari 1558. De rente wordt nu verkocht aan WOUTER ELIAS LOIJENZOON en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen ENGELANT en SCHEIJNTKENS
Notitie bij het huwelijk van Jan Rutgers en Mariken (Marie) Peter Thomas: .
13-1-1593 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 144a akte 017 folio 78r)
------------------------------
CORNELIS zoon WOUTER JASPARS als man van HILLEKEN dochter van JAN RUTGERSSN verwekt bij MARIKEN dochter PETERS VAN DER AMEIJDEN, verkoopt een rente van 6 gulden per jaar, welke rente RUTGER PETERS VAN DER AMEIJDEN eerder had beloofd te betalen aan genoemde JAN RUTTEN. De rente vervalt op Maria Lichtmisdag en wordt geheven op onderpand van een huis met tuin etc. met 2 akkers en nog een akker genoemd die Koeweide, gelegen in Oirschot herdgang van de Kerkhof aan de Heuvel, conform een schepenbrief van Oirschot d,.d. 8 februari 1558 (erfdeling bezit ouders). De rente wordt nu verkocht aan WOUTER ELIAS LOIJENSZOON en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen ENGELANT en SCHEIJNTKENS

VIi. Thomas Peters Aerts van der Ameijden, † vóór 1561, tr. Anna Jan Willems van Esch.
Uit dit huwelijk:
1. Jan Thomas Peter, volgt VIIf.
2. Jacop Thomas Peters, volgt VIIg.
3. Gerritken (Geertken) Thomas Peters van der Ameijden, † Oirschot vóór 8 jan. 1586, tr. Jan Dirck Beertkens van den Spijker, † Oirschot vóór 7 juni 1604, zn. van Dirck Ghijsbrecht (meestal Dirck Beertkens genoemd) en Elisabeth Goijaert Jan Persoons (Persoens).

Notitie bij het huwelijk van Anna Jan Willems en Thomas Peters Aerts: .
29-1-1540 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 134a akte 049 folio 14r)
--------------------------------
THOMAS PETERS VAN DER AMEIJDEN als wettige man van ANNEN wettige dochter van wijlen JAN VAN ESCH heeft beloofd om aan RUTGER zoon wijlen MATHIJS HUIJSKENS die een jaarlijkse rente van 15 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. groot 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: AERDT VERHOVEN, GOIJAERT VERHOVEN, JAN ZUETERICKS, de straat, getuigen ART en HENRICKS GEVAERTS

17-2-1559 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 138b akte 073, 074 folio 19v)
--------------------------------
THOMAES zoon wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN, JACOP en JAN broers en kinderen van genoemd THOMAS VAN DER AMEIJDEN, hebben als schuldenaars beloofd om aan AERDEN HAECK een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag zonder rente danwel een jaar later op Maria Lichtmisdag met een rente van 3 gulden. Indien zij dan niet betalen dan mag AERDT naar hier komen op hun kosten en net zolang wachten totdat er betaald zal zijn, getuigen LAUWER en HEIJDEN

Genoemde THOMAES heeft beloofd dat bedrag aan AERNDEN zodanig te zullen betalen dat zijn kinderen JAN JACOP daarvoor gevrijwaard blijven, actum als boven

1561 Verkoop helft beemd (RA Oirschot Inv 139a akte 161 folio 41v, 42r)
--------------------------------
JAN, JACOP en GEERITKEN alle wettige kinderen van THOMAES VAN DER AMEIJDEN, nog GOIJAERT KEIJMPS als aangestelde voogd over genoemde GERITKEN, nog JAN en GOIJAERT van hiervoor optredend voor genoemde JACOP, verkopen hierbij de helft van een beemd genoemd het Proestbroek, zoals ze dat hebben geerfd bij de dood van hun vader THOMAS, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel aldaar, belend door: de erfgenamen van GEERIT JAN HENRICKS, naast de Paepenvoort, de gemeenschappelijke straat, RUTGER VERMEIJDEN. Ze verkopen dit perceelsgedeelte nu aan RUTGER PEETERS VERMEIJDEN (hun oom) en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 gulden en anderhalve stuiver aan HEIJLWICH VAN RISSELEN (OIJSELEN?) en de dorpslasten, geen datum en getuigen vermeld

1561 Kwijting en erfdeling (RA Oirschot Inv 139a akte 342, 343 folio 108v t/m 110r)
--------------------------------
JAN, JACOP en GEERT(KEN) allen wettige kinderen van wijlen THOMAS PEETERS VAN DER AMEIJDEN hebben verklaard dat GOIJAERT KEMPS en RUTGER PETERS (VAN DER AMEIJDEN als voogden die door ons zijn aangesteld, op een eerlijke en christelijke wijze, rekening en verantwoording hebben gedaan van hun beheer tot nu toe, en keuren hierbij deze rekening en verantwoording goed. Ze geven kwijting hiervan. Verder keuren genoemde JACOP en GEERIT(KEN) de koop goed van een stuk beemd dat RUTGER PEETERS (VAN DER AMEIJDEN) had gekocht van genoemde JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN (hun broer) toen deze JACOP en GEERIT(KEN) niet aanwezig waren en handhaven deze verkoop. Verder keuren deze JACOP en GEERIT(KEN) ook nog de verantwoording en rekening goed, die deze JAN (hun broer) vandaag aan hen heeft overlegd vanwege al zijn administratie en beheer, behoduens dan dat hij nog een bedrag van 5 gulden en 19 stuivers verschuldigd blijft, geen datum en getuigen vermeld

JAN, JACOP en GEERIT(KEN) wettige kinderen van wijlen THOMAS PEETERS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij ANNA dochter van wijlen JAN VAN ESCH, hebben met elkaar een wettige boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze bij de dood van hun ouders hebben geerfd.

Bij deze verdeling krijgt genoemde JAN het huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: JAN WOUTERS VAN KUIJCK, GEERIT PENNINCKS, de erfgenamen van JAN ZUTERICKS, de gemeenschappelijke straat, GEERIT PENNINCKS, de erfgenamen van WOUTER LIJNEN. Verder krijgt hij nog een jaarlijkse pacht van 1 mudde rogge, Oirschotse maat te ontvangen uit het bezit van DANIEL DIE METSER. Uit dit bezit moet jaarlijks 1 mudde rogge worden betaald, Oirschotse maat aan een persoon te Oisterwijk, nog 1 Bosch mudde rogge per jaar aan MERIKEN dochter van wijlen THOMAS RUTGERS VAN KERKOERLE en verder de grondchijns.

Genoemde JACOP krijgt een beemd genoemd de Swartvoort, gelegen in herdgang de Notel, belend door: JAN LUCAS VAN DE SCHOOT, HENRICK GIJSBRECHT VLEMMINCKS, de gemeijnte. Ook krijgt hij een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge te ontvangen uit het bezit van DIRCK LIJNEN, nog 6 lopen rogge per jaar te ontvangen van JENNE dochter van wijlen ANTONIS CORSTENS VAN DE VELDE. Uit dit erfdeel moet grondchijns worden betaald.

Genoemde GEERITKEN krijgt hierbij een beemdje genoemd Tcheechbroek, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: ADRIAEN WILLEMS VAN DEN HOVEL, CORNELIS THOMASSEN VAN BEECK, PEETER AERT ROEFS. Deze beemd heeft recht van overpad over het perceel van ADRIAEN WILLEMS VAN DEN HOVEL. Verder krijgt zij een jaarlijkse pacht van 8 lopen rogge per jaar te ontvangen uit de Standaerd alhier. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 20 stuivers worden betaald aan CATHARIJN VAN ANTWERPEN, nog 15 stuivers per jaar aan DANIEL DIE METSER en verder de grondchijns

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen, dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijke betalen, geen datum en geen getuigen vermeld)
Notitie bij het huwelijk van Jan Dirck Beertkens en Gerritken (Geertken) Thomas Peters: .
ca 20-8-1576 Verkoop rogpacht (RA Oirschot Inv 141c akte 208 folio 469v, 470r)
--------------------------------------
JAN zoon wijlen DIRCK BEERTKENS VAN DEN SPIJKER als man van GERITKEN dochter van THOMAS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een jaarlijkse pacht van 8 lopen rogge, Oirschotse maat, welke pacht WILLEM JANSSEN VAN ESCH eerder had beloofd aan JAN VAN HERLE, ten behoeve van ERMGAERDEN dochter van genoemde JAN JANSSN VAN ESCH (ERMGARD soms genoemd als dochter van JAN JAN DIE COCK VAN ESCH) steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. genoemd den Standaard, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof belend door: JACOPS VAN ESCH waarvan is afgedeeld, de Molenbrake, HENRICKS VAN GESTEL, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief daarvan d.d. 4 december 1447 en welke 8 lopen rogge JAN in zijn hoedigheid heeft toebedeeld gekregen zoals hij zei. De pacht wordt nu verkocht aan JAN VAN HERSELE en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen VLEUTEN en BARTEL

7-7-1604 Verkoop hooiveldje (RA Oirschot Inv 145c akte 157, 158 folio 436v)
-----------------------------------
THOMAS zoon wijlen JAN DIRCKS VAN DEN SPIJKER verwekt bij GERARTKEN dochter wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDE voor zichzelf en ook optredend voor CATHARINA dochter van genoemde JAN en GERARTKEN, zijn zuster die afwezig is, verkoopt een hooiveldje genoemd ’t Heebroeck, groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel aan de Nevelheuvel daar nabij de Kortendijck, belend door: JAN ADRIAEN LEIJTEN, ANTONIS JANSSEN VAN KERCKOERLE, de hoeve van HERSEL. Hij verkoopt dit perceel nu aan ADRIAEN zoon wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN. De akker kan meteen worden aanvaard en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behoudens een jaarlijkse pacht van bijna 1 stuiver hertogelijke chijns, getuigen D. HOPEPNBROUWERS, H.HOPPENBROUWERS en VELDE

in marge:
HENRICK DIRCKS als man van CATHARINA dochter van JAN DIRCKS VAN DEN SPIJKER hebben beiden in persoon deze opdracht goedgekeurd, 15 december 1608, getuigen CROM en VERACHTER

ADRIAEN zoon wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan THOMAS JANSSN VAN DEN SPIJKER ten behoeve van diens zuster CATHARINA een bedrag van 50 gulden te betalen per a.s. Sint Bavodag zonder rente danwel 1 jaar daarna met een rente van 7 percent, actum als boven
in marge: met instemming van partijen doorgehaald, actum als boven

VIIf. Jan Thomas Peter van der Ameijden, † Oirschot vóór 31 maart 1589, tr. omstr. 3 nov. 1566 IJken Aert Peters Leijten, † Oirschot omstr. 23 juli 1619, dr. van Aernt Peter en Jenneken Henrick Willems van den Velde.
Uit dit huwelijk:
1. Aleijt Jan Thomas van der Ameijden, tr. Oirschot 16 nov. 1593 Martinus (Marten) Aelbert Pennicx Pennincks, zn. van Aelbrecht Geraerts en Geertruij Niclaes Dirck Bunnen.
2. Jenneken Jan Thomas van der Ameijden, tr. Lambert Aerts van Waalwijck.
3. Catharina (Cathalijn) Jan Thomas van der Ameijden, tr. Oirschot (ondertrouw) 24 sept. 1600 Andries Cornelis Oerlemans, geb. omstr. 1574, begr. Oirschot 21 mei 1670, zn. van Cornelis Henrick Oerlemans en Lijsbeth Lambrecht Laureijs.
4. Mariken Jan Thomas van der Ameijden, tr. Joost Dirck Leijten (van Loon), geb. Loon op Zand.
5. Anneken Jan Thomas van der Ameijden.
6. Aert Jan Thomas van der Ameijden, † Oirschot 29 dec. 1608.
7. Adriaen Jan Thomas van der Ameijden, geb. Oirschot omstr. 1574, † ald. 17 jan. 1642, tr. Oirschot 11 mei 1627 Mariken Antonis Peter Antonis Verhoeven Verhoeven, dr. van Antonis Peter Verhoeven (van der Hoeven) en Hilleken Antonis Dielis (Gielis) Snellaerts.

Notitie bij het huwelijk van IJken Aert Peters en Jan Thomas Peter: .
13-7-1566 Verkoop huis etc. (RA Oirschot Inv 140a akte 220, 221 folio 115v t/m 116v)
----------------------------------
JAN THOMAESSEN VAN DER AMEIJDEN verkoopt het huis, tuin etc. dat hij bij de boedelverdeling tussen zijn broer en zuster toebedeeld heeft verkregen, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: HAPPO DIRCKS, de gemeenschappelijke straat, de kinderen van GERAERD PENNINCKS, ANTONIS GERITS PHILIPSZOON. Het bezit wordt nu verkocht aan DIRCK ANTHONISSEN VAN DE VELDE. Het huis met de kanten van het land is per a.s. Pinksteren te aanvaarden en het akkerland in de oogsttijd daarna. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van 1 stoter aan de Hertog. Als dat meer of minder is, dan zullen ze dat aan elkaar vergoeden. Verder moet de koper nog een jaarlijkse pacht van 1 mudde rogge betalen, Oirschotse maat en in Oirschot te leveren aan CORNELIS VAN HUESDEN, waarvan de eerste termijn voor de koper vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, getuigen BOGAERT en HOPPENBROUWER

DIRCK ANTONISSEN VAN DE VELDE heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN THOMAESSEN VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 136 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag. Als men konstateert dat er op het huis, zoals hierboven vermeld, lasten blijken te drukken van jaarlijks 35 stuivers dan zal dat ondanks de betalingsbelofte die DIRCK aan JAN heeft gedaan, op dat bedrag die verplichting mogen inhouden tegen de penning zestien en als dat inderdaad zo is, dan zal men aan JAN een brief moeten geven per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven

13-10-1566 Verkoop rogpacht (RA Oirschot Inv 140a akte 264 folio 131r, 131v)
------------------------------------
JAN THOMAES VAN DER AMEIJDEN verkoopt een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge, Oirschotse maat, dat hem toebedeeld is geweest bij de boedelverdeling met zijn broer en zuster en welke pacht WOUTER en CORSTIAEN broers en kinderen van wijlen JAN VAN DE VENNE mede namens hun broer PETER VAN DE VENNE eerder hadden beloofd aan HENRICK HENRICK MOELSZOON steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd de Stronck, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: ROELOF BUIJSERS, de kinderen van RUTGER FRANSSEN, HENRICK COESTENS, HENRICK als koper zelf, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 12 juni 1464. Hij verkoopt deze pacht nu aan JAN HENRICKS VAN DE VENNE en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen SCHOET en SCHOET

31-1-1568 Betalingsbeloftes (RA Oirschot Inv 140b akte 048 t/m 050 folio 284r, 284v)
----------------------------------
JAN zoon THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan ANTONIS JANSSOEN ten behoeve van zijn minderjarige kinderen verwekt bij LIJSKEN dochter van PETER WILLEMS een jaarlijkse rente te gaan betalen van 27 en een halve stuiver per jaar steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer over 1 jaar, op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 18 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: CATHALIJN dochter van CORT MEUS, LAMBRECHT LAMBRECHTSZOON, WOUTERS VAN DE VEN en meer anderen, de gemeenschappelijke straat, getuigen SCHOET en LEEUWE

Genoemde ANTONIS JANSSEN uit de vorige akte staat aflossing van de rente altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 22 gulden en de achterstallige termijnen. Indien het jongste kind meerderjarig zal zijn geworden dan is JAN THOMAES verplicht de rente af te lossen zonder dat hij daartegen bezwaar kan maken, actum als boven

JAN zoon wijlen THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan SIMON en aan IJWEN broers en kinderen van WILLEM PETER LEIJTEN ten behoeve van de minderjarige kinderen van JAN WILLEMS die voortaan een rente van 27 en een halve stuiver per jaar te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer over 1 jaar, op onderpand van een huis, tuin, etc. zoals vermeld in de voorgaande akte , actum als boven

SIMON en IJWAEN staan aflossing van de rente altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 22 gulden en de achterstallige termijnen. Als het het jongste kind meerderjarig is geworden dan is JAN verplicht de rente direkt af te lossen, zonder dat hij daartegen in verweer kan komen, actum als boven

in marge op folio 284r:
Met instemming van JAN als vader, welke JAN plotseling is verschenen, en van SIMON WILLEM LEIJTEN en ook van IJWAEN WILLEM ALEIJTEN met JAN als vader en voogd doorgehaald omdat deze JAN als vader van de kinderen nog in leven blijkt te zijn en deze rente hem betreft, waarbij deze SIMON en IJWAEN eerder meenden dat hij dood zou zijn, 11 mei 1576

(dit betreft de aankoop van het huis met grond dat JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft gekocht van AERT PETERS LEIJTEN en zijn kinderen op 3-11-1566, zie bij ouder IJKEN)

in marge op folio 284v:
hiervoor is een andere brief uitgemaakt d.d. 11 mei 1576, zoals vermeld staat in het protocol (zie hieronder bij 11-5-1576)

JAN zoon wijlen THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan PETER CORSTEN AERTS ten behoeve van de minderjarige kinderen van wijlen AERT CORSTEN AERTSZOON een jaarlijkse rente van 23 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer over 1 jaar, op onderpand van een huis, tuin etc. zoals vermeld in de voorgaande akte, actum als boven

Genoemde PETER in zijn hoedanigheid staat aflossing van de rente altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 18 gulden en de achterstallig termijnen, met dezelfde konditie als in de voorgaande akte, actum als boven

in marge: met instemming van partijen doorgehaald, datum 25 februari 1589 of (1585?) getuigen WILLEM WILLEMS en IJWEN WILLEMS

11-5-1576 Goedkeuring verkoop grond (RA Oirschot Inv 141c akte 167, 168 folio 453r, 453v)
----------------------------------------------
JAN zoon WILLEM PETER LEIJTEN heeft de verkoop goedgekeurd van de grond etc. die deze JAN had geerfd vanwege PETER PETER LEIJTEN en diens vrouw ELISABETH en welke verkoop is gebeurd door zijn broers SIMON en YEWAEN ten behoeve van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, waarbij hij nu handelt voor zijn minderjarige kinderen ook al zouden die deze verkoop later tegenspreken. JAN WILLEM PETER LEIJTEN belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de jaarlijkse grondchijns en pachten die voor rekenng van JAN TOMAS VAN DER AMEIJDEN komen, getuigen CORT en GESTEL

JAN zoon wijlen TOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan JAN WILLEM PETER LEIJTEN een jaarlijkse rente van 27 en een halve stuiver te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 18 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: CATHARIJN dochter van CORT MEUS, LAMBRECHT LAMBRECHTSSN, WOUTERS VAN DE VENNE en meer anderen, de gemeenschappelijke straat, actum als boven

JAN WILLEM PETER LEIJTEN staat aflossing van de rente uit de vorige akte altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 22 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

JAN WILLEM PETER LEIJTEN verkoopt deze rente op 23 mei 1576 weer door aan AERDEN ANTONIS SGRAETS

1-6-1576 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 141c akte 180 folio 458v)
-------------------------------
JAN zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan WILLEM PETERS VOS ten behoeve van JAN CORSTEN LANEN voortaan een jaarlijkse rente van 2 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot ca 18 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, belend door: CATHARIJN dochter va CORT MEUS, LAMBRECHT LAMBRECHTSSOEN, WOUTERS VAN DE VENNE, de gemeenschappelijke straat, getuigen CORT en BROUWER

Genoemde WILLEM PETER VOS uit de vorige akte staat aflossing van de rente toe steeds op Maria Lichtmsidag van elk jaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

31-3-1589 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 143b akte 012 folio 332r)
---------------------------------
IKEN dochter van wijlen AERT PETER LEIJTEN, geassisterd door JAN ARIEN LEIJTEN haar hierbij gekozen voogd en ADRIAEN zoon JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan WOUTER zoon GIJSBERT MATHIJSSEN tot zijnen behoeve en ten behoeve van diens zusters een bedrag van 40 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 4 jaar en ondertussen wel steeds een rente van 2 gulden en 10 stuivers per jaar, waarvan de eerste termijn per a.s. Maria Lichtmisdag zal zijn. Hiermee is een bedrag van 56 gulden komen te vervallen als genoemde JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN deze GIJSBERDEN MATHIJS 16 jaar geleden ongeveer had beloofd waarvan de brieven in het ongerede zijn geraakt, getuigen ..HOPPENBROUWER en METSER

in marge: met instemming van partijen door een andere belofte vervangen d.d. 12 juni 1598

24-4-1597 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 144c akte 221 folio 501r)
--------------------------------
JOOST zoon MICHIEL JOOSTEN heeft verklaard dat de kinderen en weduwe van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN aan hem een rente van 2 gulden per jaar hebben afgelost, die hij heeft geerfd van JENNEKEN JOOST MICHIELS en welke rente JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN eerder had beloofd aan WILLEM VOS ten behoeve van JAN CORSTEN LANEN. De rente vervalt elk jaar op Maria Lichtmisdag en wordt betaald op onderpand van een huis, etc groot ca 18 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 1 juni 1576. JOOST geeft hiervoor volledige kwijting en belooft geen enkele aanspraak meer te zullen hebben inzake deze rente, getuigen VLEMINCKS en BUCKINCX

29-12-1608 Verkoop obligatie (RA Oirschot Inv 146b akte 274 folio 293v)
-----------------------------------
MARTEN AELBERT PENNINCX als man van ALEIJT, LAMBERT AERTS VAN WAALWIJCK als man van JENNEKE en ANDRIES CORNELIS OERLEMANS als man van LIJNTGEN (CATHALIJN) allen wettige dochters van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, verkopen een obligatie van 50 gulden met alle achterstallige termijnen daarvan. Deze som werd door JAN ERVEN eerder beloofd aan AERT zoon van genoemde JAN THOMAS VAN DER AMEIDEN volgens schepenbrieven van Oirschot d.d. 8 april 1602 en de obligatie wordt nu verkocht aan ADRIAAN JAN THOMAS VAN DER AMEIDEN. Genoemde MARTEN, LAMBERT en ANDRIES in hun hoedanigheden beloven deze overdracht altijd gestand te zullen doen, getuigen CROM en DIELEN

5-1-1615 Aflossing pacht (RA Oirschot Inv 148b akte 004 folio 227v, 228r)
------------------------------
AREIEN ARIENS VAN HOUDT als man van LIJSBETH dochter van wijlen WILLEM SEBERTS, verklaart dat IJKEN dochter van wijlen AERT LEIJTEN weduwe van JAN THOMAES VAN DER AMEIJDEN voor haarzelf handelend en ook voor haar kinderen verwekt bij genoemde JAN aan hem een jaarlijks pacht heeft afgelost van 10 lopen rogge, danwel 2 gulden en 10 stuivers uit een grotere pacht van 1 mud rogge danwel 3 gulden per jaar. Daarvan zijn aan DIELIS SEBRECHTS door JENNEKEN dochter van wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN 10 stuivers afgelost. Deze rente van 2 gulden en 10 stuivers is steeds door genoemde IKEN en ARIENS ARIENS betaald geweest op onderpand van haar bezit, gelegen in Oirschot en herdgang Spoordonck, de brief daarover is door de afgelopen roerige periode in het ongerede geraakt zoals genoemde ARIEN ARIENS VAN HOUDT verklaarde, maar mocht die alsnog worden teruggevonden, dan zal hij daar geen aanspraken meer aan ontlenen, getuigen GESTEL, BUCKINKCS en WINTELRE
(In marge: goed en direkt afgelost)

23-7-1619 Goedkeuring testament (RA Oirschot Inv 149a akte 212 folio 123, 124)
------------------------------------------
JOOST DIRCK LEIJTEN als man van MAIJKEN dochter van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij IKEN dochter van AERT LEIJTEN, verklaart het testament goed te keuren dat deze IKEN, de moeder van zijn vrouw, had laten op maken voor Meester LAMBERT VAN BOXTEL, notaris alhier waarvan hij wenst dat het als zodanig wordt uitgevoerd. Hij doet afstand van enig voorrecht of privilege dat met dit testament in tegenspraak zou zijn, getuigen HOPPENBROUWER en STOCKELMANS

29-3-1620 Betalingsbeloftes (RA Oirschot Inv 149b akte 087 folio 68)
----------------------------------
JAN JANSSEN ERVEN heeft als schuldenaar beloofd vanwege geleend geld om aan ARIEN en aan ANNEKEN broer en zus en kinderen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 50 gulden te gaan betalen met onderwijl een jaarlijkse rente van 3 gulden. Indien JAN dan niet terugbetaald, zal hij daarna steeds de vermelde rente van 6 percent moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen NISTELROIJ en HAUBRAKEN
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 27 maart 1628, getuigen FRANCK)

23-7-1619 Goedkeuring testament (RA Oirschot Inv 149a akte 212 folio 123, 124)
------------------------------------------
JOOST DIRCK LEIJTEN als man van MAIJKEN dochter van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij IKEN dochter AERT LEIJTEN verklaart het testament goed te keuren dat deze IKEN, de moeder van zijn vrouw had laten opmaken voor Meester LAMBERT VAN BOXTEL notaris alhier, waarvan hij wenst dat het als zodanig wordt uitgevoerd. Hij doet afstand van enig voorrecht of privilege dat met dit testament in tegenspraak zou zijn, getuigen HOPPENBROUWER en STOCKELMANS

29-3-1620 Betalingsbelofte aan broer en zus (RA Oirschot Inv 149b akte 087 folio 68)
-------------------------------------------------------
JAN JANSSEN ERVEN heeft als schuldenaar beloofd vanwege geleend geld om aan ARIEN en aan ANNEKEN, broer en zus en kinderen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 50 gulden te gaan betalen, met onderwijl steeds een jaarlijkse rente van 3 gulden. Indien JAN dan niet terugbetaalt, zal hij daarna steeds de vermelde rente van 6 percent moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen NISTELROIJ en HAUBRAKEN
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 27 maart 1628 getuigen FRANCK
Notitie bij het huwelijk van Martinus (Marten) Aelbert Pennicx en Aleijt Jan Thomas: .
verm. is de ondertrouw pas op 14 november 1593 ingeschreven en zal het daadwerkelijk eerder gebeurd zijn i.v.m. de 3 afkondigingen die voor het huwelijk nodig waren, Georgina

ALEIJT (ALEIJDIS) familienaam wordt bij de ondertrouw geschreven als VERMEIJDEN.
ALEIJT maakt op 16-2-1646 haar testament, de kinderen delen in 1650 de nalatenschap
Notitie bij het huwelijk van Joost Dirck en Mariken Jan Thomas: .
27-4-1631 Verklaring (RA Oirschot Inv 156a akte 177 folio 204, 205)
-------------------------
JOOST DIRCK VAN LOON die geboortig is van het dorp Loon op Zand en gehuwd met MERIEKEN dochter van JAN THOMAS VERMEIJEN, welke MARIKEN in Oirschot is geboren, die daarbij een behoorlijke verklaring heeft overhandigd om daarmee te voldoen aan de voorschriften voor personen die buiten Oirschot komen, om er te wonen, heeft als waarborg al het bezit in onderpand gesteld, dat ze nu beiden hebben. Hij belooft ook namens zijn nakomelingen dat hij nimmer een beroep zal doen op de gemeente Oirschot noch op de tafel van de H. Geest alhier, voor de eerste volgende 8 jaar, getuigen VELDE en STOCKELMANS)
(is dit de voorloper van de akte van indemniteit?, Georgina)
Notitie bij Anneken Jan Thomas: .
Vermoedelijk staat in onderstaande akte een fout, er wordt n.l. gesproken van ANNEKEN weduwe van THOMAS VAN DER AMEIJDEN en volgens mij moet dit zijn ANNEKEN dochter van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, of er moet ergens nog een ANNEKEN zijn die getrouwd is met een THOMAS VAN DER AMEIJDEN. Misschien is dit later nog te vinden!

19-4-1619 Excuses aan ANNEKEN (RA Oirschot Inv 149a akte 106 folio 74)
----------------------------------------
GIJSBERT DANIELS VAN GERWEN heeft zijn verklaring herroepen en zijn leedwezen uitgesproken over het feit dat hij heeft gezegd dat ANNEKEN weduwe van THOMAS VAN DER AMEIJDEN of haar kinderen uit zijn erf een paar jonge appelbomen zouden hebben gehaald, of andere fruitbomen en die vervolgens op hun erf zouden hebben gezet. Hij maakt hierover excuses omdat hij daarna konstateerde dat zulks niet het geval is geweest of is gedaan door deze ANNEKEN of haar kinderen. GIJSBERT verklaart dat het hem verdriet dat door hem is gezegd en verzoekt om vergiffenis. Hij belooft echter de schade en kosten die ANNEKEN door dit voorval heeft geleden, te zullen voldoen, getuigen HOPPENBROUWER en STOCKELMANS

Op dezelfde dag als haar broer ADRIAEN maakt ANNEKE haar testament op

20-3-1628 Testament (RA Oirschot Inv 153a akte 116 folio 150 t/m 153)
--------------------------
In de naam van Heer Jesus Christus Amen. Voor ons schepenen is in eigen persoon verschenen ANNEKE dochter wijlen JAN THOMAS VERMEIJEN, gezond van lijf en leden. Ze beseft de broosheid van het menselijk bestaan en wil voordat ze overlijdt daarom eerst de beschikking hebben gemaakt van haar bezit. Ze doet dat nu zonder daarin door iemand te zijn gedwongen en maakt nu daarom haar testament op. De testatrice beveelt haar ziel, zodra ze is komen te overlijden aan bij de Almachtige God en diens moeder Maria en wil dat haar dode lichaam in gewijde grond wordt begraven. Indien ze eerder komt te overlijden dan haar broer ADRIAEN, dan mag ADRIAEN al haar bezit houden, zowel vaste als roerende goederen, van welke aard dan ook en waar zich het ook bevindt. Hij mag dat dan verkopen of bezwaren al naar zijn keuze en ze benoemt hem hierin als haar enige erfgenaam, maar hij is danwel verplicht om na haar dood daarvan aan de armen van Oirschot danwel aan de beheerder van de tafel van de H. Geest een bedrag van 6 gulden eens en aan ieder van haar zusters ook 6 gulden eens te geven en ze wil dat haar zusters daarmee tevreden zullen zijn.
Ze verklaart dat ze dit legaat aan haar broer ADRIAEN heeft gedaan vanwege bepaalde overwegingen en verplichtingen en ter compensatie van zijn dagelijks dienstbetoon aan haar en de vriendschap die ze altijd van hem en zijn huisgezin heeft gehad en nog verder hoopt te krijgen. De testatrice verklaart dat dit haar laatste wil is en wil het als zodanig hebben uitgevoerd, ook al zouden er daarbij bepaalde rechtsbepalingen zijn vergeten, in dat geval wenst ze die alsnog in acht te zijn genomen en ook al zou het op sommige punten in tegenspraak zijn met gelden recht of gebruik, in dat geval wenst ze die bepalingen hierbij als niet van toepassing zijnde. Ze behoudt zich het recht voor om dit testament later geheel of ten dele te herroepen, zo vaak als ze dat wil. Aldus opgemaakt ten woonhuize van de secretaris te Oirschot in het bijzijn van JAN JAN GOOSSENS, PETER CORNELIS FRANCKEN als schepenen van Oirschot d.d. 20 maart 1628. Als oorkonde opgemaakt en door de testatrice en de secretaris ondertekend. Dit merk + stelde de testatrice, JAN JAN GOOSSENS, PETER CORNELIS FRANCKEN, et me presente G. GOOSSENS secretaris 1628
Notitie bij Aert Jan Thomas: .
8-4-1603 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145c akte 110, 111 folio 376r, 376v)
--------------------------------
JAN JAN ERVEN SENIOR en zijn zoon JAN JAN ERVEN JUNIOR hebben samen en ieder hoofdelijke beloofd om aan AERDEN zoon wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 50 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar en ondertussen een rente van 4 gulden als rente per jaar, waarvan de eerste termijn per a.s. Maria Lichtmisdag zal zijn, getuigen GESTEL en BUCKINCKS

JAN JAN ERVEN DE JONGE heeft beloofd diens vader vanwege deze belofte deze daarvoor te zullen vrijwaren, actum als boven

in marge: met instemming van partijen doorgehaald en door een andere vervangen d.d.d. 4 maart 1609, getuigen LOON en SROIJEN

29-12-1608 Verkoop obligatie (RA Oirschot Inv 146b akte 275 folio 293v)
-----------------------------------
MARTEN AELBERT PENNINCX als man van ALEIJT, LAMBERT AERST VAN WAALWIJCK als man van JENNEKEN en ANDRIES CORNELIS OERSELMANS als man van LIJTGEN, allen wettige dochters van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, verkopen een obligatie van 50 gulden met alle achterstallige termijnen daarvan. Deze som werd door JAN ERVEN eerder beloofd aan AERT zoon van genoemde JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN volgens schepenbrieven van Oirschot d.d. 8 april 1602 (*) en de obligatie wordt nu verkocht aan ADRIAAN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN. Genoemde MARTEN, LAMBERT en ANDRIES in hun hoedanigheden beloven deze overdracht altijd gestand te zullen doen, getuigen CROM en DIELEN

(*) de genoemde akte is niet te vinden het in protocol van 1602 ! dit moet zijn 8 april 1603
Notitie bij het huwelijk van Mariken Antonis Peter Antonis Verhoeven en Adriaen Jan Thomas: .
12-6-1598 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145a akte 273 folio 52v)
--------------------------------
ADRIAEN JAN TOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN JAN HANSCHOEMAKERS ten behoeve van HENRIEKSKEN en MARIEKEN dochter van GIJSBERT MATHIJSSEN (moet zijn GERARD GIJSBERT MATHIJSSEN) een bedrag van 30 gulden te gaan betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar en elk jaar onderwijl een rente van 2 gulden per jaar, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, getuigen D. HOPPENBROUWER en METSER
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald en door een andere vervangen, datum 5 april 1600)

4-9-1599 Betaling zoenbreuk (RA Oirschot Inv 145a akte 255, 256 folio 141)
-----------------------------------
WILLEM AERT PETER LEIJTEN (*) heeft een manslag gepleegd op de persoon van HENRICK GOIJAERT HAPPEN en daarom is deze WILLEM LEIJTEN een boete opgelegd, naaste de zoenbreuk en verbeurdverklaring van zijn roerende goederen. Voor ons is daarom verschenen JAN ADRIAENS LEIJTEN en ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN en deze hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd een zodanig bedrag te betalen dat overeenkomst met deze waarde der roerende goederen aan de officier van justitie danwel aan degenen die daartoe aangewezen zullen worden ten behoeve van de Heer van Oirschot, diens officier of die er recht op hebben, getuigen HOUBRAKEN en CORT

JENNEKEN dochter van wijlen JAN DIRCKS VAN BOXTEL echtgenote van WILLEM AERT PETER LEIJTEN geassisteerd door haar hierbij gekozen voogd, heeft als schuldenaresse beloofd om genoemde JAN en ADRIAEN vanwege hun belofte te zullen vrijwaren, actum als boven

* genoemde WILLEM AERT PETER LEIJTEN is de oom van ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN

5-4-1600 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145a akte 091 folio 176v)
--------------------------------
ADRIAEN JAN TOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN JAN HANSCHOEMAKERS ten behoeve van HENRIEKSKEN en MARIEKEN dochters van GIJSBERT MATHIJSSEN (moet zijn GERARD GIJSBERT MATHIJSSEN) een bedrag van 30 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar en elk jaar onderwijl een rente van 2 gulden per jaar, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, getuigen D. HOPPENBROUWER en METSER
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, datum 27 janauri 1603, getuige CROONENBURCH)

23-2-1601 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 145b akte 059 folio 231r t/m 232r)
-------------------------------------
Er is een bepaald ruzie ontstaan tussen de vrienden en verwanten van wijlen ANDRIES zoon ANDRIES ANDRIES VAN GINNOVEN partij enerzijds en ADRIAEN zoon wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN partij anderzijds vanwege een manslag die door genoemde ADRIAEN VAN DER AMEIJDEN op ANDRIES VAN GINNOVEN is gepleegd. Om deze twist op te lossen, zijn voor ons schepenen verschenen ANDRIES ANDRIES VAN GINNOVEN, vader van de overledene, samen met HENRICK ANTONIS VAN GINNOVEN, CORNELIS JAN MERCX, JAN VAN DER LUSDONCK, zijnde allen vrienden van de overledene, partij ter enerzijds en JAN ADRIAEN LEIJTEN, ANDRIES CORNELIS OERSELMANS en MARTEN AELBRECHTS PENNINCKS vanwege de dader partij anderzijds en men heeft het volgende akkoord gesloten. Genoemde ANDRIES VAN GINNOVEN namens het slachtoffer, vergeeft hierbij de dader diens misdaad. De dader moet wel het doktersgeld betalen aan de chirurg, de dader moet ook 3 wassen kaarsen neerzetten, elk van 1 pond gewicht, waarvan eentje voor het H. Sacrament en 2 op het Sint Catharina altaar resp. op de H. Sacramentsdag en Sint Catharina schuttersdag, nog de kaarsen die bij de uitvaart behoren en moet verder een dertigste laten doen. De dader mag ook een jaar lang niet naar de kerk gaan dan alleen over het heiveld en andere wegen en dat hij dan niet zal mogen lopen vanaf de Kruisweg tot aan de Patecker, maar vandaar uit alleen rechtdoor naar het Bijsterveld en zo naar de kerk toe. Hij zal dan in de kerk moeten blijven in de buurt van het Sint Barbara altaar tot aan het H. Sacramentsaltaar en dat wel gedurende 2 jaar. Hij m,ag ook niet in de Lubberstraat komen en ook niet op de Lubberstraatse kerkpad en ook in niet de herberg genoemd "de Rooijen Baerd" komen, zolang ANDRIES aldaar in de buurt woont, tenzij de dader daar met hout, turf, hooi of stro moet komen, maar dan alleen over het Lieveld daar en andere wegen op weekdagen. Als genoemde ANDRIES in enige andere stad of dorp zou gaan wonen, mag de dader daar niet meer komen, tenzij op de plaats waar hij eerst woonde en toen vertrokken is en mag hij niets opruimen. De dader zal ANDRIS en diens verwanten moeten ontwijken op kerkwegen, molenwegen, in herbergen en andere plaatsen zoals dat gebruikelijk is. Als de dader in een herberg is waar de vrienden van de overledene komen, dan mag hij zijn pot uitdrinken, maar moet dan vertrekken, indien de vrienden daar het eerst waren, dan mag de dader daar niet komen. De dader zal aan AERT SGRAETS secretaris van Oirschot, ten behoeve van de jongste zoon van genoemde ANDRIES een bedrag van 80 zoenguldens moeten betalen, om die naar school te kunnen laten blijven gaan, welk bedrag in termijnen om de 17 weken moeten worden betaald. Partijen beloven elkaar dit kontrakt na te zullen komen, getuigen STOCKELMANS en VEN

In marge op folo 231r:
ANDRIES zoon van ANDRIES VAN GINNOVEN verklaart dat hij voor het meestergeld (doktersgeld), de kaarsen en de andere belofte te zijn betaald, 28 december 1619, getuige STOCKELMANS

17-5-1606 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 146a akte 123 folio 74)
---------------------------------
WILLEM SEGERS en GOIJAERT JAN GOORTS hebben samen en ieder hoofdelijk als schuldenaars beloofd om aan ARIEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 50 gulden te zullen betalen, opeisbaar per heden dato over 2 jaar met een rente van 7% per jaar. Tot meerdere zekerheid stelt genoemde WILLEM SEGERS aan (ARIEN) JAN THOMAS (ARIEN vergeten?) een pacht van in handen van 2 mudde rogge per jaar, Oirschotse maat, e.e.a. volgens een schepenbrief van Den Bosch van de laatste juni 1464. Deze pacht is door GIJSBRECHT VAN DER SCHOUT destijds gekocht van AERDEN zoon wijlen AELBERT HENRIKS VAN DER VLEUTEN, zoon van wijlen GERITS VAN DER VLEUTEN volgens een schepenbrief van Den Bosch d.d. 9 december 1567. De pacht wordt geheven op onderpanden van genoemde GOIJAERT JAN GOORTS. Genoemde WILLEM belooft om genoemde GOIJAERT JAN GOORTS terzake van deze betalingsbelofte te zullen vrijwaren, getuigen GESTEL en CROONENBURCH

in marge 1:
deze belofte is met instemming van beide partijen voor de tijd van 2 jaar verlengd, vervallend op 17 mei 1610, datum 4 december 1608, getuigen VERHOEVEN en VERACHTER

in marge 2:
deze belofte is met instemming van beide partijen voor de tijd van 2 jaar verlengd, vervallend op 17 mei 1612. De kondities uit de oorspronkelijke akte blijven gehandhaafd, behalve dat de rentevoet wordt verhoogd met 10 stuivers per 100 gulden per jaar, 26 september 1611, getuigen VERHOEVEN en VERACHTER

in marge 3:
Met instemming van partijen doorgehaald, datum 12 februari 1614, getuigen VERHOEVEN en VERACHTER

25-6-1607 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 146b akte 189 folio 164v)
---------------------------------
JAN VAN DER LUSDONK en DIELIS VAN DER LUSDONK broers, hebben samen en hoofdelijke beloofd om aan ARIEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 181 gulden 10 stuivers te zullen betalen en wel vandaag over 3 jaar, getuigen VEN en H. HOPPENBROUWERS
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald 25 juni 1610, getuigen D. HOPPENBRAUWER en NISTELROIJ)

2-9-1608 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 146b akte 207 folio 274v)
-------------------------------
AERT ANDRIES VAN HOUT en DIELIS WOUTERS samen en ieder hoofdelijk hebben beloofd als schuldenaars aan ADRIAAN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 50 gulden te zullen betalen, opeisbaar met a.s. O.L. Vrouwedag over 2 jaar zonder rente, getuigen CROM en VERACHTER

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald op 30 januari 1619, getuigen HOPPENBROUWERS en STOKKELMAN (getekend JAN STOKKELMAN)

Op 29-12-1608 koop ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN van de kinderen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een obligatie van 50 gulden met alle achterstallige termijnen daarvan. Deze som werd eerder door JAN ERVEN beloofd aan AERT zoon JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN (en zoon IJKEN AERT PETER LEIJTEN) van d.d. 8-4-1603 (zie voor volledige akte bij AERT JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN zelf)

4-3-1609 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 064 folio 316v, 317)
-------------------------------
JAN ERVEN DE JONGE heeft als schuldenaar beloofd om aan ARIEN (ADRIAEN) zoon wijlen JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 65 gulden te zullen betalen (was eerst 50 gulden!) opeisbaar op Maria Lichtmisdag a.s. over 2 jaar zonder rente. Hiermee zijn alle eerdere betalingsbeloftes komen te vervallen die door JAN ERVEN DE OUDE en JAN ERVEN DE JONGE op 8 april 1603 zijn gegeven, getuigen LOON en SROIJEN

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald, datum 18 februari 1613 en op een andere wijze afgehandeld op dezelfde datum, getuigen D. HOPPENBROUWER en VEN (getekend: DIERICK HOPPENBROUWER)

2-5-1612 Ruil land (RA Oirschot Inv 147c akte 159 folio 435r, 435v)
----------------------
Ruil tussen JAN ADRIAEN LEIJTEN en ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN.

Bij deze ruil draagt JAN ADRIAEN LEIJTEN aan ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een stuk hooiland over, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, genoemd het Loosbroek, belend door: de weduwe en kinderen van DIRCK VAN HOUT en meer anderen, de Acht Buenders eigendom van de bisschop van Den Bosch, de oude JAN ERVEN en meer anderen. JAN ADRIAEN LEIJTEN belooft alle lasten af te handelen, behalve de dorpslasten. Er moet worden gezorgd voor onderhoud van wegen en waterlopen

Bij deze ruil draagt ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN aan JAN ADRIAEN LEIJTEN die een hooiveldje over, genoemd ’t Heebroek, groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel aan de Nevelhuevel aldaar nabij de Corte Dijk, belend door: genoemde JAN ARIEN LEIJTEN, ANTONIS JANSSEN VAN KERKOERLE, de hoeve van Hersel. ADRIAEN VAN DER AMEIJDEN had dat perceel eerder gekocht van THOMAS zoon wijlen JAN DIRCKS VAN DEN SPIJCKER en van diens zuster CATHARINA verwekt bij GERITKEN dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN conform een schepenbrief van Oirscot d.d. 7 juli 1564. Het perceel is onbelast behalve nauwelijk 1 stuiver grondchijns. De eigenaar moet de dorpslasten betalen en zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Genoemde JAN en ADRIAEN beloven elkaar deze ruil altijd gestand te zullen doen. Indien er meer lasten op blijken te drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die aan elkaar vergoeden, getuigen GESTEL en LOON

18-2-1613 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 147c akte 061 folio 299v)
---------------------------------
JAN zoon JAN JAN ERVEN heeft als schuldenaar beloofd om aan ARIEN (ADRIAEN) JAN THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN en diens zusters ANNEKEN en MARIJKE die een bedrag van 70 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar samen met 9 gulden rente van 2 jaar totaal, getuigen D. HOPPENBROUWERS en VEN

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald 31 maart 1620, getuigen NISTELROIJ en HAUBRAKEN, door een andere belofte vervangen op 31 maart 1620 (27 maart 1620)

23-3-1619 Aankoop helft beemd (RA Oirschot Inv 149a akte 063 t/m 065 folio 30 t/m 32)
---------------------------------------
Meester GERARD VAN DER VLUETEN, DIRCK JANS DE GROOT als man van JUDITH, PETER HENRICKS VAN DE POELDONK als man van MARIKEN, broer en zusters en kinderen van wijlen GEERAERT MICHIELS VAN DER VLEUTEN, voor henzelf handelend en genoemde Meester GERAERT en DIRCK nog als voogden over de minderjarige kinderen van HUIBERT JANSSEN verwekt bij AELKEN dochter van dezelfde wijlen GERAERT MICHIELS VAN DER VLUETEN, ook krachtens een schepenbankdecreet van Oirschot, nadat er een openbare verkoping is geweest, verkopen hierbij de helft van een beemd genoemd de Langenbeemd in de Tijmerdonck onder Spoordonck, nog onverdeeld zijnde, belend door: SIMON MATHEEUSSEN, LIJSKEN MICHIELS en anderen, JAN NICLAES LOIJEN, MATHIJS HENRICK OERLEMANS, de kinderen van wijlen HENRICK PETERS VAN DE SCHOOT, DIRCK ANTHONIS VAN DER VLEUTEN. Het perceel wordt nu verkocht aan JAN ADRIAEN LEIJTEN en de voogden beloven alle lasten af te handelen, behalve de helft van 3 lopen rogge per jaar aan Heer HENRICK VERBEECK, beneficiant alhier, verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen HOPPENBROUWERS, VELDE, STOCKELMANS en ARIEN

in marge:
JAN ARIEN LEIJTEN verklaart deze koop te hebben gedaan ten behoeve van ARIEN JAN THOMAS VERMEIJEN en stemt toe dat de brief op diens naam wordt uitgemaakt, datum 31 maart 1631 (?) getuigen HUIJSKENS en GOOSSEN schepenen

Dezelfde verkopers uit de vorige akte verkopen hierbij de helft van een beemd genoemd de Calverhorst, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen belend door: LIJSKEN MICHIELS die de andere helft ervan heeft, DIRCK ANTONIS VAN DER VLEUTEN, SIMON MATHEUSSEN VAN AELST, de gemeijnte, de Langenbeemd daar. Het perceel wordt verkocht aan ADRIAEN JAN THOMAS VERMEIJEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de helft van een jaarlijkse rogpacht van 2 en een half lopen rogge aan het altaar van de H. Geest te Oirschot en de helft van een tuin grondchijns aan dat zelfde altaar, verder de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, actum als boven

Dezelfde verkopers uit de vorige akte verkopen hierbij de helft van een beemd gelegen in herdgang Spoordonck in de Lubberstraat waarvan LIJSKEN MICHIELS VAN DER VLUETEN de andere helft heeft, belend door: HENRICK GERAERTS VAN DE SCHOOT, ANDRIES AERTS, ARIEN VAN HOUT, PETER HENRICK OERLEMANS. Het perceelsgedeelte wordt nu verkocht aan ARIEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN en er is recht van overpad over het erf van ANDRIES VAN HOUT en zoals dat van oudsher gebruikelijk is. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de helft van een jaarlijkse rente van 6 gulden aan het ziekenhuis in Den Bosch, nog de helft van 36 stuivers per jaar aldaar aan DIRCK AERTS TEULINCK, nog de helft van 14 stuivers per jaar aan GOIJAERT PETERS VERHOVEN, nog de helft van 5 stuivers per jaar aan het gasthuis te Oirschot, en de helft van 12 stuivers grondchijns en nog de dorpslasten, verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, actum als boven

Opmerking:
Op 27-4-1619 (folio 80, 81) verkopen dezelfde verkopers de andere helft van de beemd gelegen in herdgang Spoordonk in de Lubberstraat aan NICLAES WILLEMS VAN BEST, echter met de onderstaande voorwaarde:

De verkopers behouden voor zichzelf het opgroeiende eikehout en ander hout en wel ten behoeve van ARIEN THOMAS VAN DER AMEIJDEN aan wie zij dit hout hebben verkocht, dat per a.s. mei over 1 jaar gekapt moet worden, getuigen HOPPENBROUWER en STOCKELMANS

29-3-1620 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149b akte 087 folio 68)
---------------------------------
JAN JANSSEN ERVEN heeft als schuldenaar beloofd vanwege geleend geld om aan ARIEN (ADRIAEN) en aan ANNEKEN broer en zus en kinderen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 50 gulden te gaan betalen, met onderwijl steeds een jaarlijke rente van 3 gulden. Indien JAN dan niet terugbetaalt, zal hij daarna steeds de vermelde rente van 6 percent moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen NISTELROIJ en HAUBRAKEN

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald 27 maart 1628, getuige FRANCK (dus na 25 jaar is de rente eindelijk afgelost, Georgina)

29-3-1620 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149b akte 088 folio 69)
---------------------------------
JAN RUTGERS VAN KERKOERLE als schuldenaar beloofd om aan ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 50 gulden te gaan betalen per heden datum over 1 jaar, samen met de rente van 6 percent per jaar. Indien JAN het geld langer wenst te lenen, dan zal hij daarna steeds een een jaarlijkse rente van 6 percent al naar tijdsgelang moeten betalen totdat de hoofdsom is voldaan. Hiermee is een eerdere belofte van 50 gulden komen te vervallen die JAN PETER GOORTS eerder had beloofd aan genoemde ARIEN voor schepenen in Oirschot d.d 18 oktober (of oktober 1518 *), getuigen NISTELROIJ en HOUBRAKEN

In marge: met instemming van partijen doorgehaald datum 15 oktober 1640, getuige VELDE
* in het het protocol van 1618 is nergens een akte hiervan te vinden!

22-6-1620 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149b akte 149 folio 101)
--------------------------------
JAN DIRCKS VAN BERZE heeft als schuldenaar beloofd om vanwege geleend geld aan ARIEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 116 gulden te gaan betalen per heden datum over 2 jaar en onderwijl steeds een jaarlijkse rente van 7 gulden, getuigen VERACHTER en HAUBRAKEN
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald op 25 oktober 1629, quo attestor G. GOOSSENS secretaris

25-5-1623 Verklaring (RHC Eindhoven Inv 15 folio 51v)
-------------------------
Op 25-5-1623 verklaart ANNEKEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN voor Notaris LAMBRECHT VAN BOXTEL, dat haar broer ADRIAEN al zijn onroerende goederen e.d. uit eigen middelen heeft betaald. Verder genoemde personen in deze akte FRANCK WIJNANTS VERRIJTH getuige kan niet schrijven, HENRICK DIRCK TOIRKENS getuige

10-1-1626 Huur hofstad (RA Oirschot Inv 153a JAAR 1628 !akte 005 folio 4, 5, 6)
-----------------------------’
Onder de navolgende condities heeft PETER CORNELIS FRANCKEN als man van ALEIJT dochter van wijlen JAN WILLEM SNELLAERTS zijn hofstad verhuurd aan ARIEN JAN THOMAS (verm. VAN DER AMEIJDEN, Jan Toirkens) gelegen in Oirschot herdgang de Notel, zoals dat bezit werd gebruik door wijlen ANTONIS zoon wijlen HENRICK MICHIELS VAN DE SCHOOT en nu door diens weduwe wordt gebruikt. De huurperiode beloopt 6 achtereenvolgende jaren en kan echter door elk der partijen na 3 jaar worden beeindigd, maar die zulks wenst te doen, dient dat in de voorafgaande Kersttijd op te zeggen. De huur van de tuin gaat, zoals is afgepaald in op half mart, met een hooibeemd die onder Ameijden is gelegen, en de halve beemd genoemd Heeijbroek, een dries genoemd de Hogendries, en nog het driesje aan de Pennincksdijk, verder gaat de huur van het huis in per a.s. Pinksteren samen met de boomgaard en de groes die erbij ligt met de andere helft van de tuin, en het resterende akkerland met de kanten in de oogsttijd daarna, stoppelbloot en de kanten van het land met de dries afkomstig van ELEN VERLINCKS (of VROLICKS) per a.s. oogsttijd, alles in dit jaar 1628. De huur van de percelen moeten na de huurperiode ook zo weer worden achtergelaten en hij mag ook geen land achterlaten anders dan met gemengd graan en dat niet meer dan 1/3e deel ervan. De huurprijs bedraagt 25 gulden elk jaar te voldoen en daarnaast zal de huurder per lopenzaad land elk jaar 6 en een halve lopen rogge moeten leveren, 3/4e deel daarvan in rogge en een kwart ervan voor de helft in gerst en de andere helft ervan in boekweit, alles gewand en schoongemaakt, steeds omstreek Kerstmis te leveren. De eerste termijn daarvan is per Kerstmis anno 1629 danwel uiterlijk met Maria Lichtmisdag daarna en zo steeds 3 of 6 jaar lang met Kerstmis danwel Maria Lichtmisdag. Verder belooft de pachter elk jaar 3 vijmen daktstro te zullen leveren, elke bussel 35 pond en die naar wens van de verpachter op het huis moeten leggen. Verder belooft de pachter elk jaar aan de verpachter een half lopenzaad erwten te leveren en de helft van het fruit in de boomgaard en dat te leveren ten huize van de verpachter. Nog moet de pachter het huis etc. in goede staat van onderhoud houden wat betreft het dak en de ramen en platen, waarvoor de verpachter hem de nodige materialen zal aanwijzen. Ook dient de pachter te zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen en alle dorpslasten te voldoen die op het bezit worden geheven, zonder overlast daarvan voor de verpachter. Partijen beloven deze huurovereenkomst als zodanig uit te voeren, geen getuigen en schepenen genoemd

ADRIAEN maakt op dezelfde dag als zijn zuster ANNEKEN zijn testament op, Georgina

20-3-1628 Testament (RA Oirschot Inv 153a akte 117 folio 154 t/m 157)
--------------------------
In de naam van de heer Jesus Christus, Amen. Vandaag is voor ons schepenen in eigen persoon verschenen de geachte ADRIAEN JAN THOMAS VERMEIJEN en diens vrouw MERIKEN ANTONISSEN (lees MERIKEN dochter van PETER ANTONIS PETERS VERHOEVEN, Jan Toirkens), inwoners van Oirschot die beiden gezond van lijf en leden zijn. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan en willen daarom eerst hun testament hebben opgemaakt en wel met wederzijdse instemming. De testateurs bevelen hun ziel, zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de Almachtige God en diens moeder Maria en willen dat hun lichaam in gewijde grond worden begraven. ADRIAEN met uitdrukkelijke toestemming hierbij van zijn vrouw MERIEKEN wenst dat hij wanneer hij voor zijn zuster ANNEKEN komt te overlijden, dat zij dan de helft van al zijn bezit krijgt, zowel vaste als roerende, zonder enige uitzondering daarop. Ze mag deze helft verkopen of belasten al naar hun goeddunken, de andere helft van zijn bezit gaat naar zijn vrouw MERIEKEN die daarvan zolang ze leeft het vruchtgebruik van krijgt en na haar dood versterft dat bezit dan op zijn andere broers en zusters of bij afwezigheid van hen op hun kinderen, waarbij de dode hand met de levende moet delen en hij benoemt deze ANNEKEN zijn zuster in de andere helft als zijn erfgename. Als het gebeurt dat zij (MERIEKEN) als testatrice voor haar man overlijdt, dan wil ze dat haar man al haar bezit, zowel roerend als vast, verkrijgt waarvan hij zolang hij leeft het vruchtgebruik zal ontvangen en na zijn dood versterft het dan verder op de naaste familie van de testatrice, waarbij de dode partij met de levende moet delen. Verder wil ADRIAEN als testateur dat als zijn zuster ANNEKEN voor hem komt te overlijden, dat zijn vrouw dan ook de andere helft van zijn eigen bezit krijgt en ook van de andere bezittingen die hij bij de dood van zijn zuster zal erven, waarvan de testatrice daarvan haar leven lang het vruchtgebruik krijgt en daarna versterft het zoals hiervoor aangegeven op zijn wettige erfgenamen, waarbij de dode partij met de levende moet delen. De testateurs verklaren dat dit hun testament is en willen het ook op alle punten zo hebben uitgevoerd, hetzij als testament of als codicil of gift ook al zou er daarbij niet aan alle rechtsbepalingen zijn voldaan, in dat geval wenst hij die bepalingen alsnog geacht te zijn opgenomen en ook al zou het in tegenspraak zijn met sommig recht of gewoonte, in dat geval wenst hij die bepalingen als niet van toepassing zijnde. De testateurs behouden zich het recht voor om dit testament later te herzien en wel zo vaak ze wensen. Datum als boven (20 maart 1628), opgemaakt als oorkonde. Dit merk + stelde de testatrice, dit merk + stelde de testateur, JAN JAN GOOSSENS, PETER CORNELIS VRANCKEN, et me presente G. GOOSSENS, secretaris

27-3-1628 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149b akte 088 folio 69)
---------------------------------
JAN RUTGERS VAN KERKOERLE heeft als schuldenaar beloofd om aan ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 50 gulden te gaan betalen per heden datum over 1 jaar samen met de rente van 6 percent. Indien JAN het geld langer wenst te lenen, dan zal hij daarna steeds een jaarlijkse rente van 6 percent al naar tijdsgelang moeten betalen totdat de hoofdsom is voldaan. Hiermee is een eerdere belofte van 50 gulden komen te vervallen die JAN JAN PETER GOORTS eerder had beloofd aan genoemde ARIEN voor schepenen in Oirschot d.d. 18 oktober, getuigen NISTELROIJ en HAUBRAKEN
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald, datum 15 oktober 1640, getuige VELDE)

15-3-1632 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 157a akte 100 folio 120, 121)
--------------------------------
DIELIS HENRIK DIELISSEN heeft als schuldenaar beloofd om aan ADRIAEN THOMAS VAN DER AMEIJDEN terzake van geleend geld, die per heden datum over 1 jaar een bedrag van 25 gulden te zullen gaan betalen, met onderwijl een rente van 30 stuivers. Indien het geld dan niet wordt terugbetaald zal dezelfde rente blijven doorlopen, totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen HERSEL en VEN

(in marge: deze belofte van 25 gulden is met de rente afbetaald, datum 8 april, 1650 getuigen STOCKELMANS en GOIJAERT EIJMBERT SCEPENS, quod attestor P. VAN DEN ADEL secretaris 1605.8.4)

25-3-1633 Testament (RA Oirschot Inv 158a akte 106 folio 164 t/m 166)
--------------------------
In de naam van de heer Jesus Christus Amen. Voor ons als schepenen is vandaag in eigen persoon verschenen de geachte ADRIAEN JAN THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN en diens wettige vrouw MERIKEN ANTONIS PETERS (VERHOEVEN) echtgenoten en inwoners van Oirschot, beiden gezond van lijf en leden en omdat ze broosheid van het menselijk bestaan beseffen, willen ze hierbij hun testament opmaken. Ze herroepen hierbij alle eerdere testamenten of codicullen en willen dat alleen dit huidge testament zal worden nagekomen. Ze bevelen hun ziel zodra ze zijn komen te overlijden aan bij God en diens moeder MARIA en alle heiligen en willen dat hun lichaam in gewijde grond wordt begraven. De testateurs willen dat al het vaste bezit dat MARIEKE van haar ouders heeft geerfd en van haar broer PETER, na het overlijden van de langstlevende zal versterven op de broers van deze MARIEKEN en op haar nicht CATHARINA AERT DIRCKS verwekt bij BEELKEN, zijnde deze BEELKEN de zuster van MARIEKEN. Indien één van haar broers is overleden dan versterft het bezit op diens wettige kinderen, waarbij de dode partij met de levende moet delen en ze benoemen hen als hun erfgenamen terzake van dat bezit en wel met instemming van haar man ADRIAEN. Al het overige bezit dat ADRIAEN van zijn ouders heeft geerfd vermaakt hij met instemming van genoemde MARIKEN aan JENNEKEN, ALEIJT en CATHARINA zijn zusters en indien deze er niet meer zijn, aan hun wettige kinderen, welk bezit na het overlijden van de laatstlevende door hen mag worden gedeeld, elke daarin voor een gelijk deel en hij benoemt hen daarin als zijn erfgenamen. Indien zijn zuster MARIKEN langer komt te leven dan hij als testateur, dat deze MARIKEN dan haar leven lang het vruchtgebruik mag behouden van een akker genoemd de Coolhof of heiveld, gelegen in herdgang Spoordonck, belend door: genoemde MERIKEN, de gemeijnte aldaar, waarmee deze MERIKEN ook tevreden moet zijn en na de dood van deze MERIKEN zal dat akkerland versterven op de genoemde JENNEKEN, ALEIJT en CATHARINA. De testateurs willen dat de langstlevende het vruchtgebruik mag behouden van het bezit van de eerstoverledene, samen met de helft van de roerende bezittingen en van de andere helft van het roerend bezit krijgt die het erfrecht. De testateurs verklaren dat dit hun testament is, ook al zouden er bepaalde rechtsbeginselen zijn vergeten. Opgemaakt 25 maart 1633 in aanwezigheid van JAN DIRCK HUIJSKENS en DIRCK GOIJAERTS VAN LOON schepenen, die deze akte naast de secretaris hebben ondertekend, de testateurs verklaren niet te kunnen schrijven en hebben met een handmerk getekend. Ondertekend: JAN DIRCK HUIJSKENS, DIERCK GOORTS VAN LOON + dit is het merk van ADRIAEN + dit heeft de testatrice neergezet. Et me presente G. GOOSSENS 1633.3.25

2-5-1654 Testament (RHC Eindhoven Inv 90 folio 56v)
-------------------------
Op 2-5-1654 maakt MERIKEN ANTONIS PETERS voor Notaris JOHAN VAN DEN KERCKHOFF haar testament. Genoemde personen in deze akte: wijlen ADRIAEN JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, HENRICK ADRIAEN LEIJTEN, ADRIAEN HENRICK ADRIAEN LEIJTEN zoon van HENRICK ADRIAEN LEIJTEN, JAN HENRICK ADRIAEN LEIJTEN ook zoon van HENRICK ADRIAEN LEIJTEN, ANTONIS ANTONISSEN VAN KINDEREN, THOMAS JANSSEN VAN DE VEN getuige, MARTTEN AERT SNELAERTS getuige

VIIg. Jacop Thomas Peters van der Ameijden, † Oirschot vóór 24 juni 1588, tr. 1e omstr. 1566 Perijntken Jan Rosalis; tr. 2e omstr. 1580 IJken NN.
Uit het eerste huwelijk:
1. Anneken Jacop Thomas van der Ameijden, tr. Jacop Jan Joosten van Best, † Oirschot vóór 31 aug. 1626.
2. Antonis Jacop Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 4 aug. 1600.
Uit het tweede huwelijk:
3. Jenneken Jacops Thomas van der Ameijden.
4. Jan Jacops Thomas van der Ameijden.
5. Peter Jacop Thomas van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Perijntken Jan en Jacop Thomas Peters: .
Het huwelijk van JACOP THOMAS PETERS VAN DER AMEIJDEN en PERIJNTKEN JAN ROSALIS zal ca 26-6-1566 plaatsgevonden hebben, want dan koopt JACOP een huis zoals blijkt uit onderstaande akte van deze datum en dat deden de zonen alleen wanneer ze gingen trouwen

10-2-1565 Verkoop (belening) pacht (RA OirschotInv 139de akte 091 t/m 093 folio 26r t/m 27r)
--------------------------------------------
JACOP THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN verkoopt hierbij een jaarlijkse pacht van een half mud rogge, dat hij zoals hij zei had verkregen in de boedelverdeling met zijn broers en zuster en welke pacht WILLEM GOIJAERT WOUTERS als man van LISBETH wettige dochter van wijlen AELBRECHTS VAN DER NOOTELEN eerder had beloofd aan HEIJLWICH wettige dochter van AELBRECHTS VAN DER NOOTELEN, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: AGNEES ENGELEN, DIRCK MICHIELS, de gemeenschappelijke straat, STEVEN LEENMANS (of LEMMENS) conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 1472. Hij verkoopt deze pacht nu aan HENRICK DANIELS VAN BUEL en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen BOGAERT en P.H. SCHOET

HENRICK DANIELS VAN BUEL uit de vorige akte heeft verklaard dat JACOP THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN deze pacht altijd mag terugkopen en aflossen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 25 gulden, actum als boven

GERIT HENRICKS VAN OSTADEN heeft verklaard dat JACOP THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN hem in alles heeft voldaan zonder enige uitzondering daarbij, actum als boven.

(vermoedelijk had JACOP een schuld aan GERIT HENRICKS VAN OSTADEN en heeft hij die betaald met het geld wat hij kon lenen van HERMAN DANIELS VAN BUEL, Georgina)

1-2-1566 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 140a akte 061 folio 66r)
--------------------------------
JACOP THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan LISBETH weduwe van GOESSEN DANIELS een bedrag van 25 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente van 6 lopen rogge, Oirschotse maat, getuigen LEEMANS en STOCKELMANS

(LISBETH is ELISABETH HENRICKS THOMAS VAN DER AMEIJDEN getrouwd met GOESSEN DANIEL SCHEPENS)

26-6-1566 Aankoop huis etc (RA Oirschot Inv 140a akte 227 t/m 230 folio 118r t/m 119v)
----------------------------------
JAN ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT, JAN HENRICK MOLENPASZOON als man van LISBETH dochter van genoemde ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT en CATHARIJNA, verder PETRONELLA dochter van genoemde ROEF GIJSBRECHTS DIE CORT met haar voogd JANNEN VAN DEN MAERSELAER en verder RUTGER JANSSON VAN KERKOERLE als voogd over ALEIJT minderjarige dochter van genoemde ROELOF en CATHALAIJN hebben na een daarover verkregen schepenbankdecreet van Oirschot een huis met grond etc. verkocht. Verder verkopen ze een schuur met de grond daarbij (waarvoor CATHALIJN dochter van wijlen PETER RUELEN VAN DER AMEIJDEN) als weduwe van ROELOFS (GIJSBRECHTS) DE CORT afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan). Nog verkopen ze een beemd genoemd de Lippenbeemd, eveneens in de voorgaande brief (van het afstanddoen) vermeld. Dit bezit wordt nu verkocht aan JACOPPEN THOMAESSEN VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van 13 stuivers aan de Hertog, nog 1 mudde rogge per jaar, Oirschotse maat aflosbaar tegen 50 gulden, aan GERRITEN IN DE HAPERDONCK, nog 1 mudde rogge per jaar Oirschotse maat en in Oirschot te leveren aan het gekkenhuis (zinneloos-huis staat er) in Den Bosch, nog 5 en een halve lopen rogge per jaar zelfde maat te betalen aan de kinderen van JAN HUISKENS, nog 5 gulden per jaar aan Heer EIJMBRECHT, kantor en priester (lees HOPPENBROUWERS) nog 30 stuivers per jaar aan LIJNTKEN weduwe van JAN DANIELS VAN DEN DIJCK, nog 25 stuivers per jaar te betalen aan PETERKEN en ALEIJT kinderen van genoemde ROELOF GIJSBRECHT DIE CORT en genoemde CATHARIJNEN. De eerste termijn voor rekening van de koper vervallen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar, getuigen SCHOET en SCHOET

JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan CATHARIJN uit de voorgaande akte die optreedt namens JAN, HENRICK, PETRONELLA en ALEIJT kinderen van genoemde ROELOF DIE CORT een bedrag van 118 gulden en 15 stuivers te zullen betalen, per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar met een rente tegen de penning zestien, actum als boven

in marge:
Vandaag 3 februari 1567 heeft HENRICK MOLENPAS 56 gulden ontvangen op deze 2 schuldbrieven samen met de achterstand, zodat HENRICK nog slechts 53 gulden krijgt

JACOP THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan CATHARIJNEN, HENRICK , PETRONELLE en ALEIJT uit de voorgaande akte die een bedrag van 118 gulden en 15 stuivers te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar met een rente tegen de penning zestien, actum als boven

in marge:
Met instemming van partijen doorgehaald, niet gepasseerd

JACOP THOMAES VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan CATHERIJN weduwe van ROELOF DIE CORT een jaarlijkse rente van 14 gulden en 18 stuivers en 3 oort ge gaan betalen, zolang ze leeft, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar op onderpand van het huis etc. zoals vermeld in de voorgaande akte, actum als boven

in marge:
Vandaag 18 oktober 1580 is deze rente van 14 gulden18 stuivers 3 oort zijnde voor het kindsdeel van SIMON MATHEEUS JANSSEN als echtgenoot afgelost en doorgehaald met instemming van deze SIMON in aanwezigheid van JAN MATHEEUS JANSSEN en WILLEM JANSSEN VAN DE MAERSELAER als voogd over de minderjarige kinderen van genoemde SIMON verwekt bij wijlen ALEIJT dochter van ROEF DIE CORT, ondertekend KERKOERLE (signet notaris RUTGER JANS VAN KERKOERLE?)

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 237 gulden en 10 stuivers in 1 keer danwel in 2 termijnen van elk 118 gudlen en 15 stuivers, steeds samen met de achterstallige termijnen. Indien JACOP deze rente niet aflost tijdens het leven van genoemde CATHARIJN dan is hij verplicht om de rente binnen 1 jaar na haar overlijden samen met de volle achterstalligheid af te lossen, actum als boven

5-4-1577 Verkoop stuk akkerland (RA Oirschot Inv 142a akte 064, 065 folio 25r, 25v)
----------------------------------------
JACOP zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk akkerland groot ca 1 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang Hedel aan de Nevelhovel, belend door: DIRCK ANTONISSEN VAN DEN VELDE, de gemeijnte, HENRICK JAN BOLLEN. Het perceel wordt nu verkocht aan HENRICK ADRIAENS DE CROM en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de dorpslasten. Het perceel is direkt aanvaardbaar, getuigen (niet ingevuld)

HENRICK zoon ADRIAENS DE CROM heeft als schuldenaar beloofd om aan JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN uit de vorige akte die een bedrag van 56 gulden te betalen en wel meteen, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

23-5-1582 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 142c akte 059 folio 361-bis)
---------------------------------
JACOP THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan AERDEN DIRCK HENRICKS VAN RIETHOVEN een bedrag van 44 gulden te zullen betalen per afgelopen Maria Lichtmisdag over 3 jaar zonder rente, getuigen BARTEL en MAERSELAER

(in marge: AERT DIRCKS VAN RIETHOVEN verklaart betaald te zijn, datum 23 maart 1612, quod attestor J. DE KELST)

24-6-1588 Erfdeling (RA Oirschot Inv 143b akte 124 folio 301r, 301v)
------------------------
JACOP zoon wijlen JACOP JANSSEN als man van ANNEKEN dochter van JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN en verder PETER ANTONISSEN VAN ESCH en WILLEM WILLEM GOOSSENS als aangestelde voogden over ANTONIS minderjarige zoon van genoemde JACOP verwekt bij PERIJNTKEN dochter van JAN ROSALIS, hebben een verdeling gemaakt van het bezit dat door hun ouders is nagelaten.

Bij deze verdeling krijgt JACOP in zijn hoedanigheid een huisje met tuin, hofstad etc. met boomgaard en akker genoemd de Steegdakker en een daaraan gelegen weiland, alles gelegen in Oirschot herdgang Hedel, belend door: LAMBRECHT FABRI, WILLEM RUTGERS VAN DE VELDE, DIRCK JAN WOUTERS, de gemeijnte. Uit dit bezit moet jaarlijks de helft van 7 lopen rogge aan het Kapittel van Den Bosch worden betaald, nog de helft van 18 lopen rogge aan de tafel van de H. Geest te Oirschot, nog de helft van 6 lopen rogge per jaar aan het Kapittel te Oirschot en de helt van de grondchijns. Nog te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgen PETER en WILLEM in hun hoedanigheden ten behoeve van ANTONIS, de schuur met de grond waar die op staat, gelegen in Oirschot herdgang Hedel, belend door: de kinderen van MATHIJS GIJB THIJSSEN, het erf dat ervan is afgedeeld, de gemeenschappeljke pad daar, de straat. Verder krijgen ze een nieuw stuk erf groot 2 lopenzaad en 33 en een halve roedes, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: de Heer van Oirschot, GERART GERART MARTENS, GERART PENNINCKS, de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de helft van 7 zesters rogge worden betaald aan het Kapittel in Den Bosch, nog de helft van 18 lopen rogge per jaar aan de H. Geest te Oirschot en de helft van de grondchijns.

Partijen beloven elkaar deze boedelscheiding altijd gestand te zullen doen, getuigen VLEUTEN en GESTEL

5-6-1596 Verkoop beemd (RA Oirschot Inv 144c akte 172 folio 407v)
------------------------------
ANTONIS zoon JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN en JAN JACOPS als man van ANNA dochter van JACOBS VAN DER AMEIJDEN verkopen een beemd zijnde hooi en houtveld, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: GERART ROEF HAUBRAKEN, JOOST NICLAESSEN, de Zwartvoort. Het perceel wordt nu verkocht aan ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve 1 oude grote grondchijns aan de Heer van Oirschot, getuigen HOEVEN en CROM
Notitie bij het huwelijk van IJken en Jacop Thomas Peters: .
Op 4-12-1597 wordt er in een akte van het Rechterlijk Archief vermeld als belendster van land IJKEN weduwe en kinderen van JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN, vermoedelijk is dit het 2e huwelijk van JACOP THOMAS en zijn de kinderen genoemde JENNEKEN, JAN en PETER uit dit 2e huwelijk.
Wie deze IJKEN precies is, staat helaas niet vermeld (RA Oirschot Inv 144c akte 369 folio
Notitie bij het huwelijk van Jacop Jan Joosten en Anneken Jacop Thomas: .
29-12-1599 Aankoop stuk land (RA Oirschot Inv 145a akte 336 folio 159r, 159v)
-------------------------------------
GIELIS zoon wijlen ADRIAEN WILLEM SUETERICKS verkoopt het nieuw stuk land groot ca anderhalf lopenzaad zoals hij dat heeft verkregen van ANTONIS JACOPS VAN DER AMEIJDEN gelegen in Oirschot herdgang Hedel aan de Nevelhovel, belend door: genoemde ANTONIS, de gemeijnte, JACOP JACOPS, de kinderen van GIJSBERT MATHIJSSEN. Hij doet nu afstand van dit perceel op grond van het recht van vernadering en verkoopt het aan JACOPPEN JACOPS als man van ANNA dochter van JACOPS VAN DER AMEIJDEN. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, maar verder niet, getuigen HOUBRAKEN en CORT die het aandroegen

12-6-1602 Verkoop stuk heiveld (RA Oirschot Inv 145b akte 097 folio 310r)
--------------------------------------
JACOP zoon wijlen JACOB JOOSTENS als man van ANNEKEN dochter van JACOP JACOPS (is niet goed is JACOP THOMAS) VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk heiveld groot ca 2 en een halve lopenzaad, zoals dat eerder door JACOB VAN DER AMEIJDEN van de gemeente Oirschot werd gekocht, gelegen in Oirschot herdgang de Notel aan de Evenheuvel daar, belend door: GERART GERART PENNINCKS, de gemeijnte, de Heer van Duffel en Oirschot, GERART GOIJAERT MARTENS. Het perceel wordt nu verkocht samen met de wallen aan beide kanten en 1 einde verkocht aan DIELISSEN zoon wijlen ADRIAEN ZUETERICKS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen CROM en VAN DER ACHTER

31-8-1626 Afstand, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 151 akte 286 t/m 288 folio 205 t/m 207)
--------------------------------------------
ANNNEKEN weduwe van JACOP JANSSEN VAN BEST met mij (secretaris) als haar voogd doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebrik inzake 2/6e delen van een huis, tuin, schop, hofstand, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Hedel aan de Nevelheuvel aldaar, belend door: CORELIS JAN CONINCKS, GIJSBERT DANIELS VAN GERWEN, de gemeijnte van Oirschot. Ze had dat bezit van haar man zaliger geerfd en draagt dat vruchtgebruik nu over aan JACOP en JAN haar kinderen en die van genoemde JACOP en ze belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen AELBRECHTS en HAUBRAKEN

JACOP en JAN gebroeders en zoons van wijlen JACOPS VAN BEST verwekt bij deze JACOP bij diens vrouw ANNEKEN dochter van wijlen JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN, hebben hierbij beloofd om aan Heer ANTONIS VERRIJT priester en aan JAN HERBERTS VAN WINTELRE als uitvoerders van de laatste wil van wijlen Heer HENRICK VERBEECK priester en ten behoeve van diens nalatenschap die een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag anno 1627, vrij van alle belastingen en heffingen, op onderpand van de 2/6e delen van de hofstad etc. uit de voorgaande akte. Ze beloven het onderpand in goede staat te houden ter betaling van de rente, datum als boven getuigen AELBRECHT en HOUBRAKEN

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar, tegen betaling van 100 gulden samen met de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

JACOP en JAN gebroeders en kinderen van JACOP JANS VAN BEST van hiervoor dragen hierbij het vruchtgebruik over dat ze zelf in de voorgaande akte hadden verkregen van hun moeder. Ze dragen het weer terug over aan genoemde ANNEKEN en ze beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen en ze beloven dat ze de rente van 6 gulden per jaar die zijn geleend op het onderpand van de 2/6e delen van het vermelde bezit zodanig zullen betalen dat de weduwe en haar andere kinderen en bezittingen daarvoor gevrijwaard blijven, actium als boven
Notitie bij Antonis Jacop Thomas: .
12-10-1599 Verkoop stuk weiland (RA Oirschot Inv 145a akte 265, 266 folio 143v
----------------------------------------
ANTONIS zoon wijlen JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk weiland dat hij onlangs van de gemeente Oirschot in gebruik heeft genomen, groot ca anderhalf lopenzaad, gelegen in Oirschot aan de Nevelhovel, belend door: het erf van de verkoper, de gemeijnte, zijn zwager JACOP waarvan is afgedeeld, JAN MATHIJSSEN. Het perceel wordt nu verkocht aan GIELISSEN ADRIAEN ZUETERWIJCKS (dit is SUETERICKS) en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen ROESTENBURCH en CORT

Genoemde ANTONIS verklaart dat hij van genoemde GIELIS ter zake van deze koop 3 oude schapen heeft gekregen met lammeren en nog 10 guldens, actum als boven

Op 29-12-1599 verkoopt GIELIS dit land weer aan JACOP JACOPS als man van ANNA zuster van ANTONIS (zie bij haar voor volledige akte)

20-11-1599 Verkoop stuk land (RA Oirschot Inv 327, 328 folio 157v, 158r)
------------------------------------
ANTONIS zoon wijlen JACOPS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk land, deels groesland groot in totaal 3 en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot, herdgang Hedel aan de Nevelhovel, belend door: het erf van de koper, de kinderen en erfgenamen van MATHIJS GIJSBERT MATHIJSSEN, PETER ERF GEVERTS. Ook verkoopt hij nog een nieuw stuk land groot ca 2 en een halve lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: de Heer van Oirschit, GERART PENNINCKS, GERART GOIJAERT MARTENS, de dijk aan de Nevelhovel. De genoemde percelen worden nu verkocht samen met alle lasten die er op drukken aan JACOP JACOPS als man van ANNA dochter van genoemde JACOPS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen en verder niet, getuigen HOUBRAKEN en GIELIS die het aandroegen

Genoemde JACOP JACOPS heeft als schuldenaar beloofd om aan ANTONIS JACOPS VAN DER AMEIJDEN boven de 17 en een halve gulden, die al aan hem zijn betaald, nog een bedrag van 2 en een halve gulden te betalen per a.s. oogsttijd, nog 10 gulden per heden datum over 1 jaar en nog 10 gulden per heden datum over 2 jaar, actum als boven

4-8-1600 Zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 145b akte 179 folio 196r, 196v, 197r)
----------------------------------
Er is een bepaalde kwestie ontstaan tussen de verwanten van ANTONIS JACOBS VAN DER AMEIJDEN partij enerzijds en de vrienden en verwanten van FRANSSEN DIRK DENISSEN vanwege een manslag die door deze FRANS is gepleegd op de persoon van genoemde ANTONIS. Daarom zijn nu voor ons verschenen ANNEKE dochter van genoemde JACOB VAN DER AMEIJDEN, zuster van de vermoorde ANTONIS, met haar man JACOP JANS, partij enerzijds en Meester DIONIJS DIRCKS (ROIJMANS?) en DENIS PETER BUNNEN resp. oom en neef van de dader FRANS partij anderzijds. Door bemiddeling van een arbitragecommissie is het volgende akkoord gesloten.
De vrienden van het slachtoffer vergeven genoemd FRANS diens misdaad. De misdadiger is verplicht de onkosten, huishuur etc. te betalen van het slachtoffer tijdens diens ziekbed vanaf de tijd van het misdrijf tot aan diens overlijden. Hij moet daarnaast aan Meester JACOB LINTERMANS chirurg, diens kosten betalen van de behandeling en ook de kosten van vandaag. FRANS moet ook alle kerkerechten betalen tegen de tijd van de uitvaart en moet 8 dagen daarvoor 6 pond was bestellen voor kaarsen bij de uitvaart en moet voor het H. Sacrament alhier een kaars neerzetten van .. pond gewicht. Hij moet ook tijdig voor deze uitvaart 20 gulden en 10 stuivers betalen voor deze uitvaart en 1 mudde rogge Oirschotse maat aan ANNEKEN leveren om na de uitvaart naar haar keuze aan de armen te worden uitgereikt tot lafenis van de ziel van het slachtoffer. Met betrekking tot de uitvaartplechtigheid is besloten dat die binnen nu en 6 weken wordt gehouden en dan zal de misdadiger ook in Beerze 3 missen moeten laten doen voor de ziel van de overledene, waarvan ten tijde van die uitvaart bewijs zal moeten worden geleverd. De dader zal nooit meer in Oirschot mogen wonen, dan alleen als gast hier mogen vertoeven of om zaken te doen. Hij moet ook de vrienden van de overledene ontwijken in kerken, herbergen etc. Daarnaast moet FRANS als misdadiger nog 55 zoenguldens van 10 stuivers per stuk, aan genoemde ANNEKEN betalen in 3 termijnen om de 17 weken.
Partijen beloven elkaar over en weer dit kontrakt na te zullen komen, getuigen GESTEL en VLEMINCKS die het aandroegen

6-5-1602 Kwijting betaling zoenovereenkomst (RA Oirschot Inv 145b akte 077 folio 304v, 305r)
-------------------------------------------------------
JACOP zoon wijlen JACOBS JOOSTEN als man van ANNEKEN dochter van wijlen JACOBS zoon JACOBS VAN DER AMEIJDEN ( is fout moet volgens mij zijn JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN) heeft in zijn hoedanigheid verklaard volledig te zijn voldaan door FRANS zoon DIRCK NIJS vanwege een bepaalde aanspraak die hij had met betrekking tot een zoenakkoord, als naaste bloedverwant van wijlen ANTONIS JACOBS VAN DER AMEIJDEN, zijnde een broer van genoemde ANNEKEN. Dit spruit voort uit een manslag die door deze FRANS is gepleegd op de persoon van genoemd wijlen ANTONIS JACOBS VAN DER AMEIJDEN. Hij vergeeft hierbij de dader diens misdaad en belooft de dader daar nimmer meer mee lastig te zullen vallen, getuigen CROM en SCHIJNTKENS
Notitie bij Jenneken Jacops Thomas: .
29-11-1600 Aankoop 6e deel rente (RA Oirschot Inv 145b akte 222 folio 207v)
------------------------------------------
GIELIS zoon wijlen ZEBRECHT VAN CUIJCK verkoopt het 6e deel van een rente van 3 gulden per jaar in plaats van 1 mudde rogge, die hij jaarlijks heft op onderpand van de weduwe en kinderen van JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck. Hij verklaart van deze rente van 3 gulden of 3 mudden rogge, de brieven niet meer in zijn bezit te hebben, maar verkoopt de rente nu met 2 vervallen en een lopende termijn aan JENNEKEN dochter JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN en belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen BUCKINCKS en KEIJMPS
Notitie bij Jan Jacops Thomas: .
7-6-1623 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 150a akte 153 folio 112)
-------------------------------
JAN ELIAS DIRCKS heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN JACOPS VAN DER MEIJEN een bedrag van 116 gulden te zullen betalen vanwege geleend geld, opeisbaar op 7 juni a.s. samen met een rente van 1 gulden per jaar. Indien hij dit geld dan niet terugbetaalt, dan moet hij daarna steeds deze rente al naar tijdsgelang blijven betalen totdat er volledig is terugbetaald, getuigen VERACHTER en HAUBRAKEN die het aandroegen
Notitie bij Peter Jacop Thomas: .
4-6-1621 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 149c akte 121 folio 65, 66)
-------------------------------
PETER zoon wijlen JACOP THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan Heer DIRCK DE METSER priester, namens en ten behoeve van de armen in het Amelrijk Bootsgasthuis, die een bedrag van 16 gulden te zullen betalen per heden datum over 2 jaar zijnde op 4 juni 1623, met onderwijl steeds een jaarlijkse rente van 1 gulden. Indien PETER het geld langer wenst te lenen, dan zal hij daarna steeds dezelfde rente al naar tijdsgelang moeten betalen totdat de hoofdsom is voldaan. Het geld is afkomstig uit de nalatenschap van Meester DIRCK WEIJGERGANCKS die dit bedrag had gelegateerd aan het Amelrijk Bootsgasthuis zoals Heer DIRCK DE METSER verklaart, getuigen VERHOEVEN en LOON die het aandroegen

VIj. Jan Peter Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 8 febr. 1558, tr. Naam Onbekend.
Uit dit huwelijk:
1. Peter Jan Peter Thomas van der Ameijden, † vóór 9 maart 1607.
2. Catharijne Jan Peter Thomas van der Ameijden, tr. Willem Willem Goossens.

Notitie bij Jan Peter Thomas: .
Notitie bij het huwelijk van Naam en Jan Peter Thomas: .
9-3-1607 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 146b akte 116 folio 148r, 148v)
-----------------------------
WILLEM WILLEM GOOSSENS als man van CATHARIJNE dochter van JAN (PETER) VAN DER AMEIJDEN verkoopt een rente van 3 gulden en 2 en een halve stuiver per jaar, vervallend op Maria Lichtmisdag. De rente wordt geheven op een stuk land genoemd de Proostbroeken welk stuk land is gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof en de rente wordt door HUIJBRECHT (HUBERT) JAN JANSSEN als man van CATHARIJN dochter van genoemde PETER (THOMAES) VAN DER AMEIJDEN beloofd aan NATAEL VOS en aan GERART HENRIKS VAN DER AMEIJDEN als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen JAN zoon PETER (VAN DER AMEIJDEN) en welke rente genoemde WILLEM door het overlijden van PETER de zoon van wijlen JAN (PETERS) VAN DER AMEIJDEN, de broer van WILLEMS vrouw, heeft geerfd en vermeld is in de schepenbrieven van Oirschot d.d. 8 februari 1558. Hij draagt de rente over aan DIELIS PETER VRANCK WILLEM POTTERSA. WILLEM belooft in zijn kwaliteit alle lasten af te handelen, getuigen STOKKELMAN en STERRE

VIk. Rutger Peter Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 15 jan. 1566, tr. Lisbeth Servaes Michiels.
Uit dit huwelijk:
Lijsken Rutger Peter Thomas van der Ameijden, tr. Henrick Schepens.

Notitie bij het huwelijk van Lisbeth Servaes en Rutger Peter Thomas: .
15-1-1566 Verkoop land (RA Oirschot Inv 140a akte 002 t/m 004 folio 42v t/m 44v)
-----------------------------
JAN HUIJBRECHTS JANSSEN en RUTGER JANSSEN VAN KERKOERLE als aangestelde voogden over de minderjarige en wettige kinderen van wijlen RUTGER PETERS VAN DER AMEIJDEN, verwekt bij LISBETH wettige dochter van SERVAES MICHIELS, op grond van een afgegeven schepenbankdecreet van Oirschot, ten behoeve van de minderjarige kinderen, verkopen een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Heuvel daar, belend door: NICOLAES LENAERTS met meer anderen, ANTONIS MEEUWS met meer anderen, JAN HENRICKS VAN BERSE, de gemeenschappelijke straat. Ook verkopen ze nog een akker gelegen in de Proesbroeken, herdgang de Kerkhof belend door: HENRICKS VAN BERENDONCK, JAN HUIBRECHTS, JAN PETER DIELIS, MICHIEL GERITS VAN DER VLEUTEN, de gemeenschappelijke straat. Ook verkopen ze de helft van een beemd genoemd de Proesbroek, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: NATAEL VOS, DIRCK HOPPENBROUWERS, ANTONIS VAN ESCH, JAN HUIBRECHTS. De genoemde bezittingen worden nu verkocht aan HENRICK EIJMBRECHT JAN SCEPENS en de verkoper beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve 2 blanken per jaar als grondchijns aan het kapittel te Oirschot, nog 3 oude groten jaarrente, nog 6 gulden en 5 stuivers per jaar aan JAN RUTGERS te Schijndel, nog 4 gulden 2 stuivers en 2 oort aan HEIJLWICH van OEFFELEN, nog 1 gulden en 1 braspenning per jaar aan de kinderen van wijlen HUIJBRECHT JANSSEN, nog 2 mudde rogge per jaar, Oirschotse maat aan de rector van het Sint Sebastiaens altaar, nog 3 mudden rogge per jaar, Oirschotse maat aan het kapittel van Sint Oedenrode en de dorpslasten. De eerste termijn voor rekening van de koper vervalt a.s. Maria Lichtmisdag over 2 jaar, getuigen SCHOET, VLEUT en STOCKELMANS

Genoemde HENRICK EIJMBRECHT JAN SCEPENS verkoopt de helft van een beemd genoemd Int Proestbroek die hij heeft gekocht van de voogden van de minderjarige kinderen van wijlen RUTGER PETERS VAN DER AMEIJDEN, gelegen zoals in de voorgaande akte. Het perceel wordt nu verkocht aan JAN HUIBRECHT JANSSEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kan af te handelen, behalve een jaarlijske rente van 4 gulden aan een persoon te Sint Oedenrode, nog 3 gulden 2 stuivers 2 oort per jaar aan HEIJLWICH OEFFELEN, actum als boven

ANTONIS VAN ESCH als man van CATHARIJN wettige dochter van wijlen PETERS VAN DER AMEIJDEN verkoopt het 4e deel van een beemd genoemd het Proesbroeck gelegen zoals in de voorgaand akte staat vermeld. Het perceelsgedeelte wordt nu verkocht aan JAN HUIBRECHTS JANSSEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 31 stuivers 1 oort aan HEIJLICHEN VAN HOFFEL (OEFELEN?), actum als boven, getuigen STOCKELMAN, VLEUT en SCOET

Vg. Henrick Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1467, schepen van Oirschot in 1506, † Oirschot vóór 20 mei 1510, tr. Lisbet Jan Gijsberts Kerckoerle alias van der Hofstat, † Oirschot vóór 17 dec. 1521.
Uit dit huwelijk:
1. Marie Henrick Thomas van der Ameijden, tr. Adriaen Jan Steemetser (Seeus, Zeens), † Oirschot vóór 3 mei 1557.
2. Elisabeth Henrick Thomas van der Ameijden, † Oirschot 13 dec. 1584, tr. Goessen Daniel Schepens, † omstr. 15 sept. 1558.
3. Kathalijn Henrick Thomas van der Ameijden.
4. Thomas Henrick Thomas van der Ameijden.
5. Gerard Henrick Thomas, volgt VI-l.

Notitie bij het huwelijk van Lisbet Jan Gijsberts en Henrick Thomas Aerts de Oudste: .
24-8-1502 Huur huis (RA Oirschot Inv 126c akte 211 folio 35r)
-------------------------
ELISABETH weduwe van GOIJAERT ROESTENBERGS met haar wettige kinderen DIRCK en WILLEM verhuren aan HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN (RUTGER GIJSBRECHTS VAN KERKOERLE is doorgestreept) die 10 jaar lang een huis, tuin etc. belend door: "de Zwaan" (herberg), JAN RONDEN, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 7 hoenderen aan de Heer VAN PETERSHEM en anderhalve rijnsgulden per jaar aan de kinderen van DIRCK VOS, datum op Sint Bartholomeusdag 1502, getuigen PETER, JACOP en HENRICK VAN BERSE

(4 dagen later verkopen ELISABETH en DIRCK en WILLEM dit huis door aan RUTGER zoon wijlen JAN GIJSKENS VAN KERKOERLE, wat nogal vreemd is, of de huur moet niet doorgegaan zijn)

18-5-1505 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 127a akte 161, 162 folio 30v)
--------------------------------
HENRICK zoon wijlen THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN DE OUDE heeft beloofd aan JAN VOS ten behoeve van hem en ten behoeve van zijn zusters die voortaan een rente van 2 Rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc groot een half mudzaad gelegen in herdgang de Notel, belend door: RUTGER HEIJMERICKS, de straat. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente, getuigen ADRIAEN en AELBRECHT

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Maria Lichtimisdag tegen betaling van 32 gulden, actum als boven

30-5-1505 Aankoop pacht (RA Oirschot Inv 127a akte 171 folo 32r)
--------------------------------
JOERDEN zoon wijlen GOEDSCHALKS VAN GORP, als man van MARIE dochter van ALEIJT dochter EVERAERT MOREN, verkoopt aan HENRICK zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN een pacht van 10 lopen rogge, welke pacht JACOP JACOPS VAN STRIJP eerder had beloofd aan WILLEM VAN DEN DIJCK voor een deel van een beemd genoemd de Papenvoort, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: HADEWIJCH HENRICK DIRCKS, KATARIJN HENRICK DIRCKS. Dat perceel had JACOP van genoemde WILLEM VAN DEN DIJCK gepacht voor die 10 lopen rogge, getuigen BELAERTS en MEIJDEN

16-3-1507 Aankoop pachten (RA Oirschot Inv 127a akte 054, 055 folio 9v, 10r)
----------------------------------
JACOP PETERS VAN ESCH voor hemzelf handelend en voor zijn broers en zusters mede-erfgenamen verkoopt aan HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN een rente van 3 pond paijment, welke rente PETER JACOPS VAN DER HAMSVOORT eerder had beloofd op onderpand van een huis, tuin etc. groot 8 lopenzaad gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van HENRICK RIEMSLEGERS, GOIJAERT JACOPS, de straat. Nog op onderpand van een stuk beemd genoemd dat Henrickslaer belend door: ALEIJT VAN DE SCHOET. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen LOIJCH, LEEUW, GIELIS, CREMER en MATHIJS

JACOP PETERS VAN ESCH in dezelfde hoedanigheid als in de vorige akte verkoopt met een schepenbrief van Den Bosch aan HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN een pacht van 1 mud rogge, welke pacht WILLEM VAN DEN BORGAKKER eerder had verkocht aan AERTS AERTS VAN ELLAER, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. groot 1 mudzaad gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: het erf van Heer AMELRIJCK BOOTS priester, de gemeenschappelijke straat, GERARD VAN DEN SCHOET. Nog op onderpand van een stuk beemd genoemd dat Proestbroek gelegen in dezelfde herdgang, belend door: Heer AMELRIJCK BOOTS, de kinderen van JAN AERTS, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, actum als boven

2-2-1507 Aankoop stuk beemd (RA Oirschot Inv 127a akte 116 folio 25r (klein dwarsliggend blaadje)
------------------------------------
Op het feest van Maria Lichtmisdag anno 1507 verkoopt MICHIEL THOMAS CROMMEN aan HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN een stuk beemd groot 3 lopenzaad, gelegen in herdgang de Notel aan de Langendijk daar, belend door: HENRICK VAN ONSTADEN, de gemeijnte, LIJN AELBRECHTS, de weduwe van THOMAS VAN DER MEIJEN en haar kinderen. Lasten hieruit zijn 6 lopen rogge per jaar Oirschotse maat aan DANIEL VAN DER MEIJDEN in Oirschot te leveren en 1 oude grote als chijns aan de Hertog, getuigen GIELIS DIRCK HOPPENBROUWERS en MATHIJS HENRICK MATHIJSSEN als schepenen
Voetnoot: MICHIEL bekent voor de beemd 30 peters te hebben ontvangen

12-4-1507 Aankoop huis, land (RA Oirschot Inv 127a akte 157 , 158 folio 37r, 37v)
------------------------------------
FRANK VAN DOREN als man van KATARINA dochter van PETER VAN DER HAMSVOORT, verder HEIJN, JACOP en WILLEM als kinderen van genoemde PETER die voor henzelf handelen en voor hun broer PETER en hun zuster HEIJLKEN, verkopen aan HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN een huis, tuin, schuur etc. waarin WILLEM VAN DEN BORGAKKER is gestorven, gelegen aan de Hovel hier, belend door: DANIEL DE LEEUW, de gemeenschappelijke straat, de kinderen van THOMAS VAN DER MEIJEN waarvan is afgedeeld. Nog verkopen ze een heiveld gelegen aan de Papenvoort, belend door: HEIJN VAN BERSE, COPPEN SLAETS, een eveld dat eigendom is van het Sint Brigida-altaar, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn de helft van 3 en een half Bosch mud rogge aan de erfgenamen van GERIT VAN DEN BROEK in Den Bosch en nog 2 mud en 5 en een halve lopen aan het kapittel van Oirschot, nog 2 pond paijment aan de kapelaans te Oirschot, getuigen LEEUW en BERSE

Genoemde HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN belooft de verkopers uit de vorige akte dat hij jaarlijks volgens de brief ervan de helft van de genoemde 3 en een half Bosch mud rogge aan de erfgenamen van GERIT VAN DEN BROEK in Den Bosch zal leveren, nog de 2 mud en 5 en een half lopen aan het kapittel te Oirschot en de 2 pond paijment aan de kapelaans te Oirschot, actum als boven

18-4-1507 Aankoop heiveld (RA Oirschot Inv 127a akte 074 folio 14v)
---------------------------------
HENRICK RUTGER GOOSSENS VAN OUDENHOVEN verkoopt aan HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN een heiveld gelegen aan de Heuvel hier aan de Papenvoort, belend door: de kinderen van PETER VAN DEN SCHOOT, de verkoper, de erfgenamen van JACOP VAN DORMALEN, de gemeenschappelijke straat. Buiten de wal zal de koper geen sloot hebben anders dan aan de straat daar, getuigen LEEUW en HUIJSKENS

8-5-1509 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128c akte 117, 118 folio P96r)
-------------------------------
HENRICK zoon wijlen THOMAS VAN DER MEIJDEN heeft beloofd aan Heer GOIJAERT zoon van AERT JACOPS, priester die voortaan een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, steeds op Sint Servaesdag in mei op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang de Notel, belend door: RUTGER CLUIJSTERMANS, verder rondom in de gemeijnte, getuigen JAN HENRICKS en JAN VAN BEECK

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar op Sint Servaasdag tegen betaling van 16 rijnsguldens, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

20-5-1510 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128b akte 040, 041 folio 8, 8v)
----------------------------------
Heer JAN DE RONDE priester en met hem zijn zuster LISBETH die weduwe is van JOERDEN SMETSERS hebben beloofd om voortaan aan LISBETH weduwe van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge te gaan betalen, waarvan zij het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen van HENRICK daarvan het erfrecht. De pacht steeds op Maria Lichtmisdag te betalen op onderpand van een stuk land groot ca 3 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: het Hertogenland, DIRCK JACOPS ANSEMS, de gemeenschappelijke straat, HENRICK VAN RIEL. Lasten uit dit bezit zijn 8 lopen rogge per jaar. Nog op onderpand van een heiveld gelegen aan de Langedijk hier, belend door: de erfgenamen van RUTGER BELAERTS, HENRICK PETER AGNESEN, JAN COLEN, de straat, getuigen LEEUW en BERZE

De pacht uit de vorige akte is aflosbaar op Maria Lichtmisdag mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betalen van 24 Peters, actum als boven

22-1-1518 Aankoop stuk land (RA Oirschot Inv 129a akte 117 folio 15-bis-v)
------------------------------------
Heer HENRICK VAN ESCH priester, verkoopt aan HENRICK THOMAS VAN DER MEIJDEN een stuk land gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: RUTGER JANSSEN, de gemeenschappelijke straat, DIRCK VOS. Dat stuk had Heer HENRICK gekocht van JAN ANTONIS VOS, getuigen STAYAKKER en COLEN

8-2-1518 Vrijwaring leengoed (RA Oirschot Inv 129a akte 090 folio 12r)
-----------------------------------
Onlangs heeft Heer JAN VAN HERSEL priester aan HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN een stuk land verkocht genoemd de Ooievaar, gelegen in herdgang de Notel. Voor het geval als het perceel wordt aangemerkt als leengoed en als HENRICK als koper daardoor schade zou lijden belooft Heer JAN VAN HERSEL en met hem zijn wettige broer WILLEM JANSSEN VAN HERSEL dat ze HENRICK daarvoor zullen vrijwaren en ze zullen hem al het geld terugbetalen dat hij ervoor heeft betald of nog zal geven, getuigen JAN GOOSSENS en GOOSSEN RUELENS

17-12-1521 Erfdeling (RA Oirschot Inv 129a akte 203 folio P194v, P195r)
-------------------------
GERIT, MARIE, LISBETH en KATALIJN wettige kinderen van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij diens vrouw LISBETH VAN DER HOFSTAD, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd.

Genoemde GERIT krijgt een pacht van 10 lopen rogge te ontvangen van Heer ANTONIS BRUIJNINCKS, nog 1 mud rogge per jaar maat van Bladel te ontvangen in Bladel en te betalen aan AERT VERHOFSTAD (HOFSTAD), zijnde aflosbaar. Nog krijgt hij een rente van 2 stuivers per jaar te ontvangen van HENRICK VERHAMSVOORT. Nog krijgt hij een heiveld gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel daar genoemd de Papenvoort, belend door: GERIT JAN HENRICKS, de erfgenamen van PETER GIELIS SNELLAERTS, HENRICK RUTGER GOOSENS, de gemeijnte.

Genoemde MARIE krijgt een pacht van 10 lopen rogge te ontvangen van Heer JAN DE RONDE aflosbaar. Nog krijgt ze een jaarlijkse rente van anderhalve Rijnsgulden te ontvangen van JAN GIJSBRECHTS welke rente aflosbaar is. Nog krijgt ze een rente van 1 Rijnsgulden te ontvangen van HENRICK JANSSEN VAN BEST, ook aflosbaar.

Genoemde LISBETH krijgt een pacht van 2 mud rogge, maat van Bladel te ontvangen van JAN SLAETS te Bladel, aflosbare pacht. Nog krijgt ze een jaarlijks rente van 1 Rijnsgulden te ontvangen van DRIES VAN AGT, aflosbaar ook.

Genoemde KATARINA krijgt een pacht van 2 mud rogge, te ontvangen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, aflosbaar zijnde. Nog krijgt ze een stuk weiland gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel in de Papenvoort daar, belend door: HAPPO VOS, de erfgenamen van PETER GIELIS SNELLAERTS, HEIJLWICH SBONTEN, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 1 negenmenneken aan de dekanij van Oirschot, getuigen JAN GOOSSENS en PETER VAN DER AMEIJDEN
Notitie bij het huwelijk van Adriaen Jan en Marie Henrick Thomas: .
9-6-1531 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 131a akte 185, 186 folio 49r)
-------------------------------
GERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om voortaan aan zijn zuster MARIE dochter van genoemde HENRICK VAN DER AMEIJDEN, die een jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: DANIEL DE CROM, BARTHOLOMEUS CORSTEN waar tussenin een weg loopt, de gemeenschappelijke straat, de kinderen van JAN SCUIJSINKS, getuigen MEIJEN en AERT

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 18 gouden Karolusguldens, actum als boven

MARIE HENRICKS VAN DER AMEIJDEN heeft hierbij machtiging gegeven aan haar broer GERARD om al haar vorderingen, rentes etc. nu en in de toekomst voor haar te incasseren, waar dan ook, actum als boven

28-8-1532 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 131b akte 290 folio 89v)
---------------------------------
Voor de rechter en voor ons schepenen is verschenen GERART HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als gemachtigde voor zijn zuster MARIEKEN en heeft met schepenbrieven van Oirschot een achterstallige vordering aangetoond inzake een pacht van 10 lopen rogge per jaar, die 3 jaar onbetaald is gebleven zoals hij zei. Deze pacht had MARIEKEN geerfd van wijlen ELISABETH als weduwe van genoemde HENRICK VAN DER AMEIJDEN en was haar in de deling met haar broer en zusters toebedeeld geworden. Deze rente had Heer JAN DIE RONDE priester en met hem LISBETH weduwe van JOERDEN SMETSERS aan genoemde ELISABETH beloofd die daarvan het vruchtgebruik kreeg en haar wettige kinderen verwekt bij HENRICK VAN DER AMEIJDEN daarvan het erfrecht steeds te betalen met Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land groot ca. 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: het Hertogenland, DIRCK JACOP ANSEMS, de gemeenschappelijke straat, HENRICK VAN RIEL. Ook nog op onderpand van een stuk heiveld gelegen aan de Langendijk, belend door: RUTGER BELAERTS conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 20 mei 1510. Daarop hebben wij op aanwijzing van de rechter een vonnis afgegeven zodat GERART zijn vordering op het onderpand kan verhalen. Dat betreft de akker en het genoemde heiveld en voor de uitwinning is gemachtigd PHILIPS VAN DEN DOEREN en daarna is het perceel in het openbaar voor 3 herbergen geveild. Daar is verschenen genoemde GERART HENRICKS VAN DER AMEIJDEN en heeft een bod uitgebracht voor de achterstand etc. en heeft vervolgens de koop verworven. Er is bij de finale niemand meer met een hoger bod gekomen, getuigen GERART, WILLEM en VEN die het aandroegen

13-9-1543 Machtiging, betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 135a akte 197, 198 folio 72r, 72v)
----------------------------------------------
ADRIAEN zoon wijlen JAN SEEUS STEEMETSER als man van MARIEN wettige dochter van wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, welk MARIE hier ook aanwezig is, hebben samen machtiging gegeven aan hun broer GERARDEN VAN DER AMEIJDEN, aan THOMAS RUTGERS VAN KERKOERLE en aan GOIJAERT wettige zoon van GOIJAERT KEIJMPS, kuiper van beroep, zowel niet aanwezig als wel aanwezig zijnde, om namens hen als opdrachtgevers van al hun pachten, vorderingen etc. te incasseren, daarvoor kwijting te geven en verder alles te doen wat noodzakelijk is. De opdrachtgevers beloven alle na te zullen komen wat door de gemachtigden zal worden gedaan en zullen hen daarvoor vrijwaren, getuigen GEVAERTS en VEN

GERART zoon wiijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan zijn zuster MARIE dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN die voortaan een jaarlijkse rente van 30 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: Heer HENRICKS VERHOVEN, ALEIJT weduwe en kinderen van BARTHOLOMEUS VAN DEN VELDE, de uitvoerders van het testament van Meester JANS CROMMEN, de gemeenschappelijke Koestraat. Ook nog op onderpand van een stuk land en weideveldje gelegen aan de Papenvoort, belend door: WILLEM VAN HERSEL, JAN GIJSBRECHT DANIELS, de Laerdijck, DIRCK VAN HOUT, actum als boven

Genoemde MARIE en haar man staan aflossing van deze rente altijd toe op Maria Lichtmisdag van elk jaar tegen betaling van 24 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Goessen Daniel en Elisabeth Henrick Thomas: .
In de akte van 12 november 1577 wordt ELISABETH vermeld als zuster vanwege een betalingsbeloft gedaan aan haar broer GERART t.b.v. van ELISABETH door DANEL DANEL BATENSZOON te Bladel d.d.1-2-1523
Ook in de erfdeling van haar ouders wordt er 2x melding gemaakt van een rente uit Bladel, zodat ik hierdoor vermoed (en bijna zeker) weet dat ELISABETH HENRICKS VAN DER AMEIJDEN die getrouwd was met GOESSEN DANIELS een kind uit het huwelijk van HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN en LISBETH VAN DER HOFSTAD is, en ook gezien het feit dat de éne rente uit de erfdeling werd gedaand door AERT VERHOFSTAD (HOFSTAD) mogelijk is dat haar moeder uit Bladel komt
De familie naam komt van het feit dat hun zoon later DANIEL GOESSEN DANIELS SCHEPENS wordt genoemd, Georgina

22-6-1525 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 129b jaar 1522 ! akte 077, 078 folio P235r)
--------------------------------
MARTEN VAN AELST belooft aan ELISABETH wettige dochter van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN die voortaan jaarlijks een rente van 26 stuivers te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. zijnde zijn eigendom, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel, belend door: de gemeenschappelijke straat genoemd de Hovel, CAERLE CLEIJNAL, HEIJLWIG SBONTEN, HENRICK AUGUSTIJNS, getuigen NATAEL en WOUTER

Genoemde ELISABETH uit de vorige akte met haar voogd PETER VAN DER AMEIJDEN staat aan MARTEN toe dat die de rente mag aflossen tegen betaling van 26 peters, mits hij 3 maanden vooraf opzegt, actum als boven

13-3-1560 Aankoop rente (RA Oirschot Inv 138c akte 077 folio 17v)
-------------------------------
GOIJAERT zoon wijlen GOIJAERT KEIJMPS en ADAM zoon van wijlen AERTS VAN LOON als gemachtigden vanwege Meester FRANSEN ABELS als man van ANNA natuurlijke dochter van wijlen Heer JOOST BELAERTS weduwe van GOORIS WOUTERSZOON VAN CUIJCK, welke machtiging door deze FRANS en ANNA is verleend voor schepenen van het dorp Oplinter d.d. 26 januar j.l., welke GOIJAERT en ADAM als voogd zijn aangesteld van het minderjarige kind van wijlen GOORIS VAN CUIJCK verwekt bij genoemde ANNA op grond van het testament dat door deze GOORIS WOUTERS en ANNA is gemaakt, zoals ons voldoende is gebleken, verkopen een pacht van 1 mud rogge per jaar, die WOUTER GOORIS VAN CUIJCK eerder had verkregen van Heer JOOST BELAERTS en Heer JOOST placht te heffen op Maria Lichtmisdag op onderpand van LIJSKEN WILLEMS BIERKENS, gelegen in Oirschot, conform bepaalde brief d.d. 27 januari 1463. Zij verkopen deze pacht nu na een verkregen schepenbankdecreet daarover aan LIJSKEN dochter van HENRICKS VAN DER AMEIJDEN weduwe van GOESSEN DANIELS en de verkoper belooft alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen SCOET en CORT

13-12-1560 Betalingsbeloftes (RA Oirschot Inv 138c akte 304, 305 folio 78v)
-----------------------------------
AELBERKEN dochter van wijlen AELBRECHT AERTS met LENAERDEN JAN GOIJAERTSSOEN heeft als schuldenaresse beloofd om aan ELISABETH weduwe van GOESSEN DANIELS een bedrag van 20 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 6 jaar met een rente van 25 stuivers, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, getuigen SCHOET EN NICLAES

LENAERT zoon JAN GOIJAERTS heeft als schuldenaar beloofd om aan ELISABETH weduwe van GOESSEN DANIELS een bedrag van 18 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven

4-11-1564 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 139d akte 200 folio 78v, 79r)
---------------------------------
WILLEM JAN VOS en diens zuster MARIA met AERDEN HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als haar voogd beloven hierbij samen om aan NATAEL VOS en aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN ten behoeve van LISBETH HENRICKS dochter VAN DER AMEIJDEN, die voortaan een jaarlijkse rente van 2 gulden te zullen gaan betalen, steeds vervallend op Sint Jorisdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jorisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof belend door: henricks van Lille, de kinderen van HENRICKS VERHAEGEN, JAN VAN KUIJCK, de gemeenschappelijke straat, getuigen SCHOET en METSER

De rente is altijd aflosbaar mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

6-4-1569 Aankoop 2 beemden (RA Oirschot Inv 142b jaar 1581 !! akte 039 en 041 folio 274 t/m 275)
------------------------------------
Op bovengenoemde datum wil LUTKENEN weduwe van GOIJAERT KEMPS met haar voogde tegen het hoogste bod alhier voor schepenen o.a. 2 beemden of weilanden verkopen met de houtopstand etc. gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Papenvoort belend door: WILLEM JANSSEN VAN HERSEL, DANIEL DICTUS VAN BERENDONCK, de Laerdijck. tijdens een openbare veiling. Uit deze percelen moet jaarlijks 1 mudde rogge worden betaald, Oirschotse maat aan de rector van het H. Kruis, nog 3 moorkens grondchijns en de dorpslasten, waarvan de eerste termijn voor rekening van de koper is en vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag.

Uiteindelijk verkoopt deze LUITGAERD met haar voogd deze 2 beemden van hierboven aan ELISABETH dochter van HENRICK VERMEIJEN weduwe van GOESSEN DANIELS en ze belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen BOGAERT, AHPPEN en STOCKELMANS

Genoemde ELISABETH met haar voogd RUTGER JANSSEN heeft beloofd om aan LUITGAERDEN een bedrag van 90 gulden te zullen betalen per a.s. Sint Jansdag, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

Notieit: op de rug van de akte is geschreven : deze 2 beemden zijn door HENRICK JANSSEN VAN DER MEULEN weer verkocht op 8 augustus 1578, getuigen HOPPENBROUWER en HUIJSKENS

En uit de akte van 8 augustus 1578 blijkt dat ELISABETH weer terug had gegeven aan LUIJTGAERDEN dochter wijlen JANS VAN DER MEULEN weduwe van GOIJAERT KEIJMP, want dan verkoopt LUITGAERT deze beemdjes aan haar broer HENRICK JANS VAN DER MEULEN.
De onderste deel van de akte wordt als volgt vermeld:

LUITKEN uit de vorige akte geassisteerd door genoemde HENRICK (JANS VAN DER MEULEN) heeft verklaard dat ze door haar broer HENRICK is voldaan en betaald en dat deze betaling heeft plaatsgevonden door ELISABETH HENRICKS VAN DER AMEIJDEN weduwe van GOESSEN DANELS welke ELISABETH deze beemdjes eerder had gekocht en de koop daarvan heeft overgegeven ten behoeve van genoemde LUIJTGAERT omdat genoemde HENRICK VAN DER MEULEN ofwel diens dochter deze beemdje wilde verkrijgen op grond van het recht van vernadering. ELISABETH heeft daarbij betaling gekregen in aanwezigheid van JOERDEN JAN JOERDENS en JAN SIMONS als schepenen waarbij JOERDEN verklaarde dat geld wederom van HENRICK VAN DER MEULEN ontvangen te hebben. LUITKEN geeft hierbij kwijting aan haar broer HENRICK VAN DER MEULEN en ook aan ELISABETH. Ze verklaart dat ze naast de kosten van lijfkoop, schrijfgeld, schepenloon en slaggeld een bedrag van 90 gulden te hebben ontvangen.

Wat wel opvalt is dat broer HENRICK pas na 8 jaar komt opduiken voor het recht van vernadering!

8-1-1571 Aankoop beemdje (RA Oirschot Inv 141a akte 002, 003 folio 91r, 91v)
---------------------------------
DANIEL zoon BENEDICTUS VAN BERENDONCK verkoopt een beemdje gelegen in Oirschot, herdgang de Kerkhof aan de Papenvoort, belend door: ANTONIS PETERS VAN DER VLUETEN, HENRICK JANSSEN VAN DER MOELEN, genoemde DANEEL zelf, het erf van de koopster. Het perceel wordt nu verkocht aan LISBETTEN dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN weduwe van GOESSEN DANIELS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een jaarlijkse chijns van 7 stuivers aan het Kapittel te Oirschot, getuigen ESCH en LEEUW

Genoemde LISBET met haar voogden AELBRECHTEN GIJSBRECHTS VAN DE HUEVEL (haar schoonzoon) en DANIEL GOOSSENS DANIELS (haar zoon) heeft als schuldenaresse beloofd om aan DANIEL DICTUS VAN BERENDONCK een bedrag van 53 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar zonder rente, actum als boven

1-10-1576 Afstand vruchtgebruik etc. (RA Oirschot Inv 141c akte 227 t/m 229 folio 477v, 478r)
----------------------------------------------
ELISABETH weduwe van GOESSEN DANIELS met BARTHOLOMEUS LENAERTS (VAN GESTEL) haar hierbij gekozen voogd, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik in alle bezittingen, die door wijlen haar man GOOSSEN DANIELS zijn achtergelaten. Zij doet er nu afstand van ten behoeve van haar dochter HENRICKSKE weduwe van AELBRECHT GIJSBRECHTS VAN DEN HEUVEL om daarop voor zover haar kindsdeel betreft, voor Meester JAN VAN VLIERDEN zoon van wijlen GERIT HOUTVENS een bedrag van 24 gulden op te nemen nadat ELISABETH komt te overlijden en wel omdat Meester JAN VAN VLIERDEN een kind in de kost heeft gehad van deze AELBRECHTEN GIJSBRECHTS VAN DE HUEVEL en genoemde HENRICKSKEN, getuigen VLUETEN, JOERDEN en BARTEL

Genoemde HENRICKSKEN uit de vorige akte met ADRIAEN zoon wijlen GIJSBRECHTS VAN DEN HUEVEL als haar aangewezen voogd, heeft als schuldenaresse beloofd om aan Meester JAN zoon van wijlen GERIT HOUTVENS een bedrag van 24 gulden te zullen betalen en wel meteen na het overlijden van ELISABETH weduwe van GOESSEN DANIELS, haar moeder. Dit gebeurd omdat Meester JAN HOUTVENS (lees VAN VLIERDEN) een kind in de kost heeft gehad, actum als boven

ELISABETH dochter van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN weduwe van GOESSEN DANIELS met BARTHOLOMEUS VAN GESTEL als haar gekozen voogd, heeft hierbij machtiging gegeven aan Meester JAN zoon wijlen GEERITS HOUTVENS om namens haar alle zaken te behartigen en haar vorderingen te incasseren die zij nog in de stad Brussel heeft uitstaan op bepaald personen. De gemachtigde moet datgene doen wat in de zaak wordt vereist ook al zouden er verdere machtigingen nodig zijn. De gemachtigde moet later wel rekening en verantwoording afleggen, actum als boven

In het protocol van 1067 is vermeld dat dochter HENRICKSKEN naar Kleef is verhuisd volgens de akte van 6-2-1607, daar staat in: Meester DIRCK TOORKENS uit hoofde van een machtiging die hij heeft gekregen van HENDERSKE weduwe van AELBRECHTS VAN DE HEUVEL, dochter van GOOSSEN DANIELS, welke machtiging is opgemaakt voor DIEDERICK STRAETMAN notaris en bepaald getuigen in de stad Kleef op 2 december 1603, verkoopt 1/3e deel van een weilandje genoemd de Papenvoort, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: de kinderen van ANTHONIS VAN DER VLEUTEN, de kinderen van DANIEL DIRKS BUIJSERS, de kinderen van HENRIKS VAN DER MUELEN, Meester DIRCK TOORKENS. Genoemde HENDERSKEN heeft dit deel geerfd na het overlijden van haar zus HEIJLKEN. Genoemde Meester DIRCK verkoopt deze grond nu, ter compensatie van een schepenobligatie van ca 24 gulden aan Meester JAN HOUTVEN VAN VLIERDEN. Meester DIRCK belooft op grond van zijn machtiging alle lasten af te handelen, getuigen LOON en WINTELRE

En in het protocol van 1638 kunnen we op 30 maart 1638 lezen: GERART HERMENS en PETER MOIJSES (VAN AELST) als kerkmeesters van de Sint Peterskerk te Oirschot hebben hierbij machtiging gegeven aan AERDEN JANSSEN SIJKENS inwoner van Oirschot om namens hen een bepaald legaat te ontvangen van 100 gulden, waarvan zij hebben begrepen dat HEIJLKEN DANIELS (HEIJLKEN GOOSSEN DANIELS) die van Oirschot geboortig is en in Brussel is gestorven dat had vermaakt aan deze kerk. De gemachtigde moet dat geld ontvangen, kwijting geven en verder alles doen dat daarbij nodig is, getuigen FRANCKEN en VERHOEVEN

12-11-1577 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 142a akte 122 folio 50v)
--------------------------------
ELISABETH dochter van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN weduwe van GOESSEN DANIELS geassisteerd door RUTGER JANSSN VAN KERKOERLE haar hierbij gekozen voogd, op grond van een bepaald testament dat genoemde GOESSEN en ELISABETH eerder voor Heer CORNELISSEN BROGELMANS vicepastoor van de Sint Peterskerk te Oirschot hadden opgemaakt samen met de toediening van de H. Sacramenten d.d. 15 september 1558 zoals on is gebleken, verkoopt een jaarlijkse rente van 30 stuivers met 1 vervallen en de lopende termijn, welke rente DANEL DANEL BATENSZOON eerder had beloofd aan GERARDEN HENRICKS (VAN DER AMEIJDEN) ten behoeve van genoemde LISBETH diens zuster. De rente vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd en eeuwsel gelegen in Bladel, belend door: HEIJL TIMMERMANS, HEIJLWICH JAN SCHEPERMANSDOCHTER, het godhuis van Post, ... WILLEMS conform een schepenbrief van Bladel d.d. 1 februari 1523. ELISABETH verkoopt deze rente nu aan haar zoon DANIEL GOESSEN DANELS en de verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen P. SCHOOT en LEEUW

13-9-1588 Vermelding boedelverdeling (RA Oirschot Inv 143b akte 165, 166 folio 314r, 314v)
----------------------------------------------
ANTONIS zoon wijlen ADRIAEN MOLENPAS (*) als man van ALEIJDEN dochter van wijlen GOOSSEN DANIELS verwekt bij ELISABETH dochter van HENRICK VAN DER AMEIJDEN verkoopt een stuk land, zonder het huis dat erop staat, groot ca. lopenzaad, deels genoemd de Sint Jorisakker, deels LIJS GOESSEN akker, zoals ANTONIS dit namens zijn vrouw heeft verkregen bij de boedelscheiding met zijn mede erfgenamen op 13 december 1584, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: HENRIEKSKEN GOESSEN DANELS, waarvan is afgedeeld, een weg die langs de Standaart loopt, de gemeenschappelijke molenweg. Het bezit wordt nu verkocht aan Heer ROBBRECHTEN VAN OS priester die daarvan het erfrecht verkrijgt, en na diens dood zal het bezit versteven op JAN en AELKEN zijn natuurlijke kinderen. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behalve dat de koper jaarlijks een rente moet betalen van anderhalve mudde rogge, Oirschotse maat aan de rector van het Sint Jorisaltaar in Oirschot. Verder moet de koper mee de put helpen onderhouden die op her erf van het kleine huisje staat zoals blijkt uit de boedelverdelingspapieren, getuigen TOERKENS en ESCH

Heer ROBBRECHT VAN OSCH priester, heeft als schuldenaar beloofd om aan ANTONIS ADRIAEN MOLENPAS een bedrag van 25 gulden te gaan betalen, en wel zodra HENRIKSKEN dochter van GOESSEN DANIELS overeenstemming heeft bereikt met deze ANTONIS ADRIAEN MOLENPAS en de erfgenamen van dezelfde GOESSEN DANIELS. Afspraak is dat Heer ROBBRECHT verplicht zal zijn er a.s. Sint Jansdag een rente over de koopsom van 7 percent dient te betalen indien partijen overeenstemming hebben bereikt en indien dat niet het geval is, moet hij zolang ook 7 percent betalen, waarvan de eerste termijn per a.s. Maria Lichtmisdag zal zijn over 1 jaar. Hiermee zijn alle voorgaande pachten betaald die Heer ROBBRECHT aan het altaar van Sint Joris nog verschuldigd was, actum als boven

14-5-1589 Verzoek overdracht land etc. (RA Oirschot Inv 143b akte 046 t/m 049 folio 339r, 339v)
-----------------------------------------------
HENRICKSKEN en HEIJLKEN dochters van wijlen GOESSEN DANELS met hun voogden, hebben aan Heer ROBBRECHTS VAN OS, priester en pastoor te Oirschot verzocht om het land etc. dat deze Heer ROBBRECHT van ANTONIS ADRIAEN MOLENPAS eerder had gekocht, aan hen over te geven omdat zij daar als nadere bloedverwanten meer recht op menen te hebben.
Daarbij bieden ze hem de koopsom aan die eerder is betaald en willen hem vrijwaren voor zijn belofte dienaangaande, maar handhaven verder alle aanspraken overigens terzake van hun aangespannen proces tegen hem.
Daarop heeft de Heer ROBBRECHT "neen" geantwoord, omdat hij eerst alle betalingsachterstand betaald wilde hebben die hij bij de destijdse koop had overgenomen.
Daarop hebben HENRIKSKEN en HEIJLKEN 1 Philipsdaalder in bewaring gegeven bij HERMAN STOCKELMANS en HENRICK INT ECKERSCHOT, schepenen waarbij ze aantekenen dat voor het geval hij meer heeft uitgegeven, dan zullen ze bijbetalen, indien hij minder heeft uitgegeven dan willen ze dat terughebben, getuigen EKERSCHOT, STOCKELMAN en VEN die het aandroegen

Daarna is deze HEER ROBBRECHT VAN OS door DANEL VAN DE SCHOOT als vorster verboden om het bezit in gebruik te nemen, vanwege deze HENRIKSKEN en HEIJLKEN en wel op straffe van een boete van 60 gouden realen of zoveel als volgens het recht zal worden betaald, datum 25 mei 1589, getuigen STOCKELMANS en HOPPENBROUWERS die het aandroegen

WOUTER VAN ELMPT schout van Oirschot in zijn hoedanigheid heeft Heer ROBBRECHT VAN OS pastoor, weer in zijn recht hersteld om het pand te gebruiken zoals voorheen en wel tot de tijd toe dat een vonnis later zal uitwijzen en hem wordt toegezegd hem voor eventueel onrecht tegemoet te komen en aan partijen zal een dagvaardiging worden uitgemaakt, 29 mei 1589, getuigen STOCKELMANS en VEN

HENRISKEN dochter van GOOSSEN DANELS met haar zus en haar voogden stelt een bedrag van 6 gulden in bewaring ten behoeve van Heer ROBBRECHT VAN OS pastoor, vanwege de achterstand in de rogpacht die hij beweert betaald te hebben met ANTONIS ADRIAEN MOLENPAS voor anderhalf mudde rogge per jaar. Ze willen dat Heer ROBBRECHT onder ede verklaart dat hij een achterstand daarvan heeft overgenomen. Indien dit bedrag onvoldoende is, willen ze bijbetalen onder beding dat het hem verboden wordt het bezit in gebruik te nemen en genoemde HENRIKSKEN stelt daarom 6 gulden in bewaring bij HERMAN STOCKELMANS in aanwezigheid van WILLEM DE METSER wl bedrag op 23 juni 1589 betaald mag worden, actum als boven, getuigen die het aandroegen

(*) deze ANTONIS ARIEN MUELENPAS (MOLENPAS) komt op weg naar Den Bosch op 19 januari1632 plotseling te overlijden, en hij woont in het huize van HENRICK NICLAES BLANCHAERTS als man van MAGDALENA dochter van wijlen PETER ARIEN MUELENPAS, mede erfgenaaam zijn van deze ANTONIUS en ook ANDRIES MUELEPAS letterzetter die in Antwerpen woont is erfgenaam van deze ANTONIS.
Op 19 april is er een komplete inventaris gemaakt van zijn goederen en bezit, maar omdat dit verder niet van belang voor mij is heb ik dit niet opgenomen zie verder (RA Oirschot Inv 157a akte 155 folio 173 t/m 180) Georgina
Notitie bij Kathalijn Henrick Thomas: .
7-2-1547 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 136a akte 067 folio 18)
-------------------------------
JAN zoon wijlen JOIRDAENS SBROUWERS als wettige man van HEIJLWICH dochter van wijlen GIJSBRECHT zoon wijlen GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS heeft beloofd om aan KATALIJNEN dochter van wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN die een jaarlijkse rente van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: GIJSBRECHT GIJBEN, PETER GERIT STIJNEN, JAN HASSELMANS, de gemeijnte. Ook nog op onderpand van een akker groot ca 8 lopenzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: JAN VAN DEN MAERSELAER, HENRICK HOPPENBROUWERS, ELISABETH weduwe van GOIJAERT HOPPENBROUWERS, de gemeijnte, getuigen RUTGER en JAN GERITS

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, actum als boven

Dat de rente nog steeds niet is afgelost, kunnen we lezen in onderstaande akte d.d. 29-12-1610 t.w.:

29-12-1610 Verkoop rente (RA Oirschot Inv 147a akte 432 folio 152r, 152v)
--------------------------------
JAN zoon wijlen JANS VAN DEN BERGE op grond van een machiging aan hem verleend door MARIA dochter van wijlen GOOSSEN DANIELS verwekt bij wijlen ELISABETH VAN DER AMEIJDEN en door haar man Meester JAN VAN VLIERDEN, opgemaakt voor schepenen van de stad Brussel d,d. 20 november 1610 ondertekend door F. VAN ASBROEK zoals ons schepenen is gebleken, verkopen hierbij een jaarlijkse rente van 3 gulden, welke rente JAN zoon wijlen JOORDEN SBROUWERS als man van HEIJLWIG dochter van GIJSBRECHT HOPPENBROUWERS eerder had beloofd aan CATHALIJNEN dochter van wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN. De rente vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: GIJSBERT GIJBEN, PETER GERITS SROIJEN, JAN HASSELMANS conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 7 februari 1547 en wordt nu verkocht aan MATHIJSKEN dochter van WILBORTS JAN VAN DEN NIEUWENHUISEN echtgenote van JAN DAEMEN van Loon die daarvan het vruchtgebruik krijgt en waarvan ANTONIS ADRIAENS als voogd over FRANS zoon wijlen PETER ARIENS MUELEPAS verwekt bij vermelde MATHIJSKEN daarvan het erfrecht krijgt, getuigen STOCKELMANS, VEN en GOOSSENS

Opm. deze MARIA GOOSSENS is een dochter van GOOSSEN DANIELS SCHEPENS en ELISABETH HENRICKS VAN DER AMEIJDEN dus MARIA is een nichtje van KATHALIJN HENRICK THOMAS VAN DER AMEIJDEN

VI-l. Gerard Henrick Thomas van der Ameijden, geb. Oirschot omstr. 1501, † ald. vóór 1562, tr. vóór 9 sept. 1531 Ermgard Jans van der Vloet.
Uit dit huwelijk:
1. Henrieksken Gerit Thomas van der Ameijden, tr. Aert Haecx.
2. IJken Gerit Henricks van der Ameijden, † Oirschot omstr. 21 okt. 1583, tr. 1e Jan Lambrecht Goijaert Ketelaers, † Oirschot na 19 aug. 1568, zn. van Lambrecht Goijaerts en Cathelijn NN; tr. 2e vóór 30 jan. 1570 Mr. Dirck Henricks Toirkens, notaris te Oirschot, † Oirschot vóór 26 sept. 1612, zn. van Henrick Henricks Toirkens (Toerkens) en Margriet Dirck Crijns; hij hertr. vóór 5 juli 1594 Catharina Jans de Crom (Crommen).

Notitie bij het huwelijk van Ermgard Jans en Gerard Henrick Thomas: .
GERARD en zijn vrouw wordt maar een enkele keer vermeld in het Rechterlijk Archief te Oirschot, GERARD wordt ook vermeld als GERIT SLOOTS en als VAN DER MEIJEN. Hij wordt met zijn leeftijd vermeld op 14-1-1556 (zie akte hieronder)

GERARD was slootmaker van beroep (zie aktes hieronder)

2-5-1522 Aankoop huis etc. (RA Oirschot Inv 129ba akte 226 folio P266v)
----------------------------------
Heer THOMAS VAN VAN DEN SNEPSCHUET priester, verkoopt aan GERARD zoon wijlen HENRICK VAN DER AMEIJDEN een huis, tuin etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: de verkoper, de gemeenschappelijke straat, DANIEL SCROMMEN, de weg van Heer THOMAS die hij wel behoudt. Genoemde Heer THOMAS moet wel zorgen voor onderhoud van de val (soort poortje) voor aan de straat bij de weg hangend en moet het gesloten houden totdat het nodig is om erdoor te gaan. Waar de val is, moet Heer THOMAS een hek aan de stijl van het hus hangen om erdoor te gaan. GERRIT als koper heeft wel het recht om de weg van Heer THOMAS te gebruiken door de val en het hekje tot aan zijn huis en tuin, maar niet verder. Lasten hieruit zijn 1 mud rogge per jaar aan de erfgenamen van GOIJAERT VAN OSTADEN, nog 2 gulden per jaar aan AERT SCHEPENS welke rente aflosbaar is met 32 gulden, getuigen COLEN, LAECK en HENRICK GOIJAERTS

ca 24-6-1522 Verkoop heiveld (RA Oirschot Inv 129b akte 265, 266 folio P277a-r klein blaadje)
------------------------------------
GERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verkoopt aan HENRICK RUTGER GOESSEN VAN OUDENHOVEN een heiveld gelegen aan de Hovel hier aan de Papenvoort, belend door: de kinderen van PETER VAN DEN SCHOET, RUTGER GOESSENS VAN OUDENHOVEN, de erfgenamen van JACOB VAN DORMALEN, de Langestraat daar, datum de Vrijdag na Sint Jansdag, getuigen COLEN en VLIERDEN

PETER VAN DER AMEIJDEN heeft het bezit uit de vorige akte met zijn geld opgeeist vanwege het recht van vernadering (slecht leesbare tekst volgen Heer Jan Toirkens)

9-9-1531 Vermelding huwelijk (RA Oirschot Inv 131a akte 261 folio 68v)
-----------------------------------
DRICK JANSSEN VAN DER VLOET, verder GERART HENRICKS VAN DER AMEIJDEN als man van ERMGARD dochter van genoemde JAN VAN DER VLOET, nog JAN THIELENS als man van ELISABETH ook dochter van JAN VAN DER VLOET, verkopen hierbij al hun aanspraken in alle roerende en onroerend bezit, hetzij huizen, land of wat dan ook dat ze hebben geerfd van wijlen CLAES (GIJSBERTS) MESMEKERE, danwel door deze CLAES waren vermaakt. Ze verkopen deze aanspraken nu aan FRANS VAN ESCH ten behoeve van hem en ten behoeve van Heer JAN, JASPER en ALEIJT, zijn broers en zuster, getuigen LAECK en AFTER

11-5-1540 Uitwinning pacht (RA Oirschot Inv 134a akte 226 folio 66r)
----------------------------------
Eerder had Heer THOMAS VAN DEN VEN priester en rector van het H. Kruisaltaar in de Sint Peterskerk te Oirschot vanwege een jaarpacht van 1 mud rogge die 6 jaar onbetaald was gebleven en vanwege de kosten van de procedure daarover, met een schepenbankvonnis van Oirschot een weiland laten uitwinnen, gelegen in Oirschot aan de Papenvoort aldaar, belend door: WILLEM JANSSEN VAN HERZELE, DIRCK VAN HAUT, JERONIMUS MENGELEN, de Laerdijck aldaar, conform een schepenvonnisbrief van Oirschot d.d. 2 mei 1539. Omdat deze uitwinning inmiddels is verjaar, heefd deze Heer THOMAS het onderpand na een zondagse oproep hiertoe, weer opnieuw laten veilen in een openbare herberg en wel in "de Wildeman" om te bekijken of er iemand was die het bezit wilde terugkopen of aflossen en e.e.a. is ook gebeurd in de stad Den Bosch voor het Raadhuis aldaar die de kopdag daarvan alhier in "de Wildeman" heeft vastgesteld, zoals dat blijkt uit een bevestiging van GERIT KUIJST, dienaar van de Groene Roede aldaar en ons is gebleken. Op deze koopdag is verschenen WOUTER zoon wijlen THOMAS HENRICKS VAN DE VEN en heeft een bod uitgebracht van een jaarpacht van 1 mud rogge, de 8 mudden achterstalligheid daarvan en de kosten van de procedure en nog 2 gulden eens. Daarna is verschenen GERART zoon wijlen HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, slootmaker die verklaart dat dit weiland door zijn ouders toen ze nog leefden van hen was en dat zijn moeder die toen weduwe was het afhandig was gemaakt danwel het was kwijtgeraakt en heeft hetzelfde bod uitgebracht om weer in het bezit van zijn vaderlijke erfenis te komen. Hiermee is de koopdag beeindigd met de brandende kaars zonder dat er iemand meer voor heeft geboden, getuigen ARDT en VOS

in marge: wordt gegeven aan GERARD VAN DER MEIJEN aan wie het is overgedragen


14-12-1542 Machtiging (RA Oirschot Inv 134c akte 309 folio 99v)
---------------------------
GERAERT VAN DER MEIJDEN slootmaker heeft hierbij machtiging gegeven aan DIRCK VAN LIESHOUT en JAN VAN DEN BORN, procureurs verbonden aan de stad van Den Bosch, verder aan JAN MENGELEN en WOUTER TOIRKENS om namens hem zijn belangen te behartigen inzake een kwestie die hij nu heeft lopen tegen JAN WOUTERS VAN DE VEN en de zijnen, hetzij als eisende hetzij als verdedigende partij. De gemachtigden moeten daarbij alles doen hetgeen in het belang der zaak is en volgens het recht en gewoontes van de goede stad Den Bosch dient te gebeuren en hetgeen hijzelf als opdrachtgever ook gedaan zou hebbe, getuigen ESCH en SCOET die het met eigen zegels hebben gezegeld.

3-2-1547 Overname pacht (RA Oirschot Inv 136a akte 036 folio 11v)
--------------------------------
ADRIAEN zoon wijlen MATHIJS ROEFS heeft op zich genomen om zelf de jaarlijkse pacht van 1 mudde rogge te gaan betalen, welke pacht GERART HENRICKS VAN DER AMEIJDEN, slootmaker, tot nu uit zijn huis en bezittingen heeft betaald aan GOIJAERT LOIJWICHS en daarna aan diens vrouw ALEIJT. ADRIAEN belooft deze pacht zodanig te gaan betalen, dat genoemde GERIT VAN DER AMEIJDEN en diens bezit daarvoor gevrijwaard blijft. Indien ADRIAEN aan deze GERART de originele brief hierover aan gegeven zal hebbe, waartoe deze rogpacht van 1 mudde toe behoort, dan zal genoemde ADRIAEN voor deze betalingsbeloft worden vrijgesteld, getuigen LENAERT en CROM die het aandroegen

14-1-1556 Vermelding leeftijd (RA Oirschot Inv 141b jaar 1574 ! los velletje)
------------------------------------
BARTHOLOMEUS STOCKELMANS oud ca 40 jaar, GERIT VAN DER AMEIJDEN oud ca 55 jaar en JAN zoon wijlen JAN STOCKELMANS oud ca 30 jaren, nog IJKEN weduwe van genoemde JAN JAN STOCKELMANS oud ca 30 jaar, verklaren dat zij JAN STOCKELMANS toen hij nog leefde hebben horen verklaren dat hij het transport van een vijver die hij heeft ontvangen van de kinderen van GERIT MENGELEN destijds had ontvangen vanwege Heer HERMAN CLEIJNAEL, alhoewel de opdracht daarvan niet op hem is uitgemaakt geweest, getuigen CROM en VEN

1562 Verkoop beemd (RA Oirschot Inv 139b akte 394 folio 123r)
-------------------------
AERDT HAECKS als man van HENRIEKSKEN, verder JAN LAMBRECHT GOIJWAERTSSOEN (GOIJAERTS) als man van IJKEN, allen wettige kinderen van wijlen GERIT HENRICKS VAN DER AMEIJDEN verkopen een beemd of weiland gelegen in Oirschot aan de Papenvoort alhier, belend door: WILLEM JANSSEN VAN HERSEL, DIRCK VAN HAUT, JERONIMUS MENGELEN, de Laerdijck, welk perceel ze hebben geerfd van genoemde GERARD en deze GERARD eerder had verkregen middels een uitwinning van Heer THOMASSEN VAN DE VEN priester en rector toen hij leefde van het H. Kruisaltaar in de Sint Peterskerk alhier zoals blijkt uit een schepenbrief van Oirschot d.d. 11 mei1 545 (JOOST GEVAERS als secretaris heeft deze akte niet in zijn protocol ingeschreven, Jan Toirkens).
Het perceel wordt nu verkocht aan GOIJAERDEN KEMPS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 1 mudde rogge aan de rector van het H. Kruis, geen datum en getuigen vermeld
Notitie bij het huwelijk van Aert en Henrieksken Gerit Thomas: .
zij hebben een dochter ANNEKEN die op 30-12-1612 recht meent te hebben op de meubilaire goederen van wijlen haar tante IJKEN (zie voor volledige akte bij deze IJKEN, RA Oirschot Inv 147c akte 288 folio 473v, 474r, 474v)
Notitie bij het overlijden van IJken Gerit Henricks: .
zij is overleden tussen 21-10-1583 (datum testament) en voor 5-7-1594 wanneer Meester DIRCK TOIRKENS als getrouwd is met CATHARINA dochter van JAN JAN DE CROM (haar moeder is nog onbekend)
Notitie bij het huwelijk van Jan Lambrecht Goijaert en IJken Gerit Henricks: .
30-1-1570 Afstand erfdelen (RA Oirschot Inv 141a akte 009 folio 3r, 3v)
---------------------------------
GEERIT en AERT kinderen van wijlen LAMBRECHT GOIJAERTS (KETELAERS) geassisteerd door JAN VAN BOXTEL als voogd over GEERTRUID, DIRCKSKEN, LIJNTKEN en MARGRIET, minderjarige kinderen van genoemde LAMBRECHT en van CATHALIJN diens weduwe, die ook gemachtigd zijn voor MARIE dochter van genoemde LAMBERT GOIJAERTS met haar man JOORIS JACQUES zoals blijkt uit een machtiging opgemaakt in de stad Antwerpen en ons is gebleken, hebben hierbij afstand gedaan ten behoeve van IJKEN dochter van GEERITS VAN DER AMEIJDEN inzake alle vaste en roerende goederen die door IJKEN en JAN LAMBRECHTS haar man zaliger zijn nagelaten en die ze in gebruik hebben gehad. GEERIT, AERT en JAN VAN BOXTEL en genoemde CATHALIJN beloven alle lasten van hun kant af te handelen.

Verder is hierbij verschenen Meester DIRCK TOERKENS als man van genoemde IJKEN dochter van GEERITS VAN DER AMEIJDEN en heeft afstand gedaan inzake alle vast en roerende goederen waarop IJKEN recht zou hebben vanwege haar eerste man JAN LAMBRECHTS, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Mr. Dirck Henricks en IJken Gerit Henricks: .
Zij maken op 21-10-1583 hun testament voor Heer ROBBRECHT VAN OS pastoor te Oirschot, samen met de toediening van de H. Sacramenten aan IJKEN (verm. RA Oirschot Inv 145a akte 045, 046 folio 92r, 92v d.d. 13-2-1599)

Vh. Jan Thomas Aerts de Oudste van der Ameijden, geb. omstr. 1468, † vóór 30 jan. 1527, tr. Geertruijt Joerden (Joirden) Stockelmans, † vóór 2 maart 1535, dr. van Joerden Dirck en Lisbeth Aerts Sichemans.
Uit dit huwelijk:
1. Thomas Jan Aerts, volgt VIm.
2. Daniel Janssen van der Ameijden, tr. vóór 15 okt. 1546 Katharina Henrick Willems Schoetmans (Scoetmans), dr. van Henrick Willems en Mechteld Joirden Smetsers (Metser).
3. Willem Jan Thomas, volgt VIn.
4. Franck Jan van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Geertruijt Joerden (Joirden) en Jan Thomas Aerts de Oudste: .
Op 30-1-1527 treedt PETER THOMAS VAN DER AMEIJDEN op voor de kinderen van wijlen zijn broer JAN bij de verkoop van land uit het bezit van de ouders van PETER en JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN, zodat JAN voor 30-1-1527 al moet zijn overleden. (RA Oirschot Inv 130a akte 069 folio 272, 273)
Op 2-3-1527 verkopen de kinderen van wijlen JOERDEN STOCKELMANS een huis en land aan GOIJAERT VAN DE HOVEL, hierin wordt GEERTRUIT als wijlen GEERTRUID dochter van JOERDEN STOCKELMANS genoemd, hierin worden ook de 4 kinderen met name genoemd
(RA Oirschot Inv 132a akte 096, 097 folio 32v t/m 34v)

17-5-1509 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 128c akte 098, 099 folio P89v)
--------------------------------
GOIJAERT GOIJAERT KEIJMPS heeft beloofd om voortaan aan JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 2 Rijnsguldens te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, etc. gelegen in herdgang de Kerkhof, belend door: DANIEL DE LEEUW, LISBETH weduwe van JOERDEN SMETSERS en haar kinderen, de straat, getuigen JAN (HENRICKS?) en HAPPO JAN VOS

De rente uit de vorige akte is altijd aflosbaar tegen betaling van 32 gulden mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd, actum als boven

5-7-1543 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 135a akte 158 folio 57v)
--------------------------------
TOMAS en DANIEL broers en wettige kinderen van wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN hebben beloofd om aan LAUWREIJSSEN zoon van wijlen GIJSBRECHT VAN HERTSROOIJ die een jaarlijkse rente van 2 gulden te gaan betalen steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag op onderpand van de helft van een akker genoemd de Beckersekker in totaal groot ca. 5 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN, BARBARA weduwe en kinderen van WILLEM DIE METSER, de straat, getuigen HUISKENS en VEN

De rente is altijd aflosbaar op Sint Jansdag van elk jaar, tegen betaling van 32 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

26-1-1547 Verkoop 3/4 deel erfenis (RA Oirschot Inv 136a akte 004 t/m 006 folio 1v, 2r, 2v)
------------------------------------------
DANIEL, WILLEM en FRANCK gebroeders en wettige kinderen van wijlen JAN THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN verkopen hierbij de 3/4e delen en erfrecht van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke heide aldaar, DANIEL LANEN, DANIEL Meester AERTS VAN DER AMEIJDEN. Ook verkopen ze hun aandeel van een akker genoemd de Beckersakker ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: BARBARA weduwe en kinderen van WILLEM SMETSERS, een gemeenschappelijke weg, genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN. Ook verkopen ze hun delen inzake een beemd aan de Langendijk aldaar gelegen, belend door: FRANS VAN ESCH, AERT VAN DER AMEIJDEN, PETER GERRITS, ELISABETH VAN DEN SCHOET, de ge... welke bezittingen ze hebben geerfd zoals ze zeiden bij de dood van hun vader en moeder. Ze verkopen dit bezit nu aan hun broer THOMAS wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van anderhalve mud rogge aan genoemde DANIEL VAN DER AMEIJDEN, nog 2 mudde rogge per jaar aan KATALIJNEN VAN DER AMEIJDEN en de grondchijns, de dorpslasten en de bijdrage voor de brandheffing. Indien er nog meer lasten op blijken te drukken dan beloven ze dat samen voor hun rekening te nemen, ieder voor zijn deel, getuigen LENAERT en WIJCK

THOMAS JANSZOON VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan WILLEM JANSSEN VAN DER AMEIJDEN zijn broer, die een bedrag van 170 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Allerheiligendag over 4 jaar, in ieder geval binnen die 4 jaar en onderwijl steeds een rente van 10 gulden en 5 stuivers, actum als boven
(in marge: met instemming van partijen doorgehaald)

THOMAS JANSZOON VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan zijn broer DANIEL JANSZOON VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 170 gulden te zullen gaan betalen per a.s. Allerheiligendag gerekend over 3 jaar en onderwijl steeds een rente van 10 gulden en 5 stuivers, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Katharina Henrick Willems en Daniel Janssen: .
18-1-1556 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 138a akte 016 folio 5r)
---------------------------------
DANIEL zoon wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan ALEIJT dochter van CLAES SCEPEN een bedrag van 12 gulden te betalen, per a.s. Sint Servaasdag over 2 jaar met onderwijl een jaarlijkse rente van 15 stuivers, getuigen VEN en LAUWER

25-9-1556 Afstand etc (RA Oirschot Inv 138a akte 208, t/m 300 folio 80v, 81r, 81v)
--------------------------------
MECHTELD weduwe van HENRICK SCOETMANS dochter van wijlen JOERDAENS SMETSERS met ROELANDEN VAN DER AMEIJDEN als haar voogd doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een huis, tuin en inzake de helft van een schuur genoemd de Sterre, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Steenweg, belend door: de gemeenschappelijke straat, MATHIJS WILLEM BROUWERS, HANS METTEN STELTEN. Ze doet nu afstand daarvan ten behoeve van DANIEL JANSSOEN VAN DER AMEIJDEN als man van CATHARIJN

DANEEL zoon wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Allerheiligendag en voor de eerste keer per a.s. Allerheiligendag op onderpand van een huis, tuin en de helft van een schuur genoemd de Sterre, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Steenweg, belend door: de gemeenschappelijke straat, MATHIJS WILLEM BROUWERS, HANS METTEN STELTEN, getuigen CROM en LAUWER

DANEEL zoon wijlen JANS VAN DER AMEIJDEN belooft hierbij voortaan de jaarlijkse rente van 6 gulden voor zijn rekening te nemen, die hij eerder had beloofd aan AGNESE dochter van AERTS VAN DER AMEIJDEN, weduwe van PETER WILLEM (VAN BROGEL) op onderpand van een huis, tuin grond etc. en de helft van een schuur genoemd die Stelt (verm. bedoeld de Sterre) gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, de gemeenschappelijke straat, MATHIJS WILLEM BROUWERS, HANS METTER STELTEN. Hij zal die rente voortaan zodanig betalen dat het bezit van MECHTELD weduwe van HENRICK SCHOETMANS daarvoor altijd gevrijwaard zal blijven, actum als boven

VIm. Thomas Jan Aerts van der Ameijden, † vóór 26 jan. 1580, tr. Catalijnen Willem Dircks de Cort (Cortten), dr. van Willem Dircks en Hendrieken Daniels Schepens (Scepens).
Uit dit huwelijk:
1. Thomas Thomas Jan, volgt VIIh.
2. Daniel Thomas Jansen, volgt VIIi.
3. Antonis Thomas Janssen, volgt VIIj.
4. Geertruid Thomas Janssen van der Ameijden, † Oirschot vóór 15 febr. 1597.

Notitie bij het huwelijk van Catalijnen Willem Dircks en Thomas Jan Aerts: .
25-7-1561 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 139a akte 281 folio 85v, 86)
---------------------------------
THOMAS JANSSEN VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan KATHARIJNEN dochter van HENRICKS VAN BEST die voortaan een jaarlijkse rente van 2 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond, akker en weiland alles aan elkaar, groot ca 1 mudzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeijnte, DANIEL LAENEN, DANIEL Meester (er staat Metser) AERTSZOON VAN DER AMEIJDEN, getuigen GOESSENS en AELBRECHTS

De rente is altijd aflosbaar tegen betaling van 33 gulden en 10 stuivers en de achterstallie termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, getuigen GOESSEN en AELBRECHTS

Opm.: de rente is op 9 september 1617 nog steeds niet afgelost, want dan verkoopt ADRIAEN ADRIAENS VAN HOUT, aan GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS (RA Oirschot Inv 148d akte 178 folio 78v e.v.)

26-1-1580 Erfdeling (RA Oirschot Inv 142b akte 079 t/m 081, 085 t/m 088 folio 220v t/m 223v)
------------------------
DANIEL en ANTONIS broers en kinderen van wijlen THOMAS JANSSN VAN DER AMEIJDEN verwekt bij wijlen CATHARINA dochter van WILLEM DE CORT, verder GEERTRUI dochter van genoemde THOMAS en CATHARINA geassisteerd door DANELEN DE CORT haar oom en aangewezen voogd, verder MARCELIS zoon JAN VAN DE VENNE als aangesteld voogd over JENNEKEN dochter MARCELIS VAN GESTEL weduwe van THOMAS zoon van genoemde THOMAS VAN DER AMEIJDEN en genoemde CATHARIJN en haar 4 minderjarige kinderen van deze THOMAS zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, hebben een boedelverdeling gemaakt van deze THOMAS en CATHARIJN.

Bij deze verdeling krijgt DANIEL het huis, tuin en de grote akker en het haverland dat aan elkaar ligt, in totaal groot ca 7 en een halve lopenzaad met nog 1 vierdevat land, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de kinderen van GOIJAERT SMITS, het erf van ANTONIS waarvan het is afgedeeld, de kinderen van DANIEL LAENEN, de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 6 gulden worden betaald aan Heer Jan GOOSSENS, nog 2 gulden per jaar aan de nakinderen van WILLEM AELBRECHTS, nog 1 mudde rogge per jaar lijfrente aan diens zuster GEERTRUID zolang ze leeft, maar niet langer en wel vanwege het testament dat THOMAS en diens vrouw CATARIJN eerder hadden opgemaakt. Verder moet er 4 stuivers grondchijns worden betaald en na het overlijden van genoemde GEERTRUID zal de 1e april daarna een bedrag van 62 gulden en 10 stuivers worden betaald ten behoeve van alle kinderen van hun vader THOMAS waarbij de dode partij met de levende moet delen. Als het erfdeel van DANIEL minder waard blijkt te zijn dan de andere erfdelen dan zullen ze dat samen vergoeden. Verder moet DANIEL voor gezamenlijke rentes etc 6 gulden eens betalen.

Bij deze verdeling krijgt ANTONIS de schuur, schop en de grond die erbij hoort, waarbij de schop moet worden afgebroken. Dit perceel heet de Nieuwe Erve en er ligt een klein akkertje en een driesje erbij aan elkaar, groot ca 12 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: het erf van DANIEL dat ervan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, de kinderen van DANIEL LAENEN, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 3 gulden worden betaald aan de H. Geest te Oirschot, nog 3 gulden per jaar aan JENNEKEN MOLLEN, nog 1 stoter als grondchijns en verder moet hij aan de kinderen van zijn broer wijlen THOMAS een bedrag van 69 gulden betalen, per a.s. Maria Lichtmisdag.

Bij deze verdeling krijgt GEERTRUID een akker genoemd de Faesakker, met het recht van overpad over het perceel van NICLAES VLEMMINKS, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, groot 4 en een halve lopenzaad, belend door: AERKEN IN DEN PLOEG met haar kinderen, het Hertogenland, de kinderen van NICLAES VLEMMINKS, JAN PETER BIERKENS. Verder krijgt ze een akker genoemd de Hartog ter zelfder plaatse gelegen, groot ca 3 lopenzaad min 2 en een halve roede, belend door: het Hertogenland, PETER HENRICKS VAN DE SCHOOT, de gemeenschappelijke straat, de Faesakker. Verder krijgt ze nog 1 mudde rogge per jaar als lijfrente zolang ze leeft vanwege het testament dat haar ouders hebben gemaakt, te ontvangen van het perceel van genoemde DANIEL. Verder moet ze uit dit erfdeel jaarlijks 2 stuivers en 3 oort grondchijns betalen. Verder moet ze eenmalig 6 gulden aan ANTONIS betalen.

Bij deze verdeling krijgt MARCELIS JAN VAN DE VENNE voor de minderjarige kinderen van genoemde JENNEKEN en THOMAS een akker genoemd de Beckersakker, groot ca 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: AERRKEN weduwe en kinderen van DANIEL DE METSER (in de Ploeg), de kinderen van NICLAES VLEMMINKS. Verder krijgt hij een bedrag van 69 gulden te ontvangen van genoemde ANTONIS per a.s. Maria Lichtmisdag. Uit dit erfdeel moet 4 stuivers grondchijns worden betaald.

Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen blijven doen en ook dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal voldoen, dat de andere erfdelen daarvoor gevrijwaard blijven, getuigen HEIJDEN en VELDE

Hierbij is afgesproken dat de erfgenamen ervoor zullen zorgen dat de brieven tevoorschijn komen, waarmee genoemde GEERTRUIT haar recht van overpad over het erf van de kinderen van NICLAES VLEMMINKS kan bewijzen.

DANIEL zoon THOMAS JANSSEN VAN DER AMEIJDEN verwekt bij wijlen CATHARIJN dochter van WILLEM DE CORT, verder DANIEL WILLEMS DE CORT als oom en aangestelde voogd over GEERTRUID dochter van genoemde THOMAS en CATHARIJN, die ook optreedt voor JENNEKEN dochter van MARCELIS JANSSEN VAN GESTEL weduwe van THOMAS zoon wijlen genoemde THOMAS waarbij CATHARIJN ook nog geassisteerd wordt door MERCELIS JANSSEN VAN DE VENNE haar voogd en die van haar kinderen, mede op grond can een afgegeven schepenbankdecreet, verkopen een beemd genoemd den Langendijck, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: JAN VAN ESCH, de kinderen van JAN ROEFS, PETER ADRIAENS MATHIJSSEN, de Langendijk. Het perceel wordt nu verkocht aan ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN hun broer en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 18 lopen rogge, Oirschotse maat aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, datum 19 december 1580 getuigen HEIJDEN, VELDE en VOS

Genoemde ANTONIS uit de vorige akte heeft als schuldenaar beloofd om aan zijn zuster GEERTRUID, in mindering op haar uitzet een bedrag van 18 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven

ANTONIS zoon wijlen THOMAS JANSSEN VAN DER AMEIJDEN verkoopt de helft van een beemd genoemd de Langendijck, uit de voorgaande brief nu aan zijn broer DANIEL THOMAS VAN DER AMEIJDEN en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de helft van een jaarlijkse pacht van 18 lopen rogge aan DANIEL VAN DER AMEIJDEN waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag, actum als boven

Genoemde DANIEL uit de vorige akte heeft als schuldenaar beloofd om aan zijn broer ANTONIS de helft van het bedrag van 18 gulden te betalen dat deze ANTONIS vandaag aan diens zuster GEERTRUID heeft beloofd, actum als boven

DANIEL uit de vorige akte heeft ermee ingestemd dat als hij de helft van de beemd niet verkoopt en als zij zonder wettig nageslacht komt te overlijden, dat ANTONIS die helft dan weer samen met zijn broers en zuster in gebruik mag nemen en aflossen voor de genoemde 9 gulden en wel ten behoeve van de overgebleven broers en zuster waarbij de dode partij met de levende moet delen, actum als boven

VIIh. Thomas Thomas Jan van der Ameijden, † vóór 26 jan. 1580, tr. Oirschot vóór 11 april 1573 Jenneken Marcelis van Gestel (genoemd van de Loo), dr. van Marcelis Jan Gestel (genoemd van de Loo) en Katherijnen Gijsberts Martens (Catharina) Vlemmincks.
Uit dit huwelijk:
1. Willem Thomas Thomas, volgt VIIIe.
2. Thomas Thomas Thomas van der Ameijden.
3. Jan Thomas Thomas van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Jenneken Marcelis en Thomas Thomas Jan: .
Uit de erfdeling van de ouders van THOMAS THOMAS JANSZ VAN DER AMEIJDEN op 26-1-1560 blijkt dat zij 4 minderjarige kinderen hebben, wie de andere is, is mij nog onbekend

Een erfdeling tussen de kinderen van THOMAS THOMAS JAN VAN DER AMEIJDEN heb ik niet kunnen vinden.

10-12-1575 Verkoop helft beemd (RA Oirschot Inv 141b akte 157 folio 382r)
----------------------------------------
THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN als man van JENNEKEN dochter van MERCELIS VAN GESTEL verkoopt de helft van een beemd met de houtopstand, genoemd de Liedonck en de Elsdonck nog onverdeeld gelegen te Oirschot, herdgangt Straten ter Ameijden, belend door: GHIJSBRECHT HOPPENBROUWERS, de kinderen van HENRICK GHIJSBRECHT VLEMMINCKS en meer anderen, de Heren VAN FRENS, de Eelsdonksedijk en de gemeenschappelijke straat. THOMAS had dit vanwege zijn vrouw bij een boedelverdeling verkregen en hij verkoopt deze percelen nu aan RUTGER AERTS VAN DE VENNE en de verkoper blooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de helft van 7 oort hertogelijke grondchijns, getuigen HOPPENBROUWER, METSER en ACHTER

RUTGER zoon wijlen AERTS VAN DEN VEN heeft als schuldenaar beloofd om aan TOMAS TOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 278 gulden te betalen per a.s. Maria Lichtmisdag met een rente van per penning zestie (6 en 2/3e percent), actum als boven
(in marge: met instemming van partijen en JAN DE CROM doorgehaald)

3-2-1576 Betalings lijfrente (RA Oirschot Inv 141c akte 093 folio 428)
---------------------------------
THOMAS JANSSN VAN DER AMEIJDEN (*) heeft als schuldenaar beloofd om de lijfrente van 7 gulden te gaan betalen, die THOMAS THOMAS als man van JENNEKEN dochter van MARCELIS VAN GESTEL verwekt bij CATHARINA dochter van GIJSBRECHT VLEMMNINCKS voor de tijd dat CATHARINA leeft deze CATHARINA eerder had beloofd. De rente vervalt in 4 termijnen om de 3 maanden zoals in de brief daarover staat vermeld d.d. 11 april 1573 (betreft erfdeling ouders JENNEKEN), welke rente eerder op onderpand werd geheven van genoemde THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN, daarna in bezit kwam van RUTGER AERTS VAN VEN en het behoort nu toe aan PETER JAN GOESSENS. Het onderpand wordt genoemd de Eelsdonk en de Liedonck en is gelegen in Oirschot herdgang Straten ter Ameijden. Hij belooft de rente voortaan zodanig te betalen dat RUTGER AERTS VAN DE VENNE en PETER JAN GOOSSENS daarvoor verder gevrijwaard zullen blijven, getuigen GESTEL en MAERSELAER

* Verm. is dit de vader Thomas Jan Aerts van der Ameijden, want die leeft immers nog

20-4-1601 Aflossing rente (RA Oirschot Inv 145b akte 120 folio 246v, 247r)
-------------------------------
WILLEM zoon wijlen THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij JENNEKEN MARCELIS VAN GESTEL genoemde VAN DER LOO, geassisteerd door AELBERDEN JANSSN VAN DER HOEVEN zijn oom en voogd, en ook nog optredend voor JAN zoon wijlen THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN, hebben verklaard dat HENRICK MARTEN MERCKS aan genoemde JAN een jaarlijkse rente van 3 gulden heeft afbetaald samen met de achterstand daarvan, welke rente AERT JAN MERCKS eerder had beloofd aan zijn broer ANTONIS op onderpand te Verrenbest, genoemd den ESKENSECKER, waarvan genoemde HENRICK MARTEN MERCKS nu de bezitter is. Door de oorlogstroebelen zijn de brieven daarover in het ongerede geraakt, maar men geeft thans volledige kwijting voor deze rente en men zal er nimmer mer aanspraken aan otntleend, getuigen D. HOPPENBROUWERS en VAN DER STERRE

12-1-1607 Verkoop land (RA Oirschot Inv 146b akte 021 folio 125v)
-----------------------------
WILLEM zoon wijlen TOMAS TOMAS VAN DER AMEIJDEN, mede namens zijn broer JAN, verkoopt hierbij 1 lopenzaad land of daaromtrent aan GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENSSOON. Het stuk ligt in Oirschot herdgang de Notel, belend door: MARTEN CLAAS VLEMMINCX, de koper, de verkoper en GOIJAERT GOOSSENS. De verkoper ook in zijn kwaliteit als optredend voor zijn broer, belooft alle lasten af te zullen handelen, behalve de gemeentelijke belasting. De koper moet zorgen voor het onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen STOKKELMANS en VEN

4-1-1608 Verkoop land (RA Oirschot Inv 146b akte 002 folio 210v)
---------------------------
GOOSSEN GOORT GOOSSENS verkoopt 1 lopenzaad land, gelegen in Oirschot herdgang de Notel met zijn toebehoren zoals hij dit stuk land gekocht heeft van THOMAS zoon THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN volgens schepenbrieven van Oirschot d.d. 12 januari 1607 en hij verkoopt dit op grond van vernadering aan MARTEN NICLAES VLEMINCX. GOOSSEN belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen AELBREGTS en VERACHTER
Notitie bij Thomas Thomas Thomas: .
hij wordt vermeld in een akte d.d. 4 januari 1608 (zie bij zijn ouders)
Notitie bij Jan Thomas Thomas: .
hij wordt vermeld in de akte van 12-1-1607 (zie bij ouders)

VIIIe. Willem Thomas Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 19 maart 1639, tr. Marijke Peter Antonis van Esch, † Oirschot vóór 1 sept. 1636, dr. van Peter Antonis en Barbara Matheus Willems Deckers.
Uit dit huwelijk:
1. Peter Willems Thomas van der Ameijden.
2. Thomas Willem Thomassen van der Ameijden.
3. Henrieksken Willem Thomas van der Ameijden, tr. Henricus Aerts Sijkens.
4. Catharina Willem Thomas van der Ameijden, tr. Johannes Hubertus Faeskens.

Notitie bij het huwelijk van Marijke Peter Antonis en Willem Thomas Thomas: .
25-6-1604 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145c akte 149 folio 435v)
---------------------------------
ELISABETH weduwe van MARCELIS JAN DANIELS en haar zoon JAN hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan WILLEM zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, met een rente van 7 percent al naar tijdsgelang, getuigen D. HOPPENBROUWER en H. HOPPENBROUWER

18-8-1605 Schuldbekentenis (RA Oirschot Inv 146a akte 083 folio 17)
----------------------------------
WILLEM THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan FRANK WIJNEN VAN DER RIJT een bedrag van 50 gulden te zullen betalen op a.s. Maria Lichtmisdag. Als onderpand heeft genoemde WILLEM genoemde FRANK een akker overgedragen genoemd de Bakkersakker gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de gemeenschappelijke straat, de oude Ploeg, de Faesakker, waarbij FRANK deze akker zolang mag gebruiken totdat WILLEM het geld zal hebben terugbetaald, getuigen CROM en VERACHTER

28-1-1612 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 147c akte 021 folio 402v, 403r)
---------------------------------
WILLEM zoon wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan HERMAN STOCKELMANS als voogd over SILVESTER zoon wijlen Meester JACOP LINTERMANS en ten behoeve van deze SILVESTER die een jaarlijkse rente van 3 gulden en 5 stuivers te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, op onderpand van een akker genoemd de Beckersekker, groot 5 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: het erf genoemd de Oude Ploeg, de Hoolstraat aldaar, MARTEN NICLAES VLEMMINCKS. Het onderpand is vrij van lasten zoals WILLEM verklaarde, getuigen GESTEL en BUCINCKS

HERMAN STOCKELMANS staat aflossing van deze rente altijd toe op Maria Lichtmisdag tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

Opm.: de helft van genoemde Beckersekker, was op 5-7-1543 in het bezit van THOMAS en DANIEL broers en wettige kinderen van JAN THOMAS VAN DER AMEIJDEN en GEERTRUIJT STOCKELMANS. Verm. is door vererving deze akker in het bezit gekomen van WILLEM THOMAS VAN DER AMEIJDEN. Een mogelijkheid is ook dat deze akte bij WILLEM THOMAS AERTS VAN DER AMEIJDEN thuishoort die dezelfde tijd leefde, maar voorlopig heb ik deze akte hier vermeld, dit geldt ook voor de akte van 31-7-1614, Georgina

31-7-1614 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 148a akte 200, 201 folio 443r, 443v)
---------------------------------
WILLEM THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan WOUTER CORNELISSEN die voortaan een jaarlijkse rente te gaan betalen van 3 gulden en 15 stuivers, steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag anno 1615, op onderpand van een stuk akkerland groot ca 6 lopenzaad, genoemd de Berckers Ecker, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de kinderen van wijlen WILLEMS DE METSER, de gemeenschappelijke straat, MARTEN NICLAES VLEMMINCKS, getuigen CROM en VERACHTER

Genoemde WOUTER CORNELISSEN uit de voorgaande akte, staat aflossing van de rente toe op Sint Jansdag van elk jaar, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

in marge:
met instemming van partijen doorgehaald 11 september 1639, getuigen STOCKELMANS en SCEPENS

Opmerking:
deze rente wordt op 5 juni 1630 door PETER JOORDENS VAN LAERHOVEN verkocht aan BERTJEN dochter van CHRISTIAENS VAN DER RIJT en hierbij wordt vermeld:

BERTJEN dochter van CHRISTIAENS VERRIJT met haar broer Heer ANTONIS VERRIJT als haar daarbij gekozen voogd heeft beloofd dat zij WILLEM THOMAS VAN DER AMEIJDEN deze rente van 3 gulden en 15 stuivers jaarlijks met 3 gulden zal laten betalen, waarbij ze aan WILLEM de 15 stuivers per jaar terruggeeftt die in de originele rentebrief waren inbegrepen zodat ze van WILLEM niet meer zal eisen dan 3 gulden per jaar, getuigen LOON en COLLENBERG

1-9-1636 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 175 folio 283v, 284r)
-------------------------------
WILLEM THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN heeft beloofd om aan WOUTER CORNELISSEN die voortaan een jaarlijkse rente te gaan betalen van 3 gulden en 15 stuivers, steeds vervallend op Sint Jansdag en voor de eerste keer per a.s. Sint Jansdag (24 juni) anno 1615, op onderpand van een stuk akkerland groot ca 6 lopenzaad, genoemd de Beckers Ecker, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: de kinderen van wijlen WILLEMS DE METSER, de gemeenschappelijke straat, MARTEN NICLAES VLEMMINCKS, getuigen CROM en VERACHTER

Genoemde WOUTER CORNELISSEN uit de voorgaan de akte staat aflossing van deze rente altijd toe op Sint Jansdag van elk jaar, tegen betaling van 50 gulden en de achterstallige termijnen, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, actum als boven

in marge: met instemming van partijen doorgehaald, datum 11 september 1639, getuigen STOCKELMANS en SCEPENS
JAN PETERS VAN DE LAECK heeft beloofd als schuldenaar aan JAN PETERS VAN ESCH als voogd en ten behoeve van PETER zoon wijlen WILLEM THOMAS VAN DER AMEIJDEN terzake van geleend geld, een bedrag van 50 Carolusguldens te betalen. Halverwege de termijn moet 3 gulden interest worden betaald. Als de som dan niet afgelost wordt zal de rente blijven doorlopen totdat er betaald is. Tot zekerheid wordt mede als onderpand gesteld een stuk akkerland afkomstig van JAN MEULENPAS en gekocht van PAUWELS GOORTS. Dit stuk land ligt in Oirschot, Sint Petersparochie, herdgang Hedel, belend door: HENRICK JAN ERVEN, JAN JAN MEULENPAS DE JONGE, JAN HENRIK SCEPENS en de gemeenschappelijke straat zoals hij verklaart, getuigen FRANKEN en VERHOEVE

in marge: met instemming van partijen gecasseerd op 31 oktober 1642, G. GOOSSENS
Notitie bij het overlijden van Marijke Peter Antonis: .
Zij is overleden voor 1-9-1636, want dan heeft haar zoon PETER voogden, en die worden alleen benoemd als één van de ouders overleden is
Notitie bij Peter Willems Thomas: .
1-9-1636 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 161a akte 175 folio 283, 284)
-------------------------------
JAN PETERS VAN DE LAECK heeft beloofd als schuldenaar aan JAN PETERS VAN ESCH als voogden en ten behoeve van PETER zoon van wijlen WILLEM THOMAS DER AMEIJDEN terzake van geleend geld, een bedrag van 50 Carolus guldens te betalen. Halverwege de termijn moet 3 gulden interest worden betaald. Als de som dan niet afgelost wordt zal de rente blijven doorlopen totdat er betaald is. Tot zekerheid wordt mede als onderpand gesteld een stuk akkerland afkomstig van JAN MEULENPAS en gekocht van PAUWELS JAN GOORTS. Dit stuk land ligt in Oirschot, Sint Petersparochie, herdgang Hedel, belend door: HENRICK JAN ERVEN, JAN JAN MEULENPAS DE JONGE, JAN HENRICK SCEPENS en de gemeenschappelijke straat zoals hij verklaart, getuigen FRANCKEN en VERHOEVEN

in marge: met instemming van partijen gecasseerd op 31 oktober 1642, G. GOOSSENS

18-7-1639 Betaligsbelofte (RA Oirschot Inv 164a akte 205 folio 264)
-------------------------------
JAN DIRCK HOUBRAKEN heeft als schuldenaar beloofd om aan JAN AELBERTS en JAN PETER ANTONISSEN VAN ESCH als voogden en ten behoeve van PETER zoon WILLEM THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN die een bedrag van 100 gulden te gaan betalen, per heden datum over 1 jaar vanwege geleend geld, met onderwijl een rente van 6 gulden. Indien de schuldenaar het kapitaal dan niet terugbetaalt, zal hij daarna steeds dezelfde vermelde rente moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen VELDE en FRANCKEN

in marge: met instemming van partijen doorgehaald, 23 februari 1645, quod attestor G. GOOSSENS secretaris 1645.23.2

5-11-1639 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 164a akte 305 folio 384, 385)
--------------------------------
JOORDEN JAN MELISSEN en zijn zoon JAN hebben beloofd om aan JAN PETERS VAN ESCH en aan JAN AELBERTS als voogden over en ten behoeve van PETER WILLEMS THOMASSEN VANDER AMEIJDEN, die per heden datum over 1 jaar een bedrag van 50 gulden te gaan betalen, met onderwijl een rente van 3 gulden. Indien JOORDEN en zijn zoon het kapitaal dan niet terugbetalen, zal dezelfde vermelde rente blijven doorlopen, totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen STOCKELMANS en VERHOEVEN
Notitie bij Thomas Willem Thomassen: .
17-6-1639 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 164a akte 169 folio 227v, 228r)
--------------------------------
JAN HANTSCHOENMAKERS, JAN WILBERTS en JOORDEN HENRICKS VAN HERSEL hebben samen en hoofdelijke beloofd om aan THOMAS zoon wijlen WILLEM THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN die per heden datum over 1 jaar vanwege gelelend geld, een bedrag van 132 gulden te gaan betalen, met onderwijl 8 gulden als rente. Indien zij het kapitaal dan niet terugbetalen, zullen ze daarna steeds dezelfde vermelde rente moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan, getuigen VELDE en FRANCKEN
Notitie bij het huwelijk van Henricus Aerts en Henrieksken Willem Thomas: .
19-3-1639 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 164a akte 094 t/m 096 folio 113, 114)
--------------------------------
ADRIAEN zoon wijlen PETER ADRIAENS VAN ESCH en ANTONIS HENRICKS VAN ESCH hebben samen en hoofdelijk als schuldenaars beloofd om aan HENRIEKSKEN dochter van wijlen WILLEM THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN vanwege geleend geld, die per heden datum over 1 jaar een bedrag van 100 gulden te betalen en onderwijl een rente van ..(blanko gelaten)... Indien ze het geld dan niet terugbetalen zullen ze daarna steeds dezelfde rente moeten blijven betalen al naar tijdsgelang totdat de hoofdom is voldaan, getuigen VELDE en FRANCKEN

Genoemde ADRIAEN PETERS VAN ESCH uit de vorige akte heeft beloofd aan ANTONIS HENRICKS VAN ESCH om die voor diens belofte uit de vorige akte te vrijwaren, actum als boven

Genoemde ADRIAEN zoon wijlen PETERS VAN ESCH heeft nog verklaard dat het afstand doen van het recht van vruchtgebruik door zijn moeder, alleen en uitsluitend is gebeurd vanwege extra zekerheid ten behoeve van genoemde HENRIEKSKEN (zij is degene die het geld aan hen leende) en daarom draagt hij dat vruchtgebruik nu weer terug over aan zijn moeder MARGRIET, actum als boven

in marge folio 114:
deze belofte is met instemming van partijen doorgehaald en het geld is door HENRICK AERT SIJCKENS ontvangen van ARIEN PETERS VAN ESCH, 28 februari 1651, getuigen ELMPT en VENTROP schepenen, P. VAN ANDEL secretaris
Notitie bij het huwelijk van Johannes Hubertus en Catharina Willem Thomas: .
26-5-1639 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 164a akte 154 folio 217v, 218r)
--------------------------------
MARGARETHA weduwe van PETER VAN ESCH daarbij geassisteerd door haar zoon ANTONIS, hebben samen en ieder hoofdelijke als schuldenaars beloofd om aan JAN PETER ANTONISSEN VAN ESCH ten behoeve van CATHARINA dochter van wijlen WILLEM THOMASSEN VERMEIJDEN vanwege geleend geld, die per heden datum over 1 jaar een bedrag van 100 gulden te zullen betalen met onderwijl een rente van 6 gulden. Indien zij het kapitaal dan niet terugbetalen, zullen ze daarna steeds dezelfde vermelde rente moeten blijven betalen, totdat de hoofdsom is voldaan. Diegene die betaling wenst te doen of te laten doen, dient dat de ander 3 maanden vooraf kenbaar te maken, getuigen STOCKELMANS en FRANCKEN

VIIi. Daniel Thomas Jansen van der Ameijden, † Oirschot vóór 10 nov. 1589, tr. Cathalijn Willem Henricks Aelbrechts, † Oirschot vóór 1 juli 1613.
Uit dit huwelijk:
1. Thomas Daniel Thomas van der Ameijden.
2. Daniel Daniels Thomas van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Cathalijn Willem Henricks en Daniel Thomas Jansen: .
Dit huwelijk wordt ook vermeld in het protocol van het Rechterlijk Archief van Oirschot d.d. 2-1-1582 i.v.m. de verkoop van een stuk land, deels groesland en deels land gelegen in Oirschot herdang Verrenbest (RA Oirschot Inv 142b akte 004 folio 259)

10-11-1589 Afstand vruchtgebruik (RA Oirschot Inv 143b akte 068 folio 343r)
-----------------------------------------
CATHALIJN dochter van wijlen WILLEM AELBRECHTS weduwe van DANEL THOMAS VAN DER AMEIJDEN geassisteerd door haar voogd HENRICK JANSSEN VERHOEVEN, doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een beemd genoemd de Langendijcksbeemd gelegen in Oirschot herdgang Hedel of Notel, belend door: de Langendijck, JAN ROEFS JUNIOR, de erfgenamen van PETER ADRIAEN THIJS. Ze doet nu afstand ten behoeve van de kinderen THOMAS en DANEL zonen van DANELS THOMAS VAN DER AMEIJDEN en CATHALIJN belooft alle lasten van haar kant af te handelen, getuigen METSER en VEN

16-7-1608 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 146b akte 191 folio 267r)
--------------------------------
MARGRIET dochter JAN JOORDEN PHILIPS weduwe GIJSBERT JAN LAUREIJSSEN geassisteerd met ARIEN JAN JORIS en STEVEN WILLEM SMETSERS als voogden benoemt in een testatament, van haar en haar kinderen verwekt bij genoemde GIJSBERT, hebben gezamenlijk en hoofdelijk beloofd om aan LIJNTGEN dochter WILLEM AELBRECHTS weduwe van DANIEL THOMAS VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 50 gulden te zullen betalen. Dit bedrag is opeisbaar op a.s. Maria Lichtmisdag over 4 jaar, waarvan a.s. Lichtmis 2 jaar rente zal vervallen zijnde 3 gulden per jaar en vervolgens elk jaar 3 gulden rente moet worden betaald gedurende deze 4 jaar, getuigen VERHOEVEN en CROM

in marge:
EIJMBERT DIELEN DIRKS als man van CATHALIJN dochter wijlen GOIJAERT GIJSBERT HOPPENBROUWERS, verwekt bij LIJSKEN dochter WILLEM AELBRECHTS, HENRCK GIJSBERT VAN DEN HEUVEL als man van HEIJLKEN dochter wijlen GIJSBERT JOORDEN SBROUWERS verwekt bij MARIEKE dochter van WILLEM WILLEM AELBRECHTS, CORNELIS zoon WILLEMS VAN BEERWINKEL als man van ARIJCKEN dochter wijlen GIJSBERT JOORDEN BRAUWERS verwekt bij MARIEKE dochter wijlen WILLEM AELBRECHTS, PETER WOUTERS VAN DE VENNE onze medeschepen en voogd van MARIEKE die dochter is van DIELIS FRANS LEEMANS op haar beurt verwekt bij CATHELINE dochter van GIJSBERT JOORDEN BRAUWERS en bij MERIKE dochter wijlen WILLEM AELBRECHTS, genoemde PETER WOUTERS VAN DE VEN en MERIKEN samen nog optredend voor GIJSBERT, FRANS en HANDERSKEN broers en zu van MARIKE LEEMANS, allen zijnde erfgenamen van wijlen LIJNTGEN dochter van wijlen WILLEM AELBRECHTS weduwe van DANIEL THOMAS VAN DER AMEIJDEN, verklaren dat ze volledig betaald zijn door MARGRIET dochter wijlen JAN JORIS PHILIPS, weduwe van GIJSBRECHT JAN LAUREIJS voor het bedrag van 50 gulden , datum de eerste juli 1613, getuigen VEN en NISTELROIJ

5-4-1613 Afstand aanspraken testament (RA Oirschot Inv 147c akte 110 folio 313v t/m 314v)
-------------------------------------------------
EIMBERT DIELEN DIRCKS als man van CATHALIJNE dochter van wijlen GOIJAERT GIJSBERT HOPPENBROUWERS door deze GIJSBERT (moet zijn GOIJAERT) verwekt bij wijlen LIJSKEN dochter van wijlen WILLEM AELBRECHTS, verder HENRICK GIJSBERT VAN DEN HEUVEL als man van HEIJLKEN dochter van wijlen GIJSBERT JOORDEN SBROUWERS, verwekt door deze GIJSBERT bij MERIKEN dochter wijlen WILLEM AELBRECHTS, verder WILLEM zoon wijlen GIJSBRECHT JAN LAUREIJSSEN verwekt door deze JAN (moet zijn GIJSBRECHT) en JENNEKEN dochter van wijlen WILLEM AELBERTS, verder CORNELIS WILLEMS VAN BEERWINCKEL als man van ARIKEN dochter van wijlen GIJSBERT JAN JOORDEN SBROUWERS verwekt door deze GIJSBERT bij MARIKEN (of moet dit MARGRIET zijn?) dochter van WILLEM AELBRECHTS zijnde in die hoedanigheid allen erfgenamen van wijlen CATHALIJNE dochter van wijlen WILLEM AELBRECHTS weduwe van DANIEL THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN, verklaren afstand te doen van aanspraken op het testament van wijlen deze CATHALIJN opgemaakt voor Heer GOORIS VAN CUIJCK vice-pastoor van de Sint Peterskerk te Oirschot d.d. 20 maart 1612. Ze doen er nu afstand van ten behoeve van ARIEN ARIENS VAN HOUT als man van ELISABETH dochter van wijlen WILLEM SEBERTS door deze WILLEM verwekt bij MARIEKE dochter van wijlen vermelde WILLEM AELBERTS, behoudens een bedrag van 50 gulden, dat wijlen deze CATHALIJN had uitgeleend aan genoemde MARGRIET (er is hiervoor nergens sprake van enige MARGRIET tot nu toe) weduwe van genoemde GIJSBERT JAN LAUREIJSSEN, die ze in haar nood had gegeven. Ze beloven dit afstanddoen altijd gestand te zullen doen, getuigen VEN en GOOSSENS

VIIj. Antonis Thomas Janssen van der Ameijden, † vóór 16 maart 1596, tr. Elisabeth Lambrechts van Creijelt.
Uit dit huwelijk:
1. Catharina Antonis Thomas de Oudste van der Ameijden, tr. Jan Jacop Henricks.
2. Henricksken Antonis Thomas van der Ameijden, † Oirschot vóór 24 juli 1624, tr. vóór 17 juni 1613 Henrick Adriaens van der Marselaer (Maerselaer), † vóór 1636.
3. Margriet Antonis Thomas van der Ameijden, tr. Peter Dircks.
4. Catharijn Antonis Thomas de Jongste van der Ameijden, tr. Jan Adriaens Henricks.
5. Marieken Antonis Thomas van der Ameijden, tr. Jan Henricks.
6. Eijmbrecht Antonis Thomas, volgt VIIIf.

Notitie bij het huwelijk van Elisabeth Lambrechts en Antonis Thomas Janssen: .
Let op er zijn in dit gezin 2 dochters die CATHARINA heten, Georgina

16-3-1596 Verkoop erfdeel akker (RA Oirschot Inv 144c akte 077 folio 390r, 390v)
---------------------------------------
CATHARINA, HENRIKSKEN, MARGRIET, MARIEKENEN, CATHARIJN, gezusters en dochters van wijlen ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij ELISABETH dochter van LAMBRECHT VAN CREIJELT geassisteerd door Meester DIRCK TOORKENS, GOOSSEN GOIJAERT GOOSSENS, ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS en JACOP MICHIELS VAN STRIJP hun voogden, waarbij Meester DIRCK en GOOSSENS ook optreden voor HENRIEKSKEN, MARGRIET, MARIEKEN en CATHARINA, verkopen hun erfdeel zijnde voor elk kind het 6e deel van een akker genoemd de Hertog, groot in totaal 3 lopenzaad, gelegen in herdgang de Notel, belend door: het Hertogenland, HENRICK MICHIELS VAN DE SCHOOT, de kinderen van THOMAS VAN DER AMEIJDEN, een lijkweg zijnde de Notelse straat. De perceelsgedeeltes worden nu verkocht aan hun broer EIJMBRECHT en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behoudens de grondchijns, getuigen HOEVEN en CROM

EIJMBRECHT zoon wijlen ANTONIS TOMAS VAN DER AMEIJDEN verkoopt zijn erfdeel waarop hij recht heeft vanwege zijn ouders, behalve de akker genoemd de Hertog die hij vandaag heeft verkregen, ook nog met uitzondering van zijn aanspraken in een akker genoemd de Faesakker, waar deze goederen zich verder ook binnen of buiten Oirschot zouden bevinden. Hij verkoopt dit bezit nu aan CATHERIJN, HENRIKSKEN, MARGRIET, MARIEKEN en CATHARINA DE JONGSTE, zijn zusters, actum als boven

15-2-1597 Verkoop akker (RA Oirschot Inv 144c akte 080, 081 folio 472v, 473r)
------------------------------
EIJMBRECHT zoon wijlen ANTONIS THOMAS (VAN DER AMEIJDEN) voor zichzelf en samen met Meester DIRCK TOERKENS als voogden over de kinderen van ANTONIS THOMASSEN (VAN DER AMEIJDEN) op grond van een bepaald schepenbankdecreet, verkopen hierbij een akker groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, genoemd de Faesekker, belend door: het Hertogenland, de ploegakker, de weduwe GERART LENAERTS, de kinderen van THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN, waarvan is afgedeeld. Het perceel wordt verkocht aan GOOSSEN zoon GOIJAERT GOOSSENS en de verkopers beloven in hun hoedanigheid alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van ca 2 stuivers, een jaarlijkse pacht van 1 mudde rogge, onaflosbare pacht volgens het testament van THOMAS VAN DER AMEIJDEN en zijn dochter GEERTRUID, welke pacht vandaag wordt vastgelegd, getuigen GESTEL, BUCKINCK schepenen

GOOSSEN zoon wijlen GOIJAERT GOOSSENS heeft beloofd om aan CATHARIJN DE JONGSTE dochter van wijlen ANTHONIS THOMAS VERMEIJDEN, conform het testament van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN en diens dochter GEERTRUID, 1 mudde rogge te betalen gedurende het leven van deze CATHARIJN, waarbij na haar dood deze pacht vervalt op de kinderen en erfgenamen van ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN. De rogge moet van goede kwaliteit zijn, Oirschotse maat en mag niet worden afgelost en is ook niet onderheven aan enig plakkaat van de regering en vervalt ieder jaar op Maria Lichtmisdag en de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag. Onderpand hiervoor is de akker uit de voorgaande akte, actum als boven

in marge 1:
Verschenen voor heren drossaard en schepenen onderbenoemd, HENRIK HOBBELEN voor zichzelf, verder ADRIAEN VAN DOOREN en THEODORUS VAN DOOREN als voogden over de 5 minderjarige kinderen van HENDRICK VAN DOOREN, hiertoe gemachtigd door WILLEM VAN RIJSENS door een transport voor heren schepenen alhier d.d. 8 november 1729, die verklaarden dat aan hen door de kinderen van CLAES JOORDEN VLEMMINCKS aan CORNELIS WALRAVEN het mudde rogge is afgelost en stemmin in met doorhaling. In aanwezigheid van de drossaard JACOBUS COENRAETS en WILLEM TEMPELAERS schepen in Oirschot op .. september 1728
(dus na 131 jaar werd de rogpacht pas afgelost, Georgina)

in marge 2:
EIJMBRECHT heeft verklaard dat genoemde GOOSSEN daarnaast nog dezelfde kinderen een bedrag van 40 gulden heeft betaald

27-12-1598 Huurovereenkomst (ONA Oirschot Inv 6 folio 2v RHC Eindhoven )
--------------------------------------
Op 27 december 1598 verschenen voor Notaris DIERICK TOERKENS te Oirschot de kinderen van ANTHONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN overleden t.w. LIJNTKEN, GRIETKEN, HENRICXKEN, MARIKEN en verpachten een hofstede aan DIRCK BALTUSSEN VAN DEN HEUVEL. Verder genoemde personen in deze akte: DIRCK TOERKENS, WILLEM HEIJLIGEN, HENRICK GERITS, PETER JOIRDENS, JAN ARIENS

8-5-1601 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 145b akte 139 t/m 141 folio 252v, 253r)
--------------------------------
JAN zoon wijlen JACOP HENRICKS als man van CATHARINA DE OUDSTE, JAN zoon ADRIAEN HENRICKS als man van CATHARINA DE JONGSTE, HENRIEKSKEN, MARGRIET en MARIEKEN gezusters en kinderen van ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN, waarbij deze HENRIEKSKEN, MARGRIET en MARIEKEN worden geassisteerd door HENRICK VAN DER STERRE, schepen en AERD SGRAETS als secretaris, hun hierbij gekozen voogden, verkopen een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot, herdgang de Notel, belend door: JORIS JANSSN en meer anderen, de gemeijnte, GOOSSEN GOIJAERTS. Het bezit wordt nu verkocht aan GOIJAERDEN GOOSSEN GOIJAERTS en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 gulden en 5 stuivers aan de H. Geest te Oirschot, nog 6 gulden per jaar aan Heer JAN GOOSSENS, nog 2 gulden per jaar aan CATERIJN weduwe van DANEL THOMAS en de grondchijns, getuigen METSER en H. HOPPENBROUWERS

GOIJAERT zoon GOOSSEN GOIJAERTS en DIELIS ADRIAEN ZUTERICKS hebben samen en ieder hoofdelijke beloofd om aan genoemde verkopers een bedrag van 150 gulden te betalen met een rente van 7 percent per a.s. Maria Lichtmisdag en nog 305 gulden ook met dezelfde rente van 2 jaar per a.s. Maria Lichtmisdag over 1 jaar, actum als boven

Genoemde GOIJAERT heeft beloofd om genoemde GIELISSEN voor diens betalingsbelofte te zullen vrijwaren (GIELIS is verm. zijn borg)

in marge 1:
HENRICK ARIENS VAN DE MAERSELAER verklaart onder protest hierop 50 gulden en 15 stuivers te hebben ontvangen, 2 februari 1604, getuigen HOPPENBROUWERS en VAN DER STERRE

in marge 2:
JAN HENRICKS als man van MARIKEN dochter van ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN verklaart dat hij voor deze belofte volledig is voldaan door GOOSSEN GOORTS zoals blijkt uit een kwitantie opgemaakt door Meester DIRCK TOORKENS en door genoemde JAN van zijn merkteken voorzien, getuigen 12 februari 1609, quod attestor J. DE KELST secretaris

in marge 3:
PETER DIRCKS als man van MARGRIET dochter van ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN verklaart uit handen van GOOSSEN GOORT SMITS een bedrag van 121 gulden en 4 stuivers te hebben ontvangen zoals blijkt uit een kwitantie die door deze PETER DIRCKS van een merk is voorzien in aanwezigheid van Heer ADRIAEN DENIS VAN DEN DIJCK pastoor te Bladel, die ook door deze Heer ADRIAEN werd ontvangen zoals deze dat bevestigde, 12 februari 1609 J. quod attestor J. DE KELST secretaris

in marge 4:
-------------
HENRICK AERIENS VAN DE MAERSELAER weduwnaaar van HENRIEKSKEN TONIS VERMEIJEN verklaar dat hij vanwege deze 50 gulden voor zijn aandeel, samen met de rente daarover, door GOOSSEN GOIJAERTS is voldaan, getuigen VERHOEVEN en LOON

31-3-1611 Verkoop land uit erfenis (RA Oirschot Inv 147b akte 127, 128 folio 203r t/m 205v)
------------------------------------------
DIRCK JANSSEN VAN ROIJ als man van MARGRIET dochter van JANS VAN DEN LAECK die ook optreedt namens de kinderen van DIELIS WILLEMS VAN DE MAERSELAER en ook nog gerechtigd is namens de kinderen van AGNEESE WILLEMS, verder hierbij PETER JANSSEN VAN DE LAECK die voor zichzelf handelt en ook voor zijn broers en zusters danwel voor hun kinderen, verder hierbij HENRICK MICHIELS en WILLEM AERT SROIJEN als man van ANNEKEN, beiden zoon resp. dochter van ANTONIS HUIJSKENS, voor henzelf handelend en ook namens de kinderen van DANIEL DE CORT, verder hierbij RUTGER OIRLEMANS als man van HEIJLWICH dochter van DIELIS DE CORT, verder NICLAES WILLEM GOOSSENS als man van HENDERSKEN, Meester DIRCK TOORKENS als man van CATHARINA, beiden zijn dochters van JAN DE CROM, voor henzelf optredend en mede voor de andere kinderen van JANS DIE CROM verwekt bij ANNEKEN dochter van WILLEM DE CORT en verder nog WILLEM ANTHONISSEN VAN DER AMEIJDEN en HENRICK ARIENS VAN DE MAERSELAER als echtgenoten en mede voor diens broer voor JAN zoon THONIS THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN en voor de andere erfgenamen van ANTONIS THOMAS VAN DER AMEIJDEN, zij allen zijnde erfgenamen van wijlen JAN DE CORT, verkopen hierbij een akker zoals ze die hebben geerfd na het overlijden van genoemde JAN DE CORT, groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten aldaar in de Kuetelstraat, belend door: Heer en Meester PETER BRESSERS, de weduwe en kinderen van LAMBERT WILLEMS GOORTS, het Pollenland, de gemeenschappelijke straat, behalve de rechten in deze akker van JACOB DIRCKS DE CORT daarin. Ze verkopen dit bezit nu tegen de hoogste bieding aan JASPER PHILIPS VAN ESCH en de verkopers beloven alle lasten van hun kant daarin af te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van 1 Bosch mudde rogge aan het klooster van de Kruisbroeders in Den Bosch, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag. Verder moet de koper de dorpslasten gaan betalen en zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, getuigen VERHOEVEN en VERACHTER die het aandroegen

Alle erfgenamen uit de vorige akte, behalve hierbij WILLEM AERT SROIJEN verkopen hierbij een beemd, gelegen in Oirschot, herdgang Straten, genoemd de Hooge Veerdonck, belend door: de kinderen van HENRICK GERITS, de weduwe van DIELIS WILLEMS VAN DE MAERSELAER, MICHIEL ANTHONIS HUIJSKENS, behoudens de rechten in deze beemd toebehorend aan JACOB DIRCKS DE CORT en de zijnen. Het perceel wordt nu verkocht aan WILLEM AERT SROIJEN en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 gulden aan DANIEL zoon DIRCK DIELENS, waarvan de eerste termijn vervalt per a.s. Maria Lichtmisdag en verder behalve de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen, actum als boven
Notitie bij het overlijden van Henricksken Antonis Thomas: .
Op deze datum wordt HENRICK ADRIAENS VAN DE MAERSELAER vermeld als weduwnaar van HENRIEKSKEN bij de ontvangst van de betaling dat door GOOSSEN GOIJAERTS werd voldaan i.v.m. de aankoom van een huis etc. (zie bij ouders HENRIEKSKEN)
Notitie bij het huwelijk van Henrick Adriaens en Henricksken Antonis Thomas: .
17-6-1613 Testament (RA Oirschot Inv 155a jaar 1630! akte 175 folio 266, 267)
--------------------------
In de naam des Heren Amen. Op 17 juni 1613 verscheen HENRIK VAN DE MARSELAER gezond zijnde en HENRIEKSKEN ANTONIS VAN DER AMEIJDEN diens vrouw die ziek in haar bed lag, maar wel in het bezit van haar verstandelijke vermogens en deze hebben hun testament opgemaakt. Ze bevelen hun ziel aan bij God en willen hun lichaam in gewijde grond hebben begraven. De testateurs vermaken elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden al hun vaste en roerende bezittingen van welke aard dan ook die door deze langstlevende (voor zover die niet komt te hertrouwen) mogen worden verkocht of bezwaard alsof de beiden testateurs in leven zouden zijn geweest. Indien de langstlevende met een ander komt te huwen, vermaken ze elkaar aan de langstlevende van hen beiden nog een bedrag van 100 gulden te betalen uit hun meest courante bezit, verder 1 van hun beste koeien, 1 bed met toebehoren en verder alle kontante vorderingen die aan hen testateurs nog betaald moeten worden. Het overige bezit vermaken de testateurs aan hun wettige kinderen. De testateurs verklaren dat dit hun testament is en willen het als zodanig hebben uitgevoerd. Aldus gedaan ten huize van de testateurs, getuigen MARTEN VLEMMINCKS en diens broer PETER. Dit merk + was van PETER en dit merk + was van MARTEN. Attestor en ondertekend LAMBERT VAN BOXTEL notaris.

19-6-1630 Verkoop huis etc (RA Oirschot Inv 155a akte 173 folio 263, 264)
----------------------------------
HENRICK ADRIAENS VAN DE MARSELAER voor zichzelf handelend maar ook daartoe gemachtigd zijnde middels het testament opgemaakt voor Meester LAMBERT VAN BOXTEL, notaris en getuigen d.d. 17 juni 1613, hem HENRICK daarin verleend als langstlevende door diens vrouw HENRIEKSKEN dochter van ANTONIS VAN DER AMEIJDEN, zoals ons duidelijke is gebleken, verkoopt hierbij een huis, hofstand, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: JAN WILBERTS, JAN HERBERTS VAN WINTELRE, de weduwe van ARIEN DIRCKS VAN DE MARSELAER, ANDRIES GORIS VAN VESSEM, GIJSBERT DIELIE HOPPENBROUWER, de gemeijnte aldaar. Het bezit wordt nu verkocht aan FRANS GOIJAERT HOPPENBROUWERS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de grondchijns en de dorpslasten. De koper moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. De verkoper behoudt voor zichzelf de kamer die aan het huis staat met 4 roedes tuin, die hij zijn leven lang mag bewonen en gebruiken en na zijn dood gaat het naar de koper, getugien LOON, G. GOOSSENS en EKERSCHOT

FRANS GOIJAERT HOPPENBROUWERS van hiervoor heeft als restant koopsom beloofd om aan HENRIK ARIENS VAN DE MARSELAER die binnen nu en 8 dagen een bedrag van 125 gulden te betalen en per a.s. Sint Remigiusdag een bedrag van 300 gulden alles zonder rente en per heden datum over 1 jaar een bedrag van 1000 gulden met een rente van 5 percent. Indien hij het geld dan niet heeft betaald, zal hij daarna steeds dezelfde vermelde rente moeten blijven betalen totdat de hoofdsom is voldaan. FRANS mag de laatste genoemde 1000 aflossen in termijnen van 100 gulden steeds per heel jaar of half jaar met de rente daarbij al naar tijdsgelang aan te passen. FRANS stelt hiervoor zichzelf borg en ook al zijn bezit, speciaal het gekochte bezit, actum als boven

Opm. Het is vermoedelijk een grote hoeve en hofstad gezien het bedrag van totaal 1425 gulden, dat komt bijna niet voor in die tijd, volgens mij moet dit schrijffout zijn, 425 gulden lijkt mij voor die tijd beter !! Georgina

in marge 1:
HENRIK VAN DE MARSELAER heeft verklaard 25 gulden te hebben ontvangen en daarop is de helft van de kosten van wijnkoop in mindering gebracht van 22 gulden en 10 stuivers en nog 14 stuivers als schrijfgeld, 6 ju ni 1630 (?)
in marge 2:
Daarna nog 100 gulden betaald op 14 november 1632 en 1 jaar rente ontvangen
in marge 3:
Ten volle aan de erfgenamen en uitvoerders van het testament van HENRIK VAN DE MARSELAER voldaan, quod attestor G. GOOSSENS 1636

Verder stond er in het protocol direkt onder de akte hierboven nog te lezen:

Wij DIRCK GOIJAERTS VAN LOON, GERARD JAN GOOSSENS en EVERAERT HENRICK EKERSCHOT schepenen verklaren hierbij plechtig dat wij een authentieke kopie van een testament hebben gezien met de volgende inhoud: daarna volgt het testament van 17-6-1613, daaronder stond weer: dit is een authentieke kopie die met het origineel overeenkomst, ondertekend door mij als openbaar notaris W. VAN STIPHOUT, datum van deze brieflezing 19 juni 1630

VIIIf. Eijmbrecht Antonis Thomas van der Ameijden, † vóór 5 juni 1676, tr. Oirschot (ondertrouw) 19 maart 1595 Aleijdis (Allegonda) Jan.
Uit zijn relatie met Anna Ruth Erven:
1. Elisabeth natuurlijke dochter Eijmrecht Antonis Thomas van der Ameijden, geb. Oirschot omstr. 1595.
Uit zijn huwelijk:
2. Mariken Eijmbrecht Antonis van der Ameijden.
3. Antoniske Eijmbrecht Antonis van der Ameijden, tr. Gerit Henricks van Berse.

Notitie bij het huwelijk van Aleijdis (Allegonda) en Eijmbrecht Antonis Thomas: .
het huweljk van EIJMBRECHT en ALEIJDIS was te Eindhoven

24-9-1597 Verkoop akker (RA Oirschot Inv 144c akte 270 folio 425r, 425v)
------------------------------
EIJMBRECHT zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een akker genoemd den Hertog groot ca 3 lopenzaad gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belen door: HENRICK MICHIELS VAN DE SCHOOT, het Hertogenland, een lijkweg. de kinderen van THOMAS THOMASSEN VAN DER AMEIJDEN. Het perceel wordt nu verkocht aan ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS en de verkope belooft alle lasten van zijn kant af te handelen behoudens de grondchijns, getuigen CROM en HOUBRAKEN

Genoemde ADRIAEN heeft aan genoemde EIJMBRECHT VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 148 gulden beloofd, per a.s. Maria Lichtmisdag samen met een rente van 7 percent per jaar, actum als boven

15-3-1599 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 145a akte 126 folio 113v)
---------------------------------
EMBRECHT zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN heeft als schuldenaar beloofd om aan WOUTER ANDRIES SCHELLEKENS een bedrag van 58 gulden en 10 stuivers te zullen betalen per a.s. Sint Bavodag, getuigen HOUBRAKEN en CORT

5-6-1676 Attestatie (RHC Eindhoven Inv 84 folio 388v)
------------------------
Op 5-6-1676 verklaren HENRICK JANSSEN VAN BEERWINCKEL oud ca 65 jaar en JAN JAN METSERS oud ca 69 jaar voor Notaris HENRICK LEERMAKERS te Oirschot, t.i.v. MARIKEN GERAERTS (GERIT) VAN BERSSE oud ca 50 jaren, arm en ziek, dat MARIKEN een dochter is van GERART HENRICKS VAN BERSE en ANTONISKEN EIJMBRECHTS VAN DER AMEIJDEN en dat ANTONISKEN een dochter is van EMBRECHT ANTONIS VAN DER AMEIJDEN en ALLEGONDA, als getuigen traden op DIRCK JANSSEN VAN ENATTEN en JACOB VAN BOXTEL
Notitie bij de relatie van Anna Ruth en Eijmbrecht Antonis Thomas: .
24-9-1596 Verkoop akker (RA Oirschot Inv 144c akte 270, 271 folio 425r, 425v)
------------------------------
EIJMBRECHT zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN verkoopt een akker genoemd den Hertog groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, belend door: HENRICK MICHIELS VAN DE SCHOOT, het Hertogenland, een lijkweg, de kinderen van THOMAS THOMASSN VAN DER AMEIJDEN. Het perceel wordt nu verkocht aan ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behoudens de grondchijns, getuigen CROM en HOUBRAKEN

Genoemde ADRIAEN heeft aan genoemde EIJMBRECHT VAN DER AMEIJDEN een bedrag van 148 gudlen beloofd, per a.s. Maria Lichtmisdag samen met een rente van 7 percent per jaar, actum als boven

16-4-1597 Onderhoud onwettig kind (RA Oirscot Inv 144c akte 209 t/m 211 folio 499r, 499v)
--------------------------------------------
EIJMBRECHT zoon wijlen ANTONIS VAN DER AMEIJDEN heeft ca 2 jaar gelegen een natuurlijke dochter verwekt bij ANNEN dochter van RUTH ERVEN, genoemd ELISABETH.
Om in de toekomst vanwege deze ontmaagding, kraamkosten en onderhoud van het kind, geen meningsverschillen te krijgen, zijn daarom voor ons schepenen verschenen deze EIJMBRECHT en ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS partij enerzijds en ELISABETH weduwe van RUTH HERVEN geassisteerd met haar zoon GOIJAERT, waarbij deze GOIJAERT ook optreedt voor diens zuster ANNEN partij anderzijds en hebben door bemiddeling van een arbitragecommissie het volgende akkoord gesloten. EIJMBRECHT zal aan ELISABETH als weduwe van RUT ERVEN per a.s. Maria Lichtmisdag een bedrag van 45 gulden betalen. Daarnaast belooft genoemde ELISABETH met haar zoon GOIJAERT, mede voor genoemde ANNA, dit natuurlijk kind voortaan te zullen onderhouden inzake voeding, kleding etc. waarvoor deze EIJMBRECHT verder gevrijwaard zal blijven. Verder is afgesproken dat ANNA de moeder van het kind, deze EIJMBRECHT nooit meer lastig zal vallen inzake de kosten van deze ontmaagding en bevalling.
Partijen beloven elkaar over en weer dit kontrakt na te zullen komen, getuigen VLEMMNCKS en BUCKINCKS

ELISABETH en GOIJAERT verklaren de helft van genoemde 45 gulden te hebben ontvangen, actum als boven

Genoemde EIJMBRECHT heeft beloofd als schuldenaar om ADRIAEN WILLEM ZUETERICKS voor diens belofte te zullen vrijwaren, actum als boven
Notitie bij het huwelijk van Gerit Henricks en Antoniske Eijmbrecht Antonis: .
zij hebben een dochter MARIKEN en ALEIJT die wordt genoemd in de akte van 5-6-1676 (zie bij EIJMBRECHT ANTONIS VAN DER AMEIJDEN)

VIn. Willem Jan Thomas van der Ameijden, tr. Margriet Aerts Henrick Aerts van Nistelroij, dr. van Aerts Henrick Aerts en Agnese NN.
Uit dit huwelijk:
Jan Willem Jan Thomas van der Ameijden.

Notitie bij het huwelijk van Margriet Aerts Henrick Aerts en Willem Jan Thomas: .
27 juli 1556 Verkoop erfdelen (RA Oirschot Inv 138a akte 245, 246 folio 66v, 67)
-----------------------------------
HENRICK zoon wijlen AERT VAN NISTELROIJE en WILLEM JANS VERMEIJEN als man van MARGRIET dochter van genoemde AERTS VAN NISTELROIJE verkopen hun erfdelen inzake een jaarlijkse rente van 25 stuivers welke rente DANIEL AERT MARCELISSEN eerder had beloofd aan HENRICK AERTSZOON VAN NISTELROIJ, steeds vervallend op Sint Jansdag op onderpand van een huis, tuin etc. genoemde de Ruijtenborch, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: ALEIJTS VAN HERSEL en haar kinderen, de straat conform een schepenbrief van Oirschot. Het bezit wordt nu verkocht aan MECHTELD dochter van genoemde AERTS VAN NISTELROIJ waarbij zijzelft het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen verwekt bij PETER HENRICKS VAN BEERZE, het erfrecht. De verkoper beloven alle lasten van hun af te handelen, getuigen CROM en LAUWER

DANIELS AERTSZOON VAN DER AMEIJDEN, PETER GERITSZOON VAN DER VLEUTEN en JAN HENRICKS VAN BEERZE als voogden over de mnderjarige kinderen van wijlen PETER HENRICKS VAN BEERZE (BAUWENS) verkoper het 3e deel waarop zij recht hebben inzake de brouwinstallatie die in de herberg de Wildenaam staat afkomstig van AERDEN VAN NISTELROIJ en diens vrouw AGNESE. En de verkopers beloven alle lasten nu van hun kant af te handelen, actum als boven
Notitie bij Jan Willem Jan Thomas: .
vermeld 1587 Eindhoven

IIIb. Thomas Henrick Aerts van der Ameijden, † vóór sept. 1452, tr. Aleijt Goijaerts de Beckers, dr. van Goijaert de Beckers (die Becker van Oerscot) van Straten en Aleijt Jan natuurlijke zoon Heer Willem Vos.
Uit dit huwelijk:
1. IJda Thomas Henricks van der Ameijden, tr. vóór sept. 1452 Jan Jan Andries Jan van de Laeck, zn. van Jan Andries ook genoemd Jan van Gunterslaer en Elsbeen Nn.
2. Aleijt Thomas van der Ameijden, geb. omstr. 1435, † Oirschot vóór sept. 1475, tr. vóór sept. 1452 Goessen (Goeswijn) Thomasz van Oudenhoven (Audenhoven), geb. omstr. 1432, † 1500, zn. van Thomas Goossen en Margriet Claes van Doerne (Deurne).

Notitie bij het huwelijk van Aleijt Goijaerts en Thomas Henrick Aerts: .
In het Bossche Protocol (Oirschot) okt 1433 - sept 1434 folio 128r wordt ALEIJT vermeld als dochter van JORDEN GOIJARTSS DIE BECKER maar volgens mij is dat niet goed!!

De twee dochters IJDA en ALEIJT met hun echtgenoten zijn erfgenamen van hun tante KATALIJN WILLEM ELIAS VAN DER AMEIJDEN die gehuwd was met JOERDEN GOIJAERTS DE BECKERS. Zie voor verdere gegevens aldaar. De dochters met hun echtgenoten worden samen ook vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) periode okt 1451 - sept 1452 folio 91v en okt 1453 - sept 1454 folio 123v

In het protocol van Den Bosch (Oirschot) Inv 1204 periode okt 1433 - sept 1434 folio 128r en protocol (Oirschot) Inv 1250 periode okt 1480 - sept 1481 wordt ALEIJT vermeld als ALEIJT JORDEN DIE BECKER maar dat is niet goed!

25-10-1470 Verkoop helft huis (RA Oirschot Inv 123a akte 299 folio 50v (oude nummering folio 99)
-------------------------------------
Verschenen is JAN JANS VAN DE LAECK als man van IDA dochter van wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, verder GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN als man van AELEIJT dochter van genoemde THOMAS VAN DER AMEIJDEN en verkopen nu aan PETER JAN HANSCOMAKERS die de helft van een huis, tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang Straten, belend door: WILLEM COLEN, JAN DIRCKS, de gemeenschappelijke straat, zoals ze dat eerder als echtgenoten hebben verkregen na de dood van JOERDEN WILLEM BECKERS. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, getuigen GELDROP en DIRCK HUIJSKENS

Verschenen is PETER JAN HANSCOMAKERS uit de vorige akte en belooft aan JAN VAN DE LAECK en aan GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN die voortaan een jaarlijkse pacht van 23 lopen rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, zoals is omschreven in de vorige akte. Als hij deze pacht tussen nu en 5 jaar niet aflost, dan moet hij de pacht wel steeds in herdgang Straten betalen, actum als boven

1471 Afstand rechten etc. (RA Oirschot Inv 123a akte 299, 300 folio P122r
--------------------------------
Komen is GOESSEN THOMAES VAN OUDENHOVEN als man van ALEIJT dochter van THOMAES VAN DER AMEIJDEN en doet afstand van zijn rechten en aanspraken ten behoeve van JAN VAN DE LAECK inzake een pacht van 2 mud rogge per kaar, maat van Oirschot welke pacht jaarlijks wordt betaald door HENRICK DE HOPPENBROUWER op onderpand van een stuk land genoemd de Gheelst, gelegen in herdgang Straten, en welke pacht hij heeft verkregen van CLAES DE BECKER. Nog zijn rechten inzake een pacht van 14 lopen rogge, de helft ervan, welke pacht jaarlijks wordt betaald door de kinderen van DIRCK RUELENS (VAN DER AMEIJDEN). Nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Hulschoerbeemd. Nog inzake de helft van een rente van 2 pond paijment die wordt betaald door DIRCK HAPPEN volgens de brieven ervan. Nog inzake de helft van 2 pond paijment die betaald wordt door de kinderen van GOIJAERT BECKERS. GOESSEN belooft dit afstanddoen altijd na te zullen komen, geen datum en getuigen vermeld

Komen is JAN VAN DE LAECK uit de vorige akte als man van IDA (THOMAES VAN DER AMEIJDEN en doet geheel uit vrije wil afstand van alle rechten en brieven ten behoeve van genoemde GOESSEN inzake de helft van een pacht van 2 mud en 4 lopen rogge die afkomstig is van HEIJNEN MELIS. Nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Berendonk, nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Deenkensmeij volgens de brieven ervan. Jan belooft dit afstand doen altijd na te zullen komen, actum als boven
Notitie bij IJda Thomas Henricks: .
zij wordt vermeld in het Bossche Protocol periode okt 1480 - sept 1481 folio 70r
Notitie bij het huwelijk van Jan Jan Andries Jan en IJda Thomas Henricks: .
GTOB oktober 2005 pag 123 door Anton Neggers:
------------------------------------------------------------
JAN JANSZ VAN DE LAECK huurt voor 6 jaar vanaf Sint Remijs 1456 een stuk bouwland in de hertgang van Gunterslaer van DIRCK VAN DEN HOEVE (’s-Hertogenbosch R 1226 (Bossche Protocol (Best) okt 1455 - sept 1456 folio 548)

Met zijn zwager GOESSEN THOMAS VAN AUDENHOVEN bezit JAN de helft van een huis te Straten, dat zij op 25 oktober 1470 transporteren aan PETER JAN HANTSCOENMEKERS (RA Oirschot Inv 123 folio 99)

Hun kinderen zijn: ARNT JAN VAN DE LAECK die op 14 mei 1511 namens zichzelf en zijn zuster enige erfgoederen transporteren aan HENRICK JAN CORTEN. Een van de zusters is KATHELIJN getrouwd met WILLEM PETER JAN LEMMENS ( RA Oirschot Inv 128 folio 329)

O.L. Vrouw Ontvangenisdag 1468 Aankoop huis etc (RA Oirschot Inv 122a akte 111, 112 folio P222r)
--------------------------------------------------------------
Verschenen is hier RUTGER BENEDICTUS en verkoopt aan JAN ANDRIES VAN DER LAECK een huis met tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, belend door: KATALIJN WILLEM SCOMAKERS, de gemeenschappelijke straat, JAN PETER HAECKS. RUTGER als verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 5 lopen rogge per jaar Oirschotse maat aan HEIJLKEN WAERLOS en een halve braspenning per jaar als grondchijns, getuigen ANDRIES VAN DER LAECK en CROM

Verschenen is hier JAN ANDRIES VAN DER LAECK en belooft als schuldenaar om aan RUTGER BENEDICTUS die per a.s. Maria Lichtmisdag over 4 jaar een bedrag van 51 Peters te gaan betalen, elke Peter tegen 19 stuivers gerekend en daarnaast nog elk jaar 21 lopen rogge, Oirschotse maat, actum als boven

12-11-1471 Afstand helft rente (RA Oirschot Inv 123a (2353) akte 250 folio P113v)
--------------------------------------
Komen is JAN JANSEN VAN DER LAECK als man van IDA wettige dochter van THOMAES VAN DER AMEIJDEN, voor hemzelf handelend en voor GOOSSEN THOMAES VAN DER AMEIJDEN en doen afstand van hun rechten ten behoeve van CLAES zoon GOIJAERT BECKERS inzake de helft van een rente van 4 pond paijment per jaar die hij had gekocht van genoemde GOESSEN, steeds te betalen op Sint Maartensdag in de winter. Die helft van de rente had hij gekocht van genoemde GOOSSEN op onderpand van een stuk land genoemd de Grotenakker, gelegen in herdgang Straten in het Bodemsgeloekt daar, belend door: JAN ..., de gemeijnte. De verkoper belooft deze overdracht gestand te doen, getuigen ANDRIES , DANIEL en HOPPENBROUWER

14-5-1511 Verkoop erfelijk bezit door zoon (RA Oirschot Inv 128a akte 039 folio P156v (329)
---------------------------------------------------
AERT JANSSEN VAN DE LAECK verkoopt aan HENRICK JAN CORSTENS bepaald erfelijk bezit, pachten en rentes die hij heeft geerfd van ALEIJT SMELTERS. De verkoper belooft voor hemzelf handelend en ook voor zijn zusters, en namens alle kinderen van IKEN VAN DER AMEIJDEN aan HENRICK JAN CORSTENS dat hij deze verkoop altijd gestand zal doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, getuigen BELAERTS en MAERSELAER
Notitie bij het huwelijk van Goessen (Goeswijn) Thomasz en Aleijt Thomas: .
THOMAS de zoon van GOESSEN en ALEIJT heeft een onecht kind verwekt bij LISBETH JANSDR VAN DER VLOET zoals blijkt uit een akte van 16-4-1493 (zie hieronder)

Het huwelijk van GOESSEN EN ALEIJT wordt ook al vermeld in het Bossche Protocol periode okt 1451 - 1452 folio 274r en okt 1474 - sept 1475 folio 17r) evenals hun kinderen THOMAS, GOIJART, JORDEN, HENRICK, GOOSSENS en MARGRIET

Het huwelijk van GOOSSEN THOMAS GOESSEN MAESS VAN AUDENHOVEN en ALEIJT wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN
wordt vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1221 okt 1450 - sept 1451 folio 275v

GOESSEN THOMAS VAN AUDENHOVEN weduwnaar van ALEIJT TOMAS VAN DER MEIJEN en zijn kinderen THOMAS, GOIJAERT, JORDEN, HENRICK, GOOSEN en MARGRIET wordt vermeld in het Bossche Protocol (Oirschot) Inv 1244 okt 1474 - sept 1475 folio 17r, zodat ALEIJT voor die tijd is overleden

GOESSEN zelf en zijn kinderen: THOMAS, GOIJART, MARGRIET, JORDEN, HENRICK en GOOSSEN worden vermeld in het Rechtelijk Archief van Oirschot d.d. 25-5-1478, zie onderstaande akte van die datum

Hun zoon GOIJAERT is getrouwd met BEATRIJS dochter van HENRICK JAN HEESTERS zoals blijkt uit een akte d.d.20-12-1501 (RA Oirschot Inv 126c akte 216 folio 47v) en d.d. 3-4-1506 (RA Oirschot Inv 127a akte 143 folio P163v)

16-4-1470 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 123a akte 094 folio 16v)
----------------------------------
Verschenen is GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN en belooft nu aan GIJSBRECHT GIJSBRECHT MESMAKERS ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens broers CLAES en PHILIPS wettige kinderen van GIJSBRECHT MESMEKERS die 1 mud rogge per jaar te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land groot ca 3 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, belend door: DIRCK VAN DE RIJT, JAN VOS, ALAERT WUESTEN, de straat. Hij had dat perceel eerder verkregen van RUTGER HEIJNEN GOIJAERTS en de verkoper (lener in dit geval) belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, getuigen WILLEM VAN GELDROP en JACOP DORMALEN

1471 Afstand rechten, aanspraken (RA Oirschot Inv 123a (2353) akte 299, 300 folio P122r
------------------------------------------
Komen is GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN als man van ALEIJT dochter van THOMAES VAN DER AMEIJDEN en doet afstand van zijn rechten en aanspraken ten behoeve van JAN VAN DE LAECK inzake en pacht van 2 mud rogge per jaar, Oirschotse maat, welke pacht jaarlijks wordt betaald door HENRICK DE HOPPENBROUWER op onderpand van een stuk land genoemd de Gheelst, gelegen in herdgang Straten en welke pacht hij heeft verkregen van CLAES DE BECKER. Nog zijn rechten inzake een pacht van 14 lopen rogge, de helft ervan, welke pacht jaarlijks wordt betaald door de kinderen van DIRCK RUELENS (VAN DER AMEIJDEN). Nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Hulschoerbeemd. Nog inzake de helft van een rente van 2 pond paijment die wordt betaald door DIRCK HAPPEN volgens de brieven ervan. Nog inzake de helft van 2 pond paijment die betaald worden door de kinderen van GOIJAERT BECKERS. GOESSEN belooft dit afstand doen altijd na te zullen komen, geen datum en getuigen vermeld

Komen is JAN VAN DE LAECK uit de vorige akte als man van IDA en doet geheel uit vrije wil afstand van alle rechten en brieven ten behoeve van genoemde GOESSEN (VAN OUDENHOVEN) inzake de helft van een pacht van 2 mud en 4 lopen rogge die afkomstig is van HEIJNEN MELIS. Nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Boerendonk, nog inzake de helft van een stuk beemd genoemd de Deenkensmeij volgens de brieven ervan. JAN belooft dit afstand doen altijd na te zullen komen, actum als boven

Opm. JAN VAN DE LAECK is JAN JANSSEN VAN DE LAECK getrouwd met IDA dochter wijlen THOMAS VAN DER AMEIJDEN, JAN is dus de zwager van GOESSEN THOMASZ VAN OUDENHOVEN

2-2-1472 Betalingsbelofte rente (RA Oirschot Inv 123a akte 116 folo P147v)
--------------------------------------
Komen is GOESSEN THOMAES VAN OUDENHOVEN en belooft als schuldenaar om aan GIJSBRECHT GOIJAERTS VAN DE LAEC die per heden datum over 1 jaar een bedrag van 7 gouden peters te betalen, elke peter tegen 19 stuivers gerekend of in ander geld van gelijke waarde, met nog een rente van 7 lopen rogge, maat van Oirschot, getuigen FRANK en GIELIS JANSSEN

Op 15-5-1478 Verkoop helft pacht (RA Oirschot Inv 124a (2354) jaar 1479 akte 184, 185 folio P171v)
------------------------------------------
Komen is GOESWIJN THOMAES VAN OUDENHOVEN als man van ALEIJT dochtr van wijlen THOMAES VAN DER AMEIJDN en met hem THOMAES en GOIJAERT, broers en zonen van genoemde GOESWIJN, verder MARGRIET dochter van genoemde GOESWIJN met haar voogd, voor henzelf handelend en voor JOERDEN, HENRICK en GOESWIJN ook broers en zoons van genoemde GOESWIJN, verder nog namens JAN VAN DE LAECK, verkopen aan WILLEM GOIJAERT BECKERS die de helft van een pacht van 8 lopen rogge die hun eigendom is, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen op onderpand van een stuk beemd genoemd dat Cleijn Beemdeken gelegen onder Herzel hier in de Hanendonk, belend door: JAN BEIJKENS, de gemeijnte. Die pacht had GOESWIJN met zijn kinderen geerfd van wijlen JOERDEN DE BECKER zoals hij zei en de beemd als onderpand had JOERDEN VAN BIJSTERVELD eerder gekocht van GOIJAERT DE BECKER van Straten volgens de schepenbrief. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen.

Komen zijn dezelfde GOESWIJN met zijn kinderen, met uitzondering hierin van JAN VAN DE LAECK en verkopen aan WILLEM GOIJAERT BECKERS die een stuk weiland genoemd de Berendonk, gelegen in herdgang de Notel, belend door: MERTIJN zoon wijlen AERT STEEMETSERS, de erfgenamen van AGNES DEENEN, HEIJLWICH HEIJMERICKS met haar kinderen, DIRCK DE HOPPENBROUWER DE JONGE, de gemeenschappelijke straat. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, actum als boven

22-5-1481 Afstand en erfdeling (RA Oirschot Inv 124b akte 173 t/m 180 folio p272v)
--------------------------------------
GOESSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN heeft afstand gedaan van zijn rechten van vruchtgebruik inzake alle roerend en onroerend bezit nagelaten door wijlen ALEIJT dochter van THOMAS VAN DER AMEIJDEN, ten behoeve van zijn wettige kinderen verwekt bij genoemde ALEIJT, waar dat bezit zich ook bevindt. Hij belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, maar GOESSEN behoudt wel zijn levenlang het vruchtgebruik uit het bezit onder Mijensvoort (Mensfort) voor 21 lopen rogge, nog van de kinderen van WILLEM RUTGERS VAN OUDENHOVEN 17 lopen rogge, nog van Heer JAN RUELENS en van AERT BERNTS 28 lopen, alles Oirschotse maat, welke pachten na zijn dood aan zijn kinderen zullen toevallen of aan hun erfgenamen, getuigen DIRCK GOESSENS, RUTGER GOESSENS en HAGELAER.

GOIJAERT, JOERDEN en HENRICK broers en kinderen van GOESSEN MAES (=THOMAS, VAN OUDENHOVEN beloven hun vader een jaarlijkse pacht van 2 en een halve mud rogge te gaan betalen, Oirschotse maat, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: hun oom CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN, de gemeijnte. Ze beloven het onderpand in goede staat te houden voor de rogpacht. De pacht vervalt later op alle 6 kinderen van genoemde GOESSEN VAN OUDENHOVEN of op hun erfgenamen na hen die dan in leven zijn, actum als boven

THOMAS, GOIJAERT, JOERDEN, HENRIK EN GOESSEN broers, verder BOUDEWIJN JAN PAUWELS als man van MARGRIET, alle kinderen van GOESSEN VAN OUDENHOVEN hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun moeder ALEIJT hebben geerfd.

THOMAS, GOESSEN en BOUDEWIJN krijgen een stuk land groot ca een half mudzaad, genoemd de Braeck, belend door: JAN GIJSBEN EVERAERTS, GOIJAERT JAN BECKERS, GERIT GEERLICKS VAN DE MELCROTH, HENRICK VAN DER HORST. Nog krijgen ze een stukje beemd genoemd de Varenbeemd, groot ca 2 bunders, belend door: de Boeijemsteegde, JAN DANIELS, de gemeijnte, AERT VAN DEN GRUIJTHUIJSEN, JAN DE HANTSCOEMAKERS. Nog krijgen ze een stuk beemd genoemd de Goessenbeemd gelegen onder Erdbruggen hier, belend door: GOIJAERT VAN BERCKT, AERNT BERNTS, de gemeijnte. Nog een stuk beemd genoemd de Deenkensmeij, zelfde herdgang, belend door: JAN RUELENS priester, HENRIK GIJBEN, PETER CLEIJS. Nog een stuk beemd genoemd de Hoefslag zelfde herdgang belend door: DIRCK DIRCK HOPPENBROUWERS, PETER HENRIK LAMBRECHTS, HEIJN PETER AGNESEN, DIRCK SEIJKENS en HENRICK HOPPENBROUWERS. Nog een stuk beemd genoemd de Mortel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: DIRCK SEIJKENS, WILLEM GOIJAERT WOUTERS, DIRCK VAN OSTADEN, de Grommen (?) Mortel, MELIS PETERS VAN DE SCHOET en zijn zuster LISBETH. Nog krijgen ze een stuk beemd genoemd dat Beeksken ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, belend door: de kinderen van WILLEM RUTGERS VAN OUDENHOVEN, DIRCK VAN ELLAER, de kinderen van GOIJAERT BIERKENS, DIRCK SEIJKENS. Hieruit moeten ze jaarlijks de grondchijns betalen, verder aan hun oom CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN 14 lopen rogge. Als er verder enige ongenoemde lasten op het erfdeel drukken dan zullen ze die samen betalen en als dat niet het geval is dan krijgen de 3 andere kinderen een rogpacht van een half mud. Verder moeten ze aan MICHIEL WILNEVEN 4 mud en 11 lopen rogge betalen, Oirschotse maat .

GOIJAERT, JOERDEN en HENRICK samen krijgen het huis, tuin etc. gelegen onder Best zoals hiervoor al is begrensd. Nog krijgen ze een stuk beemd van 4 bunders waarvan hun oom CLAES de andere helft heeft, gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: HENRICK VAN DER CAPPELLEN, HENRIK WILLEM JACOPS en diens kinderen, de gemeijnte, de kinderen van HENRICK VAN TULDEN. Hieruit moeten ze jaarlijks de grondchijns betalen en aan hun vader THOMAS (fout hun vader is GOOSSEN) de reeds genoemde 2 en een halve mud rogge per jaar en na diens dood versterft die pacht op de 6 kinderen van GOESSEN, nog aan JAN BIERKENS 3 mud en 7 lopen rogge, aan de Sint Odulphuskapel 3 lopen rogge, aan MICHIEL WILNEVEN een pacht van 1 mud en 9 lopen rogge, Oirschotse maat

Ieder zal de laten op het eigen erfdeel zodanig betalen, dat het erfdeel van de anderen daarvoor gevrijwaard blijft, (geen datum en getuigen vermeld)

THOMAS en GOESSEN doen vervolgens afstand van hun 2/3e delen van een stuk beemd genoemd de Deenkensmeij. Nog op hun deel in een stuk beemd genoemd dat Goesken, nog hun deel de beemd genoemd de Mortel, nog inzake een stuk beemd genoemd dat Beeksken, nog inzake de Goessenbeemd zoals hiervoor omschreven. Ze beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de 14 lopen rogge per jaar aan CLAES THOMASSEN (VAN OUDENHOVEN) en de grondchijns. Verder zal hij (hij is hier de koper BOUDEWIJN die feitelijk niet wordt genoemd) aan THOMAS en GOESSEN samen elk jaar 2 mud en 10 lopen rogge betalen, Oirschotse maat, behalve als er enige onvermelde lasten op het bezit drukken, dan zullen ze dat moeten vergoeden tot aan 1 mud rogge Oirschotse maat toe en niet meer. Verder is de afspraak dat als hun vader GOESSEN komt te overlijden dan moet hij als koper aan GOESSEN en THOMAS 2 mud en 10 lopen rogge betalen uit een pacht van 10 mud en 10 lopen als hij hen heeft beloofd ... en 3 jaar na de dood van GOESSEN een bedrag van 13 peters, elke peters tegen 18 stuivers ..... (akte eindigt onduidelijk, geen datum en getuigen vermeld)

Genoemde BOUDEWIJN belooft aan THOMAS en GOESSEN die een pacht van 2 mud en 10 lopen rogge per jaar te betalen uit de genoemde stukken beemd van hiervoor, actum als boven

JOERDEN en HENRICK van hiervoor hebben afstand gedaan van alle rechten die ze hebben in het bezit dat hen vandaag is toebedeeld, ten behoeve van hun broer GOIJAERT en ze beloven als verkopers alle lasten van hun kant af te handelen (geen datum en getuigen vermeld)

Genoemde GOIJAERT belooft zijn broer JOERDEN die voortaan elk jaar een pacht van 4 mud rogge te gaan betalen op onderpand van de genoemde hoeve, maar hij mag 2 en een halve mud heffen zolang hun vader GOESSEN leeft en na diens dood op Maria Lichtmisdag erna de volle pacht (geen datum en getuigen vermeld)

Dezelfde GOIJAERT belooft zijn broer HENRICK die voortaan elk jaar 4 mud rogge te gaan betalen op onderpand van het huis, tuin, etc. dat hij in bezit heeft, behoudens dat hij maar 2 en een half mud rogge zal betalen zolang zijn vader leeft, en na diens dood de volle pacht zoals hiervoor (geen datum en getuigen vermeld)

15-6-1481 Verkoop pacht (RA Oirschot Inv 124b akte 208 folio P276r)
-------------------------------
Verschenen zijn THOMAS GOESSENS VAN OUDENHOVEN voor hemzelf handelend, verder GOIJAERT die voor hemzelf handelt en voor JOERDEN en HENRIK, broers, verder GOESSEN en BOUDEWIJN , JAN PAUWELS als man van MARGRIET, zijnde allen wettige kinderen van GOOSSEN VAN OUDENHOVEN verwekt bij ALEIJT dochter van THOMAS VAN DER AMEIJDEN en verkopen nu een pacht van 10 lopen rogge uit een pacht van 28 lopen die weer afkomstig is uit een pacht van 4 mud, Oirschotse maat. Die pacht had JAN ROEFS VAN DER AMEIJDEN, LIP HENRIK VAN LIPPEN als man van MARIE, en MARGRIET en KATHALIJN gezusters en allen kinderen van JAN ROEFS VAN DER AMEIJDEN met hun voogden die ook handelen voor de andere kinderen van JAN ROEFS VAN DER AMEIJDEN verwekt bij MARGRIET dochter van JAN CROMMEN beloofd aan HENRIK AMELIS op onderpand van al het bezit dat zijn vrouw KATHERINA dochter van deze JAN ROEFS was toebedeeld. De pacht steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Corte Meij aan de Heerstraat, belend door: DIRCK STUWEN, de Deenkens Meij (onder Erdbruggen). Nog op onderpand van een stuk beemd genoemd de Calverhof, ter zelfder plaatse gelegen, belend door: de pad, KATHALIJN RUTTEN. Nog op onderpand van een stuk land genoemd de Hof belend door: de pad daar, de gemeenschappelijke straat. Die pacht van 28 lopen had HENRIK AMELIS verkocht aan DIRCK natuurlijke zoon van GOESSEN RUELENS en DIRCK weer verkocht had aan AERNDEN THOMAS VAN DER AMEIJDEN en AERNT weer verkocht aan HENRICK VAN DE VEN en HENRICK VAN DE VEN weer aan JOERDEN DE BECKER en aan JAN VAN DE LAECK ten behoeve van de wettige kinderen van THOMAS THOMAS VAN DER AMEIJDEN zijnde de grootvader van genoemde verkopers. Ze verkopen de pacht nu aan AERNT BERNT WILLEMS en ze beloven alle lasten van hun kant af te handelen, getuigen RUTGER GOESSENS en HAGELAER

januari 1487 Verkoop pacht door kinderen (RA Oirschot Inv 125a akte 024 folio P49r
---------------------------------------------------
THOMAES en GOIJAERT kinderen van GOESSEN MAES VAN OUDENHOVEN verkopen met schepenbrieven en testament aan RUTGER zoon wijlen WILLEM RUTGERS VAN OUDENHOVEN een pacht van 17 lopen rogge, welke pacht GIJSBRECHT BLAERTHOMS als man van ALEIJT dochter van wijlen ROELOF BECKER hadden overgedragen aan hun grootvader THOMAES VAN OUDENHOVEN, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Spoordonk, belend door: LISBETH KORSTIAENS, HENRICK SBLESERS en nog op onderpand van alle beemden die KORSTIAEN SBLESERS verder in Oirschot had. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, ook namens hun grootvader THOMAES VAN OUDENHOVEN, getuigen DIRCK en CROM

1493 Betalingsbelofte (RA Oirschot Inv 126a akte 104 folio P22r, P22v)
--------------------------
Het is zo dat THOMAS GOOSSENS VAN OUDENHOVEN jaarlijks aan de erfgenamen van MICHIEL WILNEVEN een pacht van 4 mud rogge en elf lopenzaad betaalt, maat van Oirschot, op onderpand van zijn erfdeel dat hij heeft geerfd na de dood van ALEIJT dochter van THOMAS VAN DER MEIJEN, zijnde zijn moeder, waarvan zijn vader GOOSSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan en waarover een boedeldeling is gemaakt. Daarom is nu voor ons verschenen GOIJAERT GOOSSENS VAN OUDENHOVEN en belooft dat hij vanaf nu aan zijn broer THOMAS die in mindering op die 4 mud en 11 lopen aan de erfgenamen van MICHIEL WILNEVEN 4 lopen en 3 vierdevat rogge per jaar zal gaan betalen, maat van Oirschot zoals die gebruikelijk aan de erfgenamen van MICHIEL WILNEVEN worden betaald en wel zo dat THOMAS en zijn bezit daarvoor altijd gevrijwaard zal blijven, datum niet ingevuld 1493, getuigen GERART en JACOP

30-1-1502 Verkoop pachten (RA Oirschot Inv 126c akte 019 t/m 022 folio 3r t/m 4v)
-----------------------------------
JOERDEN zoon wijlen GOOSSEN VAN OUDENHOVEN verkoopt aan THOMAS zoon wijlen GOOSSENS van OUDENHOVEN een pacht van 1 mud rogge, maat van Oirschot, uit een pacht van 4 mud rogge, welke pacht GOIJAERT GOOSSENS VAN OUDENHOVEN aan zijn broer JOERDEN had beloofd op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN zijnde hun oom en meer anderen, de gemeijnte, volgens een brief d.d. 22 mei 1481. De andere 3 mud van die 4 mud rogge zijn eerder afgelost zoals ze beiden verklaren, getuigen RUTGER en HENRICK VAN BERSE

JOERDEN zoon wijlen GOOSSEN VAN OUDENHOVEN verkoopt aan zijn broer THOMAS een pacht van 2 mud rogge uit een pacht van 4 mud, welke pacht GOIJAERT GOOSSENS VAN OUDENHOVEN eerder aan zijn wettige broer HENRICK had beloofd, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN hun oom zijnde en meer anderen, de gemeijnte, volgens een brief van 22 mei 1481. Van die 2 mud had JOERDEN er 1 gekocht van zijn zwager BOUDEWIJN JAN PAUWELS en had PAUWELSEN (bedoeld is BOUDEWIJN JAN PAUWELS) als man van MARGRIET geerfd van HENRICK zoon wijlen GOOSSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN en het andere mud uit die 3 mud had JOERDEN geerfd van zijn broer HENRICK zoon wijlen GOOSSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN, getuigen RUTGER en HENRICK VAN BERSE

THOMAS zoon wijlen GOOSSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN verkoopt die 2 mud rogge uit de vorige akte aan CORSTIAEN GIJSBRECHTS VAN DER BERTHEN, uit de pacht van de 4 mud. Verder zet THOMAS als zekerheid voor de betaling van de 2 mud een stuk beemd in onderpand genoemd de Varrenbeemd gelegen in herdgang Aerle, belend door: de gemeijnte daar genoemd de Bodemsteege, de erfgenamen van JAN HOPPENBROUWERS, GIJSBRECHT VAN DEN GRUIJTHUIJSE, actum als boven

Schepenen in Oirschot verklaren hierbij plechtig, dat we een schepenbrief van Oirschot hebben gezien, nog geheel onbeschadigd met de volgende inhoud:

"Wij RUTGER GOOSSENS VAN OUDENHOVEN, DIRCK GOOSSEN NEVEN, GERARD MATHIJSSEN, PHILIPS VAN GELDROP, DIRCK VAN DEN HAGELAER, BERTELMEEUS JAN ESSEN en PETER JANS VAN DER BRUGGEN, schepenen van Oirschot, verklaren dat voor ons is verschenen GOIJAERT GOOSSEN THOMAS VAN OUDENHOVEN en belooft aan zijn wettige broer HENRICK die een jaarlijkse pacht van 4 mud rogge op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Verrenbest, belend door: CLAES THOMAS VAN OUDENHOVEN hun oom zijnde en meer anderen, de gemeijnte. Maar HENRICK zal zolang diens vader leeft uit deze pacht ieder jaar slechts 2 en een half mud rogge ontvangen en pas na de dood van zijn vader die volledige 4 mud, de brief is d.d.d 22 mei 1481".

THOMAS belooft aan CORSTIAEN GIJSBERT VAN DER BERTEN de originele brief van de pacht aan hem te overhandigen zo vaak als hij die nodig heeft, actum als boven


Gegenereerd met Aldfaer 4.2 op 16 april 2010 19:05
Bestand D:\Aldfaer\kwartierstaat vs3\kwartierstaat vs3